Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 oktober 2008
gepubliceerd op 03 december 2008

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de weddeschaal in de textielsector

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008013463
pub.
03/12/2008
prom.
08/10/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de weddeschaal in de textielsector (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de weddeschaal in de textielsector.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 oktober 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 2007 Weddeschaal in de textielsector (Overeenkomst geregistreerd op 8 november 2007 onder het nummer 85567/CO/214) Gelet op de Europese Richtlijn 2000/78/EG van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep;

Gelet op de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie;

Gelet op de brief van 16 februari 2007 van de Minister van Werk, Peter Vanvelthoven, aan de voorzitters van de paritaire comités, waarin de sociale partners verzocht worden om de huidige leeftijdsgebonden verloningssystemen te herzien en ze om te vormen, aan de hand van andere onderscheidingscriteria dan de leeftijd, met inachtneming van de budgettaire en sociale neutraliteit;

Gelet op het interprofessioneel akkoord van 2 februari 2007 voor de periode 2007-2008;

Gelet op de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2007 voor de jaren 2007 en 2008;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2003 betreffende de invoering van de herziene geactualiseerde functieclassificatie en de er aan gekoppelde weddeschaal, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2005;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 oktober 1985 tot coördinatie der collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk betreffende de bezoldigingsvoorwaarden en in het bijzonder punt 5 betreffende de koppeling van de bezoldigingen aan het indexcijfer der consumptieprijzen;

Wordt vastgesteld : - dat de van toepassing zijnde weddeschaal, ingevoerd met de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2003 betreffende de invoering van de herziene geactualiseerde functieclassificatie en de er aan gekoppelde weddeschaal, gebaseerd is op een leeftijdscriterium en bijgevolg resulteert in een onderscheid inzake verloning in functie van de leeftijd; - dat een conventioneel systeem tot een correcte, billijke en niet-discriminerende verloning een aandachtspunt is van zowel de representatieve werkgevers- als werknemersorganisaties; - dat het momenteel van toepassing zijnde systeem voor de bedienden ressorterend onder het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk volgens de sociale partners voldeed aan deze hiervoor bedoelde voorwaarden en om die reden ook ingesteld werd voor onbepaalde tijd, hetgeen gebeurde tijdens de uitoefening van hun wettelijke vertegenwoordiging van de werkgevers en hun werknemers, zoals bepaald in het algemeen kader van het overleg in België en meer bepaald in de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités en waarbij het huidige conventionele verloningssyteem dan ook berust op een ruime consensus onder hen die er rechtstreeks bij betrokken zijn; - dat de Europese Richtlijn 2000/78/EG van 27 november 2000 en de daaruit voortvloeiende wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie een algemeen verbod op leeftijdsdiscriminatie in arbeid en beroep inhouden, waardoor de handhaving op langere termijn van de huidige weddeschaal omwille van het leeftijdscriterium in het kader van een correcte, billijke en niet-discriminerende verloning in de textielsector problematisch is; - dat bovendien op basis van recente rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap de van toepassing zijnde weddeschaal omwille van het leeftijdscriterium de antidiscriminatie-toets moeilijk kan doorstaan; - dat om voornoemde redenen de huidige weddeschaal moet gewijzigd dan wel vervangen worden door een alternatief systeem om het conform te maken aan deze nieuwe voorwaarden; - dat deze leeftijdsgebonden weddeschaal sinds jaren de basis vormt voor het verloningsbeleid van de bedienden in de textielsector en om deze reden ook niet abrupt kan afgeschaft worden, zonder dat er aan de ondernemingen een volwaardig alternatief terzake kan geboden worden; - dat het evenwel onmogelijk was om de nodige aanpassingen te doen binnen de termijn tot het sluiten van de algemene nationale sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2007 voor de jaren 2007-2008, vermits een grondig onderzoek noodzakelijk is om te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan die op hun beurt mogelijk in tegenspraak zijn met de Europese Richtlijn 2000/78/EG van 27 november 2000 of met de Belgische wetgeving terzake; - dat in afwachting van dit alternatief verloningssysteem zij van oordeel zijn dat een tijdelijke handhaving van het huidig systeem kadert in een legitiem doel, en duidelijk niet disproportioneel is aan de doelstellingen van de Europese en nationale wetgeving; - dat het op een plotse wijze een einde stellen aan de bestaande consensus omtrent het conventioneel verloningssysteem de sociale vrede in het gedrang zou kunnen brengen en een sereen paritair overleg met het oog op de uitwerking van een nieuw sectoraal verloningssysteem in de textielsector ernstig zou hypothekeren; en wordt er tussen de Landelijke Bedienden Centrale - Nationaal Verbond voor Kaderpersoneel, de Bond der Bedienden, Technici en Kaders van België, de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België, enerzijds, en de textielfederatie Febeltex anderzijds; het volgende overeengekomen : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk en op de bedienden die zij tewerkstellen waarvan de functie beantwoordt aan de criteria van één van de zes categorieën waarvan sprake in de functieclassificatie voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2003 betreffende de invoering van de herziene en geactualiseerde functieclassificatie en de eraan gekoppelde weddeschaal, uitgezonderd de NV Celanese en haar bedienden. HOOFDSTUK II. - Uitwerking van een nieuwe weddeschaal

Art. 2.Gelet op hetgeen hiervoor werd vastgesteld, verbinden de ondertekenende partijen er zich toe om een nieuwe weddeschaal uit te werken, ter vervanging van de huidige van toepassing zijnde weddeschaal, overeenkomstig het interprofessioneel akkoord van 2 februari 2007 voor de jaren 2007-2008 en met verwijzing naar de Europese Richtlijn 2000/78/EG van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep en de daaruit voortvloeiende regelgeving en rechtspraak.

Art. 3.Met het oog op de uitwerking van een nieuwe weddeschaal die beantwoordt aan de vereisten van de voornoemde Europese Richtlijn van 27 november 2000 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, wordt een paritaire werkgroep opgericht, die het paritair comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk in staat moet stellen om tegen uiterlijk 30 juni 2008 voor de sector een beslissing te nemen omtrent de principes van een nieuw baremiek verloningssysteem.

Art. 4.De nieuwe weddeschaal zal sociaal- en kostenneutraal zijn en gekoppeld worden aan de huidige functieclassificatie, voorzien in de hiervoor bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2003.

Art. 5.Het is de bedoeling van de ondertekenende partijen om deze nieuwe weddeschaal op 1 januari 2009 in werking te laten treden.

De van toepassing zijnde weddeschaal, voorzien in de hiervoor bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2003, blijft verder van toepassing tot op het ogenblik van de inwerkingtreding van de nieuwe weddeschaal.

Art. 6.De in artikel 3 bedoelde paritaire werkgroep zal eveneens de genderneutraliteit van de huidige functieclassificatie, voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2003 betreffende de invoering van de herziene geactualiseerde functieclassificatie en de eraan gekoppelde weddeschaal, toetsen en in voorkomend geval voorstellen doen met het oog op het aanbrengen van de nodige correcties. HOOFDSTUK III. - Algemeen verbindend verklaring

Art. 7.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per koninklijk besluit. HOOFDSTUK IV. - Duur van de overeenkomst

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2007. Zij wordt gesloten voor onbepaalde tijd en kan opgezegd worden door elk van de ondertekenende partijen mits inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het paritair comité en aan de ondertekenende partijen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 oktober 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

^