Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 augustus 2002
gepubliceerd op 07 september 2002

Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor verspreiding van de programma's van een radio- en televisieomroeporganisatie die niet erkend is door een lidstaat van de Europese Unie

bron
diensten van de eerste minister
numac
2002021363
pub.
07/09/2002
prom.
09/08/2002
ELI
eli/besluit/2002/08/09/2002021363/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor verspreiding van de programma's van een radio- en televisieomroeporganisatie die niet erkend is door een lidstaat van de Europese Unie


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 maart 1995 betreffende de netten voor distributie voor omroepuitzendigen en de uitoefening van omroepactiviteiten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdsad, zoals gewijzigd, inzonderheid op de artikelen 15 en 18;

Gelet op het advies 33.541/4 van de Raad van State, gegeven op 1 juli 2002;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 januari 2002;

Op de voordracht van Onze Minister van Wetenschappelijk Onderzoek en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In dit besluit mot worden verstaan onder "buitenlandse organisatie" ieder omroeporganisatie gemachtigd door een niet-lidstaat van de Europese Unie waarin zij haar zetel heeft en waarvan de uitgezonden programma's toegankelijk zijn voor het gehele publiek of een gedeelte ervan.

Art. 2.De distributie in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdsad van de programma's van een buitenlandse organisatie wordt toegestaan met toepassing van de artikelen 15 en 18 van de wet, mits de volgende gegevens voorafgaandelijk door de kabelmaatschappij aan de bevoegde minister worden meegedeeld : - de statuten van de rechtspersoon die de aanvraag indient, de naam van zijn wettelijke vertegenwoordiger, de samenstelling van zijn bestuursorgaan, het bedrag van het kapitaal en de verdeling ervan, het adres van de maatschappelijke zetel en de bedrijfszetel en de wijze van financiering van de programmadienstverlening die zij verzorgt of wenst te verzorgen; - de voorwaarden voor de technische doorgifte van haar programma alsmede de oppervlakte van de zones die door de uitzending bestreken worden, zo nodig aangegeven met behulp van een geografische kaart.

Via de kabelmaatschappij, kan de bevoegde minister of zijn afgevaardigde bij de buitenlandse organisatie elk ander document opvragen dat hij nuttig acht.

De buitenlandse organisatie deelt de bevoegde minister of zijn afgevaardigde onverwijld elke wijziging mee in de gegevens op grond waarvan de bevoegde minister de vergunning toegekend heeft.

In geval van grondige wijzigingen, kan de bevoegde minister ertoe genoopt worden de vergunning te schorsen of in te trekken toegekend aan de kabelmaatschappij voor het doorsturen van de programma's van de buitenlandse organisatie.

Art. 3.§ 1. De distributie van de televisieprogramma's van de buitenlandse organisatie in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdsad wordt bovendien toegestaan, mits de in de volgende paragrafen gepreciseerde voorwaarden worden nageleefd. § 2. De kabelmaatschappij moet waarborgen alle auteursrechten en naburige rechten op zich te nemen voor het reproduceren, doorsturen en verspreiden via kabel van de programma's uitgezonden in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdsad. § 3. De kabelmaatschappij moet toezien, via de buitenlandse organisatie, op het respecteren van de internationale verdragen nakomen waarbij het Koninkrijk België partij is, alsook de wetgevende of regelgevende bepalingen die rechtstreeks of onrechtstreeks haar activiteiten regelen. § 4. De kabelmaatschappij moet erop toezien dat de buitenlandse organisatie, inzake fictieproducties, geen exclusiviteits- en prioriteitsrechten verwerft met betrekking tot de verspreiding van haar poducties ten aanzien van omroeporganisaties van de Vlaamse Gemeenschap of de Franse Gemeenschap op de kabelnetwerken die van deze laatste afhangen. § 5. De kabelmaatschappij moet erop toezien dat de buitenlandse organisatie geen uitzendingen programmeert die de openbare orde verstoren, indruisen tegen de goede zeden of die andermans overtuigingen kunnen kwetsen of een buitenlandse Staat kunnen beledigen.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Art. 5.De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 9 augustus 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Ch. PICQUE

^