Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 december 1999
gepubliceerd op 24 mei 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 1976 tot uitvoering van de artikelen 60 en 60bis van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2000022223
pub.
24/05/2000
prom.
09/12/1999
ELI
eli/besluit/1999/12/09/2000022223/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 1976 tot uitvoering van de artikelen 60 en 60bis van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, inzonderheid op artikel 60, vierde lid, ingevoegd bij de wet van 24 december 1976;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 december 1976 tot uitvoering van de artikelen 60 en 60bis van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Fonds voor arbeidsongevallen, gegeven op 15 maart 1999;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 30 december 1976 tot uitvoering van de artikelen 60 en 60bis van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 wordt een artikel 1bis ingevoegd, luidende : «

Artikel 1bis.Het Beheerscomité van het Fonds voor arbeidsongevallen kan in belangwekkende gevallen gedeeltelijk afzien van het verhaal, bedoeld in artikel 1, indien het met een eenparigheid van stemmen getroffen gemotiveerde beslissing aanvaardt dat : 1° de niet-verzekering niet te wijten is aan de fout of nalatigheid van de werkgever of het gevolg is van uitzonderlijke omstandigheden;2° of de grootte van het terug te vorderen bedrag niet in verhouding is tot de ernst van de overtreding;3° of bij wijze van uitzondering de vrijstelling verantwoord is wegens dwingende redenen van nationaal of gewestelijk economisch belang. De werkgever moet evenwel 10 pct. van de gevorderde bedragen betaald hebben. »

Art. 2.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 december 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^