Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 december 2009
gepubliceerd op 17 december 2009

Koninklijk besluit nr. 50 met betrekking tot de BTW-opgave van de intracommunautaire handelingen

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2009003461
pub.
17/12/2009
prom.
09/12/2009
ELI
eli/besluit/2009/12/09/2009003461/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 DECEMBER 2009. - Koninklijk besluit nr. 50 met betrekking tot de BTW-opgave van de intracommunautaire handelingen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, artikel 53sexies, § 1, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en vervangen bij de wet van 26 november 2009, artikel 53octies, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de wetten van 5 september 2001, 22 april 2003, 28 januari 2004, 7 december 2006 en 26 november 2009, en artikel 57, § 7, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 november 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 18 november 2009;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door het feit dat : - de maatregelen van onderhavig besluit in werking moeten treden op 1 januari 2010; - om de juridische zekerheid te waarborgen, het nodig is dat de economische actoren bijgevolg op de hoogte worden gebracht van de hen opgelegde nieuwe administratieve formaliteiten alsook van nieuwe rechtsbepalingen waarop zij aanspraak kunnen maken; - dit besluit dus onverwijld moet worden genomen;

Gelet op advies nr. 47.494/1 van de Raad van State, gegeven op 30 november 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De belastingplichtigen en de leden van een BTW-eenheid in de zin van artikel 4, § 2, van het Wetboek, bedoeld in artikel 53sexies, § 1, van het Wetboek, moeten uiterlijk de twintigste van iedere kalendermaand bij de administratie die de belasting over de toegevoegde waarde onder haar bevoegdheid heeft een btw-opgave van de intracommunautaire handelingen, hierna « intracommunautaire opgave » genoemd, indienen waarin de volgende gegevens voorkomen : 1° het BTW-identificatienummer van : a) iedere afnemer waaronder goederen aan hem zijn geleverd met vrijstelling van de belasting bij toepassing van artikel 39bis, eerste lid, 1°, van het Wetboek en waarvoor de belasting in de loop van de verstreken kalendermaand opeisbaar is geworden;b) de belastingplichtige, toegekend door de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer van de goederen, in het geval van leveringen van goederen als bedoeld in artikel 39bis, eerste lid, 4°, van het Wetboek en waarvoor de belasting in de loop van de verstreken kalendermaand opeisbaar is geworden;c) het lid van een BTW-eenheid, toegekend door de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer van de goederen, in het geval van leveringen van goederen als bedoeld in artikel 39bis, eerste lid, 4°, van het Wetboek en waarvoor de belasting in de loop van de verstreken kalendermaand opeisbaar is geworden;d) iedere afnemer, toegekend door de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer van de goederen, in het geval van leveringen van goederen als bedoeld in artikel 25quinquies, § 3, derde lid, van het Wetboek verricht door de belastingplichtige in de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer van de goederen en waarvoor de belasting in de loop van de verstreken kalendermaand opeisbaar is geworden;e) iedere afnemer waaronder andere diensten worden verstrekt dan degene die vrijgesteld zijn van de belasting in de lidstaat waar ze belastbaar zijn, wanneer de belasting krachtens de communautaire bepalingen door de ontvanger is verschuldigd en in de loop van de verstreken kalendermaand opeisbaar is geworden;2° voor iedere persoon als bedoeld in 1°, het totale bedrag, exclusief belasting over de toegevoegde waarde, uitgedrukt in euro, van elk van de hierna vermelde categorieën van handelingen waarvoor de belasting in de loop van de verstreken kalendermaand opeisbaar is geworden : a) de krachtens artikel 39bis, eerste lid, 1°, van het Wetboek vrijgestelde leveringen van goederen als bedoeld in 1°, a) ;b) de krachtens artikel 39bis, eerste lid, 4°, van het Wetboek vrijgestelde leveringen van goederen als bedoeld in 1°, b) en c) ;c) de leveringen van goederen als bedoeld in 1°, d) ;d) de diensten als bedoeld in 1°, e).

Art. 2.Het aan te geven bedrag als bedoeld in artikel 1, 2°, a) tot d), wordt voorafgegaan door een vermelding die verschillend is naargelang de categorie van de handelingen en die wordt bepaald door de administratie die de belasting over de toegevoegde waarde onder haar bevoegdheid heeft.

Indien meerdere bedragen moeten worden opgenomen voor eenzelfde persoon, dient voor ieder aangegeven bedrag zijn in artikel 1, 1°, bedoeld identificatienummer te worden vermeld.

Art. 3.In de gevallen als bedoeld in artikel 77, § 1, 1° tot 6°, van het Wetboek, moeten de in artikel 1, 2° bedoelde bedragen tot het passende beloop worden herzien. Het bedrag van de herziening wordt opgenomen in de intracommunautaire opgave met betrekking tot het tijdvak waarin een stuk wordt uitgereikt dat de herziening van de maatstaf van heffing ter kennis brengt.

Art. 4.Wanneer na het indienen van de intracommunautaire opgave, de belastingplichtige of het lid van een BTW-eenheid in de zin van artikel 4, § 2, van het Wetboek, bedoeld in artikel 1, vaststelt dat de opgave een materiële vergissing bevat, dient hij in de eerste opgave na het tijdstip waarop hij die vergissing vaststelt, een correctie op te nemen volgens een procedure die door of vanwege de Minister van Financiën wordt bepaald.

Onder materiële vergissing wordt verstaan elke vergissing die geen aanleiding geeft tot het uitreiken van een stuk dat de herziening van de maatstaf van heffing ter kennis brengt.

Art. 5.§ 1. In afwijking van artikel 1 kan de intracommunautaire opgave voor elk kalenderkwartaal worden ingediend uiterlijk de twintigste van de maand volgend op het tijdvak waarop ze betrekking heeft, wanneer het driemaandelijks totaalbedrag van de leveringen van goederen als bedoeld in artikel 1, 2°, a), b) en c), niet meer dan 50.000 euro bedraagt, noch in de loop van het betrokken kalenderkwartaal, noch in de loop van elk van de vier verstreken kalenderkwartalen.

Deze afwijking is slechts van toepassing voor de belastingplichtigen die de in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek bedoelde aangifte driemaandelijks indienen en voor degenen die deze aangifte niet moeten indienen, alsook voor de leden van een btw-eenheid in de zin van artikel 4, § 2, van het Wetboek die deze aangifte driemaandelijks indient of die deze aangifte niet moet indienen.

Deze afwijking is niet langer van toepassing vanaf het einde van de maand waarin het in het eerste lid bedoelde bedrag wordt overschreden.

In dat geval wordt een intracommunautaire opgave opgemaakt per maand die verstreken is sinds het begin van het kalenderkwartaal en ingediend uiterlijk de twintigste dag van de maand volgend op de maand waarin de overschrijding heeft plaatsgevonden. § 2. In afwijking van artikel 1 dienen de landbouwondernemers die niet gehouden zijn tot het indienen van de in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek bedoelde aangifte, ieder jaar vóór 31 maart slechts één intracommunautaire opgave in die de in de artikelen 1 tot 3 bedoelde gegevens met betrekking tot het verstreken kalenderjaar bevat.

Wanneer een in het eerste lid bedoelde belastingplichtige die hoedanigheid verliest, dient zijn intracommunautaire opgave binnen drie maanden vanaf dit verlies te worden ingediend.

Art. 6.§ 1. De intracommunautaire opgave moet langs elektronische weg worden ingediend op het elektronisch adres dat te dien einde gecreëerd werd onder de door of vanwege de Minister van Financiën gestelde voorwaarden. § 2. De belastingplichtigen en de leden van een BTW-eenheid in de zin van artikel 4, § 2, van het Wetboek, zijn vrijgesteld van de verplichting tot indiening langs elektronische weg zolang zij of in voorkomend geval de persoon die gemachtigd is dergelijke opgaven namens hen in te dienen, niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikken om aan deze verplichting te voldoen. § 3. De belastingplichtigen die niet gehouden zijn tot de indiening van de in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek bedoelde aangifte en de leden van een btw-eenheid in de zin van artikel 4, § 2, van het Wetboek die niet gehouden is tot de indiening van deze aangifte, maken de keuze de intracommunautaire opgave hetzij elektronisch, hetzij op papier in te dienen. § 4. De belastingplichtigen en de leden van een BTW-eenheid in de zin van artikel 4, § 2, van het Wetboek : 1° die de intracommunautaire opgave langs elektronische weg indienen, moeten de in bijlage bij dit besluit bedoelde informatie overdragen;2° die deze opgave niet langs elektronische weg indienen, moeten gebruik maken van het formulier dat hen wordt verstrekt door de administratie die de belasting over de toegevoegde waarde onder haar bevoegdheid heeft en waarvan het model voorkomt op de bijlage bij dit besluit.Zij dienen deze opgave in bij de door de Minister van Financiën aangewezen dienst. § 5. De toepassingsmodaliteiten van dit artikel worden geregeld door of vanwege de Minister van Financiën.

Art. 7.De intracommunautaire opgave moet niet worden ingediend wanneer er geen enkel van de gegevens als bedoeld in de artikelen 1, 3 en 4 moet worden opgenomen.

Art. 8.De in artikel 53sexies, § 1, van het Wetboek bedoelde belastingplichtigen en leden van een BTW-eenheid in de zin van artikel 4, § 2, van het Wetboek houden klantenrekeningen of alle andere stukken om te kunnen voldoen aan de voorschriften van dit besluit en aan het toezicht op de naleving ervan.

Art. 9.Het bedrag van 50.000 euro bedoeld in artikel 5 wordt tot 31 december 2011 op 100.000 euro gebracht.

Art. 10.Dit koninklijk besluit voorziet in de omzetting van de punten 9 en 10 van de richtlijn 2008/8/EG van de Raad van 12 februari 2008 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de plaats van een dienst en van de richtlijn 2008/117/EG van de Raad van 16 december 2008 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde ter bestrijding van de belastingfraude in het intracommunautaire verkeer.

Art. 11.Dit besluit vervangt het koninklijk besluit nr. 50 van 29 december 1992 tot regeling van de toepassingsmodaliteiten van artikel 53sexies, § 1, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2010.

Art. 13.De Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 december 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1969, Belgisch Staatsblad van 17 juli 1969; Wet van 28 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 1e editie;

Wet van 5 september 2001, Belgisch Staatsblad van 13 oktober 2001;

Wet van 22 april 2003, Belgisch Staatsblad van 13 mei 2003;

Wet van 28 januari 2004, Belgisch Staatsblad van 10 februari 2004, 2e editie;

Wet van 7 december 2006, Belgisch Staatsblad van 22 december 2006, 2e editie;

Wet van 26 november 2009, Belgisch Staatsblad van 4 december 2009;

Koninklijk besluit nr. 50 van 29 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4e editie;

Gecoördineerde wetten op de Raad van State, koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit nr. 50 van 9 december 2009 met betrekking tot de BTW-opgave van de intracommunautaire handelingen.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

^