Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 januari 1998
gepubliceerd op 24 januari 1998

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 1967 tot vaststelling van de administratieve toestand van de rijksambtenaren die met een opdracht worden belast

bron
ministerie van ambtenarenzaken
numac
1997002138
pub.
24/01/1998
prom.
09/01/1998
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 JANUARI 1998. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 1967 tot vaststelling van de administratieve toestand van de rijksambtenaren die met een opdracht worden belast


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 102, 8°, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 november 1967;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 november 1967 tot vaststelling van de administratieve toestand van de rijksambtenaren die met een opdracht worden belast, inzonderheid op artikel 5, gewijzigd bij het koninklijk besluit 19 september 1991, op artikel 6, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2 december 1971, 2 april 1979 en 19 september 1991 en op artikel 11;

Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 8 augustus 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 22 september 1997;

Gelet op het protocol nr. 283 van 13 november 1997 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat met de invoering van de euro, de financiële omgeving van het beheer van de staatsschuld diepgaande veranderingen zal kennen die een nieuwe administratieve organisatie van dit beheer nodig maken; dat krachtens artikel 2, 2° van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds dat zijn medewerking aan het beheer van de staatsschuld kan leveren door het op zich nemen van de technische functies die de Minister van Financiën het toebedeelt;

Overwegende dat de detachering van rijksambtenaren bij het Rentenfonds voor het beheer van de federale Staatsschuld één van de cruciale onderdelen van deze nieuwe organisatie vormt;

Overwegende dat het van belang is deze nieuwe organisatie vanaf begin 1998 in te stellen om over een jaar te beschikken om ze te testen en ze zonodig aan te passen aan de realiteiten van de financiële markten die ook, gedurende het jaar 1998 en in het bijzonder na de beslissing inzake de keuze van de toekomstige leden van de eurozone, actief hun aanpassing aan deze nieuwe financiële omgeving van de euro gaan voortzetten;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 5, tweede lid, van het koninklijk besluit van 13 november 1967 tot vaststelling van de administratieve toestand van de rijksambtenaren die met een opdracht worden belast, ingevoegd door het koninklijk besluit van 19 september 1991, wordt als volgt aangevuld : « Het wordt eveneens bezoldigd wanneer de ambtenaar een opdracht uitoefent bij het Rentenfonds voor het Beheer van de federale Staatsschuld ».

Art. 2.Artikel 6, § 6, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 19 september 1991, wordt als volgt aangevuld : « evenals voor de opdrachten die worden uitgeoefend bij het Rentenfonds voor het beheer van de federale Staatsschuld ».

Art. 3.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een § 3, luidend als volgt : « § 3. De §§ 1 en 2 van dit besluit zijn niet toepasselijk als de ambtenaar in opdracht een ambtenaar van het Ministerie van Financiën is die een opdracht uitoefent bij het Rentenfonds voor het beheer van de federale Staatsschuld. »

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.

Art. 5.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 januari 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT

^