Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 januari 2000
gepubliceerd op 14 januari 2000

Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene regels van de raadpleging van de bevolking over het voorontwerp van federaal plan inzake duurzame ontwikkeling

bron
ministerie van economische zaken
numac
2000011011
pub.
14/01/2000
prom.
09/01/2000
ELI
eli/besluit/2000/01/09/2000011011/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 JANUARI 2000. - Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene regels van de raadpleging van de bevolking over het voorontwerp van federaal plan inzake duurzame ontwikkeling


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling, inzonderheid op artikel 4, § 2;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 november 1999;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, van 13 december 1999;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat artikel 6 van de wet van 1997 bepaalt dat een eerste federaal plan uiterlijk dertig maanden na de inwerkingtreding van de wet moet worden vastgesteld; dat artikel 4, § 2, van dezelfde wet een voorafgaande raadpleging van de bevolking over het voorontwerpplan opgesteld door de Interdepartementale Commissie voor Duurzame Ontwikkeling voorschrijft, teneinde aan deze Commissie toe te laten rekening te houden met de inbreng van de bevolking bij het opstellen van het ontwerpplan dat zij aan de Ministerraad dient voor te leggen; dat de Interdepartementale Commissie voor Duurzame Ontwikkeling binnenkort het voorontwerpplan zal afwerken; dat het voor het goed verloop van het voorbereidingsproces van het plan en om elke verdere vertraging te voorkomen onontbeerlijk is de algemene regels inzake de raadpleging van de bevolking onverwijld vast te stellen en te publiceren vóór de aanvang van deze raadpleging, die zo spoedig mogelijk na de overmaking van het voorontwerpplan door de Interdepartementale Commissie moet kunnen beginnen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 17 december 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer en Onze Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : a) "voorontwerpplan": het voorontwerp van federaal plan inzake duurzame ontwikkeling;b) "secretariaat": het secretariaat van de Interdepartementale Commissie Duurzame Ontwikkeling;c) "raadpleging": de raadpleging van de bevolking over het voorontwerpplan.

Art. 2.De raadpleging wordt een eerste maal aangekondigd uiterlijk één week vóór het begin ervan in het Belgisch Staatsblad, in drie Nederlandstalige dagbladen, drie Franstalige dagbladen en één Duitstalig dagblad die in België verspreid worden, en een tweede maal tijdens de eerste week van de periode van raadpleging in dezelfde dagbladen.

Art. 3.Gedurende de termijn van de raadpleging ligt het voorontwerpplan ter inzage in het gemeentehuis van elke gemeente.

Het secretariaat stuurt daartoe vóór het begin van de raadpleging minstens één exemplaar van het voorontwerpplan naar iedere gemeente.

Het secretariaat stuurt bovendien één exemplaar van het voorontwerpplan naar iedere openbare bibliotheek erkend door de Vlaamse, Franse of Duitstalige Gemeenschap.

Het voorontwerpplan wordt ook toegankelijk gemaakt via internet.

Art. 4.De opmerkingen op het voorontwerpplan dienen ten laatste zestig kalenderdagen na de datum van het begin van de raadpleging op het secretariaat toe te komen, hetzij via de post, hetzij langs elektronische weg. Het adres wordt vermeld in de aankondiging van de raadpleging.

Art. 5.De opmerkingen dienen schriftelijk of langs elektronische weg geformuleerd te worden met een duidelijke vermelding van de auteur en zijn adres en verwijzing naar de specifieke titel of passage uit het voorontwerpplan waarop ze betrekking hebben.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer en Onze Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 januari 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, O. DELEUZE

^