Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 januari 2014
gepubliceerd op 27 januari 2014

Koninklijk besluit betreffende het recht op voeding ten laste van de staat ten voordele van de militairen die zich in bepaalde bijzondere omstandigheden bevinden

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2014007022
pub.
27/01/2014
prom.
09/01/2014
ELI
eli/besluit/2014/01/09/2014007022/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 JANUARI 2014. - Koninklijk besluit betreffende het recht op voeding ten laste van de staat ten voordele van de militairen die zich in bepaalde bijzondere omstandigheden bevinden


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 mei 1994 betreffende de geldelijke rechten van de militairen, artikel 10bis, ingevoegd bij de wet van 27 maart 2003, en artikel 12, gewijzigd bij de wet van 27 maart 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 januari 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/01/2000 pub. 15/03/2000 numac 2000007032 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit betreffende het recht op voeding ten laste van de Staat ten voordele van de militairen die zich in bepaalde bijzondere omstandigheden bevinden sluiten betreffende het recht op voeding ten laste van de Staat ten voordele van de militairen die zich in bepaalde bijzondere omstandigheden bevinden;

Gelet op het protocol van onderhandelingen van het Onderhandelingscomité van het militair personeel, gesloten op 27 september 2012;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 2 april 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 24 september 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken, d.d. 12 juni 2013;

Gelet op advies 54.437/4 van de Raad van State, gegeven op 4 december 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. De voedingskosten van de militairen die zich in één van de in § 2 vermelde bijzondere toestanden bevinden, worden rechtstreeks door de Staat ten laste genomen. § 2. Deze bijzondere toestanden zijn : 1° de deelstanden "in intensieve dienst", "in hulpverlening", "in operationele inzet" en "in militaire bijstand";2° de opname in een militair ziekenhuis;3° de inscheping aan boord van een gecommissioneerde vlooteenheid;4° het feit zich in de stand "in werkelijke dienst" te bevinden als soldijtrekkende militair;5° de gelegenheidsmanifestaties waarvan de publicitaire aard evident is;6° de gezamenlijke activiteiten waarbij het rechtstreeks ten laste van de Staat nemen van de voedingskosten, op manifeste wijze, de budgettair meest verantwoorde oplossing is;7° de dienstverplaatsingen aan boord van militaire vliegtuigen tijdens dewelke, om organisatorische redenen een cateringsysteem is voorzien.

Art. 2.De tenlasteneming door de Staat van de voedingskosten bedoeld in artikel 1 wordt gerealiseerd door : 1° de rechtstreekse betaling van de door de bevoegde militaire diensten geleverde maaltijden of levensmiddelen;2° de rechtstreekse betaling van de door externe leveranciers, niet bedoeld in 1°, geleverde maaltijden of levensmiddelen;3° een combinatie van 1° en 2°. Wanneer de militair, wegens redenen buiten zijn wil, niet kosteloos gevoed werd zoals bedoeld in het eerste lid, en zelf dient te betalen voor de werkelijk genoten maaltijd, wordt hij vergoed op vertoon van een bewijsstuk.

In uitzonderlijke gevallen, wanneer door de omstandigheden verbonden aan de uitvoering van de opdracht, geen bewijsstuk kan geleverd worden, kan de militair evenwel forfaitair vergoed worden.

De voedingskosten bedoeld in dit artikel worden ten laste genomen door de Staat binnen de grenzen bepaald in artikel 3.

Art. 3.§ 1. Wanneer de voedingskosten rechtstreeks ten laste worden genomen door de Staat, zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt de prijs van een maaltijd beperkt : 1° in België : tot het bedrag per maaltijd bepaald in de tabel 1 van de bijlage aan het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militair die in België verplicht wordt bepaalde werkelijke lasten te dragen;2° in het buitenland : a) in geval van levering van maaltijden of levensmiddelen verstrekt bij vertrek vanuit België of in geval van aankoop van maaltijden of levensmiddelen ter plaatse : tot de werkelijke kostprijs, ten belope van maximum 150 % van de bedragen per maaltijd bepaald in de tabel 1 van de bijlage aan het voornoemde koninklijk besluit van 21 oktober 1975;b) in geval van levering van maaltijden of levensmiddelen verstrekt door een buitenlandse krijgsmacht of een internationaal organisme, integraal gefactureerd in het kader van een oefening, een manoeuvre, een kampperiode of militaire operatie : tot de gefactureerde kosten;c) in geval de maaltijden genuttigd worden in de private sector : (1) voor de hoofdmaaltijden : het maximum bedrag vastgesteld in de kolom "vrijwilliger" van de tabel 1 van de bijlage bij het ministerieel besluit van 3 februari 1975 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland;(2) voor het ontbijt : het maximum bedrag vastgesteld in de kolom "vrijwilliger" van de tabel 6 van de bijlage aan het voornoemde ministerieel besluit van 3 februari 1975.d) in geval van levering van catering aan boord van een militair vliegtuig : tot de gefactureerde kosten. Bij opname in een militair ziekenhuis, in geval specifieke voeding voorgeschreven wordt om medische redenen, worden de maximumbedragen per maaltijd bepaald in het eerste lid, 1°, vermeerderd met 50 %. § 2. De militair bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt vergoed op vertoon van een bewijsstuk, ten belope van de kostprijs, binnen de volgende grenzen : 1° in België : a) in militair midden dat over een mess beschikt : het bedrag per maaltijd bepaald in de tabel 1 van de bijlage aan het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militair die in België verplicht wordt bepaalde werkelijke lasten te dragen; b) in burgermidden of in militair midden dat niet over een mess beschikt : het bedrag per maaltijd bepaald in de tabel 2.a. van de bijlage van het voornoemde koninklijk besluit van 21 oktober 1975; 2° in het buitenland : a) voor de hoofdmaaltijden : het maximum bedrag vastgesteld in de kolom "vrijwilliger" van de tabel 1 van de bijlage bij het ministerieel besluit van 3 februari 1975 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland;b) voor het ontbijt, indien dit niet inbegrepen werd in de prijs van het logement, en de nachtmaaltijd : het maximum bedrag vastgesteld in de kolom "vrijwilliger" van de tabel 6 van de bijlage aan het voornoemde ministerieel besluit van 3 februari 1975. Wanneer de militair, door de omstandigheden verbonden aan de uitvoering van de opdracht, in de absolute onmogelijkheid verkeert om bewijsstukken voor te leggen, wordt hij forfaitair vergoed en ontvangt per maaltijd : 1° in België : het bedrag bepaald in de tabel 1 van de bijlage aan het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militair die in België verplicht wordt bepaalde werkelijke lasten te dragen;2° in het buitenland : 85% van het bedrag bedoeld in het eerste lid, 2°.

Art. 4.In geval van overschrijding van de maximumbedragen bepaald in artikel 3, kan de minister van Landsverdediging een hogere terugbetaling beslissen voor zover deze kosten een noodzakelijk en onvermijdelijk karakter bekleden.

De minister van Landsverdediging kan, op herroepelijke wijze en onder zijn eigen verantwoordelijkheid en toezicht, de bevoegdheid bedoeld in het eerste lid, overdragen aan de departementen of algemene directies.

Art. 5.De personen die niet behoren tot het leger en wier aanwezigheid bij de militairen die zich in een bijzondere toestand bevinden bedoeld in artikel 1, noodzakelijk is, kunnen onder dezelfde voorwaarden aanspraak maken op voeding ten laste van de Staat.

Art. 6.De begunstigden van de bepalingen van dit besluit kunnen geen aanspraak meer maken op enigerlei vergoeding voor voedingskosten, voorzien in de diverse vergoedingsstelsels.

Art. 7.Worden aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, de bedragen bepaald in artikel 3, § 1, eerste lid, 1° en 2°, a), en § 2, eerste lid, 1°, a) en b), en tweede lid, 1°.

De bedragen bedoeld in het eerste lid stemmen overeen met de spilindex 138,01 (basis 1981 = 100).

Art. 8.Worden aangepast conform het artikel 1ter van het ministerieel besluit van 3 februari 1975 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland, de bedragen bepaald in artikel 3, § 1, eerste lid, 2°, c), (1) en (2), en § 2, eerste lid, 2°, a) en b).

Art. 9.Het koninklijk besluit van 20 januari 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/01/2000 pub. 15/03/2000 numac 2000007032 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit betreffende het recht op voeding ten laste van de Staat ten voordele van de militairen die zich in bepaalde bijzondere omstandigheden bevinden sluiten betreffende het recht op voeding ten laste van de Staat ten voordele van de militairen die zich in bepaalde bijzondere omstandigheden bevinden, wordt opgeheven.

Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.

Art. 11.De Minister bevoegd voor Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 9 januari 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, P. DE CREM

^