Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 januari 2020
gepubliceerd op 24 januari 2020

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid, betreffende de sociale voordelen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2019205946
pub.
24/01/2020
prom.
09/01/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 JANUARI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid, betreffende de sociale voordelen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid, betreffende de sociale voordelen.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 januari 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2019 Sociale voordelen (Overeenkomst geregistreerd op 18 september 2019 onder het nummer 153902/CO/221) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden die tewerkgesteld zijn in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid ressorteren. HOOFDSTUK II. - Syndicale premie

Art. 2.Rechthebbenden zijn de bedienden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid vallen en aangesloten zijn bij een representatieve interprofessionele werknemersorganisatie.

Art. 3.Het totaal jaarlijks bedrag van de syndicale premie wordt toegekend aan de rechthebbenden die op 31 december van de referteperiode gaande van 1 januari tot 31 december van hetzelfde jaar tezelfdertijd, en dit gedurende ten minste 12 maanden : a) lid zijn van één van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties;b) krachtens een arbeidsovereenkomst voor bediende verbonden zijn met een in artikel 1 bedoelde onderneming.

Art. 4.Aan de rechthebbenden die in de referteperiode gedurende minder dan 12 maanden voldoen aan de in artikel 3, a) en b) vermelde voorwaarden, wordt de premie verleend op basis van 1/12de van het totaal jaarlijks bedrag, voor iedere maand of breuk van een maand tijdens welke zij voldoen aan de bedoelde voorwaarden.

De echtgenoot of echtgenote van een tijdens de referteperiode overleden rechthebbende geniet van de premie onder dezelfde voorwaarden.

Art. 5.Voor de actieve werknemers bedraagt het bedrag van de premie 135 EUR vanaf het refertejaar 2017.

Dit bedrag zal evenwel verhoogd worden naar 145 EUR vanaf het ogenblik dat de wettelijke basis (RSZ en fiscus) voor handen is voor de verhoging en dit ten vroegste vanaf het refertejaar 2017.

Indien de (totale) premie 135 EUR bedraagt, dan is 1/12de van de totale premie gelijk aan 11,25 EUR. Indien de (totale) premie 145 EUR bedraagt, dan is 1/12de van de totale premie gelijk aan 12,08 EUR. Dit bedrag zal vermenigvuldigd worden met het conform artikel 4 in aanmerking te nemen aantal maanden voor de berekening van de premie van diegenen die niet in aanmerking komen voor de volledige premie.

Art. 6.De premie, zoals in artikel 5 omschreven, wordt betaald door de werkgever.

Deze premie zal vanaf 2020 (referentiejaar 2019) betaald worden door het sociaal fonds van de arbeid(st)ers van het Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton, dat hiervoor een betaling zal ontvangen van het fonds voor bestaanszekerheid van de bedienden. De werkgevers zullen het aandeel voor de bedienden in hun onderneming gefactureerd worden door het fonds van bestaanszekerheid voor bedienden.

De betaling door het sociaal fonds vervangt de rechtstreekse betaling door de werkgever.

De concrete organisatie van deze betalingswijze zal opgenomen worden in een reglement ontwikkeld door het beheerscomité van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de papiernijverheid".

Art. 7.In ondernemingen waar gunstiger regelingen bestaan, blijven deze van toepassing voor de duurtijd bepaald bij bedrijfs-collectieve arbeidsovereenkomst/reglement. HOOFDSTUK III. - Eénmalige premie

Art. 8.Vanaf 1 juli 2019 hebben de werknemers die minstens 5 jaar anciënniteit kunnen bewijzen in de sector van de voortbrenging van papierpap, papier en karton recht op een éénmalige premie van maximum 535,00 EUR ter gelegenheid van : - ofwel het vertrek in SWT; - ofwel vanaf de leeftijd van 60 jaar; - ofwel bij overlijden.

Art. 9.De premie zoals beschreven in artikel 8 zal betaald worden door het sociaal fonds van de arbeid(st)ers van het Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton, dat hiervoor een betaling zal ontvangen van het fonds voor bestaanszekerheid van de bedienden.

De concrete regels voor de opbouw en de betaling van de premie worden uitgewerkt in een reglement door het beheerscomité van het fonds voor bestaanszekerheid.

Art. 10.In geval van overlijden van de rechthebbende werknemer, wordt de éénmalige premie hierboven omschreven onder de artikelen 8 en 9 uitbetaald aan de erfgenamen in zoverre de premie nog niet eerder werd uitbetaald aan de rechthebbende. HOOFDSTUK IV. - Huwelijkspremie

Art. 11.Vanaf 1 juli 2019 hebben de werknemers die tenminste sedert 6 maanden zijn tewerkgesteld in een in artikel 1 bedoelde onderneming op het ogenblik van het huwelijk en die nog steeds over een arbeidsovereenkomst met die onderneming beschikken op het ogenblik van het huwelijk, recht op een éénmalige huwelijkspremie. De premie bedraagt maximum 77 EUR. De premie zoals beschreven in artikel 11 zal betaald worden door het sociaal fonds van de arbeid(st)ers van het Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton, dat hiervoor een betaling zal ontvangen van het fonds voor bestaanszekerheid van de bedienden.

De concrete regels voor de opbouw en de betaling van de premie worden uitgewerkt in een reglement door het beheerscomité van het fonds voor bestaanszekerheid.

Voor de toekenning van deze premie wordt met het huwelijk gelijkgesteld het sluiten van een wettelijk samenlevingscontract. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur en treedt in werking op 1 juli 2019. Zij kan worden opgezegd door één der ondertekenende partijen mits een vooropzeg van 6 maanden per aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het paritair comité.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2017 (140606/CO/221 - koninklijk besluit van 31 januari 2018 - Belgisch Staatsblad van 19 februari 2018), die ophoudt effect te sorteren op 30 juni 2019.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2020.

De Minister van Werk, N. MUYLLE

^