Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 maart 2001
gepubliceerd op 17 maart 2001

Koninklijk besluit tot bepaling van de werking van de benoemingscommissies voor het notariaat en de benoeming van hun leden, de aanwijzing van de externe leden van de evaluatiecommissies en de organisatie van het vergelijkend examen voor de rangschikking van kandidaat-notarissen

bron
ministerie van justitie
numac
2001009201
pub.
17/03/2001
prom.
09/03/2001
ELI
eli/besluit/2001/03/09/2001009201/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 MAART 2001. - Koninklijk besluit tot bepaling van de werking van de benoemingscommissies voor het notariaat en de benoeming van hun leden, de aanwijzing van de externe leden van de evaluatiecommissies en de organisatie van het vergelijkend examen voor de rangschikking van kandidaat-notarissen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt, inzonderheid op de artikelen 37, § 2, 38, §§ 4 en 11, en 39, §§ 2 en 3, hersteld bij wet van 4 mei 1999;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 december 2000;

Gelet op het besluit van de Ministerraad van 12 januari 2001 over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 14 februari 2001 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene organisatie van de commissies

Artikel 1.De zetel van de benoemingscommissies voor het notariaat is gevestigd in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.

Art. 2.Het bureau van een benoemingscommissie is samengesteld uit haar voorzitter, vice voorzitter en secretaris. Het bureau regelt, onder leiding van de voorzitter, de dagelijkse werkzaamheden van de commissie.

Art. 3.De verenigde benoemingscommissies of elke benoemingscommissie mogen in hun schoot werkgroepen oprichten, in functie van de belangrijkheid van de te behandelen materies, voor het onderzoek van een of meer dossiers. HOOFDSTUK II. - Benoeming van de leden van de commissies

Art. 4.De vacatures voor een mandaat van werkend of plaatsvervangend lid van een benoemingscommissie worden, ten laatste zes maanden voor het verstrijken van het mandaat van de werkende en plaatsvervangende leden van de benoemingscommissies, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Indien een mandaat voortijdig openvalt, geschiedt de bekendmaking van de vacature voor een mandaat van plaatsvervangend lid binnen de maand na het ontslag, het overlijden of de vaststelling van de beëindiging van het mandaat van het werkend of plaatsvervangend lid.

De bekendmaking gebeurt in de vorm van een oproep tot de kandidaten, waarbij het aantal vacante plaatsen, de benoemingsvoorwaarden, de taken van de benoemingscommissies en de nadere regels inzake de indiening van de kandidatuurstelling worden omschreven.

Art. 5.Elke kandidaatstelling moet op straffe van verval, binnen een termijn van een maand na de bekendmaking bij ter post aangetekende brief gericht worden aan : 1° de voorzitter van de Nationale Kamer van notarissen voor wat betreft de personen vermeld in artikel 38, § 4, eerste lid, 1° en 2°, van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt en hun plaatsvervangers;2° hetzij de voorzitter van de Senaat, hetzij de voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers voor wat betreft de personen vermeld in artikel 38, § 4, eerste lid, 3°, 4° en 5° van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt en hun plaatsvervangers.

Art. 6.Om ontvankelijk te zijn moet de kandidaatstelling vergezeld zijn van de volgende documenten : 1° een uittreksel uit de geboorteakte;2° een voor eensluidend verklaarde kopie van het diploma relevant voor het bedoelde mandaat;3° een getuigschrift van goed gedrag en zeden uitgereikt na de bekendmaking van de oproep tot de kandidaten;4° een curriculum vitae houdende de nodige inlichtingen die toelaten te controleren of de voorwaarden voorzien in artikel 38, § 4, van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt vervuld zijn en de terzake nuttige stavingsstukken;5° in voorkomend geval, een bewijs van de kennis van de Duitse taal overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 43, § 13, tweede lid, en 43quinquies, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken.

Art. 7.De samenstelling van de benoemingscommissies wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Deze bekendmaking geldt als installatie.

De uittredende leden houden zitting tot het verstrijken van de mandaatstermijn en in ieder geval tot de bekendmaking bedoeld in het vorig lid.

Art. 8.Indien voor het verstrijken van het mandaat nieuwe werkende of plaatsvervangende leden worden aangewezen, geldt deze aanwijzing voor de nog resterende duur van het mandaat. Hun mandaat neemt een aanvang de dag van hun effectieve installatie. Hiervan wordt melding gemaakt in het proces-verbaal van de vergadering van de benoemingscommissie. HOOFDSTUK III. - Aanwijzing van de externe leden van de evaluatiecommissies

Art. 9.De vacatures voor een mandaat van extern lid van de evaluatiecommissies bedoeld in artikel 37, § 2, eerste lid, van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt, worden ten laatste vier maanden voor het verstrijken van het mandaat van het extern lid van de evaluatiecommissie bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad in de vorm van een oproep tot de kandidaten, waarbij de taken van de evaluatiecommissie en de nadere regels inzake de indiening van de kandidatuurstelling worden omschreven.

Elke kandidaatstelling moet, op straffe van verval, bij een ter post aangetekende brief bij de voorzitter van de bevoegde benoemingscommissie ingediend worden, binnen één maand na de bekendmaking van de vacature.

Art. 10.Om ontvankelijk te zijn, moet de kandidaatstelling volgende documenten bevatten : 1° een uittreksel uit de geboorteakte;2° een voor eensluidend verklaarde kopie van het voornaamste diploma;3° een bewijs van goed gedrag en zeden uitgereikt na de bekendmaking van de oproep tot de kandidaten;4° een curriculum vitae houdende voor de uitoefening van het geviseerde mandaat relevante informatie en de terzake nuttige stavingsstukken.

Art. 11.De benoemingscommissie kan, indien zij dit nuttig acht, de kandidaten horen.

De benoemingscommissies maken binnen de 75 dagen na de bekendmaking bedoeld in artikel 9, een voordracht bedoeld in artikel 37, § 2, eerste lid, van voormelde wet, over aan de Minister van Justitie bij wege van een gemotiveerd proces-verbaal dat ondertekend is door hun voorzitter en hun secretaris. De dossiers van alle kandidaten worden samen met het proces-verbaal overgemaakt.

Art. 12.De namen en titels van door de Minister van Justitie aangewezen externe leden van de evaluatiecommissies worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. HOOFDSTUK IV. - Vergelijkend examen voor rangschikking van de kandidaat-notarissen

Art. 13.De benoemingscommissies delen aan de Minister van Justitie, samen met het advies bedoeld in artikel 35, § 2, eerste lid, van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt, de datum mee waarop en de plaats waar het schriftelijk examen bedoeld in artikel 39, § 2, tweede lid, van voormelde wet zal gehouden worden. De Minister van Justitie maakt er melding van in de oproep tot de kandidaten.

Art. 14.Voor elk gedeelte van het vergelijkend examen worden de kandidaten die hiertoe toegelaten worden overeenkomstig de bepalingen van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt, uitgenodigd bij ter post aangetekende brief getekend door de voorzitter en verzonden door de secretaris van de bevoegde benoemingscommissie.

Art. 15.Elke benoemingscommissie gelast één van haar leden om erop toe te zien dat niemand de antwoordkopijen van de kandidaten die aan het schriftelijk gedeelte deelnemen, anders dan door een volgnummer kan identificeren. Dat lid mag noch aan de verbeteringen van de antwoordkopijen van het schriftelijk gedeelte, noch aan de deliberatie over dit gedeelte deelnemen.

Het antwoord op een vraag van het schriftelijk examengedeelte wordt door op zijn minst twee leden van de benoemingscommissie verbeterd.

Dezelfde leden corrigeren het antwoord op dezelfde vraag.

Na verbetering van de antwoordkopijen van het schriftelijk gedeelte, komt elke benoemingscommissie samen voor de deliberatie. Na die deliberatie, maakt het lid bedoeld in de eerste alinea, de identiteit van de kandidaten overeenstemmend met elk volgnummer, bekend.

Het proces-verbaal van de deliberatie over het schriftelijk gedeelte wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend. De alfabetische lijst van de kandidaten die tot het mondeling gedeelte worden toegelaten, wordt door de secretaris opgesteld.

Art. 16.Op het einde van het mondeling examengedeelte, komt elke benoemingscommissie samen om te delibereren. Het proces-verbaal van de deliberatie van het mondeling gedeelte wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

De benoemingscommissie stelt vervolgens het eindresultaat van het vergelijkend examen vast, dat de voorlopige rangschikking van de kandidaten uitmaakt. Het proces-verbaal van deze rangschikking wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend, en door de voorzitter aan de Minister van Justitie overgezonden.

Overgangsbepaling

Art. 17.In afwijking op artikel 7, eerste lid, vond de eerste installatie van de benoemingscommissies voor het notariaat plaats op 8 september 2000.

Slotbepaling

Art. 18.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt met uitzondering van artikel 17 dat uitwerking heeft met ingang van 8 september 2000.

Art. 19.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 maart 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

^