Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 maart 2003
gepubliceerd op 09 april 2003

Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 10 februari 2003 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de radio-omroepen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2003011128
pub.
09/04/2003
prom.
09/03/2003
ELI
eli/besluit/2003/03/09/2003011128/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 MAART 2003. - Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 10 februari 2003 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de radio-omroepen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, inzonderheid op artikel 42;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen bindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen beslissing van 10 februari 2003 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de radio-omroepen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.

Art. 3.Onze minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 maart 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Ch. PICQUE

Bijlage Beslissing van 10 februari 2003 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de radio-omroepen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten Afdeling 1. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Onderhavige overeenkomst wordt afgesloten in toepassing van artikelen 41 en 42 van de wet van 30 juni 1994 met betrekking tot het auteursrecht en de naburige rechten, die aan de producenten en de uitvoerende kunstenaars het recht op een billijke vergoeding toekent voor de uitzending via radio van fonogrammen.

Art. 2.Onderhavige overeenkomst is van toepassing op de radio-omroepen met uitzondering van de schoolradio's, zoals omschreven in artikel 4.

Art. 3.Zonder afbreuk te doen aan hetgeen in artikel 10 is bepaald, is de billijke vergoeding ondeelbaar. Ze is in haar geheel verschuldigd en moet op voorhand worden betaald op de vervaldagen bepaald door de beheersmaatschappijen of hun mandatarissen. Afdeling 2. - Definities

Art. 4.In de zin van onderhavige overeenkomst verstaat men onder : 1°. Radio-uitzending : elke uitzending van geluid via een draadloos systeem, dat unidirectioneel en van punt tot multipunt is, opdat het publiek dit op het Belgisch grondgebied zou kunnen ontvangen. De radiofonische programma's of gedeelten van radiofonische programma's waarvoor de radio-omroep een door de luisteraar betaalde vergoeding zou ontvangen, wordt van onderhavige overeenkomst uitgesloten. 2°. Radio-omroep : elke natuurlijke of rechtspersoon die een omroepactiviteit uitoefent. 3°. Gemeenschapsradio : de radio-omroep die een zendvergunning heeft verkregen voor het grondgebied van ten minste één Gemeenschap of die een omroepactiviteit uitoefent voor het grondgebied van ten minste één Gemeenschap.

Wordt gelijkgesteld met een Gemeenschapsradio, de radio-omroepen waarvan de werking van uitzenden in FM wordt te weeg gebracht door tussenkomst van minstens twee zenders, wanneer deze beantwoorden aan een van de volgende criteria : - ze zenden uit of kondigen hun programma aan onder een identieke benaming, niettegenstaande eventuele regionale afsplitsingen; - ze opereren naar het publiek toe onder hetzelfde merk, uithangbord of maatschappelijke of commerciële benaming krachtens een franchisecontract, een samenwerkings- en/of dienstenakkoord. 4°. Lokale radio-omroep : de radio-omroep waarvan de uitzendactiviteiten in FM door middel van een unieke zender gebeuren. 5° Schoolradio : de radio die wordt uitgebaat door een lagere of middelbare onderwijsinrichting, georganiseerd of gesubsidieerd door een van de gemeenschappen, en die door deze gemeenschap erkend is met toelating tot radio-uitzenden.6° Fonogram : elke louter sonore vastlegging van geluiden die van een vertolking of van andere geluiden afkomstig is. 7°. Uren muziek : het aantal uren dat fonogrammen worden uitgezonden en waarvoor in uitvoering van artikelen 1 en 42 van de wet van 30 juni 1994 met betrekking tot het auteursrecht en de naburige rechten een vergoeding is verschuldigd. 8°. Financiële middelen van de radio-omroep : de inkomsten verbonden aan de omroepactiviteit van de radio-omroep. Zij omvatten onder meer de subsidies, de dotaties, de toelagen, de reclame- en sponsoringsinkomsten, evenals de giften en bijdragen met uitzondering van de ruil van reclame-boodschappen.

Onder reclame-inkomsten wordt verstaan, het geheel van de aan de adverteerders gefactureerde sommen voor de uitzending van hun reclameboodschappen, voor de aftrek van kosten en commissies onder andere van de reclameregie.

De in deze bepaling bepaalde inkomsten worden globaal in aanmerking genomen voor het geheel van de omroepactiviteiten van de radio-omroep, of zij al dan niet rechtstreeks door de radio-omroep of onrechtstreeks door een ander organisme voor rekening van de radio-omroep worden geïnd.

Als er verschillende radio-omroep programma's zijn, worden de financiële inkomsten voor het bepalen van de prijs van het muziekuur per radio-omroep programma berekend.

In het geval waarin het specifieke gedeelte van de dotaties of toelagen ontvangen door de radio-omroep voor zijn activiteiten van radio- en televisie-uitzending bestemd voor de financiering van zijn radio-activiteiten niet kan gecertifieerd worden, wordt dat deel forfaitair berekend als volgt : gehele bedrag van de dotatie of toelage x 20 %; het bekomen bedrag wordt vervolgens in gelijke delen verdeeld over elk van de radionetten uitgebaat door de radio-omroep en opgeteld bij de andere inkomsten van het net. 9°. Publiek : samengevoegd aantal luisteraars van een radio-omroep, gewogen door de luisterduur van haar luisteraars, zijnde het ogenblikkelijk gewogen bereik (OGB), berekend op radioprogramma's die worden uitgezonden van 05 u. tot 05 u. De cijfers worden gegeven door de enquête CIM. 10°. Beheersvennootschap : de collectieve beheersvennootschappen die de producenten van fonogrammen en de uitvoerende kunstenaars vertegenwoordigen, of hun mandataris gelast met de inning van de billijke vergoeding. 11°. Billijke vergoeding : de jaarlijkse vergoeding verschuldigd voor de uitzending van fonogrammen via de omroep. Onder "jaarlijks" dient de periode van 1 januari tot en met 31 december van elk kalenderjaar te worden begrepen. Afdeling 3. - Gebruik van fonogrammen

Art. 5.Onderhavige overeenkomst heeft enkel betrekking op de uitzending van fonogrammen door middel van radio, met uitsluiting van de mededeling op een openbare plaats van radioprogramma's waarin de fonogrammen worden gebruikt. Afdeling 4. - Billijke vergoeding

Onderafdeling 4.1. - Billijke vergoeding van toepassing op de lokale radio-omroepen

Art. 6.De jaarlijkse billijke vergoeding verschuldigd door de lokale radio-omroepen wordt berekend op basis van het aantal luisteraars, door het aantal luisteraars dat bepaald wordt overeenkomstig artikel 4.9° te vermenigvuldigen met een coëfficiënt van 4 EUR per luisteraar.

Zij kan evenwel niet minder bedragen dan 400 EUR. De jaarlijkse billijke vergoeding verschuldigd door de lokale radio-omroepen die niet in de CIM-studie vermeld zijn, wordt forfaitair vastgelegd op 400 EUR. Onderafdeling 4.2. - Billijke vergoeding van toepassing op de Gemeenschapsradio's

Art. 7.De jaarlijkse billijke vergoeding verschuldigd door de Gemeenschapsradio's wordt berekend in functie van het jaarlijks aantal uren muziek en in functie van het publiek volgens de modaliteiten van art 8, § 1 en § 2.

Art. 8.§ 1 Het bedrag van de billijke vergoeding verschuldigd door de Gemeenschapsradio wordt als volgt berekend : A . Jaarlijks aantal uren beschermde muziek vermenigvuldigd met een prijs die varieert naargelang de hoogte van de financiële middelen van de radio-omroep volgens het schema in artikel 8bis aan deze beslissing (resultaat A).

B . Het aantal luisteraars zoals bepaald in toepassing van art 4.9°, vermenigvuldigd met een coëfficiënt volgens het schema in artikel 8ter van deze beslissing (resultaat B).

C . Het jaarlijks bedrag van de billijke vergoeding wordt gevormd door het totaal van de resultaten A en B. § 2 De referentiecriteria voor de berekening van de billijke vergoeding zijn de uren muziek, het publiek en de financiële middelen van het jaar dat het jaar waarvoor de billijke vergoeding verschuldigd is, voorafgaat.

Art. 8bis Prijs per uur muziek Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De prijs per uur muziek is evenredig met de hoogte van de financiële middelen van de radio-omroep.

Zij wordt op de volgende wijze berekend : Aan elk niveau van financiële middelen beantwoordt een prijs per uur muziek (F).

De prijs per uur muziek is het resultaat van een deling : De teller is het resultaat van de som van de referentieprijzen berekend voor elk niveau van financiële middelen dat bereikt wordt door de radio-omroep. Indien het laatste inkomstenniveau niet volledig wordt bereikt, berekent men op een evenredige wijze de referentieprijs van dit inkomstenniveau.

Voorbeeld : Voor een inkomstenniveau van 3.795.000 EUR, wordt de teller als volgt berekend : 3 EUR (schijf van 0 tot 750.000 EUR - I) + 6 (schijf van 750.000,01 EUR tot 2.000.000,01 EUR - II) + 12 (schijf van 2.000.000,01 EUR tot 3.720.000 EUR- III) + [het deel van de inkomsten binnen de volgende schijf - IV-, hetzij 75.000 EUR gedeeld door het totaal van de schijf, hetzij 3.779.999,99 EUR, of 0,02 te vermenigvuldigen met de referentieprijs van de schijf, zijnde 20 euro] hetgeen 0,02 x 20 EUR = 0,40 EUR oplevert.

De teller is dus 3 + 6 + 12 + 0,40 = 21,40 EUR De berekening van de noemer is het resultaat van het aantal inkomstenschijven. Hij wordt op een evenredige wijze uitgedrukt voor de schijf van niet volledig bereikte inkomsten.

In hetzelfde voorbeeld is de berekening van de noemer de volgende : 1 (schijf I) + 1 (schijf II) + 1 (schijf III) + 0,02 (schijf IV) = 3,02 De prijs per uur muziek voor een inkomstenniveau van 3.795.000 EUR is dus 21.40/ 3,02, hetzij 7,09 EUR. Art. 8ter Prijs van het Ogenblikkelijk Gewogen Bereik (OGB) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 6. - Betalings- en indexatiemodaliteiten

Art. 9.Voor de radio-omroepen, die in de loop van het jaar voor de eerste keer uitzenden, moet het bedrag van de billijke vergoeding worden betaald voor het eerste omroepjaar naar rata van het aantal kalendermaanden waarin er een omroepactiviteit plaatsvindt.

Voor de radio-omroepen die in de loop van het jaar voor de eerste keer uitzenden wordt het voor dat jaar verschuldigde bedrag van de billijke vergoeding bepaald in functie van het jaarlijks aantal uren muziek dat is gekend bij de start van de omroepactiviteit.

De prijs per muziekuur wordt berekend op basis van een forfaitair inkomsten bedrag van 247.894 euros, hetzij een euro per muziekuur.

Art. 10.De radio-omroepen waarvoor de jaarlijkse billijke vergoeding meer dan 10.000 EUR bedraagt, moeten deze elk voorafgaand trimester betalen tegen uiterlijk de laatste dag van de maanden februari, mei, augustus en november van elk jaar.

Art. 11.De multiplicatorcoëfficiënten voor de berekening van de billijke vergoeding in de artikelen 8bis en 8ter van deze beslissing (prijs per muziekuur en prijs per luisteraar) worden geïndexeerd op 1 januari van elk jaar, naar gelang de ontwikkeling van de gezondheidsindex.

De indexatieformule is de volgende : Basiscoëfficiënt x nieuwe index Basisindex De basisindex is de index die op 31 december 2002 van kracht is geworden. De nieuwe index is de index die achtereenvolgens op 1 januari van elke jaar van toepassing zal zijn. Afdeling 7. - Procedure en informatie

Art. 12.Binnen de dertig dagen volgend op het verzoek van de beheersvennootschappen of hun mandataris, moet de radio-omroep het volgende aangeven : 1° de bedrijfsnaam en het adres, het inschrijvingsnummer in het handelsregister of het ondernemingsnummer, het BTW-nummer;2° de naam en de hoedanigheid van de natuurlijke perso(o)n(en) die is/zijn gelast met het dagelijks beheer en het verschaffen van de gegevens;3° de datum van de start van de omroepactiviteiten;4° de benaming onder dewelke de radioprogramma's worden uitgezonden;5° het aantal zenders;6° het jaarlijks aantal uren uitgezonden muziek; 7° het jaarlijkse bedrag van de in artikel 4.8° bedoelde financiële middelen voor echt gecertificeerd door de commissaris indien de onderneming over een commissaris beschikt; in de overige gevallen wordt het jaarlijkse bedrag van de financiële middelen gecertificeerd door een bedrijfsrevisor; 8° het eventuele bestaan van een franchisecontact, een samenwerkings- en/of dienstenakkoord.

Art. 13.De radio-omroep is verplicht driemaandelijks voor de 15e van de maand volgend op het trimester, de lijst van uitgezonden fonogrammen over te maken.

In deze lijst moeten volgende elementen zijn opgenomen : 1°. De datum van uitzending; 2°. identificatie van het programma; 3°. De titel van het lied, van de muzikale compositie of van de artistieke prestatie; 4°. De identiteit van de uitvoerende kunstenaar; 5°. De naam van de componist (klassieke muziek); 6°. Het deel van de uitgezonden muzikale compositie (klassieke muziek); 7° de duur van de uitzending (in minuten en seconden);8. het jaar van vastlegging van het fonogram; 9°. Het label van de distributie en/of de productie; 10°. De ISRC-code voor zover zij is aangebracht op het fonogram;

Deze lijst moet op een gepaste drager en in maximum twee exemplaren worden overgemaakt, in een formaat dat tussen de radio-omroep en de beheersvennootschappen moet worden overeengekomen.

De ISRC-code zal worden medegedeeld door de radio-omroepen voor alle fonogrammen die vanaf 1 januari 2003 op de markt worden gebracht. Afdeling 8. - Betaling

Art. 14.Het bedrag van de billijke vergoeding wordt geïnd op basis van een betalingsverzoek dat door de beheersvennootschappen of hun mandataris wordt opgesteld.

Art. 15.De onafhankelijke radio-omroep of het radio-omroepnet die/dat nalaat de billijke vergoeding binnen de gestelde termijn te betalen zal, zonder voorafgaande ingebrekestelling, de aan het wettelijk tarief berekende verwijlintresten moeten betalen vanaf de datum van het betalingsverzoek, met een minimum van 250 EUR.

Art. 16.De radio-omroep die onjuiste gegevens doorgeeft waardoor een bedrag wordt betaald dat lager ligt dan het werkelijk verschuldigde bedrag, zal het resterende saldo moeten betalen vermeerderd met de aan het wettelijk tarief berekende verwijlintresten en dit vanaf de datum waarop het betalingsverzoek aan de hand van de onjuiste verklaring werd opgemaakt.

Art. 17.De radio-omroep moet het de beheersvennootschappen of hun mandataris mogelijk maken om door raadpleging van elk nuttig document de in artikel 12 bedoelde informatie na te gaan. Afdeling 9. - Forfaitaire tarifering

Art. 18.Wanneer een radio-omroep, na een aanmaningsbrief te hebben ontvangen, nalaat binnen de in artikel 12 voorgeschreven termijn de informatie zoals bedoeld in art. 12 mee te delen, zal worden aangenomen dat zij voor elk van haar netten 24.790.000 euro jaarlijkse financiële middelen heeft, een AIP-publiek van 300, en 7 300 uren muziek per jaar uitzendt, hetgeen de betaling voor de billijke vergoeding van 308.471 EUR voor elk van haar netten rechtvaardigt.

Art. 19.De radio-omroep die, in de loop van een kalenderjaar definitief en onherroepelijk de uitzending van fonogrammen stopzet, heeft op zijn aanvraag recht op de terugbetaling van het gedeelte van de billijke vergoeding dat betrekking heeft op de periode van een kalenderjaar na de definitieve stopzetting van de uitzending van fonogrammen.

De radio-omroep die op grond van het vorige lid om de terugbetaling van een gedeelte van de billijke vergoeding verzoekt, moet aan de beheersvennootschappen of aan hun mandataris alle gegevens verstrekken aan de hand waarvan kan worden vastgesteld dat de uitzending van fonogrammen definitief en onherroepelijk is stopgezet.

De terugbetaling van het gedeelte van de billijke vergoeding dient berekend te worden vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum van de definitieve stopzetting van de uitzending van fonogrammen.

De aanvraag tot terugbetaling dient bij de beheersvennootschappen of hun mandataris te worden ingediend binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de 1ste dag van de maand die volgt op de definitieve stopzetting van de uitzending van fonogrammen. Afdeling 10. - Overgangs-en slotbepalingen

Art. 20.Onderhavige overeenkomst wordt afgesloten voor onbeperkte duur.

De tarieven voor de billijke vergoeding gelden vanaf 1 januari 2003.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 maart 2003.

De Minister van Economie, Ch. PICQUE

^