Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 mei 2007
gepubliceerd op 31 mei 2007

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 278 van de programmawet van 24 december 2002

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2007022854
pub.
31/05/2007
prom.
09/05/2007
ELI
eli/besluit/2007/05/09/2007022854/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 MEI 2007. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 278 van de programmawet (I) van 24 december 2002


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid op artikel 7, § 4, vervangen bij de wet van 11 december 1998, en op artikel 17bis, ingevoegd bij de wet van 11 december 1998;

Gelet op artikel 278 van de programmawet (I) van 24 december 2002, gewijzigd bij de wet houdende diverse bepalingen van 27 december 2005;

Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, gegeven op 7 februari 2007;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 maart 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 16 maart 2007;

Gelet op het advies nr. 42.571/1 van de Raad van State, gegeven op 11 april 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het Intermutualistisch Agentschap, bedoeld in artikel 278 van de programmawet (I) van 24 december 2002, wordt ertoe gemachtigd de in het vijfde lid van het voornoemde artikel bedoelde representatieve steekproef van 1/40 sociaal verzekerden die aangesloten of ingeschreven zijn bij de verzekeringsinstellingen, aangevuld met 1/40 van de verzekerden van 65 jaar en ouder en een referentiebestand dat aanduidt welke verzekerden deel uitmaken van het gezin waarvoor de maximumfactuur wordt toegepast, samen te stellen onder de vorm van één of meerdere steekproefbestanden en te actualiseren op 31 december van elk kalenderjaar. Deze steekproef bevat overeenkomstig het voornoemde artikel 278, vijfde lid, alle sociale gegevens van persoonlijke aard die op de verzekerde betrekking hebben en waarover de verzekeringsinstellingen beschikken in het kader van de verplichte ziekte en invaliditeitsverzekering, inclusief de gegevens waarover de verzekeringsinstellingen beschikken in uitvoering van artikel 165, zesde tot achtste lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. De gegevens worden voorafgaand gecodeerd door de verzekeringsinstelling en overgemaakt aan een intermediaire organisatie, die ze een tweede maal codeert alvorens ze worden overgemaakt aan het Intermutualistisch Agentschap.

Art. 2.Het Intermutualistisch Agentschap geeft aan de instellingen bedoeld in artikel 278, tweede lid, van de programmawet (I) van 24 december 2002 alsmede aan het Federaal Planbureau, op permanente wijze, via een beveiligde verbinding, toegang tot de door haar getrokken permanente representatieve steekproef. Bij de samenstelling van de ter beschikking te stellen steekproefbestanden zal het Intermutualistisch Agentschap hetzij een aantal persoons- of zorgkenmerken die aanleiding zouden kunnen geven tot de identificatie van een verzekerde slechts op een voldoende hoog aggregatieniveau weergeven zodat zulke identificatie wordt uitgesloten, hetzij het aantal variabelen dermate beperken dat identificatie door een combinatie van de waarden van de verschillende variabelen onmogelijk wordt.

De in artikel 5 bedoelde commissie wordt belast met de specificatie van de aan te maken gecodeerde gegevensbestanden. Overeenkomstig het voornoemde artikel 278, vijfde lid, gebruiken de instellingen die toegang krijgen tot de aldus wat de identiteit van de verzekerde betreft, gecodeerde gegevens van deze steekproef, deze gegevens enkel in het kader van hun wettelijke of krachtens de wet voorziene beheers- en onderzoeksopdrachten en voor hun wettelijke of krachtens de wet voorziene controle- en evaluatietaken. Ze zullen aan derden enkel anonieme gegevens meedelen. Het is aan elke gebruiker verboden handelingen te verrichten die, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, tot identificatie van de personen, opgenomen in de steekproef zouden kunnen leiden.

De steekproefgegevens van de prestatiejaren 2002, 2003 en 2004 worden ter beschikking gesteld binnen de tien dagen na de bekendmaking van dit besluit, de steekproefgegevens van de prestatiejaren 2005 en volgende uiterlijk op 31 december van het jaar dat volgt op het prestatiejaar.

Art. 3.Het Intermutualistisch Agentschap ontvangt voor de terbeschikkingstelling van de permanente representatieve steekproef aan de in artikel 2 bedoelde instellingen, en de technische ondersteuning daaraan verbonden, een jaarlijkse forfaitaire vergoeding.

Voor de steekproefgegevens van de prestatiejaren 2002, 2003 en 2004 wordt een globale vergoeding betaald van 125.000 EUR. Voor de steekproefgegevens van de prestatiejaren 2005 en volgende, en voor de continue technische ondersteuning bij de exploitatie van de beschikbare prestatiejaren, bedraagt de vergoeding maximaal 100.000 EUR per jaar. Deze vergoeding is samengesteld uit een vast bedrag van 50.000 EUR per jaar en wordt naargelang het effectieve onlinegebruik en naargelang het aantal technische interventies van de verschillende instellingen verhoogd met maximum 50.000 EUR per jaar.

De betaling van 125.000 EUR en van het vast bedrag van 50.000 EUR gebeurt binnen de drie maanden na de terbeschikkingstelling. De technische commissie bedoeld in artikel 5 maakt een voorstel van toewijzing van het bedrag van maximum 50.000 EUR op basis van een rapport met betrekking tot het effectieve onlinegebruik en het aantal technische interventies voor de verschillende instellingen. Dit voorstel wordt uiterlijk op het einde van het derde trimester van het jaar overgemaakt aan de Algemene raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging. De Algemene raad beslist over de toewijzing van het bedrag van maximum 50.000 EUR, dat wordt betaald uiterlijk op het einde van het vierde trimester van het jaar.

Het bedrag van 100.000 EUR wordt op 1 januari van elk jaar aangepast op grond van de evolutie, tussen 30 juni van het voorlaatste jaar en 30 juni van het vorige jaar, van de waarde van de gezondheidsindex, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 december 1997 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging.

De vergoeding wordt betaald door het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering na voorlegging van de kostenstaten en wordt aangerekend op de begroting voor administratiekosten van het Instituut.

Art. 4.Met het oog op het optimaal gebruik van de steekproefgegevens wordt onder terbeschikkingstelling van de steekproefbestanden verstaan: de permanente toegang, op werkdagen, via een beveiligde verbinding, die zowel een online consultatie en gebruik toelaat, als het geheel of gedeeltelijk downloaden van de steekproefgegevens, en de overdracht van de steekproefgegevens via magnetische of elektronische drager.

De steekproefgegevens van een prestatiejaar blijven permanent toegankelijk via een beveiligde verbinding tot 31 december van het tiende jaar dat volgt op het prestatiejaar. Na verloop van tien jaar na een prestatiejaar worden de steekproefgegevens van dat prestatiejaar vernietigd.

Art. 5.Er wordt een technische commissie opgericht die vastlegt aan welke praktische en kwaliteitscriteria de terbeschikkingstelling van de steekproefbestanden moet voldoen en die de naleving van deze kwaliteitscriteria onderzoekt. Deze kwaliteitscriteria hebben betrekking op de representativiteit van de steekproef, de volledigheid van de data, de permanente toegankelijkheid en de continuïteit van de technische ondersteuning. De commissie houdt tevens toezicht op de maatregelen die worden genomen om de identificatie van de in de steekproef opgenomen verzekerden te vermijden en geeft haar goedkeuring aan de overeenkomst die in dat kader wordt gesloten met een betrouwbare derde. De commissie brengt jaarlijks verslag van haar werkzaamheden uit aan de Algemene Raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging en aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

De commissie is samengesteld uit twee vertegenwoordigers van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, twee vertegenwoordigers van het Intermutualistisch Agentschap en twee vertegenwoordigers van elke instelling die toegang heeft tot de steekproefbestanden. Het voorzitterschap van de commissie wordt waargenomen door de Leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering of diegene die hij daartoe aanwijst. De commissie stelt een huishoudelijk reglement op waarin met name zijn werkingsregels nader worden bepaald.

Art. 6.Het Intermutualistisch Agentschap is de verantwoordelijke voor de verwerking van de representatieve steekproef. De in artikel 2 bedoelde instellingen die steekproefgegevens geheel of gedeeltelijk downloaden en/of aan wie steekproefgegevens via magnetische of elektronische drager werden overgedragen, zijn verantwoordelijk voor de verdere manipulatie van deze gegevens binnen hun instelling.

De instellingen moeten beschikken over een consulent informatie, veiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Deze persoon heeft een adviserende, documenterende, stimulerende en controlerende taak inzake de toepassing van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. Deze instellingen moeten eveneens beschikken, al dan niet onder hun personeel, over een beoefenaar in de gezondheidszorg onder wiens toezicht en controle de verwerking van persoonsgegevens betreffende de gezondheid gebeurt. De voornoemde veiligheidsconsulent en de beoefenaar in de gezondheidszorg zien er op toe dat de door het Intermutualistisch Agentschap ter beschikking gestelde gegevens worden gebruikt overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.

De instellingen nemen alle noodzakelijke maatregelen om de toegang tot deze gegevens te beperken tot de personen die uitdrukkelijk zijn belast met het gebruik van deze gegevens en enkel voor zover zij deze gegevens nodig hebben om hun opdrachten uit te voeren. De instellingen waken erover, elk wat hen betreft, dat alle personen die toegang hebben tot de gegevensbestanden van de representatieve steekproef ertoe gehouden zijn het vertrouwelijke karakter van de gegevens in acht te nemen. De veiligheidsconsulenten van de betrokken instellingen houden een lijst bij van de raadplegingen, zodat kan worden nagegaan wie op welk tijdstip welke verwerking heeft toegepast, op welke gegevens en voor welke doeleinden. Deze lijst mag geen inhoudelijke gegevens bevatten en wordt door de veiligheidsconsulent ter beschikking gehouden van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

De instellingen nemen de nodige beschermings- en veiligheidsmaatregelen om de toevallige of ongeoorloofde vernietiging van de gegevens, het toevallige verlies van de gegevens, de ongeoorloofde toegang tot de gegevens, hun ongeoorloofde verspreiding, hun wijziging of hun koppeling met andere gegevens waarover zij beschikken te vermijden.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 8.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 mei 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^