Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 mei 2008
gepubliceerd op 10 juni 2008

Koninklijk besluit houdende hervorming van de loopbanen van de personeelsleden van het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2008011559
pub.
10/06/2008
prom.
09/05/2008
ELI
eli/besluit/2008/05/09/2008011559/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 MEI 2008. - Koninklijk besluit houdende hervorming van de loopbanen van de personeelsleden van het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 december 1956 tot vaststelling van het statuut van het personeel van het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 januari 1981;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 469 van 9 oktober 1986 houdende afschaffing van de Bedrijfsraden en herstructurering van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 juni 1996, 4 oktober 1996, 22 mei 2000, 20 juli 2000, 9 januari 2002, 5 september 2002, 28 september 2003, 25 april 2004, 3 augustus 2004, 4 augustus 2004, 10 augustus 2005, 30 januari 2006, 22 november 2006 en 7 juni 2007;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 1997 tot vaststelling van de vaste personeelsformatie van het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 maart 1999 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren van het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven titularis kunnen zijn;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 maart 1999 tot vaststelling van de weddenschalen van de graden bij het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 januari 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 september 2003, 25 april 2004, 3 augustus 2004, 5 december 2004, 10 augustus 2005, 30 januari 2006, 6 juli 2006, 22 november 2006 en 7 juni 2007;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het rijkspersoneel, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 mei 2005, 30 januari 2006, 22 november 2006 en 7 juni 2007;

Gelet op het voorstel van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven;

Gelet op het advies van de regeringscommissaris;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 16 januari 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 26 februari 2007;

Gelet op het protocol nr. 99 van 12 september 2007 van sectorcomité IV 'Economische Zaken';

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het dringend noodzakelijk is de loopbanen en de weddenschalen van de personeelsleden van het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, overeenkomstig artikelen 18 en 19 van het koninklijk besluit van 29 december 1956 tot vaststelling van het statuut van het personeel van het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, aan te passen aan de bepalingen die ter zake gelden voor het rijkspersoneel;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.§ 1. Bij het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven worden de volgende graden geschrapt : - in niveau 4 : arbeider en geschoold arbeider - in niveau 3 : klerk - in niveau 2 : bestuursassistent en bestuurschef - in niveau 2+ : directiesecretaris en eerstaanwezend directiesecretaris - in niveau 1 : adjunct-adviseur, vertaler-revisor (vlakke loopbaan in uitdoving), vertaler-revisor,adviseur, vertaler-directeur (vlakke loopbaan in uitdoving) en vertaler-revisor-directeur. § 2. Artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 29 december 1956 tot vaststelling van het statuut van het personeel van het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven wordt vervangen als volgt : « De personeelsleden worden ingedeeld in vier niveaus.

De niveaus B, C en D bevatten de volgende graden : - in niveau B : administratief deskundige, financieel deskundige, technisch deskundige en ICT-deskundige - in niveau C : administratief assistent, technisch assistent en bestuurschef (afgeschafte graad) - in niveau D : administratief medewerker en technisch medewerker.

Niveau A bevat vijf klassen, genummerd van A1 tot A5, die de hoogste is: - de personeelsleden die benoemd zijn in de klassen A1 of A2 dragen de titel van attaché - de personeelsleden die benoemd zijn in klasse A3 dragen de titel van adviseur - de personeelsleden die benoemd zijn in klasse A4 dragen de titel van adviseur-generaal - de personeelsleden die benoemd zijn in klasse A5 dragen de titel van adjunct-secretaris of secretaris. » HOOFDSTUK II. - Hervorming van de loopbanen van de niveaus 4, 3, 2 en 2+ bij het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven

Art. 2.§ 1. Aan de graad van technisch medewerker wordt de weddenschaal DT2 verbonden.

De technisch medewerker die ten minste zes jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal DT3 bekomen.

De technisch medewerker die ten minste negen jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal DT4 bekomen.

De technisch medewerker die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal DT5 bekomen. § 2. Met ingang van 1 september 2006 wordt dit artikel vervangen als volgt : «

Art. 2.Aan de graad van technisch medewerker wordt de weddenschaal DT2 verbonden.

Het personeelslid houder van de graad van technisch medewerker, dat bezoldigd wordt in de weddenschaal vermeld in kolom 1 van onderstaande tabel en dat geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding bedoeld in artikel 70 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, krijgt op het einde van een periode van acht jaar de weddenschaal die vermeld is in kolom 2 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 3.§ 1. De personeelsleden van het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven die op 1 januari 2002 titularis zijn van de geschrapte graad van geschoold arbeider, worden ambtshalve benoemd in de graad van technisch medewerker.

De berekening van hun graad- en niveauanciënniteit gebeurt vanaf de datum van hun benoeming in de nieuwe graad.

Zij worden ingeschaald in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig bijlage 1 bij dit besluit. § 2. De in de vorige paragraaf, eerste lid, bedoelde personeelsleden bekomen in weddenschaal DT2 de wedde gelijk aan of onmiddellijk hoger dan de wedde die ze genoten in hun oude graad.

De nuttige anciënniteit van deze personeelsleden wordt vastgesteld op basis van het resultaat van hun inschaling.

Deze nuttige anciënniteit wordt de fictieve geldelijke anciënniteit bepaald in niveau D. Het verschil tussen de geldelijke anciënniteit en de nuttige anciënniteit verworven in de oude weddenschaal wordt meegenomen in de nieuwe weddenschaal en is beperkt tot elf maanden.

De geldelijke weerslag van de bepalingen van dit artikel heeft uitwerking vanaf 1 december 2002.

Wanneer in hun weddenschaal van het niveau 4, de personeelsleden aan de maximumwedde van deze schaal worden bezoldigd, worden zij in de weddenschaal DT2 ingeschaald op de eerste trap van de intermediaire loonopslag die uit de integratie voortvloeit.

Art. 4.§ 1. Aan de graad van administratief medewerker wordt de weddenschaal DA1 verbonden.

De administratief medewerker die ten minste zes jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal DA2 bekomen.

De administratief medewerker die ten minste negen jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal DA3 bekomen.

De administratief medewerker die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal DA4 bekomen. § 2. Met ingang van 1 september 2007 wordt dit artikel vervangen als volgt : « Art. 4.- Aan de graad van administratief medewerker wordt de weddenschaal DA1 verbonden.

Het personeelslid houder van de graad van administratief medewerker, dat bezoldigd wordt in de weddenschaal vermeld in kolom 1 van onderstaande tabel en dat geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding bedoeld in artikel 70 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, krijgt op het einde van een periode van acht jaar de weddenschaal die vermeld is in kolom 2 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 5.De personeelsleden van het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven die op 1 januari 2002 titularis zijn van de geschrapte graad van klerk, worden ambtshalve benoemd in de graad van administratief medewerker.

De anciënniteit verkregen in niveau 3 wordt geacht verkregen te zijn in niveau D. Voor de berekening van hun graadanciënniteit worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graad van klerk in aanmerking genomen.

Zij worden ingeschaald in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig bijlage 1 bij dit besluit.

Hun geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe weddenschaal.

Art. 6.De personeelsleden bekleed met de graad van administratief of technisch medewerker, die worden bezoldigd in de weddenschaal DA1, DA2, DA3, DT2, DT3 of DT4 en die geslaagd zijn voor een gecertificeerde opleiding, ontvangen een jaarlijkse premie voor competentieontwikkeling van 1000 EUR gedurende acht jaar.

Art. 7.§ 1. Aan de graad van administratief assistent wordt de weddenschaal CA1 verbonden.

De administratief assistent die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding 2 die aan deze graad verbonden is, bekomt de weddenschaal CA2 vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum van zijn inschrijving voor deze gecertificeerde opleiding, en ten vroegste bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de voorgaande gecertificeerde opleiding.

De administratief assistent die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding 4 die aan deze graad verbonden is, bekomt de weddenschaal CA3 vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum van zijn inschrijving voor deze gecertificeerde opleiding, en ten vroegste bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de voorgaande gecertificeerde opleiding. § 2. Met ingang van 1 januari 2007 wordt dit artikel vervangen als volgt : «

Art. 7.De weddenschaal CA1 is gekoppeld aan de graad van administratief assistent.

De administratief assistent die wordt bezoldigd in de weddenschaal CA1 en die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding 1, bekomt na afloop van een periode van acht jaar de weddenschaal CA2.

De administratief assistent die wordt bezoldigd in de weddenschaal CA2 en die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding 3, bekomt na afloop van een periode van acht jaar de weddenschaal CA3. »

Art. 8.§ 1. Aan de graad van technisch assistent wordt de weddenschaal CT1 verbonden.

De technisch assistent die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding 2 die aan deze graad verbonden is, bekomt de weddenschaal CT2 vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum van zijn inschrijving voor deze gecertificeerde opleiding, en ten vroegste bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de voorgaande gecertificeerde opleiding.

De technisch assistent die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding 4 die aan deze graad verbonden is, bekomt de weddenschaal CT3 vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum van zijn inschrijving voor deze gecertificeerde opleiding, en ten vroegste bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de voorgaande gecertificeerde opleiding. § 2. Met ingang van 1 januari 2007 wordt dit artikel als volgt vervangen : « Art. 8.- De weddenschaal CT1 is gekoppeld aan de graad van technisch assistent.

De technisch assistent die wordt bezoldigd in de weddenschaal CT1 en die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding 1, bekomt na afloop van een periode van acht jaar de weddenschaal CT2.

De technisch assistent die wordt bezoldigd in de weddenschaal CT2 en die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding 3, bekomt na afloop van een periode van acht jaar de weddenschaal CT3. »

Art. 9.§ 1. De administratief of technisch assistent die geslaagd is in de gecertificeerde opleiding 1, ontvangt gedurende de geldigheidsperiode een jaarlijkse premie voor competentieontwikkeling van 1.700 EUR. § 2. De administratief of technisch assistent die geslaagd is in de gecertificeerde opleiding 2 en die bezoldigd wordt in weddenschaal CA2 of CT2 ontvangt gedurende de geldigheidsperiode een jaarlijkse premie voor competentieontwikkeling van 1 700 EUR. De administratief of technisch assistent die niet geslaagd is in de gecertificeerde opleiding 2 verliest het recht op een premie voor competentieontwikkeling.

In afwijking van het voorgaande lid ontvangt deze gedurende zesendertig maanden volgend op de datum van zijn inschrijving voor deze gecertificeerde opleiding 2, en ten vroegste bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de voorgaande gecertificeerde opleiding, de helft van de premie voor competentieontwikkeling bedoeld in het eerste lid. § 3. De administratief of technisch assistent die slaagt in de gecertificeerde opleiding 3 ontvangt gedurende de geldigheidsperiode een jaarlijkse premie voor competentieontwikkeling van 1.700 EUR. De administratief of technisch assistent die niet geslaagd is in de gecertificeerde opleiding 3 verliest het recht op de premie voor competentieontwikkeling.

In afwijking van het voorgaande lid ontvangt deze gedurende zesendertig maanden volgend op de datum van zijn inschrijving voor deze gecertificeerde opleiding 3, en ten vroegste bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de voorgaande gecertificeerde opleiding, de helft van de premie voor competentieontwikkeling bedoeld in het eerste lid. § 4. De administratief of technisch assistent die niet geslaagd is in de gecertificeerde opleiding 4 verliest het recht op de premie voor competentieontwikkeling.

In afwijking van het voorgaande lid ontvangt deze gedurende twaalf maanden volgend op de datum van zijn inschrijving voor deze gecertificeerde opleiding 4, en ten vroegste bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de voorgaande gecertificeerde opleiding, de helft van de premie voor competentieontwikkeling van 1.700 EUR. § 5. Met ingang van 1 januari 2007 wordt § 4 van dit artikel opgeheven.

Art. 10.§ 1. De personeelsleden van het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven die op 1 juni 2002 titularis zijn van de geschrapte graad van bestuursassistent of bestuurschef (22A), worden ambtshalve benoemd in de graad van administratief assistent.

De personeelsleden van het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven die op 1 juni 2002 titularis zijn van de geschrapte graad van bestuurschef (22B), worden ambtshalve benoemd in de graad van bestuurschef (afgeschafte graad). § 2. De in paragraaf 1 bedoelde personeelsleden worden ingeschaald in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig bijlage 1 bij dit besluit.

Hun geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe weddenschaal.

De anciënniteit verkregen in niveau 2 wordt geacht verkregen te zijn in niveau C. Voor de berekening van hun graadanciënniteit worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graad in aanmerking genomen. § 3. De personeelsleden die, overeenkomstig bijlage 1 van dit besluit, ingeschaald zijn in weddenschaal CA1, kunnen onmiddellijk deelnemen aan de gecertificeerde opleiding 1.

De personeelsleden voorheen titularis van weddenschaal 20B bekomen, na afloop van de periode van 8 jaar gedurende dewelke ze de jaarlijkse premie voor competentieontwikkeling verbonden aan de gecertificeerde opleiding 1 ontvangen hebben, de weddenschaal CA2. Ze kunnen onmiddellijk deelnemen aan de gecertificeerde opleiding 2. § 4. De personeelsleden die, overeenkomstig bijlage 1 van dit besluit, ingeschaald zijn in weddenschaal CA2, kunnen onmiddellijk deelnemen aan de gecertificeerde opleiding 4.

De geslaagden die een anciënniteit van 4 jaar tellen in weddenschaal CA2 bekomen ten vroegste op 1 september 2003 de weddenschaal CA3. De anciënniteit verworven in de oude weddenschaal 20E telt mee voor de berekening van deze 4 jaar.

De personeelsleden die gedurende 6 jaar de weddenschaal CA3 genoten hebben, bekomen de weddenschaal 22B voor zover er betrekkingen in deze schaal vacant zijn en in de volgende orde van voorkeur : 1° het personeelslid waarvan de datum van het proces-verbaal van het examen voor verhoging in weddenschaal tot de weddenschaal 20E, de oudste is;2° bij gelijke datum van het proces-verbaal, het personeelslid dat het oudst in graad is;3° bij gelijkheid van graadanciënniteit, het personeelslid waarvan de dienstanciënniteit de grootste is;4° bij gelijkheid van dienstanciënniteit, het personeelslid dat het oudst is. De personeelsleden die houder zijn van de geschrapte graad van bestuurschef (22A) die, overeenkomstig bijlage 1 van dit besluit, geïntegreerd worden in weddenschaal CA3 verkrijgen bij voorrang op de in het derde lid bedoelde personeelsleden na 6 jaar de weddenschaal 22B binnen de grenzen van de vacante betrekkingen van deze schaal en in de volgende orde van voorkeur : 1° het personeelslid die het oudst in graad is;2° bij gelijkheid van graadanciënniteit, het personeelslid waarvan de dienstanciënniteit de grootste is;3° bij gelijkheid van dienstanciënniteit, het personeelsid die het oudst is. De graadanciënniteit van de in het vorige lid bedoelde personeelsleden wordt in aanmerking genomen voor de berekening van deze periode van 6 jaar. § 5. De in paragraaf 1 bedoelde personeelsleden, titularis van de afgeschafte graad van bestuurschef, die, overeenkomstig bijlage 1 van dit besluit, ingeschaald zijn in de weddenschaal CA3 bekomen na 6 jaar de weddenschaal 22B voor zover er betrekkingen in deze schaal vacant zijn. Hun graadanciënniteit telt mee voor de berekening van deze periode van 6 jaar. § 6. De in paragraaf 1 bedoelde personeelsleden, titularis van de afgeschafte graad van bestuurschef en die de weddenschaal 22B genieten, behouden deze schaal. § 7. De in dit artikel bedoelde personeelsleden die geslaagd zijn voor de gecertificeerde opleiding 1, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, bekomen de weddenschaal CA2 of CT2, op het einde van de geldigheidsduur van die gecertificeerde opleiding, in voorkomend geval met een jaar verminderd indien zij bovendien de voorwaarden vervullen die in artikel 33, § 2, van dit besluit bedoeld zijn.

De in dit artikel bedoelde personeelsleden die geslaagd zijn voor de gecertificeerde opleiding 3, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, bekomen de weddenschaal CA3 of CT3, op het einde van de geldigheidsduur van die gecertificeerde opleiding, in voorkomend geval met een jaar verminderd indien zij bovendien de voorwaarden vervullen die in artikel 33, § 2, van dit besluit bedoeld zijn.

De in artikel 10, § 4, bedoelde personeelsleden die voor 1 januari 2007 niet geslaagd zijn voor de gecertificeerde opleiding 4, kunnen onmiddellijk deelnemen aan de gecertificeerde opleiding 3 en bekomen de weddenschaal CA3 of CT3 indien zij slagen.

Art. 11.De personeelsleden van het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven die op 1 oktober 2002 titularis zijn van de geschrapte graad van directiesecretaris of van eerstaanwezend directiesecretaris worden ambtshalve benoemd in de graad van administratief deskundige.

Voor de berekening van hun graadanciënniteit worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graad waarvan zij titularis waren, of, in voorkomend geval, in de twee geschrapte graden waarvan zij titularis waren, in aanmerking genomen.

De anciënniteit verkregen in niveau 2+ wordt geacht verkregen te zijn in niveau B. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig bijlage 1 bij dit besluit.

Hun geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe weddenschaal.

Art. 12.§ 1.Aan de graad van administratief deskundige wordt de weddenschaal BA1 verbonden.

De administratief deskundige die geslaagd is in de gecertificeerde opleiding 2 die aan deze graad verbonden is, bekomt na een termijn van vijf jaar, vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum van zijn inschrijving voor deze gecertificeerde opleiding en ten vroegste bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de voorgaande gecertificeerde opleiding, de weddenschaal BA2.

De administratief deskundige die geslaagd is in de gecertificeerde opleiding 5 die aan deze graad verbonden is, bekomt na een termijn van vijf jaar, vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum van zijn inschrijving voor deze gecertificeerde opleiding en ten vroegste bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de voorgaande gecertificeerde opleiding, de weddenschaal BA3. § 2. Met ingang van 1 januari 2007 wordt dit artikel vervangen als volgt : «

Art. 12.De weddenschaal BA1 is gekoppeld aan de graad van administratief deskundige.

De administratief deskundige die wordt bezoldigd in de weddenschaal BA1 en die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding 1, bekomt na afloop van een periode van acht jaar de weddenschaal BA2.

De administratief deskundige die wordt bezoldigd in de weddenschaal BA2 en die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding 3, bekomt na afloop van een periode van acht jaar de weddenschaal BA3. »

Art. 13.De weddenschaal BF1 is gekoppeld aan de graad van financieel deskundige.

De financieel deskundige die wordt bezoldigd in de weddenschaal BF1 en die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding 1, bekomt na afloop van een periode van acht jaar de weddenschaal BF2.

De financieel deskundige die wordt bezoldigd in de weddenschaal BF2 en die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding 3, bekomt na afloop van een periode van acht jaar de weddenschaal BF3.

Art. 14.De weddenschaal BT1 is gekoppeld aan de graad van technisch deskundige.

De technisch deskundige die wordt bezoldigd in de weddenschaal BT1 en die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding 1, bekomt na afloop van een periode van acht jaar de weddenschaal BT2.

De technisch deskundige die wordt bezoldigd in de weddenschaal BT2 en die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding 3, bekomt na afloop van een periode van acht jaar de weddenschaal BT3.

Art. 15.De weddenschaal BI1 is gekoppeld aan de graad van ICT-deskundige.

De ICT-deskundige die wordt bezoldigd in de weddenschaal BI1 en die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding 1, bekomt na afloop van een periode van zes jaar de weddenschaal BI2.

De ICT-deskundige die wordt bezoldigd in de weddenschaal BI2 en die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding 4, bekomt na afloop van een periode van zes jaar de weddenschaal BI3.

Art. 16.§ 1. De administratief, technisch of financieel deskundige die slaagt voor de gecertificeerde opleiding 1, ontvangt gedurende de geldigheidsperiode een jaarlijkse premie voor competentieontwikkeling van 2.000 EUR. § 2. De administratief, technisch of financieel deskundige die slaagt voor de gecertificeerde opleiding 2, ontvangt gedurende de geldigheidsperiode een jaarlijkse premie voor competentieontwikkeling van 2.000 EUR. § 3.De administratief, technisch of financieel deskundige die niet slaagt voor de gecertificeerde opleiding 2, verliest het voordeel van de premie voor competentieontwikkeling.

In afwijking van het voorgaande lid ontvangt deze, gedurende zesendertig maanden volgend op de datum van zijn inschrijving voor deze gecertificeerde opleiding 2, en ten vroegste bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de voorgaande gecertificeerde opleiding, de helft van de premie voor competentieontwikkeling bedoeld in het eerste lid. § 4. De administratief, technisch of financieel deskundige, bezoldigd in weddenschaal BA2, BT2 of BF2, die slaagt voor de gecertificeerde opleiding 3, ontvangt gedurende de geldigheidsperiode een jaarlijkse premie voor competentieontwikkeling van 2.000 EUR. § 5. De administratief, technisch of financieel deskundige die niet slaagt voor de gecertificeerde opleiding 3 verliest het voordeel van de premie voor competentieontwikkeling.

In afwijking van het voorgaande lid ontvangt deze, gedurende zesendertig maanden volgend op de datum van zijn inschrijving voor deze gecertificeerde opleiding 3, en ten vroegste bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de voorgaande gecertificeerde opleiding, de helft van de premie voor competentieontwikkeling bedoeld in het eerste lid. § 6. De administratief, technisch of financieel deskundige die slaagt voor de gecertificeerde opleiding 4 ontvangt gedurende de geldigheidsperiode een jaarlijkse premie voor competentieontwikkeling van 2.000 EUR. § 7. De administratief, technisch of financieel deskundige die niet slaagt voor de gecertificeerde opleiding 4, verliest het voordeel van de premie voor competentieontwikkeling.

In afwijking van het voorgaande lid ontvangt deze, gedurende zesendertig maanden volgend op de datum van zijn inschrijving voor deze gecertificeerde opleiding 4, en ten vroegste bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de voorgaande gecertificeerde opleiding, de helft van de premie voor competentieontwikkeling bedoeld in het eerste lid. § 8. De administratief, technisch of financieel deskundige die slaagt voor de gecertificeerde opleiding 5, ontvangt gedurende de geldigheidsperiode van deze gecertificeerde opleiding een jaarlijkse premie voor competentieontwikkeling van 2.000 EUR. § 9. De administratief, technisch of financieel deskundige die niet slaagt voor de gecertificeerde opleiding 5 verliest het voordeel van de premie voor competentieontwikkeling.

In afwijking van het voorgaande lid ontvangt deze, gedurende zesendertig maanden volgend op de datum van zijn inschrijving voor deze gecertificeerde opleiding 5, en ten vroegste bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de voorgaande gecertificeerde opleiding, de helft van de premie voor competentieontwikkeling bedoeld in het eerste lid. § 10. Met ingang van 1 januari 2007 : 1° worden § 2 en § 3 opgeheven, 2° worden in § 4 en § 5 de woorden « gecertificeerde opleiding 3 » vervangen door de woorden « gecertificeerde opleiding 2 », 3° worden in § 6 en § 7 de woorden « gecertificeerde opleiding 4 » vervangen door de woorden « gecertificeerde opleiding 3 », 4° worden § 8 en § 9 opgeheven.

Art. 17.De ICT-deskundige die slaagt voor de gecertificeerde opleiding 1 ontvangt een jaarlijkse premie voor competentieontwikkeling van 2.500 EUR gedurende de geldigheidsduur van deze gecertificeerde opleiding.

De ICT-deskundige die slaagt voor de gecertificeerde opleiding 2, 3 of 4 ontvangt een jaarlijkse premie voor competentieontwikkeling van 2.500 EUR gedurende de geldigheidsduur van deze gecertificeerde opleiding.

De ICT-deskundige die niet slaagt voor de gecertificeerde opleiding 2, 3 of 4 verliest het recht op de premie voor competentieontwikkeling.

In afwijking van het voorgaande lid ontvangt hij, gedurende 36 maanden volgend op de datum van zijn inschrijving, en ten vroegste bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de voorgaande gecertificeerde opleiding, de helft van de premie voor competentieontwikkeling bedoeld in het tweede lid.

Art. 18.§ 1. De personeelsleden van de niveaus D, C en B worden ingedeeld in functiefamilies.

Op voorstel van de secretaris of de adjunct-secretaris, legt het dagelijks bestuur deze functiefamilies vast. Het kan hiervoor kiezen uit de functiefamilies die vermeld worden in bijlage 6 bij het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel. § 2. Op basis van de inhoud van hun functies en van een gesprek met hun hiërarchische meerdere worden de personeelsleden van de niveaus D, C en B van het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, op voorstel van de hiërarchische meerdere en na het positieve advies van de secretaris of de adjunct-secretaris, door het dagelijks bestuur ingedeeld in een functiefamilie. § 3. De secretaris of de adjunct-secretaris betekent het voorstel van indeling in een functiefamilie aan het personeelslid.

Het personeelslid dat niet kan instemmen met zijn indeling kan, binnen de tien werkdagen na de betekening van zijn indeling in een functiefamilie, beroep aantekenen bij het dagelijks bestuur.

Binnen de tien werkdagen na ontvangst van het beroep en na het personeelslid en zijn diensthoofd gehoord te hebben, spreekt het dagelijks bestuur zich uit over dit beroep. Het personeelslid mag worden bijgestaan door een persoon naar keuze.

De gemotiveerde beslissing van het dagelijks bestuur wordt aan het personeelslid en zijn diensthoofd betekend. HOOFDSTUK III. - Hervorming van de loopbanen van niveau 1 bij het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven

Art. 19.De personeelsleden die op 1 december 2004 titularis zijn van een van de geschrapte graden van niveau 1 worden naar een klasse, een weddenschaal en een titel van niveau A overgeheveld overeenkomstig bijlage 2 bij dit besluit.

Art. 20.De klasseanciënniteit van de personeelsleden benoemd in toepassing van het vorige artikel is gelijk aan de graadanciënniteit die verkregen was op 1 december 2004 in de graad waarvan ze titularis waren.

De anciënniteit verkregen in niveau 1 wordt geacht verkregen te zijn in niveau A. De door deze personeelsleden verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal.

Art. 21.In klasse A1 wordt het personeelslid bezoldigd in weddenschaal A11.

In klasse A2 wordt het personeelslid bezoldigd in weddenschaal A21.

In klasse A3 wordt het personeelslid bezoldigd in weddenschaal A31.

Art. 22.In de klassen A1, A2 en A3 bekomt het personeelslid, bezoldigd in de weddenschaal opgenomen in kolom 1 van de hieronder vermelde tabel, dat geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding overeenkomstig artikel 70 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, op het einde van de periode van zes jaar, de weddenschaal vermeld in kolom 2.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 23.Het personeelslid, bezoldigd in weddenschaal A11 of A12, dat voor een gecertificeerde opleiding geslaagd is, bekomt een jaarlijkse premie voor competentieontwikkeling van 2.000 EUR gedurende een periode van zes jaar.

Het personeelslid, bezoldigd in de weddenschaal A21, A22, A31 of A32, dat voor een gecertificeerde opleiding geslaagd is, bekomt een jaarlijkse premie voor competentieontwikkeling van 3.000 EUR gedurende zes jaar.

Art. 24.§ 1. Om tot de klasse A2 te worden bevorderd moet het personeelslid ten minste twee jaar anciënniteit in de klasse A1 hebben.

Om tot de klasse A3 te worden bevorderd moet het personeelslid ten minste vier jaar anciënniteit in de klasse A2 hebben.

Om tot de klasse A4 te worden bevorderd moet het personeelslid met de klasse A3 bekleed zijn. § 2. Het personeelslid bezoldigd in de weddenschaal A12 dat slaagt voor een gecertificeerde opleiding wordt bevorderd tot de klasse A2 bij het einde van de periode van zes jaar. § 3. De bevordering vindt plaats in de eerste weddenschaal van de hogere klasse.

Art. 25.Voor de klassen A1 tot A3, hebben de gecertificeerde opleidingen bedoeld in artikel 70 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel een geldigheidsduur van zes jaar.

Art. 26.Het personeelslid bezoldigd in de weddenschaal A11 gedurende een periode van zes jaar bekomt automatisch de weddenschaal A12. In voorkomend geval verliest hij het recht op de premie voor competentieontwikkeling.

In de klasse A4 wordt het personeelslid bezoldigd in de weddenschaal A41.

Na zes jaar van bezoldiging in de weddenschaal A41 bekomt het personeelslid de weddenschaal A42 indien hij voor een gecertificeerde opleiding is geslaagd.

Na zes jaar van bezoldiging in de weddenschaal A42 bekomt het personeelslid de weddenschaal A43 indien hij voor een gecertificeerde opleiding is geslaagd.

In de klasse A5 wordt het personeelslid bezoldigd in de weddenschaal A51.

Het personeelslid bezoldigd in de weddenschaal A51 gedurende een periode van zes jaar bekomt automatisch de weddenschaal A52.

Het personeelslid bezoldigd in de weddenschaal A52 gedurende een periode van zes jaar bekomt automatisch de weddenschaal A53.

Art. 27.De personeelsleden die op 30 november 2004 bezoldigd waren in de weddenschaal 10A bekomen automatisch de weddenschaal A12 zodra ze een gecumuleerde anciënniteit van vier jaar in de vorige graad van adjunct-adviseur of vertaler-revisor of in de klasse A1 tellen.

De personeelsleden bedoeld in het eerste lid en die zich, in voorkomend geval, hebben ingeschreven voor een gecertificeerde opleiding terwijl ze waren bezoldigd in de weddenschaal A11, dragen hun inschrijving over wanneer ze de weddenschaal A12 bekomen.

De personeelsleden bedoeld in het eerste lid en die zich, in voorkomend geval, hebben ingeschreven voor een gecertificeerde opleiding terwijl ze waren bezoldigd in de weddenschaal A11, behouden het voordeel van hun uitslag wanneer ze binnen de achttien maanden nadat ze geslaagd zijn, de weddenschaal A12 krijgen. Ze worden bevorderd in de klasse A2 na afloop van een periode van zes jaar die aanvangt op de datum waarop ze de weddenschaal A12 hebben bekomen.

De personeelsleden voorheen bezoldigd in de weddenschaal 10B die op 30 november 2004 ten minste achttien jaar graadanciënniteit tellen, bekomen de weddenschaal 10C, op de eerste dag van de maand volgend op de datum van hun inschrijving voor een gecertificeerde opleiding, voor zover ze ervoor geslaagd zijn en ze op dat ogenblik geen gunstiger regeling genieten.

De personeelsleden die op 1 december 2004 ingeschaald werden in klasse A1 of A2 voldoen aan de anciënniteitsvoorwaarden om bevorderd te worden in klasse A3 zodra ze een klasseanciënniteit hebben van zes jaar. Deze anciënniteit is het gevolg van de anciënniteit die ze in klasse A1 en A2 hebben verworven. De zes jaar klasseanciënniteit is de som van de reeds verworven graadanciënniteit op 1 december 2004 en van de anciënniteit verworven na 1 december 2004 in klasse A1 en/ of A2.

De personeelsleden bekleed met de graad van vertaler-revisor (vlakke loopbaan in uitdoving) en bezoldigd in de weddenschaal 10B op 30 november 2004 behouden het voordeel van hun vlakke loopbaan en bekomen de weddenschaal 13A zodra ze achttien jaar klasse-anciënniteit tellen, voor zover ze op dat ogenblik geen gunstiger weddenschaal genieten.

Art. 28.§ 1. De personeelsleden van niveau A die geslaagd zijn voor een gecertificeerde opleiding en die worden bevorderd door verhoging naar de hogere klasse, behouden het voordeel van hun resultaat, voor zover de bevordering effect sorteert binnen de eerste achttien maanden van de geldigheidsduur van de geslaagde gecertificeerde opleiding. § 2. De geldigheidsduur van de gecertificeerde opleiding verbonden aan de eerste weddenschaal van de klasse waarin de in § 1 bedoelde personeelsleden worden bevorderd, gaat in op de datum van de bevordering.

Art. 29.§ 1. De personeelsleden van niveau A worden toegewezen aan een vakrichting.

Op voorstel van de secretaris of de adjunct-secretaris legt het dagelijks bestuur deze vakrichtingen vast. Het kan hiervoor kiezen uit de vakrichtingen die vermeld worden in het koninklijk besluit van 14 december 2004 tot vaststelling van de vakrichtingen in het niveau A. § 2. Op basis van de inhoud van hun functies en van een gesprek met de secretaris of de adjunct-secretaris worden de personeelsleden van niveau A van het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, op voorstel van de secretaris of de adjunct-secretaris, door het dagelijks bestuur ingedeeld in een vakrichting. § 3. De secretaris of de adjunct-secretaris betekent het voorstel van vakrichting aan het personeelslid.

Het personeelslid dat niet kan instemmen met zijn indeling kan, binnen de tien werkdagen na de betekening van de vakrichting, beroep aantekenen bij het dagelijks bestuur.

Binnen de tien werkdagen na ontvangst van het beroep en na het personeelslid en de secretaris of de adjunct-secretaris te hebben gehoord, spreekt het dagelijks bestuur zich uit over het beroep. Het personeelslid mag worden bijgestaan door een persoon naar keuze.

De gemotiveerde beslissing van het dagelijks bestuur wordt aan het personeelslid betekend.

Art. 30.Het personeelslid van niveau A mag zich niet inschrijven voor een opleiding die hij genoten heeft in het kader van zijn basisopleiding aan de universiteit, wanneer het zijn studies beëindigd heeft in de drie voorafgaande jaren.

Het personeelslid dat in de vijf voorafgaande jaren een bijkomend diploma heeft behaald van een niveau van de tweede of de derde cyclus en waarvan de inhoud nauw verbonden is met de vakrichting waarin het benoemd is, kan op voorstel van de secretaris of de adjunct-secretaris door het dagelijks bestuur beschouwd worden als geslaagd in de valideringsproef. In dit geval wordt het beschouwd ingeschreven te zijn geweest op de datum van verzending van het voorstel aan het dagelijks bestuur.

Het tweede lid is niet van toepassing op de aanvullende diploma's behaald vóór of tijdens de drie jaren die volgen op het behalen van de universitaire graad op basis waarvan het personeelslid werd aangeworven of aangenomen bij arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 31.Om te kunnen deelnemen aan een gecertificeerde opleiding moet het personeelslid één jaar niveau-anciënniteit tellen.

Het personeelslid dat geslaagd is voor een gecertificeerde opleiding kan zich ten vroegste vanaf de twaalfde maand voorafgaand aan het verstrijken van de geldigheidsduur van de lopende gecertificeerde opleiding opnieuw inschrijven voor een gecertificeerde opleiding.

Indien het niet slaagt, kan het zich pas opnieuw inschrijven wanneer de geldigheidsduur van de vorige gecertificeerde opleiding verstreken is.

Het mag geen tweede maal dezelfde gecertificeerde opleiding volgen als het hiervoor reeds geslaagd is.

Het personeelslid dat niet geslaagd is voor een gecertificeerde opleiding kan zich 365 dagen na zijn vorige inschrijving herinschrijven.

Het personeelslid dat een premie voor competentieontwikkeling ontvangt of dat met de laatste weddenschaal van zijn klasse of zijn graad bekleed is en dat bevorderd wordt in een ander niveau of een andere klasse, kan zich onmiddellijk inschrijven om deel te nemen aan de gecertificeerde opleiding die overeenstemt met zijn nieuwe klasse.

De personeelsleden die een premie voor competentieontwikkeling ontvangen en die na bevordering tot een graad van een hoger niveau of een bevordering tot een klasse van niveau A geen recht hebben op een premie voor competentieontwikkeling verbonden aan deze nieuwe graad, hebben recht op een premie voor competentieontwikkeling verbonden aan hun vorige graad, onder twee voorwaarden : 1° dat de geldigheidsduur van de gecertificeerde opleiding niet is verstreken;2° dat ze sedert minder dan twaalf maanden hun nieuwe graad hebben. Wanneer ze recht hebben op een premie voor competentieontwikkeling verbonden aan hun nieuwe graad, verliezen ze, eventueel met terugwerkende kracht, het recht op de premie voor competentieontwikkeling verbonden aan hun vroegere graad.

Art. 32.De secretaris of de adjunct-secretaris informeert alle personeelsleden over de lijst van de gecertificeerde opleidingen van hun functiefamilie of vakrichting.

Het personeelslid dat een gecertificeerde opleiding wil volgen en wil deelnemen aan de validering van de verworven kennis die erop volgt, kiest een opleiding in de lijst die overeenstemt met zijn functiefamilie of vakrichting. Het stelt deze keuze voor aan de secretaris of de adjunct-secretaris, die ofwel zich aansluit bij de keuze van het personeelslid ofwel een andere opleiding voorstelt.

Wanneer overeenstemming kan worden bereikt, wordt de keuze door de secretaris of de adjunct-secretaris meegedeeld aan het dagelijks bestuur.

Wanneer er onenigheid blijft bestaan, neemt de secretaris of de adjunct-secretaris de beslissing. In dit geval kan het personeelslid beroep instellen bij het dagelijks bestuur, dat de definitieve beslissing neemt. Het betrokken personeelslid kan, op zijn vraag, door het dagelijks bestuur worden gehoord.

Art. 33.§ 1. De technisch medewerkers die op 31 augustus 2005 de voorwaarden vervulden om deel te nemen aan een gecertificeerde opleiding en die zich binnen de maand volgend op de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad inschrijven, worden beschouwd als ingeschreven op 31 augustus 2005.

De technisch medewerkers die op 31 augustus 2005 niet de voorwaarden vervulden om deel te nemen aan een gecertificeerde opleiding en die zich binnen de maand volgend op de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad inschrijven, worden beschouwd als ingeschreven na het jaar niveau-anciënniteit dat men heeft opgebouwd.

De administratief medewerkers die op 31 augustus 2006 de voorwaarden vervulden om deel te nemen aan een gecertificeerde opleiding en die zich binnen de maand volgend op de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad inschrijven, worden beschouwd als ingeschreven op 31 augustus 2006.

De administratief medewerkers die op 31 augustus 2006 niet de voorwaarden vervulden om deel te nemen aan een gecertificeerde opleiding en die zich binnen de maand volgend op de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad inschrijven, worden beschouwd als ingeschreven na het jaar niveau-anciënniteit dat men heeft opgebouwd. § 2. De personeelsleden van de niveaus C en B die op 31 augustus 2003 de voorwaarden vervulden om deel te nemen aan een gecertificeerde opleiding en die zich binnen de maand volgend op de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad inschrijven, worden beschouwd als ingeschreven op 31 augustus 2003.

Indien zij voor die gecertificeerde opleiding slagen, wordt de termijn om de eerste verhoging door bevordering in weddenschaal te bekomen verminderd met een jaar.

De personeelsleden van de niveaus C en B die op 31 augustus 2003 niet de voorwaarden vervulden om deel te nemen aan een gecertificeerde opleiding en die zich binnen de maand volgend op de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad inschrijven, worden beschouwd als ingeschreven na het jaar niveau-anciënniteit dat men heeft opgebouwd. § 3. De personeelsleden van niveau A die op 31 augustus 2005 de voorwaarden vervulden om deel te nemen aan een gecertificeerde opleiding en die zich binnen de maand volgend op de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad inschrijven, worden beschouwd als ingeschreven op 31 augustus 2005.

De personeelsleden van niveau A die op 31 augustus 2005 niet de voorwaarden vervulden om deel te nemen aan een gecertificeerde opleiding en die zich binnen de maand volgend op de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad inschrijven, worden beschouwd als ingeschreven na het jaar niveauanciënniteit dat men heeft opgebouwd. § 4. De inschrijving voor een gecertificeerde opleiding van de personeelsleden die niet geslaagd zijn voor een gecertificeerde opleiding, wordt beschouwd als gedaan 365 dagen na de vorige inschrijving. § 5. Binnen een termijn van tien werkdagen na het verschijnen van dit besluit in het Belgisch Staatsblad brengt de secretaris of de adjunct-secretaris, bij aangetekend schrijven of tegen ontvangstbevestiging, de personeelsleden schriftelijk op de hoogte van de publicatie van het besluit en voornamelijk van de bepalingen van dit artikel.

Art. 34.§ 1. De personeelsleden die geen titularis zijn van de laatste weddenschaal van hun graad of van hun klasse en die geslaagd zijn voor een gecertificeerde opleiding, hebben gedurende de geldigheidsperiode van die gecertificeerde opleiding recht op een premie voor competentieontwikkeling.

De personeelsleden benoemd in de niveaus 1, 2+, 2, 3 en 4, die op het ogenblik van hun integratie respectievelijk in de niveaus A, B, C of D, werden bezoldigd in de laatste weddenschaal van hun graad of van hun klasse en die bezoldigd blijven in dezelfde weddenschaal, kunnen genieten van een premie voor competentieontwikkeling wanneer zij slagen voor een gecertificeerde opleiding.

Het voorgaande lid treedt in werking op 1 augustus 2007.

De geldigheidsperiode van een gecertificeerde opleiding begint op de eerste dag van de maand die volgt op de datum van inschrijving en ten vroegste bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de voorgaande gecertificeerde opleiding.

De duur die in aanmerking wordt genomen voor de bevordering door verhoging in weddenschaal is identiek aan de duur die in aanmerking wordt genomen voor de geldigheidsduur van de gecertificeerde opleidingen. § 2. Het bedrag van de premie voor competentieontwikkeling is gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01.

De premie voor competentieontwikkeling wordt in aanmerking genomen voor de berekening van het vakantiegeld, de eindejaarstoelage en het pensioen. § 3. De premie voor competentieontwikkeling wordt jaarlijks in één maal uitbetaald in de maand september, op grond van de tijdens de twaalf voorafgaande maanden verrichte prestaties.

Art. 35.Het aantal en de geldigheidsduur van de gecertificeerde opleidingen worden vastgesteld overeenkomstig de onderstaande tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 36.Met ingang van 1 januari 2007 worden het aantal en de geldigheidsperiode van de gecertificeerde opleidingen als volgt vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 37.In voorkomend geval behouden de personeelsleden het voordeel van de weddenschaal van de graad waarmee ze waren bekleed, voor zover deze gunstiger is.

Voor de berekening van de klasse-, graad-, niveau- en dienstanciënniteit gelden dezelfde regels als die voor het rijkspersoneel.

Art. 38.Bevordering tot een graad van een hoger niveau, tot een klasse van niveau A wanneer het personeelslid deel uitmaakt van een lager niveau, of tot een hogere klasse, en verandering van graad of klasse zijn alleen mogelijk als er een vacante betrekking is.

Voor verandering van graad komen alleen de personeelsleden die ten minste zes maanden graadanciënniteit hebben, in aanmerking.

In geval van verandering van graad of klasse, behoudt het personeelslid het voordeel van zijn premie voor competentieontwikkeling.

Op voorstel van de secretaris beslist het dagelijks bestuur of in een vacante betrekking wordt voorzien door werving, door een selectie voor overgang naar een hoger niveau of een hogere klasse of door de indienstneming van een personeelslid met een arbeidsovereenkomst.

Art. 39.Een selectie voor overgang naar het hogere niveau staat open : - voor bevordering tot de eerste klasse van de vakrichtingen van niveau A : voor alle personeelsleden van de niveaus B en C - voor bevordering tot een graad van niveau B : voor alle personeelsleden van niveau C - voor bevordering tot een graad van niveau C : voor alle personeelsleden van niveau D. De selectie voor overgang naar de klassen A2, A3, A4 of A5 staat open voor de personeelsleden van niveau A die voldoen aan de voorwaarden die vermeld worden in artikel 24 van dit besluit.

Art. 40.De in dit besluit bedoelde gecertificeerde opleidingen worden op voorstel van de secretaris of adjunct-secretaris georganiseerd door het dagelijks bestuur.

Het dagelijks bestuur kan hiervoor beroep doen op externe organisaties, onder andere het Opleidingsinstituut van de Federale Overheid (OFO).

Art. 41.De personeelsleden behouden de voordelen verbonden aan het slagen hetzij voor een examen, een vergelijkend examen of een vergelijkende selectie voor overgang naar het hogere niveau of voor verhoging in graad, in klasse of in weddenschaal, hetzij voor een gedeelte van deze examens, vergelijkende examens of vergelijkende selecties, die lopend zijn of afgelopen zijn voor de publicatie van dit besluit.

De geslaagden van de in het eerste lid bedoelde examens, vergelijkende examens of vergelijkende selecties voor een der bij dit besluit geschrapte graden worden geacht geslaagden te zijn voor een examen, vergelijkend examen of vergelijkende selectie voor de graad of klasse overeenstemmend met de geschrapte graad. Zij worden in de nieuwe loopbaan in de daartoe overeenstemmende graad, klasse of weddenschaal geïntegreerd op de datum waarop ze bevorderd worden.

De procedures inzake bevordering en verandering van graad die lopend zijn op het moment van de publicatie van dit besluit worden verder geregeld door de bepalingen zoals die voorheen van kracht waren. De benoemingen die het resultaat zijn van de hiervoor vermelde procedures gebeuren in de graad zoals die bestaat voor de publicatie van het besluit. Indien de graad een door dit besluit geschrapte graad betreft, worden de personeelsleden vervolgens ambtshalve in de overeenstemmende graad of klasse benoemd.

De personeelsleden behouden het voordeel van de bevorderingen die hen werden toegekend in de periode tussen de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen en de publicatie van dit besluit en worden in de nieuwe loopbaan in de overeenstemmende graad, klasse of weddenschaal geïntegreerd op de datum waarop hen de bevorderingen werden toegekend.

Art. 42.Tenzij anders bepaald volgen de personeelsleden van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, zoals wordt voorzien in het Verslag aan de Koning dat voorafgaat aan het koninklijk besluit van 29 december 1956 tot vaststelling van het statuut van het personeel bij het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, dezelfde bepalingen, voornamelijk op geldelijk gebied, als deze die van toepassing zijn op het rijkspersoneel.

Art. 43.Opgeheven worden : - het koninklijk besluit van 2 maart 1999 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven titularis kunnen zijn; - het koninklijk besluit van 2 maart 1999 tot vaststelling van de weddenschalen van de graden bij het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven.

Art. 44.Tenzij anders bepaald heeft dit besluit uitwerking met ingang van 1 december 2004, met uitzondering van: - de bepalingen over de inschaling in niveau D die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2002; - de bepalingen over de inschaling in niveau C die uitwerking hebben met ingang van 1 juni 2002; - de bepalingen over de inschaling in niveau B die uitwerking hebben met ingang van 1 oktober 2002.

Art. 45.Onze Minister bevoegd voor Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Firenze, 9 mei 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister voor Ondernemen, V. VAN QUICKENBORNE

Bijlage 1 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 9 mei 2008 houdende hervorming van de loopbaan van de personeelsleden van het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven ALBERT Van Koningswege : De Minister voor Ondernemen, V. VAN QUICKENBORNE

Bijlage 2 De personeelsleden die op 1 december 2004 titularis zijn van een van de geschrapte graden die hierna in kolom 1 zijn opgenomen en bekleed zijn met een weddenschaal die in kolom 2 is opgenomen, worden ambtshalve benoemd in de klasse die in kolom 3 is opgenomen, bezoldigd in de weddenschaal die opgenomen is in kolom 4 en dragen de titel hiertegenover vermeld in kolom 5 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 9 mei 2008 houdende hervorming van de loopbaan van depersoneelsleden van het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven.

ALBERT Van Koningswege : De Minister voor Ondernemen, V. VAN QUICKENBORNE

^