Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 mei 2009
gepubliceerd op 09 juni 2009

Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de kinderen met een handicap in de regeling van de zelfstandigen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2009022307
pub.
09/06/2009
prom.
09/05/2009
ELI
eli/besluit/2009/05/09/2009022307/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 MEI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de kinderen met een handicap in de regeling van de zelfstandigen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 maart 1976 betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen, artikel 1, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 januari 2004 tot uitvoering van de artikelen 20, 26 en 35, § 2, van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 maart 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 19 maart 2009;

Gelet op het advies nr. 46.338/1 van de Raad van State, gegeven op 23 april 2009 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoôrdineerd op 12 j anuari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Zelfstandigen, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 26 van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 februari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, eerste lid, wordt aangevuld met de woorden « en dit bij wijze van overgangsmaatregel tot de regeling opgenomen in § 1bis van toepassing is »;2° in § 1bis, eerste lid, worden de woorden « geboren is na 31 december 1992 en » opgeheven.

Art. 2.In het opschrift van hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 25 januari 2004 tot uitvoering van de artikelen 20, 26 en 35, § 2, van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 februari 2007, worden de woorden « Kinderen geboren uiterlijk op 31 december 1992. » vervangen door de woorden « Overgangsregeling ten aanzien van de kinderen geboren uiterlijk op 31 december 1992. ».

Art. 3.In hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt een artike1 4bis ingevoegd, luidende : «

Art. 4bis.Dit hoofdstuk is alleen van toepassing op kinderen waarvoor een beslissing voorafgaand aan 1 mei 2009 ingevolge een aanvraag ingediend voor deze datum of voortvloeiend uit een ambtshalve herziening waarvan de uitkering begonnen is voor deze datum, uitwerking heeft op 1 mei 2009. Bij de eerste herziening na 30 april 2009 ingevolge een aanvraag tot herziening of ambtshalve herziening is : a) voor de periode tot 30 april 2009 hoofdstuk II van dit besluit van toepassing;b) voor de periode na 30 april 2009 hoofdstuk III, afdeling I, van dit besluit van toepassing.»

Art. 4.In het opschrift van hoofdstuk III van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 februari 2007, worden de woorden « Kinderen geboren na 31 december 1992. » opgeheven.

Art. 5.In hoofdstuk III, afdeling 1, van hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis ingevoegd, luidende : «

Art. 7bis.Deze afdeling is van toepassing, onverminderd de bepalingen van hoofdstuk II. »

Art. 6.In de artikelen 8, enig lid, 1° en 5°, en 9, enig lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 februari 2007, worden de woorden « bepalingen die gelden voor het kind geboren uiterlijk op 31 december 1992" vervangen door de woorden « oude regeling ».

Art. 7.In de artikelen 8, enig lid, 2° en 5°, 8bis, eerste lid, en 10, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 februari 2007, worden de woorden « bepalingen die gelden voor het kind geboren na 31 december 1992 » vervangen door de woorden « nieuwe regeling ».

Art. 8.Artikel 8 quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 februari 2007, wordt vervangen aIs volgt : «

Art. 8quater.Indien een medische beslissing, ingevolge een aanvraag ingediend voor 1 januari 2007 of voortvloeiend uit een ambtshalve herziening waarvan de uitwerking begonnen is voor 1 januari 2007, aanleiding geeft tot een ambtshalve herziening die ten vroegste uitwerking heeft op 1 januari 2007, verricht de geneesheer een evaluatie, in afwijking van artikel 23, vierde lid, van het koninklijk besluit van 28 maart 2003, met een terugwerkende kracht van vijf jaar, welke ingaat de eerste dag van het trimester in de loop waarvan deze medische beslissing ten einde loopt. Deze evaluatie wordt verricht : a) overeenkomstig de oude regeling voor de periode voor 1 mei 2003;b) overeenkomstig de nieuwe regeling voor de periode vanaf 1 mei 2003. Telkens een hoger bedrag kan worden toegekend, betaalt de instelling het verschil. Op de latere ambtshalve herzieningen is artikel 23, vierde lid, van het koninklijk besluit van 28 maart 2003, van toepassing. »

Art. 9.Het hoofdstuk III, afdeling 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 februari 2007, wordt aangevuld met een onderafdeling III, luidende : « Onderafdeling 3. - Kinderen geboren uiterlijk op 31 december 1992 Art. Ilbis. Voor de nieuwe aanvragen en aanvragen tot herziening die ingediend worden vanaf 1 mei 2009, is : a) voor de periode voor 1 mei 2009 de oude regeling van toepassing;b) voor de periode vanaf 1 mei 2009 de nieuwe regeling van toepassing. Indien een medische beslissing ingevolge een aanvraag ingediend voor 1 mei 2009 of voortvloeiend uit een ambtshalve herziening waarvan de uitwerking begonnen is voor 1 mei 2009, aanleiding geeft tot een ambtshalve herziening die ten vroegste op 1 mei 2009 uitwerking heeft, heeft deze laatste ambtshalve herziening, in afwijking van artikel 23, vierde lid, van het koninklijk besluit van 28 maart 2003, een terugwerkende kracht van vijf jaar, welke ingaat de eerste dag van het trimester in de loop waarvan deze medische beslissing ten einde loopt.

Op deze ambtshalve herziening is : a) de oude regeling van toepassing voor de periode voor 1 mei 2009;b) de nieuwe regeling van toepassing voor de periode vanaf 1 mei 2009. Telkens naar aanleiding van een aanvraag tot herziening of een ambtshalve herziening retroactief een hoger bedrag kan worden toegekend, betaalt de instelling het verschil.

Op de latere ambtshalve herzieningen is artikel 23, vierde lid, van het koninklijk besluit van 28 maart 2003 van toepassing. »

Art. 10.In artikel 12 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt : « De instelling onderzoekt of alle toekenningvoorwaarden, met uitzondering van deze betreffende de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid en de gevolgen van de aandoening, vervuld zijn.

In bevestigend geval zendt de instelling het aanvraagformulier en het inlichtingenformulier, waarvan de modellen vastgelegd zijn door de Dienst, aan de aanvrager.

In afwijking van het derde lid zendt de instelling, die zich daartoe in de materiële mogelijkheid bevindt, de aanvraag aan de Dienst onder de vorm van een elektronische mededeling waarvan het model is vastgesteld door dezelfde Dienst.

In het geval bedoeld in het vierde lid zendt de Dienst dit inlichtingenformulier aan de aanvrager. »

Art. 11.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt aangevuld door het volgende lid : « Artikel 21bis van het koninklijk besluit van 28 maart 2003 kan eveneens van toepassing zijn. »

Art. 12.In artikel 15 van hetze1fde besluit wordt het derde lid vervangen aIs volgt : « De herziening kan ook worden verricht op verzoek van de geneesheer, inzonderheid op basis van nieuwe inlichtingen die worden medegedeeld door de bevoegde kinderbij slaginstelling.

Telkens ten gevolge van de herziening uitgevoerd krachtens dit artikel een hoger bedrag kan worden toegekend, betaalt de instelling het verschil. »

Art. 13.Een artikel 16bis, luidende als volgt, wordt ingevoegd in hetzelfde besluit : «

Art. 16bis.De ambtshalve herziening bedoeld in artikel 16 wordt onderzocht overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 20 en 21, §§ 1 en 2, van het koninklijk besluit van 28 maart 2003. »

Art. 14.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de woorden "de bepalingen van artikel 12" vervangen door de woorden "de bepalingen van de artikelen 12, 13 en 14".

Art. 15.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2009.

Art. 16.De Minister die de Zelfstandigen onder haar bevoegdheid heeft is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 mei 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE

^