Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 oktober 2014
gepubliceerd op 28 januari 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 februari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, betreffende het sectoraal akkoord 2013-2014

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2014012184
pub.
28/01/2015
prom.
09/10/2014
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 OKTOBER 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 februari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, betreffende het sectoraal akkoord 2013-2014 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het verzekeringswezen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 februari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, betreffende het sectoraal akkoord 2013-2014.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 oktober 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het verzekeringswezen Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 februari 2014 Sectoraal akkoord 2013-2014 (Overeenkomst geregistreerd op 28 april 2014 onder het nummer 120816/CO/306) 1. Toepassingsgebied Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het verzekeringswezen. 2. Vastheid van betrekking Art.2. Vanaf 1 januari 2014 tot 31 december 2015 zullen de werkgevers die willen ontslaan om technische redenen van arbeidsorganisatie, vóór die ontslagen met de sociale partners onderhandelen om te zoeken naar gepaste oplossingen teneinde de werkgelegenheid van de betrokken werknemers zoveel mogelijk te vrijwaren of hun heroriënteringsmogelijkheden te vergroten.

Indien geen overeenkomst kan worden bereikt, zullen bovenop de ontslagvergoedingen, de sancties van artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2010 betreffende de vastheid van betrekking van toepassing zijn.

Art. 3.Een paritaire werkgroep wordt ermee belast de begrippen "ontslag wegens economische of technische redenen" en "ontslag wegens technische redenen van arbeidsorganisatie" tegen uiterlijk 31 december 2015 te verduidelijken. 3. Opleiding - inzetbaarheid a.Opleidingskrediet

Art. 4.Een opleidingskrediet, uitgedrukt in aantal dagen per jaar, wordt, voor het jaar 2014, collectief op bedrijfsvlak als volgt bepaald : personeelsbestand met een arbeidsovereenkomst uitgedrukt in voltijds equivalent op 30 juni van het voorgaande jaar, vermenigvuldigd met 4.

Dat krediet omvat zowel de opleidingen op de werkplaats als de externe opleidingen.

Art. 5.Elke werknemer heeft het recht tegenover zijn werkgever zijn opleidingsbehoeften op gemotiveerde wijze uit te drukken binnen het kader van een jaarlijkse behoefte-evaluatie. Ingeval de werkgever de opleiding weigert, dient hij zijn beslissing te motiveren.

Een verslag hierover zal worden verstrekt aan de ondernemingsraad samen met de jaarlijkse economische en financiële inlichtingen. Dat verslag zal onder meer gegevens bevatten over het aantal opleidingsdagen die tijdens het jaar georganiseerd werden, de verschillende soorten van opleidingen en het aantal betrokken werknemers.

Art. 6.Alle werknemers hebben toegang tot deze opleidingsmogelijkheid op voorwaarde dat ze verband houdt met het beroepsleven in de onderneming.

Het principe dat iedereen toegang heeft tot opleiding zal geëvalueerd worden begin 2015 om een objectief debat mogelijk te maken op het niveau van de verzekeringssector. b. Financiering van FOPAS 2014 Art.7. Op basis van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (deel I), titel XIII, hoofdstuk VIII, 1ste afdeling, wordt als bijlage bij deze overeenkomst een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst over de bijdrage van 0,20 pct. aan FOPAS gesloten voor het jaar 2014. c. Opleidingsinspanningen Art.8. De ondertekenende partijen erkennen het belang van de ontwikkeling van opleidingen en van levenslang leren.

Met het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst die voor het jaar 2014 de aan FOPAS gestorte bijdrage verdubbelt en via het opleidingskrediet wensen de sociale partners uit de verzekeringssector dan ook, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 11 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2007 pub. 22/10/2007 numac 2007012615 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 juni 1989 tot vaststelling van het aantal leden van het Paritair Comité voor het vervoer type koninklijk besluit prom. 11/10/2007 pub. 22/10/2007 numac 2007012617 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 januari 1972 tot vaststelling van het aantal leden van bepaalde paritaire comités type koninklijk besluit prom. 11/10/2007 pub. 22/10/2007 numac 2007012616 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 oktober 1996 tot vaststelling van het aantal leden van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken type koninklijk besluit prom. 11/10/2007 pub. 05/12/2007 numac 2007012348 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact sluiten, in 2014 de opleidingsinspanningen in de verzekeringssector te intensifiëren, in de vorm van een verhoging van de financiële inspanningen ten gunste van de beroepsopleiding. d. Loopbaanbegeleiding Art.9. In het kader van de vergrijzingsproblematiek (lange loopbanen) en de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 104 van 27 juni 2012 betreffende de uitvoering van een plan voor de tewerkstelling van de oudere werknemers in de onderneming, bevelen de sociale partners aan de werknemers die 45 jaar of ouder zijn aan om opleidingsmodules te volgen (coaching) betreffende de individuele loopbaanbegeleiding die ontwikkeld zijn in het kader van FOPAS en/of binnen de verzekeringsondernemingen. e. Observatorium voor de beroepen Art.10. Het paritaire observatorium voor de evolutie van de verzekeringsberoepen heeft tot taak op de toekomstige ontwikkelingen te anticiperen en toekomstgericht na te denken over werkgelegenheid, opleiding en competenties in de verzekeringssector.

In een toekomstvisie van de verzekeringssector ontwikkelt FOPAS hierover meerdere initiatieven betreffende : - De toekomstige behoeften inzake competenties en opleidingen verwacht in 2020; - De actualisering van de competentieprofielen; - Specifieke opleidingen en activiteiten voor de 45/50-plussers; - Kennisdeling en -creatie over het thema "45/50-plus".

De sociale partners zullen meer zichtbaarheid geven aan het Observatorium voor de verzekeringsberoepen. f. Arbeiders - bedienden - luik inzetbaarheid : Art.11. Er wordt een paritaire werkgroep "inzetbaarheid" opgericht die tot doel heeft het luik "inzetbaarheid" te ontwikkelen dat opgenomen is in de wet van 26 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013012289 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen sluiten betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden wat betreft de opzegregeling- en termijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen(1) (artikel 92).

Die paritaire werkgroep zal eind 2014 verslag uitbrengen aan het paritair comité. Het paritair comité zal uiteindelijk via collectieve arbeidsovereenkomst de sectorale inhoud vaststellen van het luik inzetbaarheid. g. Risicogroepen - doelgroep Art.12. Het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I) stelt de specifieke doelgroepen vast waarvoor een deel van de risicogroepenbijdrage gebruikt wordt, en dit vanaf 1 januari 2013.

Art. 13.Artikel 11 van de statuten van FOPAS vastgesteld door de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 2007 wordt zo aangepast dat het in de definitie van de sectorale risicogroepen rekening houdt met het koninklijk besluit.

Art. 14.De binnen het beheerscomité van FOPAS vertegenwoordigde sociale partners verbinden zich ertoe denksporen te vinden om dit koninklijk besluit te integreren in het licht van de concrete werkelijkheid van de tewerkstelling en de opleidingen en competenties die vereist zijn binnen de verzekeringssector. 4. Modernisering van het arbeidsrecht Art.15. Met toepassing van de wet van 17 augustus 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/08/2013 pub. 29/08/2013 numac 2013204494 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, ministerie van landsverdediging, buitenlandse zaken, buite,landse handel en ontwikkelingssamenwerking, economie, k.m.o., middenstand en energie, sociale zekerheid, binnenlandse zaken, justitie, budget en beheerscontrole, overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de modernisering van het arbeidsrecht en houdende diverse bepalingen type wet prom. 17/08/2013 pub. 08/08/2014 numac 2013015216 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Verdrag betreffende maritieme arbeid, aangenomen te Genève op 23 februari 2006 door de Internationale Arbeidsconferentie tijdens haar 94ste zitting (2) sluiten betreffende de modernisering van het arbeidsrecht en houdende diverse bepalingen en met inachtneming van de in het koninklijk besluit van 11 september 2013 vastgestelde onderhandelingsprocedures(2), brengen de sociale partners vanaf 1 januari 2014, de interne grens van de arbeidsduur die in de loop van de referteperiode moet worden nageleefd in het kader van de op jaarbasis berekende alternatieve uurregelingen op 130 uur (ingevoerd krachtens de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 2007 betreffende de invoering van de alternatieve uurregelingen en de verschoven uurregelingen). 5. Telewerk Art.16. De vertegenwoordigers van de werknemers worden geïnformeerd en geraadpleegd over de invoering van telewerk. De evolutie van telewerk vereist tevens een dialoog tussen sociale partners binnen de onderneming. 6. Beheer en preventie van stress op het werk a.Aanbevelingen voor concrete acties

Art. 17.De paritaire werkgroep "stress" zal zijn werkzaamheden voortzetten teneinde de aanbevelingen van 2008 te actualiseren om aan te zetten tot het ontwikkelen van concrete acties in de onderneming, zoals : - loopbaangesprekken, - risicoanalyse, - specifieke opleidingsprogramma's ter attentie van werknemers die ouder zijn dan 45 jaar, - de mentoraatsmaatregelen... b. Uitbreiding van het tijdskrediet Art.18. Met inachtneming van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, sluiten de sociale partners een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst tot invoering van een mogelijk tijdskrediet (1/5) voor werknemers vanaf 50 jaar en met 28 jaar loopbaan.

Deze overeenkomst wordt gesloten voor 2 jaar (van 1 januari 2014 tot 31 december 2015) en zal geëvalueerd worden eind 2015. 7. Sociaal overleg a.Omkadering van de vakbondstijd

Art. 19.Een paritaire werkgroep "omkadering van de vakbondstijd" zal de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten met betrekking tot de vakbondstijd analyseren in relatie met de situaties die zich voordoen in de ondernemingen en zal voor eind 2014 verslag uitbrengen aan het paritair comité. b. Vernieuwing van de vakbondsafvaardigingen Art.20. De procedure voor de vernieuwing van de vakbondsafvaardigingen als voorzien in de artikelen 7B en 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 1977 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen zal worden aangepast.

De partijen komen overeen de na de sociale verkiezingen van 2012 geïnstalleerde vakbondsafvaardigingen voort te zetten. Deze vakbondsafvaardigingen blijven in functie tot de nieuwe vakbondsafvaardigingen geïnstalleerd zijn na de sociale verkiezingen van 2016, tenzij één van de representatieve vakbondsorganisaties op het niveau van de verzekeringssector per aangetekende brief, gericht aan de directie van de betrokken onderneming, een verzoek richt tot wijziging van de samenstelling van de vakbondsafvaardiging vóór 30 april 2014.

Een werkgroep wordt belast met formuleren van voorstelling tot wijziging van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst. 8. Werkloosheidsstelsel met bedrijfstoeslag (vroeger brugpensioen) Art.21. De sociale partners sluiten een specifieke sectorale collectieve overeenkomst betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag teneinde de leeftijd te verlagen naar 58 jaar voor een periode van een jaar (van 1 januari 2014 tot 31 december 2014).

Dit stelsel heeft uitsluitend betrekking op de werknemers vanaf 58 jaar die voldoen aan de criteria van de nieuwe regelgeving. 9. Fonds voor vakbondsopleiding 1) Jaar 2013 Art.22. Assuralia zal voor 2013 een jaarlijkse bijdrage storten van 750.000 EUR aan het Fonds voor vakbondsopleiding op voorwaarde dat aan de hieronder vermelde bepalingen (jaarverslag 2009, 2010 en 2011) wordt voldaan. 2) Jaar 2014 Art.23. Assuralia stort voor 2014 een jaarlijkse bijdrage van 750.000 EUR aan het Fonds voor vakbondsopleiding, na vervallen termijn, op voorwaarde dat aan de hieronder vermelde bepalingen (jaarverslag 2012, 2013, sociale vrede en marge) wordt voldaan. 3) Jaarlijks rapport Art.24. De vakbondsorganisaties stellen een jaarlijks rapport op over de verdeling en de effectieve aanwending van die bedragen voor gebruik door het paritair comité. 10. Sociale vrede Art.25. De partijen en hun mandatarissen zien ervan af om, tijdens de duur van deze overeenkomst, een collectief conflict uit te lokken, uit te roepen of te steunen dat, op het vlak van de sector of van de ondernemingen afzonderlijk, kracht bijzet aan eisen betreffende punten die door bestaande collectieve sectorovereenkomsten geregeld worden. 11. Marge voor de ontwikkeling van de loonkosten Art.26. De partijen erkennen dat de bepalingen van het koninklijk besluit van 28 april 2013(3) en van de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen geëerbiedigd zijn.

Dit betekent dat geen enkele aanvullende eis, die gevolgen heeft voor de loonkost, zal worden ingediend op het niveau van de ondernemingen betreffende de elementen en punten die door dit akkoord 2013-2014 en de daarbij behorende collectieve overeenkomsten geregeld worden. 12. Geldigheidsduur Art.27. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2013 en treedt buiten werking op 31 december 2014, met uitzondering van de volgende artikelen : - Vastheid van betrekking : bepaling geldig vanaf 1 januari 2014 tot 31 december 2015 (artikel 2); - Modernisering van het arbeidsrecht : bepaling gesloten voor onbepaalde duur (artikel 15); - Tijdskrediet : bepaling geldig vanaf 1 januari 2014 tot 31 december 2015 (artikel 18).

De voor onbepaalde duur gesloten bepalingen kunnen opgezegd worden mits de voorzitter van het paritair comité daarvan 3 maanden op voorhand in kennis wordt gesteld, per ter post aangetekende brief.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 oktober 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota's (1) Gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 december 2013.(2) Tot vaststelling van de onderhandelingsprocedures voor het verhogen van de interne grens van de arbeidsduur die in de loop van een referteperiode moet worden nageleefd en van het quotum overuren waarvoor de werknemer kan afzien van de inhaalrust in toepassing van artikel 26bis, § 1bis en § 2bis van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten. (3) Tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.

^