Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 oktober 2014
gepubliceerd op 18 december 2014

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de jaren 2013-2014

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2014012197
pub.
18/12/2014
prom.
09/10/2014
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 OKTOBER 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de jaren 2013-2014 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de jaren 2013-2014.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 oktober 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2013 Loon- en arbeidsvoorwaarden voor de jaren 2013-2014 (Overeenkomst geregistreerd op 5 december 2013 onder het nummer 118288/CO/211) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel ressorteren.

Onder "bedienden" worden hierna de bedienden van het mannelijk en het vrouwelijk geslacht verstaan.

Eveneens gebruikt in deze overeenkomst en met een zelfde betekenis is de term "werknemer".

Onder "CAO" wordt verstaan : de collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK II. - Beroepsindeling per categorie

Art. 2.Het begrip "genoten onderwijs" dat op elke trap wordt aangeduid, komt slechts in aanmerking als beoordelingsfactor bij de aanvang van de loopbaan en bij ontstentenis van de andere factoren welke het algemeen kenmerk van elk dezer categorieën uitmaken. Het staat vast dat de bediende, die thans één der hierna vermelde functies uitoefent, in zijn categorie moet worden opgenomen zonder met de maatstaf "schoolonderricht" rekening te houden.

Art. 3.Voor de indeling van de bedienden in de raffinaderijen wordt er overeengekomen dat de indeling van het technisch personeel per onderneming zal worden uitgewerkt op het niveau ervan; zij geldt slechts voor de onderneming waarvoor zij werd uitgewerkt.

Art. 4.De verschillende beroepscategorieën zijn : § 1. Eerste categorie. a. Bedienden waarvan de functie wort gekenmerkt door : 1)opgedane kennis die overeenstemt met het programma van het lager onderwijs en voldoende is om functies te kunnen uitoefenen van het minste niveau die door de wet of de rechtspraak worden erkend als zijnde van overwegend intellectuele aard;2) correcte uitvoering van een werk van ondergeschikt belang.b. Bijvoorbeeld : Bediende die hoofdzakelijk eenvoudig schrijf-, cijfer- en registratiewerk verricht, steekkaarten bijhoudt, lijsten en statuten opmaakt of secundair werk van hetzelfde niveau uitvoert. Kopiist, typist-kopiist (minder dan 40 woorden per minuut), hulparchivaris.

Huisbewaarder, kantoorjongen, portier, loopjongen, deurwaarder.

Hulpmagazijnier. § 2. Tweede categorie. a. Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : 1) kennis door onderwijs of praktijk opgedaan, gelijkwaardig aan deze die wordt verkregen door de eerste drie jaren van het middelbaar onderwijs;2) de uitvoering van eenvoudig, weinig afwisselend werk, waarvoor de verantwoordelijkheid wordt beperkt door een rechtstreeks en bestendig toezicht;3) een beperkte leertijd voldoende om de vereiste vaardigheid in een bepaald werk te verkrijgen.b. Bijvoorbeeld : Facturist, houder van secondaire boeken, houder van bestellingboeken, houder van gewone statistieken, van schrifturen, van voorraden. Eenvoudige inbreng van gegevens in de computer.

Hulptekenaar.

Plankopiist.

Verificateur van gewone boekhoudingsdocumenten, opmaken van vervoerborderellen en -documenten (vrachtbrieven).

Typist (40 woorden per minuut).

Typist-kopiist (meer dan 40 woorden per minuut).

Stenotypist (zonder ervaring, minder dan 100 woorden per minuut in steno en minder dan 40 woorden per minuut met de machine), met hoogstens één jaar dienst in de firma.

Beginnend telefonist.

Receptionist.

Drager (waardenvervoer of koerierdienst).

Bediende die de briefwisseling moet ontvangen en verzenden.

Bediende van een vliegveld belast met de bevoorrading onder toezicht van een bediende van de hogere rang.

Bediende die de kaaiverzender van een hogere rang helpt.

Pointeur van het verkeer belast met de betrekkingen met de spoorwegen voor het inkomen en uitgaan van de koopwaren (moet het stationeren van het rollend materiaal in de fabriek controleren en de betwistingen, mankementen en averijen vaststellen).

Bediende tewerkgesteld aan speciale machines die een opleiding en een goede training vergen.

Magazijnier (leeggoed, gevulde verpakkingen).

Hulplaborant.

Autobestuurder.

Worden insgelijks in deze categorie ingedeeld, al de bedienden waarvan de functies, bij analogie, beantwoorden aan de hierboven bij wijze van voorbeeld omschreven functies. § 3. Derde categorie. a. Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : 1) een praktische vorming, gelijkwaardig aan deze die wordt verkregen door volledige middelbare studies of door lager middelbaar onderwijs, aangevuld hetzij door een beroepsopleiding, hetzij door een vakbekwaming door middel van stages, hetzij door het uitoefenen van gelijke of gelijkaardige betrekkingen;2) een zelfstandig afwisselend uitvoeringswerk, dat gewoonlijk initiatief en redenering vereist van degene die het uitvoert en bovendien verantwoordelijkheid voor de uitvoering vergt.b. Bijvoorbeeld : Bediende belast met een binnentaak die in de tweede categorie voorkomt en die zich insgelijks met buitenpubliciteit inlaat. Bediende belast met het opstellen van brieven waarvoor een goede praktijk inzake handelsbriefwisseling noodzakelijk is, evenals met het voeren van telefonische contacten met de klanten en de buitendiensten, de berekening van de prijzen met het oog op de aanbiedingen die hij opmaakt of ontvangt, de studie van sommige eenvoudige betwistingen teneinde voorstellen van antwoord op te maken.

Handelsvertaler.

Bediende belast met de berekening en de onderverdeling van de lonen en de gebeurlijke uitbetaling ervan (sociale verzekeringen, kinderbijslagen, betaald verlof, fiscale afhoudingen, enz.).

Bediende die rekeningen bijhoudt van de klanten, leveranciers en banken, waarvoor goede begrippen van handels- of nijverheidsboekhouding noodzakelijk zijn.

Bedienaar van telex of gelijkaardige apparatuur (telefax).

Codificeerder van boekhouding.

Bediende die de schrifturen bijhoudt en voorraden en overdrachten controleert.

Kassier, hulpboekhouder, onder meer belast met het opmaken van de facturen waarvoor onderscheidingsvermogen en/of het bijhouden van de rekeningen-courant noodzakelijk zijn.

Verzender per spoor of langs de baan, maakt alle binnenlandse en internationale vrachtbrieven op, verzekert er zich van dat deze documenten zijn opgemaakt volgens de voorschriften, met gebeurlijke aanduidingen van de te volgen weg, tegen het laagste tarief, en dat de onontbeerlijke tol- en uitvoerbescheiden er bijgevoegd zijn.

Typist (dictafoon).

Stenotypist (100 woorden per minuut in steno, 40 woorden per minuut met de machine).

Telefonist.

Verpleger (A2).

Kaai-expediteur die, naast de bediende van de vorige rang, op de kaai nagaat, de verpakking naziet, gebeurlijk mankementen en verliezen vaststelt, zich er van verzekert dat de overslag en de doorvoer normaal verloopt.

Bediende van de aankoopdienst.

Depotbediende : belast onder meer met de organisatie van de vrachtvervoerdienst.

Tankpeiler, na een stage van twee jaar in het beroep, rekening gehouden met de aard van het werk bestaande onder meer in : a) de tanks aan boord van de schepen en/of lichters, alsmede de tanks aan wal peilen;b) al de er mede in verband staande berekeningen uitvoeren om de verschillende bescheiden op te maken, onder meer voor de toldienst en de boekhouding van de onderneming. Laborant : technisch bediende (A2), moet op de hoogte zijn van en in staat zijn het merendeel der analyses betreffende de petroleumnijverheid te verrichten. Hij moet verslagen over uitslagen van analyses, berekeningen van analyses opmaken. Hij werkt niettemin onder toezicht van een analist-laborant of van een scheikundige.

Hoofdmagazijnier.

Bediende belast met de inspectie van de pompen, zowel in de distributie als in de raffinage.

Worden insgelijks in deze categorie ingedeeld, al de bedienden waarvan de functies bij analogie beantwoorden aan de hierboven bij wijze van voorbeeld omschreven functies. § 4. Vierde categorie A. a. Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : 1) den gelijkwaardige vorming aan deze die wordt verkregen door volledige middelbare studies aangevuld door gespecialiseerde hogere studies van het korte type;2) een beperkte tijd om zich in te werken;3) meer afwisselend zelfstandig werk, dat een meer dan gemiddelde vakbekwaamheid, initiatief en verantwoordelijkheidsbesef eist vanwege diegene die het uitvoert;4) bekwaamheid om : 1° al het mindere werk van de eigen specialiteit uit te voeren;2° al de elementen voor het hem toevertrouwde werk te verzamelen, gebeurlijk geholpen door bedienden van de voorgaande rangen.b. Bijvoorbeeld : Handelsboekhouder, bediende belast met de omzetting van al de handelsverrichtingen in boekhouding, zo samen te stellen en te verzamelen om er het volgende te kunnen uithalen : balansen, ramingen der kasmiddelen, enz. Eerst-verantwoordelijk opsteller van de technische, administratieve of commerciële dienst.

Commerciële of verkoopassistent.

Technisch vertaler.

Handelsvertaler (ander werk dan briefwisseling).

Helper computerprogrammeur.

Beginnend computerprogrammeur.

Eerste computeroperateur.

Eerste codificeerder van de boekhouding.

Steno-typist-secretaris, bekwaam om 100 woorden per minuut in steno en 40 woorden per minuut met de machine te schrijven, die brieven kan opstellen op eenvoudige aanwijzingen van zijn chef of van de directie en die sommige werken kan voorbereiden.

Bediende belast met kwesties van vervoer, fiscaliteit, verzekering, betwiste gevallen en beheer van onroerende goederen.

Eerst-verantwoordelijk bediende van de dienst "vrachtvervoer" (dispatcher), die werkelijk deze dienst leidt, gebeurlijk bijgestaan door één of verscheidene bedienden van de voorgaande rang.

Bediende die de exploitatiekosten en de bewegingen van de lichters controleert.

Toldeclarant, verantwoordelijk voor de declaraties, zegels, vergunningen, enz., het houden van boeken, zeeschepen, lichters, uitvoer.

Analist-laborant : houder van een wettelijk diploma van een technische school van de hogere graad, ofwel in de petroleumnijverheid een lange praktijk en ervaring (4 jaren) hebben. Moet zelfstandig al de analyses betreffende de petroleumnijverheid kunnen verrichten, bijvoorbeeld : verhoudingscijfer diesel, viscositeit, zuurgehalte, as, afval koolstof, gomgehalte, destillatie, calorisch vermogen, zwavelgehalte en een voortdurende controle over de aan gang zijnde fabricage.

Uitvoeringstekenaar.

Worden insgelijks in deze categorie ingedeeld al de bedienden waarvan de functies, bij analogie beantwoorden aan de hierboven bij wijze van voorbeeld omschreven functies. § 5. Vierde categorie B. a. Bedienden die aan de maatstaven van categorie 4A beantwoorden en één der hierna vermelde functies uitoefenen. Eerstverantwoordelijk bediende van de administratieve, commerciële of boekhoudingsdiensten.

Bediende met een uitgebreide theoretische en professionele kennis en die verantwoordelijk is voor de goede uitvoering van de taken die op zijn dienst rusten : heeft rechtstreeks gezag over één of meer bedienden van de lagere rangen.

Geschoolde tolagent.

Bediende die verantwoordelijk is voor het onderhoud en het herstellen van tankwagens, lichters (gebeurlijke verhuring, geschillen met de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, berekening van de kosten der herstelling, arbeidskrachten en grondstoffen).

Eerste technische vertaler.

Handelsafgevaardigde die de klanten bezoekt en handelsvertegenwoordiger. Na twee jaar stage in de functie. Zo hun bezoldiging geheel of gedeeltelijk uit commissieloon bestaat, genieten zij de minimumwaarborg van jaarlijkse inkomsten, gelijk aan deze van de categorie 4B, op voorwaarde dat zij hun functie full-time voor dezelfde werkgever uitoefenen.

Verpleger, houder van een diploma A1.

Maatschappelijk assistent (A1).

Scheikundige : moet in bezit zijn van een diploma van een vak- of nijverheidsschool van de hogere graad, of moet een lange praktijk en ervaring (4 jaren) in de nijverheid hebben, moet de algemene gang van een fabriek kennen en alle analyses verrichten die haar aanbelangen.

Hij is verantwoordelijk voor de uitslagen van de analyses die zijn laboratorium verlaten. Hij heeft één of meer bedienden onder zijn bevelen. Hij maakt de uitslagen van de analyses op en ondertekent ze.

Hij verricht ook ingewikkelder opzoekingen en proefnemingen, zoals de bepaling van het octaan- en cetaalgetal, de vacuumdestillatie, enz.

Projecttekenaar.

Worden insgelijks in deze categorie ingedeeld, al de bedienden waarvan de functies bij analogie beantwoorden aan de hierboven bij wijze van voorbeeld omschreven functies. § 6. Categorie 4B+. a. Bedienden met een opleidingsniveau van het hoger onderwijs (onder andere industriële ingenieurs) die een bepaalde verantwoordelijkheid over andere uitvoerende bedienden dragen (notie meesterschapspersoneel).Het gaat om bedienden die hun technische kennis kunnen overdragen op andere en minder ervaren werknemers uit dezelfde diensten. Zij vervullen aldus een bepaalde rol van "coaching", kunnen procedures uitschrijven, hebben een grote mate van zelfstandigheid, zijn in staat hun chef te vervangen en doen dit ook. b. Het gaat om volgende functies na minimum 2 jaar anciënniteit hierin : Console-operators (schermbedienden) in de raffinage. Supervisors onderhoud (eerste lijn) in de raffinage.

Operationele supervisors in de raffinage.

Inspecteurs technische diensten (verkoopsnet).

Sergeanten brandweer.

Veiligheidsbeambten.

Labotechnologisten die hoogwaardige specialisaties (zoals bijvoorbeeld gas-chromatologie) beheersen en in staat zijn om niet-routinematige analyses te verrichten, en zelfstandig optreden.

Ervaren computer-programmeur.

Analistprogrammeur.

Computer operations assistant of ploegleider informaticadienst.

Assistent personeelszaken.

Board secretaries (secretaresse van het bedrijfshoofd). c. Kunnen desgevallen, mede gelet op de interne bedrijfsclassificatie, door de werkgever in deze ondercategorie ingedeeld worden, sommige bedienden waarvan functies, bij analogie, nauw verwant zijn met bovengenoemde voorbeelden, en die beantwoorden aan de algemene voorwaarden van de categorie 4B+. d. De loonschaal van ondercategorie 4B+ zal steeds overeenstemmen met deze van de categorie 4B verhoogd met 5 pct., welke ook de vorm zij waaronder de latere programmatieverhogingen zullen plaatsvinden. § 7. De bestaande gunstigere bedrijfsloonschalen zullen niet in het gedrang komen door bovenstaande conventionele bepalingen.

Art. 5.Mededeling over de categorie.

Bij het begin van ieder jaar is de werkgever ertoe verplicht aan de bediende schriftelijk de categorie mee te delen, die met de tussen de partijen bedongen loonvoorwaarden overeenstemt. Deze verplichting geldt ook bij iedere categoriewijziging.

Art. 5bis.Voor de niet-technische functies, oprichtingen van een paritaire werkgroep belast met de ontwikkeling van een analytische classificatie die genderneutraal is, naar aanloop van de baremadiscussie voor deze bedienden. Het resultaat van deze werkgroep betreft een aanbeveling, inclusief de technische functies, aan de onderhandelaars, belast met de baremadiscussie. HOOFDSTUK III Lonen, bijzondere voorwaarden en vergoedingen Afdeling 1. - Lonen

Art. 6.De loonschalen, van toepassing op het mannelijk en vrouwelijk personeel, maken een sectoraal minimum uit.

Art. 7.De loonschalen worden vastgelegd bij afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst. Zij laten de werkgevers de nodige ruimte tot het herkennen van de respectieve verdiensten van de bedienden die gelijkwaardige functies vervullen.

Art. 8.Alle bestaande verbintenissen (betaling aan 100 pct.) op ondernemingsniveau inzake werknemers verbonden met een startbaanovereenkomst, blijven behouden.

Art. 9.In de bedrijven waar geen 100 pct. uitbetaald wordt aan de werknemers "startbaanovereenkomst" zal voortaan 100 pct. betaald worden van zodra ze effectieve taken opnemen. Afdeling 2. - Bijzondere voorwaarden

Bescherming van het loon : vermeldingen op de loonafrekening en mededelingen

Art. 10.De afrekening die aan de bediende bij elke definitieve betaling van het loon overhandigd wordt, moet de volgende gegevens bevatten : 1° naam en adres van de werkgever;2° naam en voornaam van de bediende of inschrijvingsnummer van deze laatste bij de werkgever;3° periode waarop de afrekening betrekking heeft;4° brutomaandloon;5° andere elementen van het loon, te weten : overuren en premies;6° inhoudingen voor de sociale zekerheid;7° contractuele inhoudingen;8° bedragen vrijgesteld van inhoudingen voor de sociale zekerheid;9° belastbaar bedrag;10° bedrag van de bedrijfsvoorheffing (belastingwetgeving);11° bedragen vrijgesteld van belastingen;12° af te trekken bedragen (overdracht van een beslag op loon, boeten), zo nodig in bijlage gedetailleerd te vermelden;13° netto te betalen bedrag in speciën. Afdankingen

Art. 11.De ondernemingsraden of, bij hun ontstentenis, de syndicale afvaardigingen, worden periodiek op de hoogte gehouden over het personeelsbeleid, inzonderheid in verband met de afdankingen, die tijdens een bepaalde periode hebben plaats gehad.

Afdanking en wederaanwerving

Art. 12.Zonder aan het beginsel van het gezag van de werkgever afbreuk te doen en teneinde binnen het raam van de economische mogelijkheden van de onderneming, de stabiliteit van de tewerkstelling te verzekeren, is het wenselijk dat de eventuele afdankingen geschieden met inachtneming van zekere billijkheidsregels.

Art. 13.Er wordt aanbevolen bij afdankingen, die het gevolg zouden zijn van bijzondere economische omstandigheden, een prioriteitsrangorde te volgen, die rekening houdt met de bekwaamheid, de verdienste, de specialisering, de leeftijd, de jaren dienst en de familielasten.

In geval van wederaanwerving (bij dezelfde werkgever) zal voorrang verleend worden aan de kandidaten die beantwoorden aan de gevraagde bekwaamheid, in een gelijke rangorde, die omgekeerd is aan diegene die voor de afdanking werd voorzien.

Werknemers ontslagen om economische omstandigheden of wegens herstructurering worden opgenomen in een paritair beheerde tewerkstellingscel. Deze tewerkstellingscel wordt aangesproken bij een vacature in de sector. De tewerkstellingscel wordt eveneens ingelicht over alle extern gepubliceerde vacatures door de ondernemingen. Bij gelijke bekwaamheid van kandidaten heeft de kandidaat ingschreven in de tewerkstellingscel voorrang op aanwerving binnen de sector.

Bij ongelijke bekwaamheid van kandidaten bij aanwerving, zal de werkgever die voorrang verleent aan de kandidaat ingeschreven in de tewerkstellingscel recht hebben op een aanwervingpremie van 5. 306 EUR (indexeerbaar), betaald door het FBZ. Enkel in dit laatste geval kan de werkgever eveneens beroep doen op het FBZ voor terugbetaling van de kost voor de bijkomende opleiding die aan de kandidaat met voorrang moet worden gegeven, onder de voorwaarden van de risicogroepen.

Art. 14.Ingeval van collectieve afdanking of sluiting van onderneming, zal de werkgever voorafgaandelijk de vakverenigingen verwittigen teneinde een overleg te kunnen organiseren gedurende een periode van 3 maand over alle te nemen maatregelen. Deze periode gaat in op de datum van kennisgeving van de beslissing tot collectief ontslag of sluiting aan de directeur van de VDAB, Actiris, FOREM.

Art. 15.Complementaire vergoeding

Anciënniteit/jaar Ancienneté/ans

Wettelijke opzeg/maanden Préavis légal/mois

Complementaire vergoeding/maanden Indemnité complémentaire/mois

Totaal in maanden Total en mois

3

3

1

4

4

3

2

5

5

6

2

8

6

6

2.4

8.4

7

6

2.8

8.8

8

6

3.2

9.2

9

6

3.6

9.6

10

9

4

13

11

9

4.6

13.6

12

9

5.2

14.2

13

9

5.8

14.8

14

9

6.4

15.4

15

12

9

21

16

12

9.6

21.6

17

12

10.2

22.2

18

12

10.8

23.4

19

12

11.4

26.4

20

15

11.4

26.4

21

15

11.4

26.4

22

15

11.4

26.4

23

15

11.8

26.8

24

15

12.4

27.4

25

18

13

31

26

18

13.6

31.6

27

18

14.2

32.2

28

18

14.8

32.8

29

18

15.4

33.4

30

21

16

37

31

21

16.6

37.6

32

21

17.2

38.2

33

21

17.8

38.6

34

21

18.4

39.4

35

24

19

43

36

24

19.6

43.6

37

24

20.2

44.2

38

24

20.8

44.8

39

24

21.4

45.4

40

27

22

49


Deze bijkomende vergoeding in geval van opzeg bestaat steeds uit een som geld (ongeacht of gedurende de wettelijke opzeg het contract nog uitgevoerd wordt of er integendeel een einde aan gemaakt wordt vóór zijn verstrijken, of dat de werkgever de bediende niet vraagt gedurende de wettelijke opzeg verder te werken).

Uitgesloten gevallen : - zware fout; - opruststelling op de leeftijd van het wettelijk of voortijdig pensioen.

Aanrekenbaarheid : In geval van beroep op de rechter, zal de bijkomende vergoeding in geval van opzeg aangerekend worden op het langs gerechtelijke weg toegekend bedrag.

Voorbehoudsclausule : In geval van verhoging van de wettelijke opzegtermijnen in de toekomst, zullen de bijkomende vergoedingen in geval van opzeg dienovereenkomstig worden verminderd, teneinde globaal dezelfde duur te behouden als de som van de huidige wettelijke opzegtermijnen + de bijkomende vergoedingen, zoals hierboven dit is respectievelijk voor :

Anciënniteit - Ancienneté

Maanden - Mois

3

4

4

5

10

13

15

21

20

26.4

25

31

30

37

35

43

40

49


De clausules omtrent werkzekerheid en aanvullende vergoedingen bij opzegging zoals opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomsten van de paritaire comités 117 en 211 blijven onverkort gelden tijdens de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Partijen engageren zich om bij een wijziging van het wettelijk kader omtrent dit onderwerp, binnen de maand in de paritaire comités bijeen te komen om de gevolgen van de wijziging voor de sector te bestuderen. Afdeling 3. - Vergoedingen

Art. 16.Premie voor ploegwerk. § 1. Het ploegwerk uitgevoerd op de eerste vijf dagen van de week geeft aanleiding tot volgende premies : 1° dagploeg van 6 uur tot 14 uur en van 14 uur tot 22 uur : 9,5 pct. van het loon; 2° nachtploeg van 22 uur tot 6 uur : 35,5 pct.van het loon. § 2. Het ploegenwerk dat op zaterdag verricht wordt, geeft aanleiding, benevens de ploegenpremies bepaald in § 1, op volgende bijkomende vergoedingen : 1° dagploeg van 6 uur tot 14 uur en van 14 uur tot 22 uur : 22 pct. van het loon; 2° nachtploeg van 22 uur tot 6 uur : 50 pct.van het loon. § 3. Het ploegenwerk dat op een zondag en/of een feestdag normaal verricht wordt, geeft aanleiding, benevens de ploegenpremies bepaald in § 1, tot volgende bijkomende vergoeding : 100 pct. van het loon.

Art. 17.Premie voor gelegenheidsshift. § 1. Alle niet vooraf geprogrammeerde arbeid in opeenvolgende ploegen geeft aanleiding, gedurende een termijn van maximum zeven opeenvolgende werkdagen, als zijnde gelegenheidsshiftarbeid, tot volgende premies voor gelegenheidsshift : 1. ploegenwerk uitgevoerd op de eerste vijf dagen van de week Dagploeg : 19 pct.van het loon; 2. ploegenwerk uitgevoerd op de eerste vijf dagen van de week Nachtploeg : 71 pct.van het loon; 3. ploegenwerk uitgevoerd op zaterdag Dagploeg : 41 pct.van het loon (= 19 + 22) Nachtploeg : 121 pct. van het loon (= 71 + 50) 4. ploegenwerk uitgevoerd op zon- en/of feestdagen Dagploeg : 119 pct.van het loon (19 + 100);

Nachtploeg : 171 pct. van het loon (71 + 100).

Onder "dagploeg" wordt in dit kader verstaan : ploegenwerk van 6 uur tot 14 uur en van 14 uur tot 22 uur.

Onder "nachtploeg" wordt in dit kader verstaan : ploegenwerk van 22 uur tot 6 uur. § 2. Van de achtste werkdag af zijn de gewone premies voor ploegwerk verschuldigd, te weten : a) 9,5 pct.zoals bepaald bij artikel 16, van het loon voor dagploegen; b) 35,5 pct.van het loon voor de nachtploegen.

Art. 18.Betaling van het overwerk. § 1. Overwerk op de eerste vijf dagen van de week wordt vanaf het vijfde overuur per dag betaald met een toeslag van 100 pct. § 2. Overwerk op zaterdag wordt betaald met een toeslag van 50 pct. voor de eerste twee gepresteerde uren en van 100 pct. voor de volgende gepresteerde uren. Afdeling 4. - Overzicht ploegenpremies

Art. 19.§ 1. Regelmatige opeenvolgende ploegen De vergoedingen van de tabel dienen gevoegd te worden bij het basisloon aan 100 pct., met inbegrip van de raffinagepremie.

Ploegen (uren) Equipes (heures)

Week (maandag tot vrijdag) Semaine (lundi au vendredi) (in pct./en p.c.)

Zaterdag Samedi (in pct./en p.c.)

Zondag Dimanche (in pct./en p.c.)-

a) ochtend - matin (6 - 14)

9,50

9,50 + 22 = 31,50

9,50 + 100 = 109,50

b) namidag - après-midi (14 - 22)

9,50

9,50 + 22 = 31,50

9,50 + 100 = 109,50

Nachtploegen - Equipes de nuit (22 - 6)

35,5

35,5 + 50 = 85,5

35,5 + 100 = 135,5


§ 2.Gelegenheidsshiftwerk (De vergoedingen van de tabel dienen gevoegd te worden bij het basisloon aan 100 pct., met inbegrip van de raffinagepremie).

Ploegen (uren) Equipes (heures)

Week (maandag tot vrijdag) Semaine (lundi au vendredi) (in pct./en p.c.)

Zaterdag Samedi (in pct./en p.c.)

Zondag Dimanche (in pct./en p.c.)-

a) ochtend - matin (6 - 14)

19

19 + 22 = 41

19 + 100 = 119

b) namidag - après-midi (14 - 22)

19

19 + 22 = 41

19 + 100 = 119

Nachtploegen - Equipes de nuit (22 - 6)

71

71 + 50 = 121

71 + 100 = 171


Afdeling 5.- Definitieve overgang van ploegwerk naar dagwerk

Art. 20.§ 1. Aan de werknemers die definitief overgaan van het ploeg- naar het dagstelsel, wordt een forfaitaire vergoeding toegekend in de volgende voorwaarden : 1° ingeval van : a) ofwel reorganisatie van de dienst te wijten aan de werkgever;b) ofwel akkoord van de werkgever voor een overstap naar een dagstelsel bij definitieve ongeschiktheid voor de overeengekomen arbeid om medische reden;2° zij is slechts geldig voor de werknemers die gedurende tien jaar onafgebroken in ploeg hebben gewerkt : a) hetzij in drie opeenvolgende ploegen, vol-continu;b) hetzij in twee ploegen op niet onderbroken wijze, dit wil zeggen op ononderbroken wijze gedurende het ganse jaar. Deze forfaitaire vergoeding wordt in éénmaal toegekend op het ogenblik van de overgang van het ploegen- naar het dagstelsel en omvat de ploegenpremies die de werknemer normaal zou hebben genoten tijdens de voorgaande twaalf maanden.

Eventuele gunstiger stelsels die op het vlak van de onderneming bestaan, blijven behouden. § 2. De werknemer die ten minste 50 jaar oud is en die een beroepsactiviteit van ten minste 20 jaar ononderbroken in de arbeidsregelingen met prestaties zoals bepaald in artikel 1 van CAO nr. 46 kan bewijzen, heeft het recht op te vragen in een niet-ploegenregeling te worden tewerkgesteld. Indien de werkgever hierop ingaat, zal hij hem een forfaitaire vergoeding betalen waarvan het bedrag gelijk is aan de ploegenpremies die de werknemer ontvangen heeft tijdens de drie voorgaande maanden. § 3. De werknemer die ten minste 53 jaar oud is en die een beroepsactiviteit van ten minste 15 jaar ononderbroken in de arbeidsregelingen met prestaties zoals bepaald in artikel 1 CAO nr. 46 kan bewijzen, heeft het recht om te vragen in een niet-ploegenregeling te worden tewerkgesteld. Indien de werkgever hierop ingaat, zal hij hem een forfaitaire vergoeding betalen waarvan het bedrag gelijk is aan de ploegenpremies die de werknemer ontvangen heeft tijdens de zes voorgaande maanden. § 4. De werknemer van 56 jaar kan, na 10 jaar ononderbroken ploegenarbeid, een verzoek indienen om dagwerk te bekomen. Indien de werkgever hierop ingaat, zal hij hem een forfaitaire vergoeding betalen waarvan het bedrag gelijk is aan de ploegenpremies die de werknemer ontvangen heeft tijdens de negen voorafgaande maanden. § 5. Aanbeveling aan de bedrijven om bijzondere aandacht te besteden en maatregelen te treffen voor die werknemers die omwille van gezondheidsredenen in de onmogelijkheid zijn om binnen de shiftregelingen nachtarbeid te presteren.

Art. 21.Aan de ondernemingen wordt aanbevolen de overstap van shiftwerk naar dagwerk voor werknemers vanaf 50 jaar met minstens 20 jaar anciënniteit in de nachtploeg maximaal mogelijk te maken.

Aangezien de mogelijkheden van overstap ondernemingsspecifiek zijn, wordt dit onderwerp op ondernemingsniveau besproken. HOOFDSTUK IV Koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 22.De loonschaal minima en de reële wedden, gekoppeld aan de spilindex, schommelen a rato van 2 pct. voor variaties van 2 pct., berekend op grond van de viermaandelijkse gemiddelde index van de consumptieprijzen.

De met 2 pct. verhoogde of verminderde spilindex wordt de spil van een nieuwe schijf. De loonschaal minima en de reële wedden worden geïmmunisseerd, zowel bij verhoging als bij daling, rond de spilindex, in die zin dat zij onveranderd blijven zolang de viermaandelijkse gemiddelde index geen verschil vertoont van 2 pct., naar boven of naar beneden toe, ten opzichte van de spilindex.

Indexschijven :

117,19 - 119,53 - 121,92

119,53 - 121,92 - 124,36

121,92 - 124,36 - 126,85

124,36 - 126,85 -129,88

126,85 - 129,39 - 131,97

129,39 - 131,97 - 134,61

131,97 - 134,61 - 137,30


HOOFDSTUK V. - Arbeidsduur

Art. 23.§ 1. De wekelijkse arbeidsduur wordt bepaald op 38 uren. § 2. Twaalf dagen bij wijze van arbeidsduurvermindering worden toegekend (pro rata temporis de effectieve prestaties - dit betreft deze die slechts een deel van het jaar in dienst zijn). Deze arbeidsduur stemt overeen met een gemiddelde van 36 uren.

Deze dagen worden vastgesteld op ondernemingsniveau, samen met de vertegenwoordigende werknemersinstanties, rekening houdend met de noodwendigheden van de dienst.

Echter, de toekenningsmodaliteiten van de laatste drie afwezigheidsdagen zullen als volgt bepaald worden op het vlak van de ondernemingen, samen met de vertegenwoordigende werknemersinstanties : collectieve afwezigheid, tenzij in unaniem akkoord met de lokale ondernemingsraad wordt overeengekomen om het niet collectief vast te leggen (indien collectief vastgelegd, zullen deze dagen als vrij van prestatie voor de betrokken werknemers moeten geëerbiedigd worden).

De 12 dagen worden betaald volgens het regime "Petroleumakkoord-dagen" (PA-dagen).

De "wettelijke" wekelijkse arbeidsduur blijft behouden op 38 uur.

Voor de werknemers actief in een continue shiftregime volgens de raffinaderijmodel, wordt voor de berekening van de vergoeding van de Petroleum Akkoord-dagen en de anciënniteitsdagen, het geïndexeerd loon verhoogd met een shiftvergoeding van 23,39 pct. voor de drie ploegen regeling en 9,5 pct. voor de twee ploegen regeling.

Art. 24.§ 1. In het kader van de annualisering van de arbeidsduur gaan de partijen akkoord om de compensatie van de gepresteerde overuren over een periode langer dan één trimester te spreiden.

De periode waarin de arbeidsduur vastgesteld bij het artikel 19 van de arbeidswet van 16 maart 1971 of de lagere arbeidsduur vastgesteld bij een collectieve arbeidsovereenkomst gemiddeld moet worden gerespecteerd, wordt, bij toepassing van het artikel 26bis van de arbeidswet van 16 maart 1971, op zes maanden gebracht. § 2. Met betrekking tot het specifiek probleem van de "turn around" zijn de partijen akkoord dat een regeling op ondernemingsvlak kan uitgewerkt worden.

Art. 25.Organisatie van het werk op het vlak van de ondernemingen - nieuwe arbeidstijdregelingen Toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van de Nationale Arbeidsraad (beslissing van het paritair comité van 30 september 1987). 1. De procedure voorzien bij artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.42 werd geëerbiedigd door het aanhangig maken van deze materie bij de voorzitter van het paritair comité, bij de brief van 9 juni 1987 van de Belgische Petroleum Federatie. 2. Indien daartoe behoefte bestaat in bepaalde ondernemingen, kunnen concrete toepassingen van hogergenoemde wet van 17 maart 1987 en de collectieve arbeidsovereenkomst nr.42 op het vlak van die ondernemingen besproken worden, overeenkomstig de overleg- en onderhandelingsprocedure beschreven in hogergenoemde wet en collectieve arbeidsovereenkomst. 3. De teksten van de ondernemingsovereenkomsten terzake zullen aan de voorzitter van het paritair comité medegedeeld worden.De voorzitter zal de partijen die in het paritair comité zetelen op de hoogte houden.

Art. 25bis.Oproep en -reservediensten De ondernemingen, waar nog geen eigen stelsel terzake bestaat, werken een systeem voor oproep en -reservediensten uit, systeem te onderzoeken en te bespreken in de ondernemingsraad, en/of met de syndicale delegatie.

Hierbij zal rekening worden gehouden met de operationele vereisten van het bedrijf en de technologische evolutie.

Art. 26.Overlonen De overlonen voor overuren zijn verschuldigd in geval van overschrijding van het gemiddelde der 38 uren.

Slechts de overuren gepresteerd boven de dagelijkse en wekelijkse grenzen van de arbeidsduur, die op het vlak van de onderneming bepaald zijn, en die in de arbeidsreglementen opgenomen zijn, zullen aanleiding geven tot betaling met overloon.

Behoud van de plicht tot inhaalrust en op strikt vrijwillige basis, omzetting van de overurentoeslag in bijkomende inhaalrust.

In het kader van de rapportage van de gepresteerde uren, en tegen de achtergrond van de bekommernis rond werkdruk, wordt dit punt in de ondernemingsraad besproken aan de hand van het sectoraal standaard formulier.

Zowel dit orgaan als de syndicale delegatie zijn geijkte kanalen om met de werkgever de bekommernissen omtrent deze problematiek te bespreken en er gevolg aan te geven. HOOFDSTUK VI. - Vakantie- en verlofregeling

Art. 27.§ 1. De duur van de vakantie is als volgt vastgesteld :

Anciënniteit Ancienneté

Verplichte dagen - Jours obligatoires

Verplichte sectorale vakantiedagen Jours obligatoires sectoriels

Facultatieve sectorale dagen Jours facultatifs sectoriels

minder dan 1 jaar moins d'1 an

20

-

-

van 1 tot minder dan 5 jaar de 1 an à moins de 5 ans

20

-

-

van 5 tot minder dan 10 jaar de 5 ans à moins de 10 ans

20

2

-

van 10 tot minder dan 15 jaar de 10 ans à moins de 15 ans

20

3

1

15 jaar en meer 15 ans et plus

20

4

1


De facultatieve dag geeft recht op een vergoeding gelijk aan 7,6 uren normaal loon per vakantiedag, betaalbaar op 30 juni van het lopende vakantiejaar.

Benevens deze vergoeding, kan de bediende, in akkoord met de werkgever betreffende de datum en de eventuele verdeling in halve dagen, gemotiveerde afwezigheid genieten waarvan de totale duur niet meer mag bedragen dan de dag voorzien in het akkoord voor de petroleumsector.

Deze gemotiveerde afwezigheden zijn gedekt door de hierboven vermelde vergoeding, dit wil zeggen dat het loon van de bediende tijdens de maand waarin hij deze dag afwezigheid geniet, wordt verminderd met het bedrag dat hem op 30 juni van het lopend vakantiejaar wordt of werd betaald.

Het uurloon wordt zoals voor de overuren berekend, te weten : de maandwedde gedeeld door 164,54 (= 38 uren x 4,33).

Voor de bedienden die in ploegen zijn tewerkgesteld, betekent het normaal loon in dit verband het geïndexeerd loon verhoogd met de shiftvergoeding, bepaald op 19,74 pct. (23,39 pct. vanaf 1 januari 2010) voor het werk in drie ploegen en op 9,50 pct.voor het werk in twee ploegen. § 2. Om, met het oog op de toekenning van de vakantiedagen, de verworven anciënniteit te bepalen, zal er worden gesteund op de verworven anciënniteit op 31 december van het kalenderjaar dat het jaar voorafgaat waarin de vakantie wordt genomen. § 3. Waar de behoefte hieraan blijkt, kan op ondernemingsvlak een conventionele regeling paritair worden afgesproken omtrent het opsparen tot het eind van de carrière van anciënniteitvakantiedagen.

Voor de bedienden die in ploegen zijn tewerkgesteld, betekent het normaal loon in dit verband het geïndexeerd loon verhoogd met de shiftvergoeding, bepaald op 19,74 pct. (23,39 pct. vanaf 1 januari 2010) voor het werk in drie ploegen en op 9,50 pct.voor het werk in twee ploegen. § 4. Daarenboven worden twee halve verlofdagen toegekend de namiddag van Goede Vrijdag en de namiddag van de vooravond van Kerstmis.

De bedienden die in twee of drie ploegen tewerkgesteld zijn op die data, behouden een recht op inhaalverlof waarvan de modaliteiten worden geregeld op het vlak van de ondernemingen.

Indien de vooravond van Kerstmis samenvalt met een zaterdag of een zondag, zal die halve vakantiedag gegeven worden de vrijdagnamiddag die 24 december voorafgaat. § 4bis. Sinds 1 januari 2006 wordt één vrije regionaal cultureel bepaalde vrije dag toegekend, te regelen door de ondernemingsraad en betaald op analoge wijze als de "Petroleum Akkoord-dagen". De opname is collectief te regelen in overleg met de ondernemingsraad en gebeurt naar analogie volgens de bepalingen inzake opname zoals aangegeven in de wetgeving inzake betaalde feestdagen.

Art. 28.Overeenkomstig de regelgeving betreffende het dubbel betaald verlof zal de coëfficiënt voor het dubbel betaald verlof van de bedienden in de petroleumsector, gelet op de conventionele praktijk om hierbij rekening te houden met de betaling in 13 of 14 maal, gebracht worden op : 99,67 pct. van het maandloon betaalbaar 13 maal, en op 107,33 pct. van het maandloon betaalbaar 14 maal. HOOFDSTUK VII. - Wettelijke feestdagen - inhaalrust

Art. 29.Er worden aan de werknemers jaarlijks tien wettelijke feestdagen gewaarborgd.

Deze waarborg sluit in : a) de invoering van een regeling waarbij een dag inhaalrust wordt gewaarborgd aan de bedienden die gedurende de feestdagen in ploegen werken;b) een inhaalrust voor de bedienden die in ploegen werken wanneer een wettelijke feestdag met hun normale rust samenvalt;c) een inhaalrust wanneer een wettelijke feestdag op een zaterdag valt. HOOFDSTUK VIII. - Kort verzuim

Art. 30.Ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten hierna vermeld, hebben de in artikel 1 bedoelde bedienden het recht, met behoud van hun normaal loon, van het werk afwezig te zijn voor een als volgt bepaalde duur :

Reden van de afwezigheid

Motif de l'absence

Durée de l'absence

1a. Huwelijk van de werknemer

Drie normale werkdagen

1a. Mariage du travailleur

Trois jours ouvrables

1b. De ondertekening van een samenwoonstcontract waar de werknemer partij is

De dag van de ondertekening in het gemeentehuis. Bij een later huwelijk door dezelfde partijen, zal deze dag verrekend worden in de dagen klein verlet voor het huwelijk.

1b. La signature d'un contrat de vie commune dont le travailleur est partie

Le jour de l'inscription au registre de la population. En cas de mariage ultérieur entre les mêmes parties, ce jour sera réglé en soustraction des jours en cas de mariage.

2. Huwelijk van descendenten, descendenten van de echtgeno(o)t(e) inbegrepen, en rechtstreekse ascendenten, van de schoonouders, tweede echtgeno(o)t(e) van één der ouders, broeders en zusters, halfbroeders, halfzusters, schoonbroeders, schoonzusters van de werknemer

Een normale werkdag, zelfs indien de dag van de plechtigheid niet op een normale werkdag valt. 2. Mariage de descendants, y compris descendants du conjoint, et ascendants directs, beaux-parents, second époux/se d'un des parents, frères et soeurs, demi-frères, demi-soeurs, beaux-frères, belles-soeurs du travailleur

Un jour de travail normal, même si le jour de la cérémonie ne coïncide pas avec un jour de travail normal. 3. Overlijden van de echtgeno(o)t(e), van een kind van de werknemer, van een kind van de echtgeno(o)t(e), van de ouders, schoonouders, tweede echtgeno(o)t(e) van één der ouders van de werknemer

Drie normale werkdagen, die uiterlijk binnen de zeven werkdagen volgend op het overlijden mogen worden genomen. 3. Décès du conjoint, d'un enfant, d'un enfant du conjoint, des parents, beaux-parents, second époux/se d'un des parents du travailleur

Trois jours de travail normal, pouvant être pris au plus tard dans les sept jours suivant le décès. 4. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon, of schoondochter :

4.Décès d'un frère, d'une soeur, beau-frère, belle-soeur, grand-parents, des petits-enfants, arrière-petits-enfant, d'un gendre ou d'une bru du travailleur :


a) ingeval de overledene bij de werknemer inwoont

Twee normale werkdagen, die uiterlijk binnen de zeven werkdagen volgend op het overlijden mogen worden genomen. a) au cas où la personne décédée habite chez l'employé

Deux jours de travail normal, pouvant être pris au plus tard dans les sept jours suivant le décès. b) ingeval de overledene niet bij de werknemer inwoont

Een normale werkdag, die uiterlijk binnen de zeven werkdagen volgend op het overlijden mag worden genomen. b) au cas où la personne décédée n'habite pas chez l'employé

Un jour de travail normal, pouvant être pris au plus tard dans les sept jours suivant le décès. 5. Geboorte van een kind

Wanneer de afstamming langs de zijde van de werknemer vaststaat, gedurende tien dagen, door hem te kiezen (binnen vier maanden) te rekenen vanaf de dag van de bevalling. Bij ontstentenis van een werknemer bedoeld in het vorige lid, komt datzelfde recht toe aan de werknemer die op het ogenblik van geboorte :

5. Naissance d'un enfant

Le travailleur a le droit de s'absenter de son travail à l'occasion de la naissance d'un enfant dont la filiation est établie à son égard, pendant dix jours, à choisir par lui (dans les quatre mois) à dater du jour de l'accouchement.A défaut d'un travailleur visé à l'alinéa précédent, le même droit revient au travailleur qui, au moment de la naissance :

1° gehuwd is met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat; 1° est marié avec la personne à l'égard de laquelle la filiation est établie; 2° wettelijk samenwoont met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat en bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft, en niet is verbonden door een band van bloedverwantschap die leidt tot een huwelijksverbod waarvoor de Koning geen ontheffing kan verlenen; 2° cohabite légalement avec la personne à l'égard de laquelle la filiation est établie et chez laquelle l'enfant a sa résidence principale, et qu'ils ne soient pas unis par un lien de parenté entraînant une prohibition de mariage dont ils ne peuvent être dispensés par le Roi; 3° sedert een onafgebroken periode van drie jaar voorafgaand aan de geboorte op permanente en affectieve wijze samenwoont met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat en bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft, en niet is verbonden door een band van bloedverwantschap die leidt tot een huwelijksverbod waarvoor de Koning geen ontheffing kan verlenen.Het bewijs van samenwoning en hoofdverblijf wordt geleverd aan de hand van een uittreksel uit het bevolkingsregister.

Slechts één werknemer heeft het recht op verlof, zoals bedoeld in het vorige lid, ter gelegenheid van de geboorte van eenzelfde kind. De werknemers, die recht op verlof openen door het tweede lid respectievelijk 1°, 2° en 3°, hebben achtereenvolgens voorrang op elkaar.

3° depuis une période ininterrompue de trois ans précédant la naissance, cohabite de manière permanente et affective avec la personne à l'égard de laquelle la filiation est établie et chez laquelle l'enfant a sa résidence principale, et qu'ils ne soient pas unis par un lien de parenté entraînant une prohibition de mariage dont ils ne peuvent être dispensés par le Roi.La preuve de la cohabitation et de la résidence principale est fournie au moyen d'un extrait du registre de la population.

Un seul travailleur a droit au congé visé à l'alinéa précédent, à l'occasion de la naissance d'un même enfant. Les travailleurs qui ouvrent le droit au congé en vertu respectivement du 1°, du 2° et du 3° de l'alinéa 2 ont successivement priorité les uns sur les autres. Het recht op moederschapsverlof, zoals bedoeld in artikel 39 van de arbeidswet van 16 maart 1971, sluit, in voorkomend geval, voor een zelfde ouder het recht op verlof uit.

Le droit au congé de maternité visé à l'article 39 de la loi du 16 mars 1971 sur le travail exclut pour un même parent, le cas échéant, le droit au congé ouvert par les alinéas précédents.

Het recht op verlof wordt, in voorkomend geval, in mindering gebracht van het recht op adoptieverlof. Het brengt in voorkomend geval, evenmin andere burgerlijke, sociale of economische rechten met zich mee.

Le congé ouvert par l'alinéa 2 est, le cas échéant, déduit du congé d'adoption. Il n'ouvre pas non plus, le cas échéant, d'autres droits civils, sociaux et économiques.

Gedurende de eerste drie dagen afwezigheid geniet de werknemer het behoud van zijn loon. Gedurende de volgende zeven dagen geniet de werknemer een uitkering waarvan het bedrag wordt bepaald door de Koning en die hem wordt uitbetaald in het raam van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.

Pendant les trois premiers jours d'absence, le travailleur bénéficie du maintien de sa rémunération. Pendant les sept jours suivants, le travailleur bénéficie d'une allocation dont le montant est déterminé par le Roi et qui lui est payée dans le cadre de l'assurance soins de santé et indemnités.

5bis. Adoptie van een kind

Benevens de wet van 3 juli 1978 heeft de werknemer recht op 3 werkdagen.

5bis. Adoption d'un enfant.

En plus de la loi du 3 juillet 1978, le travailleur a droit à trois jours de travail.

5ter. Bevalling van de echtgenote

Drie normale werkdagen.

5ter. Accouchement de l'épouse.

Trois jours de travail normaux.

6. Priesterwijding of intrede in het klooster van de werknemer, descendenten, descendenten van de echtgeno(o)t(e) inbegrepen, en rechtstreekse ascendenten, van de schoonouders, tweede echtgeno(o)t(e) van één der ouders, broeders en zusters, halfbroeders, halfzusters, schoonbroeders, schoonzusters van de werknemer.Met priesterwijding wordt gelijkgesteld de aanstelling als bedienaar van de eredienst van alle in België erkende godsdiensten.

Een normale werkdag zelfs indien de dag van de plechtigheid niet op een normale werkdag valt. De toekenning kan voor dezelfde werknemer maar éénmalig voorkomen.

6. Ordination ou entrée au couvent du travailleur, d'un descendant, descendant de l'époux/se, ascendants directs, des beaux-parents, second époux/se d'un des parents, frères et soeurs, demi-frères, demi-soeurs, beaux-frères, belles-soeurs du travailleur.Comme ordination est assimilée la désignation comme ministre d'un des cultes reconnus en Belgique.

Un jour de travail normal, même si le jour de la cérémonie ne coïncide pas avec un jour de travail normal. Accorder ce jour pour l'ordination du travailleur ne peut se faire qu'une seule fois.

7. Plechtige communie van een kind van de werknemer of van de echtgeno(o)t(e) van de werknemer

Een normale werkdag zelfs indien de dag van de plechtigheid niet op een normale werkdag valt. 7. Communion solennelle d'un enfant du travailleur ou de son con- joint. Un jour de travail normal, même si le jour de la cérémonie ne coïncide pas avec un jour de travail normal.

8. Deelneming van een kind van de werknemer of van een kind van de echtgeno(o)t(e) van de werknemer aan het feest van de "vrijzinnige jeugd"

Een normale werkdag zelfs indien de dag van de plechtigheid niet op een normale werkdag valt. 8. Participation d'un enfant du travailleur ou d'un enfant du conjoint du travailleur à la fête de la "jeunesse laïque". Un jour de travail normal, même si le jour de la cérémonie ne coïncide pas avec un jour de travail normal.

9. Verblijf van de dienstplichtige werknemer in een rekrutering- en selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een rekrutering- en selectiecentrum

Drie normale werkdagen. 9. Séjour du travailleur milicien dans un centre de recrutement et de sélection ou dans un hôpital militaire à la suite de son passage dans un centre de recrutement et de sélection. Trois jours de travail normaux.

9bis. Verblijf van de werknemer-gewetensbezwaarde op de Administratieve Gezondheidsdienst of in één van de verplegingsinrichtingen die overeenkomstig de wetgeving houdende het statuut van de gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen.

Drie normale werkdagen.

9bis. Séjour du travailleur objecteur de conscience au Service de Santé administratif ou dans un des établissements hospitaliers désignés par le Roi, conformément à la législation portant le statut des objecteurs de conscience.

Trois jours de travail normaux.

10. Oproeping voor militaire verplichtingen

Drie normale werkdagen

10.Convocation pour des obligations militaires.

Trois jours de travail normaux.

11. Persoonlijke en verplichte deelneming aan een bijeenkomst van een officiële bijeengeroepen familieraad. De nodige tijd.

11. Participation personnelle et obligatoire à une réunion d'un conseil de famille convoqué officiellement. Le temps nécessaire.

12. Deelneming aan een jury of oproeping als getuige voor de rechtbank, of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank, uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau of in een hoofdbureau voor stemopneming bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen. De nodige tijd.

12. Participation à un jury ou convocation comme témoin devant les tribunaux, ou comparution personnelle ordonnée par la juridiction du travail.Exercice des fonctions d'assesseur d'un bureau principal de dépouillement, lors des élections lé-gislatives, provinciales et communales.

Le temps nécessaire.

13. Oproeping voor de rechtbank ten gevolge van een overtreding als autovoerder in dienst van de werkgever. De nodige tijd voor maximum één oproeping per geding.

13. Convocation devant le tribunal par suite d'une infraction en qualité de chauffeur au service de l'employeur. Le temps nécessaire pour au maximum une convocation par procès.

14. Oproeping voor de geneesheer of voor de rechtbank voor regeling van de gevolgen van een arbeidsongeval met het oog op de vaststelling van de invaliditeitsgraad. De nodige tijd met een maximum van één normale werkdag per ongeval.

14. Convocation chez le médecin ou comparution devant le tribunal afin de régler les conséquences d'un accident du travail en vue de fixer le taux de l'invalidité. Le temps nécessaire avec un maximum d'un jour de travail normal par accident

15. Oproeping voor een arbeidshof of een arbeidsrechtbank in hoedanigheid van raadsheer of rechter in sociale zaken. De nodige tijd met een maximum van één normale werkdag.

15. Convocation à une cour ou un tribunal en qualité de conseiller ou juge social. Le temps nécessaire avec un maximum d'un jour de travail normal


Voor de toepassing van dit artikel worden het kind, de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader, de grootmoeder, het kleinkind, de overgrootvader, de overgrootmoeder en het achterkleinkind van de echtgeno(o)t(e) van de werknemer, gelijkgesteld met het kind, de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader, de grootmoeder, het kleinkind, de overgrootvader, de overgrootmoeder en het achterkleinkind van de werknemer.

Telkens er sprake is van een kind van de werknemer of van een kind van de echtgeno(o)t(e) van de werknemer, wordt bedoeld een kind waarvan de afstamming langs vaderzijde vaststaat.

De gelijkheid van rechten tussen gehuwden en andere samenwonenden wordt erkend, op voorwaarde dat dergelijke samenleving officieel geregistreerd werd.

Onder "normale werkdag" wordt verstaan : een werkdag zoals bepaald in het arbeidsreglement. HOOFDSTUK IX Werkgeverstussenkomst in de vervoerskosten van de bedienden

Art. 31.Voor elk ander vervoermiddel dan hetwelk wordt ter beschikking gesteld door de onderneming, worden forfaitaire voordelen ingevoerd. Deze hebben betrekking op de verplaatsingen met de openbare vervoermiddelen zoals de buurtspoorwegen, de autobussen, de trams en de trein, evenals elk ander privé-vervoermiddel welk het ook weze (auto, motorfiets, fiets, enz.).

Art. 32.De forfaitaire vergoeding wordt verleend, zonder loonplafond, a rato van 100 pct. van de "treinkaart" (vroeger "sociaal abonnement") van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen.

De tarieven worden toegepast per schijf van 5 km.

Het tarief toegepast in elke concentrische zone van 5 km is dit van de hogere grens.

Voorbeelden : van 1 tot 5 km, tarief 5 km;

Van meer dan 5 tot 10 km, tarief 10 km van meer dan 10 km tot 15 km, tarief 15 km van meer dan 15 km tot 20 km, tarief 20 km van meer dan 20 km tot 25 km, tarief 25 km van meer dan 25 km tot 30 km, tarief 30 km van meer dan 30 km tot 35 km, tarief 35 km van meer dan 35 km tot 40 km, tarief 40 km van meer dan 40 km tot 45 km, tarief 45 km van meer dan 45 km tot 50 km, tarief 50 km van meer dan 50 km tot 55 km, tarief 55 km van meer dan 55 km tot 60 km, tarief 60 km van meer dan 60 km tot 65 km, tarief 65 km van meer dan 65 km tot 70 km, tarief 70 km van meer dan 70 km tot 75 km, tarief 75 km van meer dan 75 km tot 80 km, tarief 80 km van meer dan 80 km tot 85 km, tarief 85 km van meer dan 85 km tot 90 km, tarief 90 km van meer dan 90 km tot 95 km, tarief 95 km van meer dan 95 km tot 100 km, tarief 100 km van meer dan 100 km tot 105 km, tarief 105 km van meer dan 105 km tot 110 km, tarief 110 km van meer dan 110 km tot 115 km, tarief 115 km van meer dan 115 km tot 120 km, tarief 120 km van meer dan 120 km tot 125 km, tarief 125 km van meer dan 125 km tot 130 km, tarief 130 km van meer dan 130 km tot 135 km, tarief 135 km van meer dan 135 km tot 140 km, tarief 140 km van meer dan 140 km tot 145 km, tarief 145 km van meer dan 145 km tot 350 km, tarief 350 km

Art. 33.De berekening van het toe te passen tarief geschiedt op de basis van concentrische cirkels van 5 km en veelvouden van 5 km, cirkels waarvan het middelpunt is : a) "de werkplaats", indien er geen transport is van de onderneming of de werknemer er geen gebruik van maakt;b) "de verzamelplaats", indien er een ondernemingstransport is, waarvan de werknemer gebruik maakt.

Art. 34.In geval van transport per spoor, gecombineerd met andere publieke of private vervoermiddelen voor de rest van de rit, past men eenvoudig het forfaitair stelsel toe zoals hierboven.

Art. 35.In geval van transport per fiets, wordt een vergoeding toegekend van 0,22 EUR/kilometer, begrensd tot een maximale afstand van 70 kilometer (heen en terug), voor zover begin- en eindpunt van deze verplaatsing de werkplaats is.

Voor de combinatie fietsvervoer met bedrijfsvervoer wordt een maximum van 15 kilometer (enkel traject) toegepast voor het fietsvervoer.

Voor het overige blijft het systeem van concentrische cirkels zoals vroeger overeengekomen, ongewijzigd van toepassing.

Art. 36.Worden uitgesloten, de gevallen waarin de werknemer : 1° woonachtig is op minder dan één kilometer van de werkplaats;2° een voertuig van de onderneming gebruikt, hetzij dit een vrachtwagen, camionette of personenwagen betreft.

Art. 37.Ingeval, krachtens bijzondere ondernemingsakkoorden, sommige werknemers reeds de toekenning van forfaitaire verplaatsingsvergoedingen zouden genieten die, hetzij deze per uur, per dag, per week, per maand of per jaar worden toegekend, moeten deze worden vergeleken met de stelsels, hierboven beschreven.

Het stelsel dat als meest gunstig bestempeld wordt, heeft voorrang.

In geen geval mag het ondernemingsakkoord worden gecumuleerd met het stelsel van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK X. - Syndicale premie

Art. 38.Een financiële reserve wordt samengesteld met het doel een jaarlijkse bijdrage aan de gesyndiceerde bedienden toe te kennen, ten belope van een totaal en jaarlijks bedrag van 300.000 EUR voor de premie van 2013 en 2014.

Deze reserve wordt samengesteld door een jaarlijkse bijdrage, gestort door de werkgevers bedoeld in artikel 1.

De Belgische Petroleum Federatie int deze bijdrage van de werkgevers; het bedrag, zoals vermeld in het eerste lid wordt op een in het paritair comité door de vakorganisaties aangeduide bankrekening gestort.

De individuele verdeling van het totaal bedrag wordt door de syndicale organisaties behartigd.

Art. 38bis.De syndicale premie wordt tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst automatisch aangepast volgens de aanpassing van de door de overheid bepaald plafond. De aanpassing gebeurt voor het lopend jaar. HOOFDSTUK XI. - Tijdskrediet (loopbaanonderbreking)

Art. 39.§ 1. Eveneens op vrijwillige basis.

De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 van de Nationale Arbeidsraad is toepasselijk, met volgende bijzondere modaliteiten : § 2. Voor de uitoefening van de rechten tot opname van tijdskrediet is de instemming niet vereist van de werkgever die ten hoogste 10 werknemers tewerkstelt op 30 juni van het jaar voorafgaand aan het jaar tijdens hetwelk de schriftelijke kennisgeving overeenkomstig van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 wordt verricht. § 3. De grens wordt opgetrokken naar 7 pct., waarvan de laatste 1 pct. exclusief voorbehouden wordt voor toekenning aan werknemers van 50 jaar en meer (met toekenning aan minstens 1 werknemer van 50 jaar of meer die een aanvraag heeft ingediend). Voor de andere aspecten volgens de modaliteiten op ondernemingsniveau. § 4. De ondertekenende partijen verklaren dat de werknemers die ressorteren tot het bevoegdheidsgebied van het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel, gebruik kunnen maken, mits ook voldaan aan de voorwaarden, van de regionale aanmoedigingspremies voor : - zorgkrediet; - landingsbanen; - onderneming in moeilijkheden of in herstructurering. § 5. Behoud van de organisatorische regelingen bestaand op ondernemingsniveau inzake bestaande loopbaanonderbreking en inzake andere regimes (voor zover niet in strijd met collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad en deze collectieve arbeidsovereenkomst-modaliteiten).

De bestaande verbintenissen voor de huidige vervangers voor loopbaanonderbreking en deeltijdse worden nageleefd. § 6. Bepalingen betreffende de (oude) regeling loopbaanonderbreking en tijdskrediet.

De anciënniteit wordt niet geschorst tijdens de loopbaanonderbreking/tijdskrediet. De bestaande reglementen voor groepsverzekering en pensioenplan blijven van kracht.

Andere extralegeale voordelen blijven behouden krachtens de wettelijke en interne bedrijfsregels. § 7. Bij deeltijdse loopbaanonderbreking/tijdskrediet worden de loonsvoorwaarden en interne bedrijfsregels, pro rata toegepast.

Bij overstap van een regime van tijdskrediet/landingsbaan naar het voltijds brugpensioen wordt één uitzondering gemaakt op de algemeen geldende pro rata toepassing bij deeltijdse arbeid namelijk : de berekening van de aanvullende brugpensioenvergoeding ten laste van de werkgever zal gebeuren op een fictieve voltijdse basis, zoals ook toegepast door de RVA bij diens berekening van de werkloosheidsuitkering en zoals eerder aanbevolen door de Nationale Arbeidsraad. § 8. De nadere regels voor de organisatie van het recht op loopbaanvermindering ten belope van één dag per week - of een gelijkwaardige regeling - voor werknemers die gewoonlijk tewerkgesteld zijn in ploegen of per cyclus in een arbeidswerkregime verdeeld over vijf dagen of meer, worden bepaald op ondernemingsniveau.

Art. 39bis.Vanuit de sector worden regelingen toegevoegd bovenop de algemene stelsels inzake tijdkrediet en thematische verloven : - tijdskrediet met motief (36 maanden) : mogelijkheid tot opname van een 1/5, halftijds of voltijds tijdkrediet; - landingsbanen : mogelijkheid tot opname 1/5 regime vanaf 50 jaar met een zwaar beroep of 28 jaar loopbaan; - landingsbanen vanaf 50 jaar voor werknemers die een zwaar beroep hebben uitgeoefend dat voorkomt op de lijst van de beroepen waarvoor een significant tekort aan arbeidskrachten bestaat, voor het halftijds regime : voor het bepalen van de beroepen waarvoor een significant tekort aan arbeidskrachten bestaat zal het paritair comité een lijst voorstellen aan de Minister. Een voorstel van de BPF wordt aan de vakorganisaties meegedeeld tegen 1 oktober 2013 met een opsomming van de functies die als knelpuntberoep door haar worden beschouwd, om te komen tot een akkoord binnen de paritaire comité tegen 31 oktober 2013. Operator in de productie in een volcontinu-systeem wordt opgenomen op deze lijst.

Art. 39ter.De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis blijft toepasselijk op de aanvragen naar tijdskrediet die voorzien zijn in de overgangsbepalingen van artikel 22 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 hierboven vermeld, die tot doel hebben een continuïteit te verzekeren tussen het oude en het nieuwe stelsel inzake het regime van tijdskrediet. HOOFDSTUK XII. - Deeltijdse arbeid

Art. 40.Rekening gehouden met de objectieve organisatorische vereisten van de dienst, bestaat de mogelijkheid voor de werknemer om, op vrijwillige basis, een deeltijdse arbeid te vragen ten belope van 50 pct. tot 80 pct. van de normale arbeidsprestatie, met proportionele aanpassing van het loon, de looncomponenten en de arbeidsvoorwaarden.

De ondernemingsraad, of bij ontstentenis, de syndicale delegatie, zal op de hoogte gehouden worden en zich buiten over eventuele organisatorische moeilijheden.

Er is onderzoek op bedrijfsvlak van de voorwaarden om gebeurlijk aanspraak te kunnen maken op de aanmoedigingspremies van de Vlaamse regering. HOOFDSTUK XIII. - Opleiding risicogroepen

Art. 41.Voor de ganse petroleumsector wordt een fonds voorzien, met paritair beheer en dito controle, gespijsd door de opbrengst van bijdragen geheven op de ganse loonmassa van alle werknemers (arbeiders en bedienden).

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is afgesloten in toepassing van : - titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen; - koninklijk besluit van 19 februari 2013 tot uitvoering van artikel 189, lid 4 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen.

Voor de periode 2013-2014 blijft de inspanning gehandhaafd op 0,20 pct. van de ganse loonmassa van alle werknemers (arbeiders en bedienden), te innen door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (de inning gebeurt onder de vorm van 0,4 pct. per trimester voor 2014).

In het bijzondere wordt in deze bijdrage inbegrepen een inspanning van 0,05 pct. voor alle categorieën van risicogroepen opgesomd in artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 februari 2013 hierboven. Daarbij wordt van deze inspanning van 0,05 pct. de helft voorbehouden voor initiatieven ten voordele van alle groepen voorzien in artikel 2, alinea 1 van hetzelfde koninklijk besluit.

Hiermee zal in de ondernemingen een opleiding verstrekt worden aan kansarme en/of langdurig werklozen (arbeiders of bedienden) over een periode van 2 jaar.

Deze opleiding gebeurt tegen een forfaitaire maandelijkse vergoeding aan de betrokkene (en de daaruit volgende terugbetaling aan de werkgever) en geeft gebeurlijk aanleiding tot de lastenverlichting voor langdurig werklozen. Bestaande voordelen uit de collectieve arbeidsovereenkomst en uit bedrijfsakkoorden worden dienovereenkomstig aangepast en verlengd.

Deze maandelijkse vergoeding bedraagt minimaal 1.952,75 EUR (geïndexeerd volgens de bepalingen van hoofdstuk IV).

Deze bedragen zijn tevens de bedragen op basis waarvan de terugstortingen aan de bedrijven zullen gebeuren (te verhogen met de eventuele afscheidspremie en de patronale sociale zekerheidsbijdragen).

Bijkomende stimuleringsinitiatieven zullen worden uitgewerkt binnen de raad van beheer van het fonds van bestaanszekerheid.

Aan de raad van beheer wordt de bevoegdheid gegeven : - om opleidingsinstituten en -projecten te erkennen waarvoor ook terugbetaling vanuit het fonds voor bestaanszekerheid mogelijk wordt - dit is reeds zo voor opleidingen via ACTA, VDAB, FOREM en Bruxelles-Formation; - om in het kader van opleidingen ook andere terugbetalingen van kosten aan de werkgevers goed te keuren (ten opzichte van hetgeen vandaag van toepassing is).

Verhogen van de participatiegraad : de Raad van bestuur van het FBZ wordt opdracht gegeven de nodige stimuli te ontwikkelen om de participatiegraad te verhogen.

Bij het begin van de opleiding wordt een vormings- en opleidingsprogramma opgesteld door de werkgever in samenspraak met de werknemersvertegenwoordigers. Een vormingsverantwoordelijke wordt aangeduid.

De minimumduurtijd van een dergelijk opleidings- en vormingscontract bedraagt 6 maanden, de maximumduur 1 jaar, behoudens lokale afwijking.

Er wordt aan de raad van beheer bevoegdheid gegeven om op eigen initiatief andere maatregelen te treffen voor zelfde doelstelling te realiseren.

Voor zover bij het einde van een minimale contractsduur van één jaar geen arbeidsovereenkomst in de sector aangeboden wordt, wordt een éénmalige afscheidspremie van 1.061,21 EUR toegekend.

Over de modaliteiten inzake opleiding, waaronder verdeling van deze opleidingsinspanning onder de bedrijven van de sector, alsmede het paritair beheer van dit fonds, zullen de nodige schikkingen afgesproken worden.

De controle gebeurt via de ondernemingsraad of bij ontstentenis door de syndicale delegatie.

De federatie dringt er bij haar leden op aan de vereiste informatie regelmatig en tijdig ter beschikking te stellen, teneinde een zinvolle evaluatie door het beheerscomité van het fonds mogelijk te maken.

Ondernemingen die een tussenkomst voor het FBZ indienen, zullen een terugbetaling van de werkgevers bijdrage genieten ter hoogte van 0,04 pct. van de totale jaarlijkse loonkost van de onderneming zoals aangegeven in de sociale balans, bovenop de gebruikelijke terugbetaling door het FBZ - de uitvoeringsmodaliteiten zullen op het niveau van de raad van bestuur van het FBZ besproken worden, zonder het principe zelf in het gedrang te brengen. HOOFDSTUK XIV. - Innovatiepremie

Art. 42.In het kader van de uitvoering van het ontwerp IPA 2005-2006 zich eigen gemaakt door de overheid en de modaliteiten die door deze zullen bepaald worden, wordt in het kader van de gevraagde transparantie met betrekking tot dit onderwerp door publicatie van het project, volgende informatiestroom overeengekomen : doelgroep van voormelde informatie is de ondernemingsraad; bij ontstentenis wordt dit het comité voor preventie en bescherming; bij ontstentenis wordt dit de syndicale afvaardiging. HOOFDSTUK XV. - Strafrechtelijke aansprakelijkheid

Art. 43.Aanbeveling aan de ondernemingen om in een beleid te voorzien voor al hun werknemers, waarbij de juridische belangen van de aangesproken werknemer in een geschil op onafhankelijke wijze worden behartigd in geval van strafzaken in het kader van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst (moedwillige daad en overtredingen van de Wegcode zijn uitgesloten). HOOFDSTUK XVI. - Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Art. 44.Aanbeveling aan de ondernemingen opdat in de toekomst alleen dienstkleding wordt ingekocht die onder goede arbeidsomstandigheden gefabriceerd wordt, dit is met eerbiediging van minimumvoorwaarden met betrekking tot arbeidsvoorzieningen (lonen, werkuren en arbeidsvoorwaarden zoals voorzien in de fundamentele normen van de Internationale Arbeidsorganisatie). De ondernemingen zullen hierover verslag uitbrengen aan het Comité preventie en bescherming van het werk.

Art. 45.Aanbeveling aan de bedrijven om bijzondere aandacht te besteden en maatregelen te treffen voor kansarme groepen zodat hen maximale mogelijkheid wordt aangeboden tot de integratie in de arbeidsmarkt. De ondernemingen zullen aan de ondernemingsraad verslag uitbrengen over deze inspanningen. HOOFDSTUK XVII. - Vorming

Art. 46.Ondernemingen geven jaarlijks het niveau van opleidingsinspanningen (de totaliteit van alle interne en externe initiatieven) aan; deze informatie wordt verstrekt aan de ondernemingsraad (bij ontstentenis de syndicale afvaardiging) op basis van de sociale balans.

Art. 47.De onderneming verbindt eer zich toe om via een collectief opleidingsplan, besproken in de ondernemingsraad (bij ontstentenis met de syndicale afvaardiging), jaarlijks bijkomende inspanningen te leveren opdat het niveau van haar vormingsinspanning zou stijgen met 0,1 pct. procentpunt van de totale loonmassa boven de inspanning van het voorgaande jaar, dit totdat alle sectoren in België samen de 1,9 pct.-norm hebben bereikt. HOOFDSTUK XVIII Ondersteuning nationale en internationale projecten

Art. 48.Een vierde (0,05 pct.) van de FBZ bijdrage (0,20 pct. van de lonen) wordt gereserveerd voor ontwikkelingssamenwerkingsprojecten.

Een deel (0,01 pct.) van de FBZ bijdrage (0,20 pct. van de lonen) wordt gereserveerd voor nationale armoedeprojecten inzake energie.

De raad van beheer van het FBZ beheert het geld en kent het toe aan diverse NGO projecten inzake energie. HOOFDSTUK XIX. - Arbeidsongevallen en zwangerschap

Art. 49.§ 1. Voor de tijdelijke volledige werkonbekwaamheid bij een arbeidsongeval, wordt de berekeningsbasis gebracht op 100 pct. van het normale brutoloon van de bediende op het ogenblik van het arbeidsongeval.

Bij herkwalificatie na aangifte door de werkgever van het arbeidsongeval wordt een loongarantie van 100 pct. gewaarborgd tot op het moment van herkwalificatie door de arbeidsongevallenverzekeraar voor een maximale termijn van zes maanden.

Voor de gevallen van blijvende, gedeeltelijke of volledige invaliditeit, zal eveneens het niet-geplafonneerd loon als berekeningsbasis genomen worden. § 2. Voor de tijdelijke volledige werkonbekwaamheid bij zwangerschap, wordt de berekeningsbasis gebracht op 90 pct. van het normale brutoloon van de bediende op het ogenblik van haar zwangerschap.

Art. 49bis.In geval van categorieverlaging ten gevolge van ziekte of arbeidsongeval van de bediende, wordt het geïndexeerd loon behouden en de verhogingen die voortvloeien uit de schommelingen van het indexcijfer worden op het oud basismaandloon toegepast. Evenwel bij conventionele loonsverhoging, wordt slechts de helft van deze verhoging op bedoeld basismaandloon toegepast. Eventueel gunstiger stelsels die op het vlak van de onderneming bestaan, blijven behouden.

De individueel verworven rechten wegens particuliere regelingen die voor sommige bedienden definitief zijn geworden, worden geëerbiedigd.

Zwangere werkneemsters op risicoposten die omwille van hun zwangerschap hun risicopost moeten verlaten en tijdelijk een andere lager functie uitvoeren, behouden hun volledig normale brutoloon. HOOFDSTUK XX. - Opbouw dienstanciënniteit

Art. 50.§ 1. Indien het tot stand komen van een overeenkomst van onbepaalde duur, ingegaan sinds 1 januari 2007, tussen de werknemer en de onderneming wordt voorafgegaan door een overeenkomst van bepaalde duur met diezelfde werkgever, zal de anciënniteit gerekend worden rekening houdend met de anciënniteit verworven door de overeenkomst van bepaalde duur. § 2. Indien het tot stand komen van een overeenkomst van onbepaalde duur tussen de werknemer en de onderneming onmiddellijk zonder onderbreking wordt voorafgegaan door een overeenkomst van bepaalde duur met diezelfde werkgever voor een gelijkaardige functie zal in dit geval geen proefperiode in de overeenkomst van onbepaalde duur voorzien worden, dit in de mate dat de overeenkomst van bepaalde duur minstens een duur heeft gelijk aan de maximale proefperiode zoals wettelijk voorzien voor het desbetreffende werknemersstatuut. HOOFDSTUK XXI. - Thuiswerk

Art. 51.De partijen bevelen de ondernemingen die thuiswerk willen invoeren, aan om in nauw overleg met de syndicale afvaardiging een kader uit te werken inzake thuiswerk. In dit kader wordt verwezen naar de bepalingen voorzien in CAO nr. 85. HOOFDSTUK XXII. - Harmonisatie statuten/CAO

Art. 52.Partijen en onderhandelaars bevelen aan om op ondernemingsvlak de verschillen die in de onderneming bestaan inzake extra legale voorwaarden tussen de statuten van arbeiders en bedienden te onderzoeken in overleg met de syndicale afvaardiging.

Dit onderzoek wordt ten laatste in oktober van elk jaar meegedeeld aan de voorzitters van de paritaire comités 117 en 211 die, eenmaal per jaar, een globaal overzicht meedeelt aan de organisaties aanwezig in het paritair comité.

Elke nieuwe vorm van ongeoorloofd onderscheid tussen arbeiders en bedienden moet vermeden worden. HOOFDSTUK XXIII. - Geldigheidsduur

Art. 53.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013 en treedt buiten werking op 31 december 2014.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 oktober 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^