Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 oktober 2017
gepubliceerd op 16 oktober 2017

Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van inwendige orde van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 18 september 2017

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2017013584
pub.
16/10/2017
prom.
09/10/2017
ELI
eli/besluit/2017/10/09/2017013584/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 OKTOBER 2017. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van inwendige orde van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 18 september 2017


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 12/12/2019 numac 2019015296 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I type wet prom. 02/08/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002009786 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het Wetboek van vennootschappen alsook van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 24/12/2003 numac 2002015137 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Arabische Emiraten tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en met het Protocol, ondertekend te Washington op 30 september 1996 (2) sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, artikel 48bis, § 3, achtste lid, ingevoegd bij de wet van 2 juli 2010 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011;

Op de voordracht de Vice-eersteminister en Minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel en de Minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde reglement van inwendige orde van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 18 september 2017 wordt goedgekeurd.

Art. 2.Het koninklijk besluit van 12 maart 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/03/2012 pub. 27/03/2012 numac 2012003099 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van inwendige orde van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 21 november 2011 sluiten tot goedkeuring van het reglement van inwendige orde van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 21 november 2011 en het koninklijk besluit van 4 september 2014 tot goedkeuring van het reglement van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 13 juni 2014 tot wijziging van het reglement van inwendige orde van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 21 november 2011 worden opgeheven op de datum van de inwerkingtreding van het onderhavige besluit.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.De minister bevoegd voor consumentenbescherming en de minister bevoegd voor Financiën zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 oktober 2017.

FILIP Van Koningswege : De Vice-eersteminister en Minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, K. PEETERS De Minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, J. VAN OVERTVELDT

BIJLAGE Reglement van inwendige orde van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 18 september 2017 De sanctiecommissie, Gelet op artikel 48bis, § 3, achtste lid, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 12/12/2019 numac 2019015296 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I type wet prom. 02/08/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002009786 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het Wetboek van vennootschappen alsook van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 24/12/2003 numac 2002015137 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Arabische Emiraten tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en met het Protocol, ondertekend te Washington op 30 september 1996 (2) sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, Stelt het reglement van inwendige orde van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten vast : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 12/12/2019 numac 2019015296 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I type wet prom. 02/08/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002009786 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het Wetboek van vennootschappen alsook van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 24/12/2003 numac 2002015137 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Arabische Emiraten tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en met het Protocol, ondertekend te Washington op 30 september 1996 (2) sluiten: de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 12/12/2019 numac 2019015296 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I type wet prom. 02/08/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002009786 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het Wetboek van vennootschappen alsook van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 24/12/2003 numac 2002015137 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Arabische Emiraten tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en met het Protocol, ondertekend te Washington op 30 september 1996 (2) sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;wet van 7 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/2016 pub. 13/12/2016 numac 2016011493 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren sluiten: de wet van 7 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/2016 pub. 13/12/2016 numac 2016011493 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren sluiten tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren;3° FSMA: de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten;4° de sanctiecommissie: de sanctiecommissie van de FSMA;5° de voorzitter: de voorzitter van de sanctiecommissie van de FSMA;6° het college: het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren bedoeld in artikel 32 van de wet van 7 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/2016 pub. 13/12/2016 numac 2016011493 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren sluiten;7° het comité van het college: het Comité van het college bedoeld in artikel 35 van de wet van 7 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/2016 pub. 13/12/2016 numac 2016011493 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren sluiten;8° de auditeur of de adjunct-auditeur: de auditeur of de adjunct-auditeur van de FSMA bedoeld in artikel 70 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 12/12/2019 numac 2019015296 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I type wet prom. 02/08/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002009786 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het Wetboek van vennootschappen alsook van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 24/12/2003 numac 2002015137 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Arabische Emiraten tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en met het Protocol, ondertekend te Washington op 30 september 1996 (2) sluiten;9° de secretaris-generaal of de adjunct- secretaris-generaal: de secretaris-generaal of de adjunct-secretaris-generaal van het college bedoeld in artikel 39 van de wet van 7 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/2016 pub. 13/12/2016 numac 2016011493 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren sluiten;10° de partij(en): de persoon of personen die door het directiecomité of door het college in kennis werden gesteld van de grieven;11° dag: kalenderdag, met dien verstande dat wanneer de vervaldag van de termijn een zaterdag, zondag of feestdag is deze wordt verlengd tot de volgende werkdag;tenzij anders bepaald worden de termijnen die beginnen te lopen vanaf een kennisgeving berekend vanaf de eerste dag die volgt op deze waarop de brief aangeboden werd op de woonplaats van de geadresseerde; een in maanden bepaalde termijn wordt gerekend van de zoveelste tot de dag vóór de zoveelste. HOOFDSTUK 2. - De plenaire vergadering van de sanctiecommissie

Art. 2.De sanctiecommissie komt bijeen in plenaire vergadering telkens wanneer de voorzitter het nodig acht.

De plenaire vergadering van de sanctiecommissie zal worden samengeroepen telkens als over volgende punten dient te worden beraadslaagd: 1° de verkiezing van de voorzitter;2° de goedkeuring van het reglement van inwendige orde of van wijzigingen in dit reglement;3° de goedkeuring van een protocol met het directiecomité of het comité van het college over aspecten van gemeenschappelijk belang.

Art. 3.De voorzitter stelt de agenda van de plenaire vergaderingen op. Bij verhindering van de voorzitter of wanneer nog geen voorzitter is verkozen, kan een lid de agenda opstellen.

Van de beraadslagingen van de plenaire vergaderingen van de sanctiecommissie worden notulen opgemaakt die door twee op de vergadering aanwezige leden worden ondertekend.

Art. 4.Bij de goedkeuring van het reglement van inwendige orde of van wijzigingen in dit reglement kan de sanctiecommissie enkel geldig beslissen indien alle leden behoudens verhindering aanwezig zijn. Een verhinderd lid kan geen volmacht verlenen aan één van zijn collega's.

De beslissing wordt genomen met meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter van de sanctiecommissie doorslaggevend.

Art. 5.De verkiezing van de voorzitter kan enkel geldig plaatsvinden indien alle leden behoudens verhindering aanwezig zijn. Een verhinderd lid kan geen volmacht verlenen aan één van zijn collega's.

De verkiezing geschiedt bij geheime stemming tot één kandidaat de meerderheid heeft bereikt. Indien er slechts één kandidaat is, wordt de kandidaat voor verkozen verklaard.

Art. 6.De voorzitter wordt verkozen voor de duur van zijn lopende mandaat als lid van de sanctiecommissie. De verkiezing als voorzitter is hernieuwbaar. Indien bij gebreke van herbenoeming de leden, op grond van artikel 48bis, § 3, derde lid, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 12/12/2019 numac 2019015296 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I type wet prom. 02/08/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002009786 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het Wetboek van vennootschappen alsook van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 24/12/2003 numac 2002015137 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Arabische Emiraten tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en met het Protocol, ondertekend te Washington op 30 september 1996 (2) sluiten, in functie blijven tot de sanctiecommissie voor het eerst in haar nieuwe samenstelling bijeenkomt, blijft ook de voorzitter in functie.

Art. 7.Indien de zetel van de voorzitter om welke reden ook openvalt, wordt overgegaan tot de verkiezing van een nieuwe voorzitter. De nieuwe voorzitter wordt verkozen voor de verdere duur van zijn lopende mandaat als lid van de sanctiecommissie, ongeacht de verdere duur van het mandaat van de voorzitter in wiens vervanging wordt voorzien. HOOFDSTUK 3. - De samenstelling van de sanctiecommissie bij de behandeling van sanctiedossiers

Art. 8.De sanctiecommissie bestaat uit twee kamers.

De eerste kamer is bevoegd om te beslissen over het opleggen van administratieve geldboetes door de FSMA in de materies als bedoeld in artikel 45 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 12/12/2019 numac 2019015296 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I type wet prom. 02/08/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002009786 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het Wetboek van vennootschappen alsook van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 24/12/2003 numac 2002015137 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Arabische Emiraten tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en met het Protocol, ondertekend te Washington op 30 september 1996 (2) sluiten of het treffen van de sancties bedoeld in artikel 40 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, voor de instellingen of personen waarvoor de FSMA de bevoegde autoriteit is.

De tweede kamer is bevoegd om te beslissen over het opleggen van maatregelen en administratieve geldboetes als bedoeld in artikel 59 van de wet van 7 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/2016 pub. 13/12/2016 numac 2016011493 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren sluiten of het treffen van de sancties bedoeld in artikel 40 van de voornoemde wet van 11 januari 1993 ten aanzien van bedrijfsrevisoren.

Art. 9.De sanctiecommissie of een van haar kamers kan bij de behandeling van sanctiedossiers geldig beslissen als twee van haar leden en haar voorzitter aanwezig zijn.

Wanneer haar voorzitter verhinderd is, kan zij geldig beslissen als drie van haar leden aanwezig zijn.

Art. 10.De voorzitter van de sanctiecommissie bepaalt de samenstelling van de sanctiecommissie voor de behandeling van elk dossier.

Art. 11.De sanctiecommissie zal tijdens eenzelfde procedure in dezelfde samenstelling zetelen.

Indien een lid van de sanctiecommissie, na de hoorzitting waaraan hij heeft deelgenomen, om welke reden ook niet meer in de mogelijkheid verkeert om deel te nemen aan de beraadslaging over de beslissing, wordt de partij opnieuw opgeroepen om te worden gehoord door de sanctiecommissie in een nieuwe samenstelling.

Indien de partij niet op de oproeping voor de hoorzitting is ingegaan, en een lid van de sanctiecommissie, om welke reden ook niet meer in de mogelijkheid verkeert om deel te nemen aan de beraadslaging over de beslissing wordt de partij opnieuw opgeroepen om te worden gehoord door de sanctiecommissie in een nieuwe samenstelling. HOOFDSTUK 4. - Het sanctiedossier

Art. 12.De voorzitter van de sanctiecommissie ontvangt van het directiecomité of van het college de kennisgeving van de grieven, het onderzoeksverslag en de dossierstukken, in het door de voorzitter of het secretariaat van de sanctiecommissie gevraagd aantal exemplaren.

De voorzitter of het secretariaat van de sanctiecommissie maakt een kopie van de voornoemde stukken over aan de door de voorzitter aangeduide leden.

De partij die door het directiecomité of door het college in kennis werd gesteld van de grieven en het onderzoeksverslag, wordt door de voorzitter per brief uitgenodigd om, in persoon dan wel bijgestaan of vertegenwoordigd door een advocaat naar haar keuze, een kopie van de dossierstukken op te halen. Bovendien kunnen de bedrijfsrevisoren worden bijgestaan of vertegenwoordigd worden door een bedrijfsrevisor van hun keuze. Deze uitnodiging kan worden opgenomen in dezelfde brief als die waarin de betrokken partij wordt opgeroepen voor een hoorzitting, dan wel in een afzonderlijke brief. HOOFDSTUK 5. - Schriftelijke bemerkingen en uitwisseling van memories

Art. 13.Met toepassing van de bepalingen van dit reglement, stelt de voorzitter de partijen en de vertegenwoordiger van het directiecomité of van het comité van het college in kennis van het tijdsverloop van de procedure, desgevallend volgend op een door hem samengeroepen inleidingszitting met de partijen en de vertegenwoordiger van het directiecomité of van het comité van het college.

De partij aan wie de grieven ter kennis werden gebracht, beschikt over een termijn van twee maanden om haar opmerkingen met betrekking tot de grieven, schriftelijk over te leggen aan de voorzitter.

De schriftelijke bemerkingen van de partij aan wie de grieven ter kennis werden gebracht en de procedurestukken die voornoemde partij bij haar bemerkingen wenst te voegen kunnen elektronisch worden meegedeeld, voor zover het ondertekende origineel van de schriftelijke bemerkingen en van de inventaris van de procedurestukken uiterlijk op de dag van de hoorzitting aan de voorzitter wordt overhandigd. De praktische modaliteiten van die elektronische mededeling kunnen door de voorzitter worden vastgelegd.

In bijzondere omstandigheden kan de voorzitter de in het tweede lid bedoelde termijn verlengen. Deze verlenging kan niet meer dan twee maanden bedragen.

De betrokken partij of haar vertegenwoordiger richt daartoe een schriftelijk verzoek aan de voorzitter. Dit verzoekschrift dient uiterlijk 14 dagen voor het verstrijken van de termijn van twee maanden en op schriftelijke wijze aan de voorzitter te worden gericht.

Het verzoekschrift vermeldt de motieven die naar het oordeel van de verzoeker bijzondere omstandigheden vormen die de verlenging van de termijn rechtvaardigen. Het verzoekschrift vermeldt tevens de duur van de verlenging waarom wordt verzocht.

De beslissing van de voorzitter over het verzoek tot verlenging van de termijn wordt op schriftelijke wijze meegedeeld aan de verzoeker. De voorzitter is niet verplicht het verzoek toe te kennen en is niet gebonden door de motivering van het verzoekschrift of door de daarin gevraagde termijn van verlenging. De beslissing van de voorzitter wordt aan de partij meegedeeld binnen een termijn van 7 dagen na de ontvangst van het verzoek.

De voorzitter of het secretariaat van de sanctiecommissie bezorgt de voorzitter van het directiecomité of de voorzitter van het comité van het college zonder verwijl een kopie van alle schriftelijke opmerkingen van de partijen, met het oog op de vertegenwoordiging van het directiecomité of het comité van het college op de hoorzitting en diens mogelijkheid om zijn opmerkingen kenbaar te maken.

De voorzitter verzoekt de voorzitter van het directiecomité of de voorzitter van het comité van het college om een schriftelijke memorie neer te leggen tegen een door de voorzitter bepaalde datum, voorafgaand aan de datum die voor de hoorzitting is bepaald. Deze memorie bevat tenminste de opmerkingen van het directiecomité of van het comité van het college met betrekking tot de door de partijen in hun verweer ingeroepen argumenten. De door de voorzitter van het directiecomité of door de voorzitter van het comité van het college overgemaakte memorie wordt zonder verwijl bezorgd aan de partijen.

De partijen kunnen vervolgens een schriftelijke memorie van antwoord neerleggen tegen een door de voorzitter bepaalde datum, voorafgaand aan de datum die voor de hoorzitting is bepaald. Deze memorie wordt zonder verwijl aan het directiecomité of het comité van het college overgemaakt. Zo het directiecomité of het comité van het college verzuimt binnen de bepaalde termijn een memorie te laten geworden, worden de partijen hiervan in kennis gesteld en mogen zij de memorie van antwoord door een toelichtende memorie vervangen. HOOFDSTUK 6. - De wraking

Art. 14.De partij of partijen worden uiterlijk bij de oproeping voor de hoorzitting in kennis gesteld van de namen van de leden van de sanctiecommissie die het dossier zullen behandelen.

De partijen kunnen vragen om een lid van de sanctiecommissie te wraken, indien zij twijfels hebben over zijn onpartijdigheid.

Het verzoek tot wraking wordt zo snel mogelijk ingediend nadat de partij die om de wraking verzoekt op de hoogte is gebracht van de voorziene samenstelling van de sanctiecommissie, en, indien het wordt geformuleerd tijdens de hoorzitting, in ieder geval vóór de voorstelling van de verweermiddelen. Indien een wrakingsverzoek wordt geformuleerd tijdens de hoorzitting, kunnen de debatten worden opgeschort met het oog op de verdere afhandeling van het verzoek.

Het verzoek tot wraking wordt schriftelijk aan de sanctiecommissie gericht en vermeldt de motieven voor de wraking. De eventuele verantwoordingsstukken tot staving van het verzoek worden bij het verzoek gehecht. Een wrakingsverzoek dat wordt geformuleerd tijdens de hoorzitting kan, om het een schriftelijk karakter te geven, worden geakteerd op het zittingsblad.

Een kopie van het verzoek tot wraking wordt door de voorzitter of het secretariaat van de sanctiecommissie meegedeeld aan het lid om wiens wraking wordt verzocht. Vanaf die mededeling onthoudt het gewraakte lid van de sanctiecommissie zich van de zaak, totdat over het verzoek is beslist. Binnen de 5 werkdagen na deze mededeling laat het gewraakte lid schriftelijk weten of hij berust in zijn wraking of niet ingaat op het verzoek zich van de zaak te onthouden, met zijn antwoord op de middelen van wraking.

Indien het verzoek tot wraking betrekking heeft op de voorzitter van de sanctiecommissie, heeft de ontvangst van het verzoek door de voorzitter van de sanctiecommissie voor doeleinden van het vijfde lid de gevolgen van de daarin vermelde mededeling.

Indien het gewraakte lid van de sanctiecommissie berust in zijn wraking, wordt overeenkomstig artikel 10 overgegaan tot zijn vervanging.

In het andere geval spreekt de sanctiecommissie zich uit over het verzoek tot wraking. De sanctiecommissie kan geldig beslissen over een verzoek tot wraking als twee van haar leden en haar voorzitter aanwezig zijn; wanneer haar voorzitter verhinderd is, kan zij geldig beslissen als drie van haar leden aanwezig zijn. Het gewraakte lid neemt geen deel aan de beraadslaging en beslissing over het wrakingsverzoek. De gemotiveerde beslissing over het verzoek tot wraking wordt meegedeeld aan het gewraakte lid. Indien de wraking wordt toegestaan, wordt overeenkomstig artikel 10 overgegaan tot de vervanging van het gewraakte lid.

De berusting van het gewraakte lid en zijn vervanging dan wel de beslissing over het verzoek tot wraking en desgevallend de vervanging van het gewraakte lid, worden meegedeeld aan de partij die het verzoek tot wraking heeft ingediend en aan de andere partijen die desgevallend in hetzelfde dossier voor de sanctiecommissie in dezelfde samenstelling zijn opgeroepen, alsook aan de voorzitter van het directiecomité of aan de voorzitter van het comité van het college.

Deze mededeling kan gepaard gaan met een nieuwe oproeping. HOOFDSTUK 7. - De oproeping voor de hoorzitting

Art. 15.De betrokken partij of partijen worden door de voorzitter opgeroepen om te worden gehoord, waarbij deze partij of partijen zich kunnen laten bijstaan of vertegenwoordigen door een advocaat.

Bedrijfsrevisoren kunnen zich bovendien laten bijstaan of vertegenwoordigen door een bedrijfsrevisor van hun keuze. De oproeping gebeurt per aangetekende brief, deurwaardersexploot of afgifte aan de persoon met ontvangstbewijs.

Deze oproeping kan worden opgenomen in dezelfde brief als die waarin de betrokken partij wordt uitgenodigd om een kopie van de dossierstukken op te halen, dan wel in een afzonderlijke brief. De oproeping vermeldt de voorziene samenstelling van de sanctiecommissie.

De betrokken partij deelt de voorzitter mee door wie ze zich desgevallend laat bijstaan of vertegenwoordigen.

Art. 16.Wanneer meerdere partijen in een dossier met betrekking tot dezelfde feiten worden opgeroepen, zullen afzonderlijke hoorzittingen plaatsvinden. De voorzitter kan tot een gezamenlijke hoorzitting beslissen indien de partijen daarom verzoeken of daarmee instemmen.

Art. 17.Wanneer de omstandigheden dit rechtvaardigen, kan de voorzitter de hoorzitting verdagen en een nieuwe oproeping versturen.

Dit kan inzonderheid, maar niet uitsluitend, indien de voorziene samenstelling van de sanctiecommissie wijzigt, indien na een eerdere oproeping een verlenging werd toegestaan van de termijn voor schriftelijke opmerkingen, of indien een wrakingsverzoek is ingediend.

Art. 18.De voorzitter stelt de voorzitter van het directiecomité of de voorzitter van het comité van het college in kennis van de datum van de hoorzitting met het oog op de vertegenwoordiging van het directiecomité of van het comité van het college op de hoorzitting en diens mogelijkheid om zijn opmerkingen kenbaar te maken. De kennisgeving vermeldt de voorziene samenstelling van de sanctiecommissie. Het directiecomité of het comité van het college deelt de voorzitter mee door wie het zich laat vertegenwoordigen. HOOFDSTUK 8. - De hoorzitting

Art. 19.De hoorzitting vindt plaats op de in de oproeping vastgestelde datum.

Evenwel, indien de partij heeft laten weten niet op de hoorzitting aanwezig of vertegenwoordigd te zullen zijn, beslist de voorzitter of de hoorzitting plaatsvindt. Indien de hoorzitting niet plaatsvindt, wordt het dossier als volledig beschouwd en in beraad genomen.

Art. 20.De hoorzitting wordt voorgezeten door de voorzitter van de sanctiecommissie, of wanneer die verhinderd is, door een van de zetelende leden van de sanctiecommissie die daartoe door een meerderheid van de zetelende leden is aangeduid. De dienstdoende voorzitter opent, leidt en sluit de debatten, met eerbiediging van de rechten van verdediging. Hij kan inzonderheid in elke stand van de hoorzitting het woord geven aan de partij of haar vertegenwoordiger dan wel aan de vertegenwoordiger van het directiecomité of van het comité van het college, naargelang het geval.

In elk geval kan de partij of haar vertegenwoordiger als laatste het woord nemen. De dienstdoende voorzitter kan de debatten tevens opschorten tot een door hem nader bepaald of te bepalen moment. Indien de opschorting gebeurt tot een nader te bepalen moment, zal een nieuwe oproeping worden verzonden.

Art. 21.Tijdens de hoorzitting wordt de partij of haar vertegenwoordiger door de sanctiecommissie gehoord, tenzij zij niet ingaat op de oproeping. De betrokken partij wordt gehoord in haar middelen en verweer, en kan daarbij worden bijgestaan of vertegenwoordigd door een advocaat van haar keuze. Bovendien kunnen de bedrijfsrevisoren op de hoorzitting bijgestaan of vertegenwoordigd worden door een bedrijfsrevisor van hun keuze.

De sanctiecommissie kan de persoonlijke verschijning van de betrokken bedrijfsrevisor bevelen.

Art. 22.Het directiecomité of het comité van het college, vertegenwoordigd door de persoon van zijn keuze, kan tijdens de hoorzitting zijn opmerkingen kenbaar maken.

Art. 23.De voorzitter of de leden van de sanctiecommissie kunnen bijkomende vragen stellen aan de partijen of hun vertegenwoordigers en aan de vertegenwoordiger van het directiecomité of van het comité van het college.

Art. 24.De debatten grijpen plaats in de taal van de procedure gekozen door de partijen, binnen de grenzen bepaald door artikel 41 van de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken van 18 juli 1966.

Art. 25.Van de hoorzitting wordt een zittingsblad opgesteld en ondertekend door de voorzitter.

Art. 26.Indien de partijen of hun vertegenwoordigers vragen willen stellen of om bijkomend onderzoek verzoeken, dienen zij hiervan kennis te geven ter zitting. De sanctiecommissie stelt de termijn vast waarbinnen de vragen moeten worden beantwoord en beslist of bijkomend onderzoek vereist is. De sanctiecommissie kan de auditeur of de adjunct-auditeur of de secretaris-generaal of de adjunct-secretaris-generaal op de hoorzitting uitnodigen om ter zitting op de vragen te antwoorden. De sanctiecommissie kan het directiecomité of het comité van het college verzoeken om vragen te laten beantwoorden of bijkomende onderzoeksdaden te laten stellen. Het directiecomité of het comité van het college brengt de antwoorden op voormelde vragen en de bevindingen van voormeld onderzoek ter kennis van de voorzitter van de sanctiecommissie.

De sanctiecommissie kan op eigen initiatief tijdens de hoorzitting de auditeur of de adjunct-auditeur of de secretaris-generaal of de adjunct-secretaris-generaal verzoeken op vragen te antwoorden. De sanctiecommissie kan het directiecomité of het comité van het college verzoeken om vragen te laten beantwoorden of bijkomende onderzoeksdaden te laten stellen binnen de termijn die zij bepaalt.

Het directiecomité of het comité van het college brengt het antwoord op de voormelde vragen en de bevindingen van het voormeld onderzoek ter kennis van de voorzitter van de sanctiecommissie.

Indien de in het tweede lid bedoelde beslissing wordt genomen na de hoorzitting, worden de partijen op de hoogte gebracht van die beslissing van de sanctiecommissie.

Art. 27.De partijen worden door de voorzitter in kennis gesteld van de antwoorden op voormelde vragen of de bevindingen van het bijkomend onderzoek. De vertegenwoordiger van het directiecomité of van het comité van het college wordt van deze kennisgeving ingelicht.

De hoorzitting kan worden verlengd of heropend, uitsluitend ter behandeling van de antwoorden op voormelde vragen of ter behandeling van de bevindingen van het bijkomend onderzoek.

Ingeval geen hoorzitting over de in het tweede lid bedoelde gegevens wordt gehouden, kunnen de partijen alsook het directiecomité of het comité van het college binnen de twintig dagen na de ontvangst van de voornoemde kennisgeving een bijkomende memorie neerleggen. Indien zij van dit recht wensen gebruik te maken, dienen zij dit binnen acht dagen na de ontvangst van die kennisgeving te melden.

Ingeval het directiecomité of het comité van het college schriftelijke bemerkingen formuleert, worden deze overgemaakt aan de betrokken partijen die over een termijn van twintig dagen beschikken om hierop te reageren. In bijzondere omstandigheden kan de voorzitter deze termijn met twintig dagen verlengen. De betrokken partij of haar vertegenwoordiger richt daartoe een gemotiveerd schriftelijk verzoek aan de voorzitter binnen zeven dagen na de ontvangst van de bemerkingen. De beslissing van de voorzitter over het verzoek tot verlenging van de termijn wordt op schriftelijke wijze meegedeeld aan de verzoeker binnen veertien dagen na de ontvangst van de bemerkingen.

Een kopie van de bemerkingen van de partijen en van de reactie waarvan sprake in het vierde lid wordt aan de vertegenwoordiger van het directiecomité of het comité van het college bezorgd.

Art. 28.Na de hoorzitting wordt het dossier als volledig beschouwd en vat de sanctiecommissie zijn beraadslaging over de beslissing aan, behoudens toepassing van de artikelen 26 en 27 of wanneer de voorzitter beslist de zaak in voortzetting te stellen omwille van een tijdens de hoorzitting ontdekt nieuw stuk of feit van overwegend belang. HOOFDSTUK 9. - De beslissing

Art. 29.Bij de beraadslaging van de sanctiecommissie over de te nemen beslissing kunnen, naast de zetelende leden van de sanctiecommissie, enkel de personen bedoeld in artikel 37 aanwezig zijn. De auditeur, de adjunct-auditeur en hun verslaggever, de secretaris-generaal, de adjunct-secretaris-generaal en hun verslaggever, de leden van het directiecomité of de persoon die het directiecomité vertegenwoordigt tijdens de hoorzitting, de leden van het comité van het college of de persoon die het comité van het college vertegenwoordigt tijdens de hoorzitting en de partij of haar vertegenwoordiger mogen in geen geval aanwezig zijn bij de beraadslaging.

In overeenstemming met de beraadslaging wordt een ontwerpbeslissing opgesteld door of onder verantwoordelijkheid van de voorzitter in de betrokken zaak of door een door hem aangeduid lid van de sanctiecommissie dat aan de hoorzitting en beraadslaging heeft deelgenomen. Deze bepaling doet geen afbreuk aan de mogelijkheid voor de sanctiecommissie om een beroep te doen op de bijstand van de in artikel 37 bedoelde persoon of personen voor de voorbereiding van de beslissing.

Art. 30.De beslissing wordt, na beraadslaging, goedgekeurd door minstens de meerderheid van de beraadslagende leden en wordt door alle beraadslagende leden ondertekend. Indien een van de beraadslagende leden in de onmogelijkheid verkeert om de beslissing te ondertekenen, wordt daarvan melding gemaakt onderaan de beslissing en de beslissing is geldig met de handtekening van de overige leden die ze hebben genomen. HOOFDSTUK 1 0. - Bekendmaking van de beslissing

Art. 31.Ingeval van niet-nominatieve bekendmaking worden de naam of eventuele andere gegevens die strekken tot identificatie van de betrokken partijen of van eventueel andere fysieke of rechtspersonen weggelaten.

Art. 32.De voorzitter van de sanctiecommissie maakt de bekend te maken versie van de beslissing over aan de voorzitter van het directiecomité of van het comité van het college met aanduiding van de datum en, desgevallend, de periode van bekendmaking. HOOFDSTUK 1 1. - Deontologische regels

Art. 33.De voorzitter en de leden van de sanctiecommissie houden bij hun externe activiteiten de reputatie en geloofwaardigheid van de FSMA voor ogen en onthouden zich van verklaringen, gedragingen of handelingen die van aard zijn een reputatierisico voor de FSMA in te houden.

Rekening houdend met het eerste lid en met de opdrachten van de sanctiecommissie leggen de voorzitter en de leden van de sanctiecommissie de gepaste terughoudendheid en discretie aan de dag bij verklaringen met betrekking tot de werking van de FSMA of door de FSMA behandelde of te behandelen dossiers, inzonderheid in de media.

Onverminderd hun wettelijk geregeld beroepsgeheim en het eerste en tweede lid onthouden de leden zich van commentaar over de werkzaamheden van de sanctiecommissie, diens beslissingen en beroepen hiertegen. Dit geldt niet voor juridisch advies door advocaten of wetenschappelijke bijdragen.

Art. 34.De voorzitter en de leden van de sanctiecommissie leven de deontologische regels van hun beroep inzake belangenconflicten na. Zij onthouden zich ervan persoonlijk een partij die betrokken is bij een geschil waarin de FSMA of het College partij is, te verdedigen, bij te staan of consult te geven in dat geschil, en komen evenmin tussen bij procedures voor de sanctiecommissie of van minnelijke schikking.

Rekening houdend met artikel 33 en met het eerste lid en met inachtname van wettelijke voorschriften op hen van toepassing, letten de leden van de sanctiecommissie erop de voorzitter van de sanctiecommissie ten gepaste tijde te raadplegen ingeval van twijfel omtrent hun gebeurlijk persoonlijk optreden bij een door het directiecomité of het college te behandelen dossier of aangelegenheid.

De voorzitter kan deze vraag laten behandelen door de voltallige sanctiecommissie of door een binnen de sanctiecommissie opgericht comité en kan desgevallend het standpunt van het directiecomité of het comité van het college inwinnen. Het directiecomité of het college kan op eigen initiatief elk nuttig element ter kennis van de voorzitter van de sanctiecommissie brengen. Voornoemd voorschrift geldt desgevallend voor de voorzitter, met dien verstande dat hij het oudste lid raadpleegt.

Art. 35.Een lid van de sanctiecommissie dat een persoonlijk belang heeft dat zijn oordeel zou kunnen beïnvloeden, moet de voorzitter van de sanctiecommissie daarvan op de hoogte brengen vooraleer een hoorzitting of beraadslaging plaatsvindt, en mag niet deelnemen aan de hoorzitting, beraadslaging en de stemming over die beslissing.

Hetzelfde voorschrift geldt desgevallend voor de voorzitter, met dien verstande dat hij het oudste aanwezige lid daarvan op de hoogte moet brengen.

Art. 36.Met toepassing van artikel 65 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 12/12/2019 numac 2019015296 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I type wet prom. 02/08/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002009786 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het Wetboek van vennootschappen alsook van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 24/12/2003 numac 2002015137 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Arabische Emiraten tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en met het Protocol, ondertekend te Washington op 30 september 1996 (2) sluiten zal in het jaarverslag van de FSMA verslag worden uitgebracht over de activiteiten van de sanctiecommissie.

Met toepassing van artikel 42, tweede lid, van de wet van 7 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/2016 pub. 13/12/2016 numac 2016011493 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren sluiten zal in het activiteitenverslag van het college verslag worden gebracht over de werkzaamheden van de sanctiecommissie betreffende het revisoraat. HOOFDSTUK 1 2. -Secretariaat van de sanctiecommissie

Art. 37.Overeenkomstig artikel 33 van het inrichtingsreglement van de FSMA stelt het directiecomité de nodige middelen ter beschikking van de sanctiecommissie, zowel qua personeel als qua materiële middelen, voor de uitvoering van haar wettelijke opdracht. De sanctiecommissie kan hierover een protocol met het directiecomité afsluiten.

De aldus door het directiecomité aangeduide persoon of personen zijn belast met de bijstand van de sanctiecommissie.

De sanctiecommissie kan een beroep doen op de bijstand van deze persoon of personen voor de voorbereiding van een ontwerp van beslissing van de sanctiecommissie. Daarenboven zijn deze persoon of personen belast met de administratieve bijstand van de sanctiecommissie. In de uitvoering van hun taken voor de sanctiecommissie nemen deze persoon of personen enkel instructies aan van de voorzitter van de sanctiecommissie of van de zetelende leden van sanctiecommissie. De voorzitter of de zetelende leden van de sanctiecommissie kunnen deze persoon of personen toelaten de hoorzitting en de beraadslagingen van de sanctiecommissie bij te wonen. HOOFDSTUK 1 3. -Versnelde procedure

Art. 38.In het kader van de behandeling van een dossier dat kan leiden tot de oplegging van een administratieve maatregel of geldboete kan de voorzitter aan de partij die de grieven ontving, voorstellen het dossier via de versnelde schriftelijke procedure te behandelen, waarbij de betrokken partij afziet van de hoorzitting en er mee instemt haar schriftelijke bemerkingen aan de voorzitter over te maken binnen de termijn door de voorzitter bepaald die maximum twee maanden zal bedragen dan wel afziet van het formuleren van schriftelijke bemerkingen. Het akkoord van de partij dient aan de voorzitter te worden meegedeeld binnen de door de voorzitter bepaalde termijn.

De voorzitter licht de voorzitter van het directiecomité of de voorzitter van het comité van het college in van het gebruik van de voornoemde procedure en deelt de voorzitter van het directiecomité of de voorzitter van het comité van het college tevens zonder verwijl de voornoemde bemerkingen van de partijen mee. De voorzitter nodigt het directiecomité of het comité van het college uit om op deze bemerkingen te reageren binnen een termijn die de voorzitter bepaalt en die maximum 30 dagen zal bedragen. De door het directiecomité of het college overgemaakte bemerkingen worden zonder verwijl bezorgd aan de partijen die over een door de voorzitter bepaalde termijn voor reactie beschikken van maximum 30 dagen. Deze reactie wordt aan het directiecomité of aan het comité van het college bezorgd. Behoudens indien de sanctiecommissie binnen de termijn die zij bepaalt ophelderingen vraagt over punten die zij aanwijst, zal uiterlijk na ontvangst van de reactie van de partijen het dossier als volledig worden beschouwd en zal de sanctiecommissie haar beraadslaging aanvatten over haar beslissing. HOOFDSTUK 1 4. - Inwerkingtreding en opheffingsbepaling

Art. 39.Dit reglement treedt in werking op de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 40.Het reglement van inwendige orde van de sanctiecommissie van 21 november 2011, gewijzigd bij het reglement van 13 juni 2014 wordt opgeheven op de datum van de inwerkingtreding van het onderhavige reglement.

Brussel, 18 september 2017.

De voorzitter van de sanctiecommissie, M. ROZIE Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 9 oktober 2017 tot goedkeuring van het reglement van inwendige orde van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 18 september 2017.

FILIP Van Koningswege : De Vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, K. PEETERS De Minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, J. VAN OVERTVELDT

^