Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 april 2014
gepubliceerd op 05 mei 2014

Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 10, § 4, van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2014011221
pub.
05/05/2014
prom.
10/04/2014
ELI
eli/besluit/2014/04/10/2014011221/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 10, § 4, van het koninklijk besluit van 22 februari 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/1991 pub. 08/09/2005 numac 2005000468 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben U ter ondertekening voor te leggen, betreft een wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/1991 pub. 08/09/2005 numac 2005000468 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen (hierna "het algemeen reglement").

De wijziging is ingegeven door de opkomst van leningen die gewaarborgd worden door overheden (Staten, gewesten, gemeenten) en die meestal worden uitgegeven in het kader van de financiering van infrastructuurbeleggingen (bv. telecommunicatie, ziekenhuizen, sociale woningen, gevangenissen, scholen...). In de huidige economische context kunnen dergelijke leningen aantrekkelijk zijn voor verzekeringsondernemingen, aangezien hun rentabiliteit doorgaans hoger ligt dan die van soevereine obligaties. Er zij ook opgemerkt dat deze leningen, die meestal dienen ter financiering van langetermijninvesteringen, interessant kunnen zijn voor verzekeringsondernemingen, gezien hun langetermijnverbintenissen.

Dergelijke leningen zijn echter maar aantrekkelijk voor de verzekeringssector indien ze kunnen worden aangewend ter dekking van hun verzekeringsverbintenissen, of, om de bewoordingen van het reglement te gebruiken, indien ze kunnen worden aangewend als dekkingswaarden voor de technische voorzieningen en schulden.

De regels voor de dekkingswaarden zijn momenteel opgenomen in artikel 10 van het algemeen reglement. Dit artikel bepaalt onder meer ( § 3) welke activa kunnen worden opgenomen in de lijst van de dekkingswaarden en welke plafonds (percentage van het totaal van de technische voorzieningen) ( § 4) van toepassing zijn voor bepaalde categorieën van activa.

De leningen waarvan sprake hierboven, mogen op grond van artikel 10, § 3, 6° van het algemeen reglement worden opgenomen in de lijst van de dekkingswaarden, als "leningen die voldoende waarborgen bieden".

Wat de plafonds betreft, dient eerst en vooral te worden opgemerkt dat er geen plafond geldt voor leningen aan Staten, hun lokale of regionale overheden die behoren tot zone A als bedoeld in Richtlijn (89/647/EEG) van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 december 1989 betreffende een solvabiliteitsratio voor kredietinstellingen, noch voor het totaal van de technische voorzieningen, noch per kredietnemer (art. 10, § 4, eerste lid, 6°, tweede lid, en § 4, tweede lid, tweede zin). Dit geldt eveneens voor leningen aan internationale organisaties waar minstens één Lid-Staat van de Europese Economische Ruimte deel van uitmaakt (ibid.).

De leningen die gewaarborgd worden door de hierboven opgesomde overheidsentiteiten, worden niet uitdrukkelijk genoemd in artikel 10, § 4 van het algemeen reglement. Deze leningen zijn dus beperkt tot 5 % van het totaal van de technische voorzieningen en 1 % van datzelfde totaal per kredietnemer (art. 10, § 4, 1e lid, 6°, eerste lid).

Deze regel is niet coherent. Enerzijds kunnen de leningen die door een overheid worden gewaarborgd, in het bijzonder door de Staten van zone A, meestal worden beschouwd als weinig risicovolle beleggingen, gelet op de kwaliteit van de waarborg zelf, en op de vereiste van een dubbel falen vooraleer er sprake is van een in gebreke blijven. Anderzijds voorziet dezelfde reglementering (art. 10, § 4, eerste lid, 6°, tweede lid) niet in een plafond per kredietnemer voor leningen die gewaarborgd worden door een in de Europese Economische Ruimte gevestigde kredietinstelling of verzekeringsonderneming (onder voorbehoud van artikel 10, § 4, tweede lid, dat de concentraties op eenzelfde tegenpartij beperkt tot 5 % of 10 % van de technische voorzieningen).

De bepalingen naar Belgisch recht vormen de omzetting van twee Europese richtlijnen, namelijk enerzijds de Richtlijn 92/49/EEG van de Raad van 18 juni 1992, tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en houdende wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG en 88/357/EEG (derde richtlijn schadeverzekering), en anderzijds de Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende levensverzekering.

Artikel 24, lid 1, b) en c) en lid 3, eerste streepje van de Levensverzekeringsrichtlijn en artikel 22, lid 1, b) en c) en lid 3, 1ste streepje van de derde Schadeverzekeringsrichtlijn laten hogere plafonds toe, op voorwaarde dat de leningen samen worden genomen met de andere waardepapieren (obligaties, aandelen, met aandelen gelijk te stellen waardepapieren, kasbons en kapitalisatiebons, andere geld- en kapitaalmarktinstrumenten ...).

Het plafond bedraagt doorgaans 5 % van de dekkingswaarden per kredietnemer/emittent maar kan verhoogd worden tot 10 % per emittent/kredietnemer indien het totaal van de beleggingen (leningen en andere waardepapieren) bij kredietnemers/emittenten waarbij de verzekeringsonderneming meer dan 5 % van haar technische voorzieningen belegt, niet meer bedraagt dan 40 %.

Er wordt voorgesteld gebruik te maken van dit laatste plafond voor leningen die gewaarborgd worden door overheden of internationale organisaties.

Artikel 10, § 4 van het algemeen reglement wordt op vier punten gewijzigd (art. 1 van het ontwerp van koninklijk besluit). 1. De eerste wijziging is noodzakelijk doordat Richtlijn 89/647/EEG, waarnaar verschillende keren wordt verwezen in artikel 10, § 4 van het algemeen reglement, werd opgeheven.Er kan dus niet langer rechtstreeks worden gerefereerd aan zone A zoals gedefinieerd in deze richtlijn. Om de bestaande regel te behouden, werd een soortgelijke definitie ingevoegd in artikel 10, § 4, eerste lid, 6°, b) van het algemeen reglement.

Zone A, zoals gedefinieerd in de voornoemde richtlijn, omvatte de Lid-Staten van de Europese Unie, de Lid-Staten van de OESO en de landen die bijzondere leningsarrangementen met het IMF hebben gesloten of die betrokken zijn bij de algemene leningsarrangementen van het IMF. 2. De tweede wijziging houdt in dat het plafond van 5 % van het totaal van de technische voorzieningen en schulden en van 1 % van datzelfde totaal per kredietnemer, niet geldt voor leningen gewaarborgd door : - een Lid-Staat van de Europese Unie, - een volwaardige Lid-Staat van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, - een Staat die nieuwe leningsarrangementen met het Internationaal Monetair Fonds heeft gesloten, - een regionale of lokale overheid van een van de voornoemde Staten, - een internationale instelling waar een Lid-Staat van de Europese Unie deel van uitmaakt. Deze wijziging betreft artikel 10, § 4, eerste lid, 6°, tweede lid, van het algemeen reglement. 3. De derde wijziging staat toe dat in de dekkingswaarden een hoger percentage aan leningen wordt opgenomen die gewaarborgd worden door een overheid of een internationale organisatie.De andere plafonds waarin het algemeen reglement momenteel voorziet, worden niet gewijzigd.

Om de leesbaarheid van de tekst niet in het gedrang te brengen, werd het tweede lid van paragraaf 4 van artikel 10 van het algemeen reglement vervangen door vier leden, waarvan enkel het derde lid werkelijk nieuw is, aangezien de andere drie leden de bestaande bepalingen overnemen.

Deze vier nieuwe leden bevatten de volgende regels.

In de regel mag een verzekeringsonderneming maximum 5% van het totaal van haar technische voorzieningen beleggen in waardepapieren en leningen van eenzelfde tegenpartij. Deze regel is overgenomen uit de huidige § 4, tweede lid, eerste zin, van artikel 10 van het algemeen reglement.

Wanneer de tegenpartij een onderneming is die onder het toezicht staat van de Nationale Bank van België of van de bevoegde autoriteit van een andere Lid-Staat, wordt het plafond verhoogd tot 10 %. In dat geval mogen de beleggingen (waardepapieren en leningen) die bij eenzelfde tegenpartij meer bedragen dan 5 % van de technische voorzieningen, niet meer bedragen dan 20 % van het totaal van diezelfde technische voorzieningen. Met andere woorden, een verzekeringsonderneming mag tot 6 % van haar technische voorzieningen beleggen in maximum drie ondernemingen (in totaal 18 %) of tot 7 à 10 % in maximum twee ondernemingen (in totaal 14 %, 16 %, 17 %, 18 % of 20 %) maar niet tot 7 % in drie ondernemingen, aangezien het totaal dan 21 % van de technische voorzieningen zou bedragen. Deze regels zijn overgenomen uit de derde zin van de huidige paragraaf 4, tweede lid, eerste zin, van artikel 10 van het algemeen reglement.

Deze beperking van 10 % per tegenpartij is van toepassing wanneer de leningen gewaarborgd worden door een Staat, door een regionale of lokale overheid als bedoeld in de punten 1 en 2 hierboven, of door een internationale organisatie waar een Lid-Staat van de Europese Economische Ruimte deel van uitmaakt. In dat geval mogen de beleggingen (waardepapieren en leningen) bij eenzelfde tegenpartij die meer bedragen dan 5 % van de technische voorzieningen, niet meer bedragen dan 40 % van het totaal van diezelfde technische voorzieningen. Deze regel is nieuw maar is gebaseerd op artikel 24, lid 1, onder b), tweede zin van de Levensverzekeringsrichtlijn en op artikel 22, lid 1, onder b), tweede zin, van de derde schadeverzekeringsrichtlijn.

Het vierde lid ten slotte bepaalt dat de plafonds in de eerste drie leden niet gelden voor leningen aan een centrale, regionale of lokale overheid of aan een internationale organisatie, noch voor obligaties en andere geld- of kapitaalmarktinstrumenten uitgegeven door diezelfde instellingen, noch voor rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging. Deze regel is momenteel opgenomen in de tweede zin van de huidige § 4, tweede lid, eerste zin, van artikel 10 van het algemeen reglement. De formulering werd echter verduidelijkt in navolging van artikel 24, lid 1, onder b), van de Levensverzekeringsrichtlijn. 4. De vierde wijziging die in artikel 10, § 4, wordt aangebracht, strekt er enkel toe rekening te houden met de vervanging van het tweede lid door vier nieuwe leden, zoals hierboven vermeld. De overheden als bedoeld in het onderhavige ontwerp zijn overheidsentiteiten als bedoeld in de punten 1 en 2 hierboven, die hoofdzakelijk worden gefinancierd door belastingen en die niet in gedwongen vereffening kunnen worden geplaatst wegens wanbetaling, of internationale instellingen waarvan één of meerdere lidstaten van de Europese Economische Ruimte lid zijn.

Voorts moet de waarborg expliciet zijn en voortvloeien uit een precieze tekst (wet, decreet, besluit, overeenkomst...) en dus niet uit een algemeen rechtsbeginsel of een morele verbintenis. Deze tekst is bindend en verplicht de overheid om de waarborg aan te wenden wanneer de hoofdschuldenaar in gebreke blijft. De waarborg dient tevens onherroepelijk te zijn tot de uitdoving van het schuldsaldo en dient geldig te zijn voor de ganse lening, voor wat betreft zowel de kapitaalaflossingen als de rentebetalingen. De waarborg moet ook te allen tijde van toepassing zijn, dus niet alleen in geval van faillissement of ontbinding van de kredietnemer, maar ook in geval van wanbetaling door deze laatste.

In het onderhavige ontwerpbesluit worden geen bijzondere voorwaarden opgelegd voor wat betreft de kredietnemer. Het kan gaan om een privéonderneming (bv. de aannemer die belast is met de infrastructuurwerken) of om een overheidsbedrijf (bv. spoorwegmaatschappij) of om een overheidsinstelling die niet uitdrukkelijk is vermeld in het onderhavige ontwerp (bv. een gouvernementeel agentschap).

Niettegenstaande de oude of nieuwe regels die hierboven worden toegelicht en ongeacht de plafonds die in voorkomend geval zijn vastgesteld in de reglementering, zij eraan herinnerd dat artikel 10, § 2 van het algemeen reglement de verzekeringsondernemingen verplicht algemene principes in acht te nemen inzake veiligheid, rendement, liquiditeit, diversificatie, spreiding en samenhang, en vereisten na te leven inzake de lokalisatie van de dekkingswaarden van de technische voorzieningen en schulden.

Aangezien de leningen die door overheden of internationale organisaties worden gewaarborgd, vaak bedoeld zijn om langetermijnprojecten te financieren op het vlak van infrastructuur (communicatiekanalen, ziekenhuizen, gevangenissen, scholen...) en er geen gereglementeerde markt is voor de verkoop van leningen, kan hun liquiditeit beperkt zijn. De ondernemingen moeten hier rekening mee houden en er in het bijzonder op toezien dat de gemiddelde duur van die activa en de gemiddelde duur van hun verbintenissen op elkaar zijn afgestemd. Bovendien houdt de naleving van de veiligheidvereiste in dat de verzekeringsondernemingen risicoposities op overheden die een groot kredietrisico inhouden, vermijden.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Economie, J. VANDE LANOTTE

ADVIES 54.940/1 VAN 24 FEBRUARI 2014 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT WIJZIGING VAN ARTIKEL 10, § 4 VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 FEBRUARI 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/1991 pub. 08/09/2005 numac 2005000468 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling sluiten HOUDENDE ALGEMEEN REGLEMENT BETREFFENDE DE CONTROLE OP DE VERZEKERINGSONDERNEMINGEN' Op 24 december 2013 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Economie verzocht binnen een termijn van dertig dagen, verlengd tot 24 februari 2014, een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van artikel 10, § 4 van het koninklijk besluit van 22 februari 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/1991 pub. 08/09/2005 numac 2005000468 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen'.

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 13 februari 2014.

De kamer was samengesteld uit Marnix Van Damme, kamervoorzitter, Wilfried Van Vaerenbergh en Wouter Pas, staatsraden, Marc Rigaux en Michel Tison, assessoren, en Marleen Verschraeghen, toegevoegd griffier.

Het verslag is uitgebracht door Paul Depuydt, eerste auditeur-afdelingshoofd.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Marnix Van Damme, kamervoorzitter.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 24 februari 2014. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Strekking en rechtsgrond van het ontwerp 2. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt tot het wijzigen van artikel 10, § 4, van het koninklijk besluit van 22 februari 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/1991 pub. 08/09/2005 numac 2005000468 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling sluiten `houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen'.Met de ontworpen wijzigingen wordt beoogd de regeling die met betrekking tot de dekkingswaarden is vervat in de voornoemde bepaling aan te passen op het vlak van door de overheid gewaarborgde leningen. 3. De ontworpen regeling kan worden geacht rechtsgrond te vinden in artikel 16, § 2, derde lid, van de wet van 9 juli 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1975 pub. 24/12/2014 numac 2014000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 09/07/1975 pub. 23/10/2015 numac 2015000557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten `betreffende de controle der verzekeringsondernemingen', dat luidt : "Op advies van de Bank stelt de Koning de aard van de dekkingswaarden vast, de regels voor de lokalisatie en de raming ervan alsook, in voorkomend geval, de grenzen waarbinnen zij worden toegewezen"Onderzoek van de tekst". Aanhef 4. Aan het einde van het eerste lid van de aanhef volstaat het te schrijven"..., artikel 16, § 2, derde lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 augustus 1994 en 3 maart 2011;". 5. Onmiddellijk na het eerste lid van de aanhef dient een nieuw lid te worden ingevoegd waarin wordt verwezen naar het te wijzigen koninklijk besluit van 22 februari 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/1991 pub. 08/09/2005 numac 2005000468 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling sluiten.6. Teneinde er van te doen blijken dat met betrekking tot de ontworpen regeling het advies van de Nationale Bank van België werd ingewonnen, zoals artikel 16, § 2, derde lid, van de wet van 9 juli 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1975 pub. 24/12/2014 numac 2014000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 09/07/1975 pub. 23/10/2015 numac 2015000557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten het voorschrijft, dient de aanhef te worden aangevuld met een lid waarin wordt verwezen naar het desbetreffende advies van 23 oktober 2013. Artikel 1 7. Men redigere de inleidende zin van artikel 1 van het ontwerp als volgt : "In artikel 10, § 4, van het koninklijk besluit van 22 februari 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/1991 pub. 08/09/2005 numac 2005000468 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 november 1999, 21 januari 2007 en 3 maart 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :". In de inleidende zin van artikel 1, 1° en 2°, van het ontwerp, kan de vermelding van de wijzigende teksten en artikelen ervan dan worden weggelaten. 8. In het ontworpen artikel 10, § 4, eerste lid, 6°, tweede lid, b), van het koninklijk besluit van 22 februari 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/1991 pub. 08/09/2005 numac 2005000468 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling sluiten (artikel 1, 1°, van het ontwerp), wordt melding gemaakt van de Staten en overheden "die behoren tot zone A als bedoeld in de Richtlijn (89/647/EEG) van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 december 1989 betreffende een solvabiliteitsratio voor kredietinstellingen" (1).De voornoemde richtlijn werd evenwel ingetrokken (2) en het beoogde zonesysteem is niet langer actueel. Vraag is derhalve of de steller van het ontwerp niet beter opteert voor een autonome omschrijving van het zonesysteem dat hij voor ogen heeft (3). Daartoe kan het volstaan om de tekst van het ontwerp met dergelijke begripsomschrijving aan te vullen. Op die wijze zou de ontworpen regeling alvast beter toegankelijk worden dan wanneer zou worden verwezen naar een begrip dat voorkwam in een niet meer geldende tekst. 9. Indien het de bedoeling is om in het ontworpen artikel 10, § 4, derde lid (artikel 1, 2°, van het ontwerp), te verwijzen naar het plafond, bedoeld in het daaraan onmiddellijk voorafgaande lid, late men het ontworpen artikel 10, § 4, derde lid, aanvangen als volgt : "Het plafond bedoeld in het tweede lid wordt verhoogd" in plaats van met de woorden "Het plafond bedoeld in het eerste lid wordt verhoogd". Het ontworpen artikel 10, § 4, vierde lid (artikel 1, 2°, van het ontwerp), dient dan aan te vangen als volgt : "Het plafond bedoeld in het tweede lid wordt verhoogd" in plaats van met de woorden "Het plafond bedoeld in het eerste lid wordt verhoogd".

Artikel 2 10. In artikel 2 wordt bepaald dat het ontworpen besluit in werking treedt de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.Tenzij er een bijzondere reden is waarom wordt afgeweken van de gangbare termijn van inwerkingtreding van besluiten, kan artikel 2 uit het ontwerp worden weggelaten. (1) Gelijkaardige verwijzing komen voor in het ontworpen artikel 10, § 4, vierde en vijfde lid, van het koninklijk besluit van 22 februari 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/1991 pub. 08/09/2005 numac 2005000468 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling sluiten (artikel 1, 2°, van het ontwerp).(2) Zie artikel 67 van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 `betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen'.(3) Zoals uit het verslag aan de Koning valt af te leiden beoogt de steller van het ontwerp een zone die "de Lid-Staten omvat van de Europese Unie, de Lid-Staten van de OESO en de landen die bijzondere leningsarrangementen met het IMF hebben gesloten of die betrokken zijn bij de algemene leningsarrangementen van het IMF". De griffier, M. Verschraeghen.

De voorzitter, M. Van Damme.

10 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijzigingvan artikel 10, § 4 van het koninklijk besluit van 22 februari 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/1991 pub. 08/09/2005 numac 2005000468 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 9 juli 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1975 pub. 24/12/2014 numac 2014000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 09/07/1975 pub. 23/10/2015 numac 2015000557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, artikel 16, § 2, derde lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 augustus 1994 en 3 maart 2011;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/1991 pub. 08/09/2005 numac 2005000468 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen;

Gelet op het advies van de Nationale Bank van België, gegeven op 23 oktober 2013;

Gelet op advies 54.940/1 van de Raad van State, gegeven op 24 februari 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 10, § 4, van het koninklijk besluit van 22 februari 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/1991 pub. 08/09/2005 numac 2005000468 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 november 1999, 21 januari 2007 en 3 maart 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 1° worden de woorden « door Staten, hun regionale of lokale overheden en door ondernemingen, die niet behoren tot de zone A zoals bedoeld in de Richtlijn (89/647/EEG) van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 december 1989 betreffende een solvabiliteitsratio voor kredietinstellingen » vervangen door de woorden « door de Staten niet bedoeld in 6°, b), en door regionale of lokale overheden en ondernemingen uit die Staten »;2° het eerste lid, 6°, tweede lid wordt vervangen als volgt : « Deze beperking geldt niet voor dergelijke leningen : a) aan kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen of beleggingsondernemingen die in de Europese Economische Ruimte zijn gevestigd;b) aan of gegarandeerd door Lid-Staten, volwaardige Lid-Staten van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling of Staten die nieuwe leningsarrangementen hebben gesloten met het Internationaal Monetair Fonds, evenals de lokale of regionale overheden van de voornoemde Lid-Staten;c) aan of gegarandeerd door internationale organisaties waar minstens één Lid-Staat van de Europese Economische Ruimte deel van uitmaakt;» 3° het tweede lid wordt vervangen als volgt : « Daarenboven mag de onderneming niet meer dan 5 % van de dekkingswaarden van haar technische voorzieningen en schulden beleggen in aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren, in obligaties, kasbons en andere geld- en kapitaalmarktinstrumenten en kapitalisatiebons, van één bepaalde emittent of in leningen aan één bepaalde kredietnemer, tezamen genomen. Het plafond bedoeld in het tweede lid wordt verhoogd tot 10 % per kredietnemer of emittent wanneer de financiële instrumenten en leningen als bedoeld in het vorige lid zijn uitgegeven door en de leningen zijn toegestaan aan ondernemingen die in de Europese Economische Ruimte zijn gevestigd en die onderworpen zijn aan het toezicht van de Nationale Bank van België of van een organisme van publiek recht waarvan de rol gelijklopend is met die van de Bank en op voorwaarde dat de onderneming niet meer dan 20 % van haar technische voorzieningen en schulden belegt in financiële instrumenten van of leningen aan emittenten en kredietnemers waarin zij meer dan 5 % van haar technische voorzieningen en schulden belegt.

Het plafond bedoeld in het tweede lid wordt verhoogd tot 10 % per kredietnemer of emittent wanneer de leningen gewaarborgd zijn door een of meer van de overheden bedoeld in het eerste lid, 6°, b) of dooreen internationale organisatie waar een of meer Lid-Staten van de Europese Economische Ruimte deel van uitmaken, en op voorwaarde dat de onderneming niet meer dan 40 % van haar technische voorzieningen en schulden belegt in financiële instrumenten van of leningen aan emittenten en kredietnemers waarin zij meer dan 5 % van haar technische voorzieningen en schulden belegt.

De plafonds bedoeld in de vorige drie leden gelden niet a) voor leningen aan een centrale, regionale of lokale overheid van zone A of aan een internationale organisatie waar een of meer Lid-Staten van de Europese Economische Ruimte deel van uitmaken;b) voor obligaties en andere geld- of kapitaalmarktinstrumenten uitgegeven door de overheden of organisaties als bedoeld in 1° );c) voor rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging.» 4° in het vroegere derde lid, dat het zesde lid wordt, worden de woorden « Voor de toepassing van de bepalingen van het vorige lid » vervangen door de woorden « Voor de toepassing van de vorige vier leden ».

Art. 2.De minister bevoegd voor verzekeringen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 april 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, J. VANDE LANOTTE

^