Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 april 2015
gepubliceerd op 20 mei 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende sociale vorming en voorlichting

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015201147
pub.
20/05/2015
prom.
10/04/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 APRIL 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende sociale vorming en voorlichting (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende sociale vorming en voorlichting.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 april 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2014 Sociale vorming en voorlichting (Overeenkomst geregistreerd op 7 juli 2014 onder het nummer 122056/CO/215)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf ressorteren.

Art. 2.Deze overeenkomst regelt de toepassing van punt 7 van het nationaal interprofessioneel akkoord van 15 juni 1971 inzake de door de syndicale organisaties ingerichte opleidingscursussen.

Art. 3.De werkende en plaatsvervangende leden van de ondernemingsraden, van de comités voor preventie en bescherming op het werk en van de syndicale afvaardigingen mogen op het werk afwezig zijn teneinde de bij artikel 2 bedoelde cursussen en seminaries te volgen.

In de ondernemingen waar geen van de hierboven vermelde organen bestaan en die minstens 20 bedienden tewerkstellen, mogen maximum 3 militanten, aangeduid door de werknemersorganisaties voor het geheel van de werknemersorganisaties die vertegenwoordigd zijn in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, aan de in artikel 2 bedoelde cursussen deelnemen.

Art. 4.Het aantal dagen afwezigheid, toegestaan op het vlak van de onderneming, wordt vastgesteld op maximum acht arbeidsdagen per effectief mandaat en per periode van vier jaar.

De aldus begrensde afwezigheidsdagen worden onder de werknemersorganisaties verdeeld naar rata van het aantal mandaten die zij in de drie mogelijk in de onderneming bestaande vertegenwoordigingsorganen hebben verkregen.

In de ondernemingen waar geen van de in artikel 3 vermelde organen bestaan en die minstens 20 werknemers tewerkstellen, hebben de in het paritair comité vertegenwoordigde werknemersorganisaties samen maximaal recht op 15 afwezigheidsdagen per periode van vier jaar.

Het behoort aan elke betrokken werknemersorganisatie te beslissen volgens welke modaliteiten zij de aldus omschreven afwezigheidstijd onder haar individuele vertegenwoordigers verdeelt.

Art. 5.§ 1. De ondertekenende werknemersorganisaties organiseren geen sociale vormingscursussen in het kader van het stelsel van het betaald educatief verlof, bedoeld in afdeling 6 van hoofdstuk IV van de herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. § 2. In de schoot van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" wordt een protocol gesloten met betrekking tot aanwezigheid van werknemers met een syndicaal mandaat in de onderneming bij statutaire bijeenkomsten van de werknemersorganisaties.

Art. 6.Elk jaar delen de werknemersorganisaties de inhoud van hun vormingsprogramma's, op welke vlak deze ook werden ingericht, aan de werkgeversorganisatie mede.

De vorming beoogt de sociale, economische en technische problemen, teneinde de werknemersafgevaardigden in de gelegenheid te stellen hun taak, op het vlak van de onderneming, behoorlijk waar te nemen, en dit in het belang van alle partijen.

De cursussen zullen geen enkel eisend karakter vertonen.

Art. 7.De werknemersorganisaties dienen vier weken vooraf bij de betrokken werkgevers hun schriftelijke aanvraag in tot toelating van afwezigheid van hun betrokken leden voor het bijwonen van opleidingscursussen.

Die aanvraag moet omvatten : - de naamlijst van de mandatarissen van de werknemersorganisaties voor wie een verlof wordt gevraagd alsmede de duur van hun afwezigheid; - de datum en duur van de ingerichte cursussen; - de thema's die worden onderwezen en bestudeerd.

Art. 8.De werknemersorganisaties voorkomen dat door de gelijktijdige afwezigheid van verscheidene bedienden de arbeidsorganisatie wordt verstoord.

De gelijktijdige afwezigheid van twee werknemers per in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf vertegenwoordigde werknemersorganisaties, kan in geen geval als een verstoren van de arbeidsorganisatie worden beschouwd.

Bepaalde omstandigheden, zoals de afwezigheid van andere bedienden op dezelfde werkpost kunnen de afwezigheid van de werknemersafgevaardigden onmogelijk maken, wil men de goede gang van de onderneming niet in het gedrang brengen. In dat geval worden de werkgever en de syndicale afvaardiging of, bij ontstentenis van laatstbedoelde, elk syndicaal vertegenwoordigingsorgaan in de onderneming, het eens over het maximum toelaatbaar aantal afwezigen.

De betwistingen die dienaangaande kunnen rijzen, worden in het raam van de normale verzoeningsprocedure onderzocht.

Art. 9.Op voorwaarde dat de bij artikel 10 van deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziene formaliteiten zijn nageleefd, wordt de normale bezoldiging door de werkgever uitgekeerd binnen het raam van de maandbezoldiging, aan de rechthebbenden op vormingsverlof, voor de nauwkeurig bepaalde dagen gewijd aan cursussen die belanghebbende heeft gevolgd.

Teneinde het verlies voor de werkgever ingevolge de afwezigheid wegens sociale vorming overeenkomstig deze collectieve arbeidsovereenkomst te compenseren, kan de werkgever bij het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" het volledige bedrag van het loon, evenals de werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid terugvorderen.

Art. 10.Voor elk lid dat deelneemt aan de in het raam van deze collectieve arbeidsovereenkomst ingerichte cursussen, leveren de werknemersorganisaties een ondertekend attest af waarop de dagen, gewijd aan de cursussen die belanghebbende heeft gevolgd, precies worden aangeduid.

Dit document wordt door de werknemersorganisatie aan de werkgever overgemaakt, zulks binnen de vijftien dagen die volgen op het einde van de cursussen.

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 januari 1973 betreffende de sociale vorming en voorlichting, algemeen verbindend verklaard per koninklijk besluit van 10 april 1973, laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1999 (registratienummer 51623/CO/215).

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014. Zij wordt voor een onbepaalde duur gesloten en kan door één der partijen worden opgezegd mits een vooropzegging van drie maanden, bij een ter post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^