Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 april 2015
gepubliceerd op 20 mei 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende de wijziging en coördinatie van de uitsluitingsvoorwaarden van het sociaal sectoraal pensioenstelsel

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015201418
pub.
20/05/2015
prom.
10/04/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 APRIL 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende de wijziging en coördinatie van de uitsluitingsvoorwaarden van het sociaal sectoraal pensioenstelsel (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende de wijziging en coördinatie van de uitsluitingsvoorwaarden van het sociaal sectoraal pensioenstelsel.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 april 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de metaalhandel Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 2014 Wijziging en coördinatie van de uitsluitingsvoorwaarden van het sociaal sectoraal pensioenstelsel (Overeenkomst geregistreerd op 29 juli 2014 onder het nummer 122703/CO/149.04) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel. § 2. Worden uitgesloten van het toepassingsgebied van deze overeenkomst, de buiten België gevestigde werkgevers waarvan de werknemers in België gedetacheerd worden in de zin van de bepalingen van titel II van de verordening (EEG) nr. 1408/71 van de raad. § 3. Onder "arbeiders" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders. HOOFDSTUK II. - Voorwerp

Art. 2.Deze overeenkomst, gesloten in uitvoering van artikel 8 van het nationaal akkoord 2013-2014 afgesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, heeft tot doel de voorwaarden te expliciteren waaraan dient te worden voldaan door : - het ondernemingsgebonden pensioenstelsel zelf; - de collectieve arbeidsovereenkomst of het collectief akkoord opdat : - enerzijds de in voormeld artikel voorziene verhoogde bijdrage van 1,8 pct. van het jaarlijks brutoloon van de arbeiders waarop de afhoudingen van de sociale zekerheid gedaan worden kan worden aangewend in het kader van een ondernemingsgebonden pensioenstelsel, in plaats van in het kader van het sociaal sectoraal pensioenstelsel dat ingevoerd werd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2002; - de in voormeld artikel éénmalige bijdrage door het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de metaalhandel", kan worden toegekend op 1 januari 2015, aan bepaalde aangeslotenen bij het ondernemingsgebonden pensioenstelsel, anderzijds. Deze bijdrage wordt toegekend aan elke arbeider die op 1 april 2014 "actief" is in de desbetreffende onderneming op voorwaarde dat deze op 31 december 2013 minimaal 12 maanden - al dan niet onderbroken - werkzaam is geweest in de sector voor de metaalhandel te tellen vanaf 1 januari 2002. De bijzondere R.S.Z.-bijdrage van 8,86 pct. op de toegekende bijdragen zullen door het fonds voor bestaanszekerheid voldaan worden ten aanzien van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. HOOFDSTUK III. - Voorwaarden Afdeling 1. - Oorspronkelijk(e) collectieve arbeidsovereenkomst of

collectief akkoord

Art. 3.De collectieve arbeidsovereenkomst of het collectief akkoord moet bestaan vóór 31 december 2000 en dient het akkoord van de sociale partners op ondernemingsniveau te bevatten betreffende een ondernemingsgebonden pensioenstelsel. Afdeling 2. - Collectieve arbeidsovereenkomst tot verhoging

Art. 4.De collectieve arbeidsovereenkomst waarin de sociale partners op ondernemingsniveau ervoor opteren om de verhoging van de bijdrage gelijk aan 0,1 pct. evenals de éénmalige bijdrage van 500 EUR te gebruiken ter financiering van de individuele pensioenrechten krachtens het door het paritair subcomité goedgekeurd ondernemingspensioenstelsel. Afdeling 3. - Het ondernemingspensioenstelsel

Art. 5.Het ondernemingspensioenstelsel dient ten laatste vanaf 1 januari 2002 minimaal de hierna volgende voorwaarden te voorzien : 1. Aansluitingsvoorwaarden § 1.Alle arbeiders die op of na 1 januari 2002 met een werkgever verbonden waren of zijn via een arbeidsovereenkomst moeten aangesloten worden bij het ondernemingsplan en dit ongeacht de aard van deze arbeidsovereenkomst. § 2. Dit houdt onder meer in dat : - ook de arbeiders die tewerkgesteld worden of werden op basis van een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, dienen aan te sluiten; - de aansluiting onmiddellijk gebeurt ten tijde van het afsluiten van de arbeidsovereenkomst, waardoor de aansluiting dus niet kan uitgesteld worden tot na een bepaalde leeftijd, bijvoorbeeld de 25ste verjaardag van de aangeslotene. § 3. De volgende categorieën dienen niet aangesloten te worden bij het ondernemingsplan : - de personen tewerkgesteld via een overeenkomst van studentenarbeid; - de personen tewerkgesteld via een overeenkomst voor uitzendarbeid, zoals geregeld door hoofdstuk II van de wet van 24 juli 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van de werknemers ten behoeve van gebruikers; - de personen tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst gesloten in het kader van een speciaal door met steun van de overheid gevoerd opleidings-, arbeidsinspannings-, en omscholingsprogramma. 2. Verzekeringscombinatie De bijdrage kan enkel aangewend worden als premie voor een verzekering in de combinatie "uitgesteld kapitaal met tegenverzekering van de reserve".3. Financiering § 1.Het door het paritair subcomité goedgekeurd ondernemingsstelsel dient vanaf 1 januari 2015 gefinancierd te worden met een bijdrage, ten laste van de werkgever die dit ondernemingsgebonden pensioenstelsel inricht, zoals voorzien in artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2014 betreffende het nationaal akkoord 2013-2014 van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, die minstens gelijk is aan 1,8 pct. van het bruto jaarloon van de arbeiders waarop R.S.Z.-inhoudingen verschuldigd zijn. § 2. Voor bepaalde aangeslotenen bij dit ondernemingsstelsel, vult het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de metaalhandel", op 1 januari 2015, vanuit haar reserves, de bijdrage van 1,8 pct. aan met een éénmalige bijdrage van 500 EUR voor elke arbeider die op 1 april 2014 "actief" is in die onderneming op voorwaarde dat deze op 31 december 2013 minimaal 12 maanden - al dan niet onderbroken - werkzaam is geweest in de sector voor de metaalhandel te tellen vanaf 1 januari 2002.

Onder "actief in de onderneming op 1 april 2014", zoals bepaald in artikel 5, 3, § 2, wordt verstaan : Op basis van de beschikbare D.M.F.A. gegevensstroom op 1 april 2014 een bezoldigde prestatiedag kennen oftewel een inactiviteit of verminderde activiteit welke binnen het stelsel gelijkgesteld wordt met activiteit. Dit is het geval bij : halftijds brugpensioen, "deeltijdse" arbeidsregeling, volledige schorsing van voltijdse of deeltijdse arbeidsregeling in het kader van het volledig tijdskrediet (conform artikel 1, 1e streepje en streepjes 3 tot 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis), 1/5e loopbaanvermindering (conform artikel 1, 2e streepje en streepjes 6 tot 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis), vermindering van arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking (artikel 1, 3e streepje en streepjes 9 tot 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis), wettelijk verlof of wettelijk voorziene inhaalrust, een ziektedag of invaliditeitsdag die een gevolg is van een (beroeps)ziekte of een (arbeids)ongeval zonder dat de arbeidsovereenkomst intussen werd beëindigd en voor zover er tussen 1 januari 2002 en 1 april 2014 enig brutoloon werd toegekend waarop R.S.Z.-inhoudingen verschuldigd zijn (code D.M.F.A. type 10, 11, 50, 60, 61), tijdelijk werkloos in de zin van artikel 51 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten (code D.M.F.A. type 71 in de gegevensstroom van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid), pleegzorg (code D.M.F.A. type 75), tijdelijke werkloosheid (code D.M.F.A. type 70) andere dan code D.M.F.A. types 71 en 72, geboorte- of adoptieverlof (code D.M.F.A. type 52), moederschapsbescherming (code D.M.F.A. type 51), dag van onbezoldigde volledige afwezigheid, gelijkgesteld met dienstactiviteit, eventueel opsplitsbaar (code D.M.F.A. type 31), syndicale opdracht (code D.M.F.A. type 22), dag van staking en lock-out (code D.M.F.A. type 21), sociale promotie (code D.M.F.A. type 13) en betaald educatief verlof (code D.M.F.A. type 5). HOOFDSTUK IV. - Informatie

Art. 6.§ 1. De werkgever dient minstens eenmaal per jaar een lijst van de aangeslotenen van het ondernemingsstelsel die voldoen aan de hoger vernoemde aansluitingsvoorwaarden, over te maken aan de voorzitter van het paritair subcomité. § 2. Daarenboven zal de hiervoor vermelde werkgever de voorzitter van het paritair subcomité op de hoogte houden van elke wijziging die doorgevoerd wordt aan het ondernemingsstelsel door middel van het opsturen van een afschrift van de wijziging van het pensioenreglement binnen de twee maanden te rekenen vanaf de begindatum van het gewijzigde ondernemingsstelsel. De pensioeninstelling die het ondernemingsstelsel beheert dient bij deze gelegenheid een verklaring op te stellen dat het ondernemingspensioenstelsel voldoet aan de in het kader van deze overeenkomst bepaalde voorwaarden. § 3. Tenslotte zal de werkgever op eenvoudig verzoek van de voorzitter van het paritair subcomité alle gegevens overmaken die de voorzitter toelaten de juiste uitvoering van de verplichtingen te (laten) controleren. HOOFDSTUK V. - Procedure ingeval van niet-betaling van de premies of van stopzetting van het ondernemingspensioenstelsel

Art. 7.Het ondernemingsstelsel dient te voorzien in een procedure die ingeval van niet-betaling van de premies, minstens de volgende elementen bevat : - in geval van niet-betaling van de premies binnen een termijn van 30 dagen na de vervaldag ervan, zal de werkgever door de pensioeninstelling door middel van een aangetekend schrijven in gebreke gesteld worden en aangemaand worden om over te gaan tot betaling van de premies; - indien de premies binnen een termijn van 60 dagen na de vervaldag ervan nog niet betaald zijn, zal de werkgever door de pensioeninstelling door middel van een aangetekend schrijven nogmaals in gebreke gesteld worden en aangemaand worden om over te gaan tot betaling van de premies. De pensioeninstelling brengt de voorzitter van het paritair subcomité hiervan schriftelijk op de hoogte; - indien de premies binnen een termijn van 90 dagen na de vervaldag ervan nog niet betaald zijn, zal de werkgever door de pensioeninstelling door middel van een aangetekend schrijven op de hoogte worden gesteld dat de contracten binnen de drie weken premievrij zullen worden gemaakt. De pensioeninstelling brengt de voorzitter van het paritair subcomité, alsook de aangeslotenen van het ondernemingspensioenstelsel hiervan schriftelijk op de hoogte; - in geval van blijvende niet-betaling van de in het kader van het ondernemingsstelsel verschuldigde premies, of ingeval van stopzetting van het ondernemingsstelsel, is de werkgever verplicht om vanaf het tijdstip van de stopzetting van de premies of van het ondernemingsstelsel, aan te sluiten bij het sectorale pensioenstelsel. HOOFDSTUK VI. - Procedure

Art. 8.§ 1. Wanneer men in uitvoering van artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2014 betreffende het nationaal akkoord 2013-2014 wenst gebruik te maken van de mogelijkheid om de voorziene bijdrage van 1,8 pct. te gebruiken ter financiering van het door het paritair subcomité goedgekeurd ondernemingspensioenstelsel, dient volgende procedure gevolgd te worden : Afdeling 1. - Inlichtingen te verstrekken aan de voorzitter van het

paritair subcomité § 2. Ter controle en goedkeuring dienen een aantal documenten te worden voorgelegd aan de voorzitter van het paritair subcomité. Dit dient bij wege van een aangetekend schrijven te gebeuren. Dit dient uiterlijk vóór 1 oktober 2014 te gebeuren. § 3. Het gaat meer bepaald over de volgende stukken : - de collectieve arbeidsovereenkomst waarin de sociale partners op ondernemingsniveau ervoor opteren om de verhoging van de bijdrage gelijk aan 0,1 pct. evenals de éénmalige bijdrage van 500 EUR te gebruiken ter financiering van de individuele pensioenrechten krachtens het door het paritair subcomité goedgekeurd ondernemingspensioenstelsel; - en het nieuwe pensioenreglement dat voldoet aan de voorwaarden welke voortvloeien uit deze collectieve arbeidsovereenkomst. Afdeling 2. - Beraadslaging door de voorzitter van het paritair

subcomité § 4. Binnen de twee maanden na de hiervoor vermelde kennisgeving door de werkgever, laat de voorzitter van het paritair subcomité ofwel zijn akkoord ofwel zijn weigering ofwel een vraag om meer inlichtingen geworden aan de werkgever. § 5. De voorzitter van het paritair subcomité kan enkel een aanvraag tot aanwending van de verhoogde bijdrage van 1,8 pct. ter financiering van het door het paritair subcomité goedgekeurd ondernemingspensioenstelsel weigeren indien niet voldaan is aan de voorwaarden die ter zake worden gesteld in deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 6. Enige geschillen ter zake worden dan ook behandeld binnen het Paritair Subcomité voor de metaalhandel. HOOFDSTUK VII. - Financiële implicaties van het sectorale pensioenstelsel

Art. 9.§ 1. Overeenkomstig artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 2014 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel, zal de daarin bepaalde bijdrage worden ingevorderd en gëind door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (R.S.Z.), overeenkomstig artikel 7 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid en zal na de terbeschikkingstelling ervan aan de inrichter van het sectoraal pensioenstelsel door laatstgenoemde worden doorgestort aan de sectorale pensioeninstelling. § 2. Gezien de inrichter ervoor wist te opteren om voor wat betreft de inhouding van deze bijdragen, geen onderscheid te maken tussen de werkgevers die overeenkomstig deze overeenkomst buiten het toepassingsgebied vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 2014 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel en de werkgevers waarvoor dit niet het geval is stort hij de bijdragen ingehouden bij de werkgevers die niet onder het toepassingsgebied vallen, aan hen terug. § 3. De in het vorige lid bedoelde terugstortingen zullen gebeuren binnen een tijdsspanne van 1 maand te rekenen vanaf de dag waarop de inrichter hiertoe de nodige gegevens ter beschikking heeft, dan wel vanaf de dag waarop de stortingen aan de inrichter ter beschikking zouden worden gesteld door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid indien deze datum zich na de terbeschikkingstelling van de gegevens zou situeren. Op de terugstortingen worden geen verwijlintresten toegekend. HOOFDSTUK VIII. - Inwerkingtreding en opzeggingsmogelijkheden

Art. 10.§ 1. De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2011 houdende de uitsluiting uit het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2011 gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel (P.S.C. 149.04) tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstel (nr. 106732/CO/149.04), wordt opgeheven vanaf 1 januari 2015. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. § 3. Zij kan worden beëindigd mits opzegging van zes maanden en wordt betekend per ter post aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het voormelde paritair subcomité. § 4. Voorafgaandelijk aan de opzegging van de collectieve arbeidsovereenkomst moet het paritair subcomité de beslissing nemen om het sectoraal pensioenstelsel op te heffen. Deze beslissing tot opheffing is enkel geldig wanneer zij wordt genomen in overeenstemming met het bepaalde in artikel 10, § 1, 3° van de W.A.P..

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^