Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 augustus 2001
gepubliceerd op 10 oktober 2001

Koninklijk besluit betreffende de veiligheid van pseudo-speelgoed

bron
ministerie van economische zaken
numac
2001011384
pub.
10/10/2001
prom.
10/08/2001
ELI
eli/besluit/2001/08/10/2001011384/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 AUGUSTUS 2001. - Koninklijk besluit betreffende de veiligheid van pseudo-speelgoed


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van de consumenten, inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij de wet van 4 april 2001;

Overwegende dat voldaan is aan de formaliteiten bepaald in de Richtlijn 98/34/EG van het Europese Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij, gewijzigd bij de richtlijn 98/48/EG van 20 juli 1998;

Overwegende dat het in de handel brengen van pseudo-speelgoed, dat bij gebruik als speelgoed door jonge kinderen gevaar kan opleveren, moet verboden worden;

Gelet op de aanvraag die op 6 juli 1999 bij de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten is ingediend en gelet op het feit dat geen advies is verstrekt binnen de termijn bepaald door de minister overeenkomstig artikel 4 van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van de consumenten;

Gelet op het feit dat de Minister van Consumentenzaken de producenten heeft gehoord op 3 mei 2000;

Gelet op het advies 30.815/1 van de Raad van State, gegeven op 8 februari 2001;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Als pseudo-speelgoed worden alle producten beschouwd die door hun uiterlijke kenmerken verward kunnen worden met speelgoed en die kinderen onder de leeftijd van veertien jaar kunnen aanzetten om ermee te spelen, maar die niet beantwoorden aan de definitie van speelgoed in artikel 1 van de wet van 29 juni 1990 betreffende de veiligheid van speelgoed en die vermeld zijn in de bijlage van dit besluit.

Art. 2.Pseudo-speelgoed moet voldoen aan de fundamentele veiligheidsvoorschriften zoals bepaald in de bijlage II van het koninklijk besluit van 9 maart 1991 betreffende de veiligheid van speelgoed. De gebruiksaanwijzing moet waarschuwingen en aanwijzingen bevatten, zoals bepaald in de bijlage III van hetzelfde besluit.

Art. 3.De vervaardiging, de invoer, de uitvoer, het aanbod, de verkoop, de verdeling zelfs kosteloos, de verhuring, het ter beschikking stellen van pseudo-speelgoed dat bij gebruik door kinderen als speelgoed gevaar kan opleveren, is verboden.

Art. 4.Alle kosten met betrekking tot het uit de handel nemen van deze producten vallen ten laste van de producent.

Art. 5.De Minister tot wiens bevoegdheid de bescherming van de veiligheid van de consumenten behoort is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 10 augustus 2001.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Consumentenzaken, afwezig, De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie, J. VANDE LANOTTE

Bijlage Ter uitvoering van artikel 1 van dit besluit, worden de volgende producten als pseudo-speelgoed beschouwd : - aanstekers in de vorm van een GSM, vuurwapens of miniatuurvoertuigen; - sleutelhangers.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 augustus 2001 betreffende de veiligheid van pseudo-speelgoed.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Consumentenzaken, afwezig, De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie, J. VANDE LANOTTE

^