Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 augustus 2001
gepubliceerd op 23 november 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de berekeningswijze van de aanvullende vergoeding van de brugpensioenen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012703
pub.
23/11/2001
prom.
10/08/2001
ELI
eli/besluit/2001/08/10/2001012703/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 AUGUSTUS 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de berekeningswijze van de aanvullende vergoeding van de brugpensioenen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de berekeningswijze van de aanvullende vergoeding van de brugpensioenen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 10 augustus 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 1998 Berekeningswijze van de aanvullende vergoeding van de brugpensioenen (Overeenkomst geregistreerd op 29 oktober 1998 onder het nummer 49376/CO/111.01.02)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, met uitzondering van de ondernemingen die bruggen en metalen gebinten monteren en van de ondernemingen gevestigd in de provincie West-Vlaanderen.

Onder "arbeiders" wordt verstaan de arbeiders en arbeidsters.

Art. 2.Voor alle arbeiders die vanaf 1 januari 1999 ontslagen worden met het oog op brugpensioen, volgens geldende collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten op sectoraal, provinciaal, gewestelijk of ondernemingsvlak zullen, om het in artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 bepaalde netto-referteloon te berekenen, de sociale zekerheidsbijdragen berekend worden op 100 pct. van het begrensde brutomaandloon.

Art. 3.Het bovengenoemd netto-referteloon blijft berekend op 108 pct. van het begrensde brutomaandloon : - Indien de arbeider met het oog op brugpensioen, volgens geldende collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten op sectoraal, provinciaal, gewestelijk of ondernemingsvlak werd ontslagen vóór 1 januari 1999. - Indien de arbeider met het oog op brugpensioen werd ontslagen volgens een collectieve arbeidsovereenkomst van bepaalde duur die betrekking heeft op tijdelijke herstructureringsoperaties, voor zover deze collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten vóór 1 oktober 1998 en voor zover deze collectieve arbeidsovereenkomsten geen bijzondere bepalingen bevat inzake de berekening van het netto-referteloon.

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur vanaf 1 januari 1999.

Zij kan worden opgezegd door één van de partijen mits een vooropzeg van zes maanden wordt gerespecteerd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^