Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 augustus 2015
gepubliceerd op 08 september 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtdiensten, betreffende werkloosheid met bedrijfstoeslag na ontslag vanaf 60, 58 en 56 jaar

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015012143
pub.
08/09/2015
prom.
10/08/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 AUGUSTUS 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtdiensten, betreffende werkloosheid met bedrijfstoeslag na ontslag vanaf 60, 58 en 56 jaar (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtdiensten;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtdiensten, betreffende werkloosheid met bedrijfstoeslag na ontslag vanaf 60, 58 en 56 jaar.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Poitiers, 10 augustus 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtdiensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2014 Werkloosheid met bedrijfstoeslag na ontslag vanaf 60, 58 en 56 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 15 mei 2014 onder het nummer 121176/CO/317) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtdiensten.

Onder "werknemer" wordt verstaan : zowel de mannelijke als de vrouwelijke arbeider of bediende. HOOFDSTUK II. - Werkloosheid met bedrijfstoeslag na ontslag van de arbeiders Afdeling 1. - Rechthebbenden

Art. 2.Rekening houdend met de bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad en met het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van het Generatiepact, hebben de arbeiders die worden ontslagen om over te gaan tot het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, recht op een aanvullende vergoeding, bovenop de werkloosheidsuitkeringen ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de bewaking", hierna het fonds genoemd.

Art. 3.Werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 60 jaar De arbeiders bedoeld in artikel 2 hebben recht op deze aanvullende vergoeding als : 1. ze de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt.Deze leeftijd moet bereikt zijn als de opzegperiode effectief afloopt of op het moment dat het contract effectief ten einde loopt; 2. ze recht hebben op werkloosheidsuitkeringen;3. ze 10 jaar voltijds anciënniteit tellen in de sector. Voor de berekening van deze jaren : - kunnen periodes van deeltijds werken omgezet worden naar voltijds; - worden gelijkgesteld de periodes van tijdkrediet, opgenomen door de arbeiders in toepassing van de artikelen 3, 4 en 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen; - kunnen de niet-gedekte jaren door de werkgever worden bijgepast door zijn tussenkomst in de oprichting van de wettelijke reserve van het fonds ten belopen van de ontbrekende jaren; 4. de beroepsloopbaan kunnen verantwoorden bepaald in de wettelijk teksten ter zake : - Voor de periode tussen 1 januari 2014 en 31 december 2014 : - 35 jaar als loontrekkende voor de mannelijke werknemers; - 28 jaar als loontrekkende voor de vrouwelijke werknemers. - Voor de periode tussen 1 januari 2015 en 30 juni 2015 : - 40 jaar als loontrekkende voor de mannelijke werknemers; - 31 jaar als loontrekkende voor de vrouwelijke werknemers.

Art. 4.Werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 58 jaar De arbeiders vermeld in artikel 2 hebben recht op deze aanvullende vergoeding indien zij : 1. de leeftijd van 58 jaar bereikt hebben.Deze leeftijd moet bereikt zijn op het ogenblik dat de opzeggingstermijn werkelijk een einde neemt of op het ogenblik dat de overeenkomst werkelijk wordt beëindigd; 2. recht hebben op werkloosheidsuitkeringen;3. 10 jaar anciënniteit tellen in de sector, op voltijdse basis : Voor de berekening van deze jaren : - kunnen periodes van deeltijds werk omgezet worden naar voltijds werk; - worden gelijkgesteld de periodes van tijdskrediet die zijn opgenomen door de arbeiders in uitvoering van de artikelen 3, 4 en 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen; - kunnen de niet-gedekte jaren door de werkgever worden bijgepast door zijn tussenkomst in de oprichting van de wettelijke reserve van het fonds ten belopen van de ontbrekende jaren; 4. de beroepsloopbaan kunnen verantwoorden bepaald in de wettelijke teksten ter zake : 38 jaar als loontrekkende voor de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.

Art. 5.Werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 56 jaar (lange loopbaan) De arbeiders vermeld in artikel 2 hebben recht op deze aanvullende vergoeding indien zij : 1. de leeftijd van 56 jaar bereikt hebben.Deze leeftijd moet bereikt zijn op het ogenblik dat de opzeggingstermijn werkelijk een einde neemt of op het ogenblik dat de overeenkomst werkelijk wordt beëindigd; 2. recht hebben op werkloosheidsuitkeringen;3. de beroepsloopbaan kunnen verantwoorden bepaald in de wettelijke teksten ter zake : die werknemers moet het bewijs kunnen leveren dat zij een beroepsverleden van ten minste 40 jaar als loontrekkende hebben. Conform de wettelijke bepalingen moet werknemer die geniet van dit stelsel de zich niet inschrijven als werkzoekende en niet beschikbaar zijn op de arbeidsmarkt.

Art. 6.Werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 56 jaar (nachtarbeid) Na voorafgaand akkoord van de RVA, hebben de arbeiders zoals bepaald in artikel 2 recht op een bijkomende vergoeding indien : 1. zij de leeftijd van 56 jaar hebben bereikt.Deze leeftijd moet zijn bereikt bij het effectieve einde van de opzegperiode of op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst effectief een einde neemt; 2. zij recht hebben op werkloosheidsuitkeringen;3. zij 20 jaar anciënniteit hebben in de sector. Voor de berekening van deze jaren : - worden gelijkgesteld de periodes van tijdskrediet opgenomen door de arbeiders in toepassing van de artikelen 3, 4 en 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen; - de niet-gedekte jaren kunnen door de werkgever worden vervolledigd op basis van zijn tussenkomst van de opbouw van de wettelijke reserve binnen het fonds en dit pro rata voor de mankerende jaren; 4. zij kunnen hun beroepsloopbaan rechtvaardigen zoals voorzien in de wettelijke teksten : zij moeten een loopbaan van minstens 33 jaar kunnen aantonen als loontrekkende werknemer waarvan 20 jaar met nachtarbeid, zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990, gesloten binnen de Nationale Arbeidsraad.

Conform de wettelijke bepalingen, dient de werknemer die geniet van dit stelsel, zich niet inschrijven als werkzoekende en moet hij zich niet beschikbaar houden voor de arbeidsmarkt.

De sociale partners zijn akkoord om de notie "nachtarbeid" in de sector als volgt te definiëren : Zal worden beschouwd nachtarbeider indien minimaal 26,4 pct. van de effectief gepresteerde tijd wordt gedekt door een nachtpremie.

Vanaf de indiening van de eerste vraag bij het "Fonds voor de bestaanszekerheid van de bewaking", vervolledigt in werkgever het attest voor nachtarbeid zoals die voor de sector geldt en deel uitmaakt van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 7.Het fonds kan evenwel slechts tegemoetkomen nadat de werkgever die het voornemen heeft van onderhavige stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag gebruik te maken, vooraf aan het fonds van deze intentie melding heeft gemaakt bij aangetekende brief en hierop schriftelijk gunstig advies heeft ontvangen van de raad van bestuur van het fonds, onder voorbehoud van aanvaarding van de aanvraag tot werkloosheid met bedrijfstoeslag door de RVA. In geval van ongunstig advies van de RVA valt, bij ontslag van een arbeider bedoeld bij artikel 2, de aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever.

De adviezen waarvan sprake is in dit artikel dienen te worden verstrekt binnen een termijn van 90 dagen na ontvangst van de bij het eerste lid voorziene melding, op voorwaarde dat het fonds beschikt over alle nodige documenten.

Art. 8.Teneinde de lasten van de eventueel toe te kennen stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag te verdelen, hebben de sociale gesprekspartners beslist de verantwoordelijkheid te geven aan het fonds om deze stelsels toe te kennen of te weigeren en de betaling hiervan te waarborgen zoals voorzien in artikelen 4 tot 4quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974.

De sociale gesprekspartners hebben de vaste bedoeling deze doelstelling te realiseren in het kader van het budget bepaald door de statuten van het fonds, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 2012 (koninklijk besluit van 3 april 2013 - Belgisch Staatsblad van 10 september 2013).

Zij verklaren dat de leden van de raad van bestuur van het fonds in die zin zullen moeten handelen. Teneinde elke probleem te voorkomen, wordt er beslist dat het totaal bedrag dat nodig is voor de uitbetaling aan elke genieter van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag tot op de leeftijd van 65 jaar, zal moeten gekapitaliseerd worden vanaf het vertrek.

Art. 9.a) De werkgever is ertoe gehouden, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van het Generatiepact, te voorzien in de vervanging van de werknemer die geniet van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag die jonger is dan 60 jaar op het ogenblik dat het stelsel aanvangt. b) Vanaf 1 januari 2015 wordt de leeftijdsgrens van 60 jaar hierboven genoemd, opgetrokken naar 62 jaar ( koninklijk besluit van 23 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 25/06/2013 numac 2013012151 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 maart 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de arbeidsduur en humanisering van de arbeid type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 04/11/2013 numac 2013012075 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 07/11/2013 numac 2013202063 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 oktober 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de arbeiders uit de bouwnijverheid sluiten - nr.2013200478). c) De werkgever verbindt zich ertoe het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag waarvan hier sprake is, toe te kennen aan de werklieden die de toestemming hebben gekregen van de raad van bestuur van het fonds voor een eventuele ten lastenneming van hun vergoedingen. Afdeling 2. - Bedrag en uitkering

Art. 10.§ 1. De aanvullende vergoeding bij werkloosheid met bedrijfstoeslag is gelijk aan de helft van het verschil tussen het netto-referentieloon en de werkloosheidsuitkering. § 2. Het netto-referentieloon wordt als volgt berekend : a) (gemiddeld bruto uurloon op een referteperiode van 3 maanden) x 37 uren x 52 weken/12 maanden Onder "gemiddeld bruto uurloon" moet worden verstaan : het basisuurloon, vermeerderd met de premies voorzien in de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten en/of op het niveau van de onderneming (het betreft terugkerende en periodieke premies) en waarop sociale bijdragen werden ingehouden, met uitsluiting van het vakantiegeld en van de toelagen voor overuren;b) dit quotiënt wordt vermeerderd met 8,33 pct.om het bruto maandelijks referentieloon te bekomen; c) na aftrek van de RSZ-bijdragen (berekend op basis van het loon aan 100 pct.en niet aan 108 pct.) en aftrek van de bedrijfsvoorheffing bekomt men het maandelijks netto referentieloon; d) het uurloon voor de berekening is datgene dat is bepaald bij de loonschaal of in voorkomend geval het toegepast individueel loon;e) de coëfficiënt van de wekelijkse arbeidsduur, momenteel vastgesteld op 37, wordt aangepast naar gelang van de wekelijkse arbeidsduur die van kracht is op het ogenblik van de berekening van het maandelijks netto referentieloon;f) de dagen ziekte en de dagen afwezigheid ten gevolge van een arbeidsongeval en de dagen klein verlet conform de collectieve arbeidsovereenkomst nr.16 van 24 oktober 1974 betreffende het behoud van het normale loon voor de werknemers voor dagen afwezigheid ter gelegenheid van bepaalde familiale gebeurtenissen worden gelijkgesteld.

Art. 11.De aanvullende vergoeding bij werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt uitgekeerd aan de gerechtigde zodra het dossier volledig is. Afdeling 3. - Toezicht

Art. 12.De raad van bestuur van het fonds houdt toezicht over de correcte uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Afdeling 4. - Overgang van tijdskrediet of van een verlof voor

verzorging naar het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag

Art. 13.De arbeider die geniet van een tijdskrediet zoals voorzien in artikel 8, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, of van een loopbaanonderbreking zoals voorzien in het koninklijk besluit van 10 augustus 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/08/1998 pub. 10/10/1998 numac 1998012646 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 1997, gesloten in het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten type koninklijk besluit prom. 10/08/1998 pub. 14/10/1998 numac 1998012609 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, betreffende de regeling voor sommige oudere werklieden overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 in de sigarettenbedrijven en gemengde ondernemingen type koninklijk besluit prom. 10/08/1998 pub. 15/10/1998 numac 1998012596 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de betaling van een aanvullende vergoeding aan het dubbel vakantiegeld type koninklijk besluit prom. 10/08/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998012616 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juli 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werklieden indien zij worden ontslagen sluiten tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid zoals meerdere malen gewijzigd heeft recht op de aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, in geval van ontslag, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door artikelen 3 tot en met 6 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

Ingeval de arbeider kan genieten van de bepalingen van alinea 1 van dit artikel, wordt de aanvullende vergoeding berekend alsof hij zijn arbeidsprestaties niet heeft verminderd.

Het brutoloon dat de arbeider voor zijn prestaties ontvangt wordt dus vermenigvuldigd met twee indien hij de voorkeur had gegeven aan een vermindering van zijn arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, en met 5/4 indien hij de voorkeur had gegeven aan een loopbaanvermindering van 1/5de. HOOFDSTUK III. - Werkloosheid met bedrijfstoeslag na ontslag van de bedienden Afdeling 1. - Rechtbebbenden

Art. 14.Rekening houdend met de bepalingen vervat in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, met het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van het Generatiepact, hebben de bedienden die worden ontslagen om over te gaan tot het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, recht op een aanvullende vergoeding bovenop de werkloosheidsuitkeringen ten laste van de werkgever.

Art. 15.Er wordt overeengekomen dat de dagen ziekte en wegens arbeidsongeval geassimileerd worden in het kader van de bestaande enveloppe.

Art. 16.Werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 60 jaar De bedienden waarover sprake in artikel 14 hebben recht op deze aanvullende vergoeding indien ze : 1. de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt.Deze leeftijd moet bereikt zijn op het ogenblik dat de opzeggingstermijn werkelijk afloopt of op het ogenblik dat de overeenkomst werkelijk wordt beëindigd; 2. recht hebben op werkloosheidsuitkeringen;3. tien jaar anciënniteit tellen in de sector of in de onderneming, en dit voltijds. Voor de berekening van deze jaren : - kunnen periodes van deeltijds werken omgezet worden naar voltijds werk; - worden periodes van tijdskrediet gelijkgesteld die door de bedienden worden opgenomen in toepassing van de artikelen 3, 4 en 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen; 4. de wettelijk voorziene beroepsloopbaan kunnen bewijzen : Voor de periode tussen 1 januari 2014 en 31 januari 2015 : - 35 jaar als loontrekkende voor mannelijke werknemers; - 28 jaar als loontrekkende voor vrouwelijke werknemers.

Voor de periode tussen 1 januari 2015 en 30 juni 2015 : - 40 jaar als loontrekkende voor mannelijke werknemers; - 31 jaar als loontrekkende voor vrouwelijke werknemers.

Art. 17.Werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 58 jaar De bedienden vermeld in artikel 14 hebben recht op deze aanvullende vergoeding indien zij : 1. de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt;deze leeftijd moet ten laatste zijn bereikt op het ogenblik dat de opzeggingstermijn effectief afloopt of op het ogenblik dat de overeenkomst werkelijk wordt beëindigd; 2. recht hebben op werkloosheidsuitkeringen;3. tien jaar anciënniteit tellen in de sector of in de onderneming, op voltijdse basis. Voor de berekening van deze jaren : - kunnen periodes van deeltijds werken omgezet worden naar voltijds werk; - worden periodes van tijdskrediet gelijkgesteld die door de bedienden worden opgenomen in toepassing van de artikelen 3, 4 en 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen; 4. de beroepsloopbaan kunnen verantwoorden bepaald in de wettelijke teksten ter zake : 38 jaar als loontrekkende voor de mannelijke en vrouwelijke werknemers.

Art. 18.Werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 56 jaar (lange loopbaan) De bedienden vermeld in artikel 14 hebben recht op deze aanvullende vergoeding indien zij : 1. de leeftijd van 56 jaar bereikt hebben.Deze leeftijd moet bereikt zijn op het ogenblik dat de opzeggingstermijn effectief afloopt of op het ogenblik dat de overeenkomst werkelijk wordt beëindigd; 2. recht hebben op werkloosheidsuitkeringen;3. de beroepsloopbaan kunnen verantwoorden bepaald in de wettelijke teksten ter zake : die werknemers moeten het bewijs kunnen leveren dat zij een beroepsverleden van ten minste 40 jaar als loontrekkende hebben. Conform de wettelijke bepalingen moet de werknemer die geniet van dit stelsel zich niet inschrijven als werkzoekende en niet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt.

Art. 19.Werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 56 jaar (nachtarbeid) Na voorafgaand akkoord van de RVA, hebben de bedienden zoals bepaald in artikel 14 recht op een bijkomende vergoeding indien : 1. zij de leeftijd van 56 jaar hebben bereikt.Deze leeftijd moet zijn bereikt bij het effectieve einde van de opzegperiode of op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst effectief een einde neemt; 2. zij recht hebben op werkloosheidsuitkeringen;3. zij 20 jaar anciënniteit hebben in de sector. Voor de berekening van deze jaren : - worden gelijkgesteld de periodes van tijdskrediet opgenomen door de bedienden in toepassing van de artikelen 3, 4 en 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen; - de niet-gedekte jaren kunnen door de werkgever worden vervolledigd op basis van zijn tussenkomst van de opbouw van de wettelijke reserve binnen het fonds en dit pro rata voor de mankerende jaren; 4. zij kunnen hun beroepsloopbaan rechtvaardigen zoals voorzien in de wettelijke teksten : zij moeten een loopbaan van minstens 33 jaar kunnen aantonen als verloonde werknemer waarvan 20 jaar met nachtarbeid, zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990, gesloten binnen de Nationale Arbeidsraad.

Conform de wettelijke bepalingen moet de werknemer die geniet van dit stelsel zich niet inschrijven als werkzoekende en niet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt.

De sociale partners zijn akkoord om de notie "nachtarbeid" in de sector als volgt te definiëren : Zal worden beschouwd nachtarbeider indien minimaal 26,4 pct. van de effectief gepresteerde tijd wordt gedekt door een nachtpremie.

Vanaf de indiening van de eerste vraag bij het "Fonds voor bestaanszekerheid van de bewaking", vervolledigt de werkgever het attest voor nachtarbeid zoals die voor de sector geldt en deel uitmaakt van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 20.Teneinde de lasten van de eventuele stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag te spreiden, hebben de sociale partners beslist de opdracht te geven aan een paritair orgaan, samengesteld uit de vertegenwoordigers van de directie en van de bedienden in de ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan achtereenvolgens de ondernemingsraad als dusdanig, of de syndicale delegatie of de syndicale vertegenwoordigers en de directie, voorafgaandelijk kennis te nemen van ieder voornemen tot afdanking van bedienden bedoeld bij artikel 14 die eventueel tot de in toepassingstelling van onderhavige stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag kan leiden en waarbij de betaling wordt verzekerd van een toelage zoals voorzien in de artikelen 4 tot 4quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974.

Te dien einde komen de sociale partners overeen dat in iedere onderneming een speciale rekening dient te worden geopend, te spijzen door 0,3 pct. van de bruto wedden aan 100 pct. van de bedienden tewerkgesteld in de onderneming.

Deze rekening zal automatisch worden gespijsd door de onderneming trimestrieel op het ogenblik van de RSZ-aangifte; de rechtvaardiging hiervan zal aan het aangeduide paritair orgaan worden verstrekt. Dit orgaan zal onder haar leden een vertegenwoordiger van het personeel en een vertegenwoordiger van de directie belasten met het lopend beheer van genoemde rekening. De werkgever dient door genoemd orgaan minstens één maal per maand officieel te worden ingelicht over de stand van zaken.

De sociale partners verklaren dat de aangewezen leden van het paritair orgaan in die zin zullen moeten handelen. Teneinde elk probleem te vermijden, wordt er beslist dat het totaal bedrag dat nodig is voor de uitbetaling van elke bruggepensioneerde tot op de leeftijd van 65 jaar, zal moeten gekapitaliseerd worden vanaf het vertrek.

Art. 21.a) De werkgever is ertoe gehouden, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van het Generatiepact, om te voorzien in de vervanging van de werknemer die geniet van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag. b) De werkgever verbindt zich ertoe het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag waarvan hier sprake, toe te kennen aan de bedienden die de toestemming hebben gekregen van het aangewezen paritair orgaan voor een eventuele ten laste neming van hun vergoedingen. Afdeling 2. - Bedrag en uitkering

Art. 22.§ 1. De aanvullende vergoeding bij werkloosheid met bedrijfstoeslag is gelijk aan de helft van het verschil tussen het maandelijks referteloon en de werkloosheidsuitkering. § 2. De netto refertewedde wordt als volgt berekend : 1. (gemiddelde brutowedde op een referteperiode van 3 maanden) + (eindejaarspremie/12); Onder "gemiddelde brutowedde" moet worden verstaan : de maandelijkse basiswedde, vermeerderd met de premies voorzien in de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten en/of op het niveau van de onderneming (het betreft terugkerende en periodieke premies) en waarop sociale bijdragen moeten betaald worden, met uitsluiting van het vakantiegeld en van de toeslagen voor overuren; 2. dit quotiënt vertegenwoordigt de maandelijkse basiswedde waarvan de sociale lasten en de voorheffing dienen afgetrokken te worden;3. men verstaat onder "maandelijkse basiswedde" : deze voorzien in het barema of voor zover deze hoger ligt, de toegepaste basiswedde.

Art. 23.De aanvullende vergoeding bij werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt uitgekeerd aan de gerechtigde in de loop van de maand volgend op de maand waarop hij recht heeft op de werkloosheidsuitkering.

De uitkering gebeurt op voorlegging van een bewijskrachtig document waaruit blijkt dat de betrokkene werkloosheidsuitkering heeft ontvangen. Afdeling 3. - Toezicht

Art. 24.Onverminderd de bevoegdheid van de ondernemingsraad en van de syndicale delegatie, houdt het onder artikel 20 aangewezen paritair orgaan toezicht over de correcte uitvoering van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, op het vlak van de onderneming. Afdeling 4. - Overgang van tijdskrediet op van een verlof

voor verzorging naar het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag

Art. 25.De bediende die geniet van een tijdskrediet zoals voorzien in artikel 8, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, of van een loopbaanonderbreking zoals voorzien in het koninklijk besluit van 10 augustus 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/08/1998 pub. 10/10/1998 numac 1998012646 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 1997, gesloten in het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten type koninklijk besluit prom. 10/08/1998 pub. 14/10/1998 numac 1998012609 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, betreffende de regeling voor sommige oudere werklieden overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 in de sigarettenbedrijven en gemengde ondernemingen type koninklijk besluit prom. 10/08/1998 pub. 15/10/1998 numac 1998012596 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de betaling van een aanvullende vergoeding aan het dubbel vakantiegeld type koninklijk besluit prom. 10/08/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998012616 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juli 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werklieden indien zij worden ontslagen sluiten tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid zoals meerdere malen gewijzigd, heeft recht op de aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers indien zij worden ontslagen, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door artikelen 16 tot en met 19 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

Ingeval de bediende kan genieten van de bepalingen van alinea 1 van dit artikel, wordt de aanvullende vergoeding berekend alsof hij zijn arbeidsprestaties niet had verminderd.

Het brutoloon dat de bediende voor zijn prestaties ontvangt wordt dus vermenigvuldigd met twee als hij de voorkeur gaf aan een vermindering van zijn arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, en met 5/4 als hij de voorkeur gaf aan een loopbaanvermindering van 1/5de. HOOFDSTUK IV. - Overgang van halftijds brugpensioen naar het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag

Art. 26.De werknemer in halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar kan genieten van het voordeel van een aanvullende vergoeding voor zekere oudere werknemers, in geval van ontslag bekomen, onder de voorwaarden bepaald in de hoofdstukken II en III. Indien de werknemer de leeftijd van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag niet heeft bereikt, kan de opzegging pas ingaan op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij deze leeftijd heeft bereikt.

In geval de werknemer kan genieten van de bepalingen van de eerste alinea van dit artikel, wordt de vergoeding voor zekere oudere werknemers, in geval van ontslag, berekend alsof de werknemer zijn arbeidsprestaties niet zou hebben verminderd.

Met het oog hierop wordt de bruto verloning van de werknemer met betrekking tot zijn halftijdse prestaties vermenigvuldigd maal twee. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 27.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2014 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2015, uitgezonderd artikelen 4, 9, a), 17 en 21 die ophouden van kracht te zijn op 31 december 2014. § 2. Zij annuleert en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 oktober 2011 (106648/CO/317) (koninklijk besluit van 21 januari 2013 - Belgisch Staatsblad van 3 mei 2013), betreffende het brugpensioen na ontslag vanaf 60, 58 en 56 jaar en halftijds brugpensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 mei 2012 (110317/CO/317) (koninklijk besluit van 3 april 2013 - Belgisch Staatsblad van 10 september 2013).

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^