Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 augustus 2015
gepubliceerd op 08 september 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen, betreffende de loonvoorwaarden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015012144
pub.
08/09/2015
prom.
10/08/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 AUGUSTUS 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen, betreffende de loonvoorwaarden (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen, betreffende de loonvoorwaarden.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Poitiers, 10 augustus 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Vertaling Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2014 Loonvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 7 juli 2014 onder het nummer 122058/CO/102.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de bedrijven die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen.

Onder "arbeiders" wordt verstaan : de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders. HOOFDSTUK II. - Beroepskwalificatie

Art. 2.§ 1. Worden als "gekwalificeerd" beschouwd : - de kanthouwers; - de polyvalente operatoren van de zaagmachine en draadzagers; - de schietmeesters; - de manuele steenhouwers; - de onderhoudswerklui (smeden, werktuigkundigen, lassers, elektriciens, magazijniers,...); - de bedieners van de breekmolens; - de steenzagers-afwerkers die volgens schets stenen op maat bewerken; - de frezers met de machine die de kwalificatie van steenhouwers hebben; - de operatoren van schop en bulldozers die de minimumkennis bezitten om het dagelijkse onderhoud te doen. § 2. Worden als "deskundig" beschouwd : - de diamantzagers; - de operatoren van de zaagmachine; - de lemmetzagers; - de operatoren van de bruggen; - de boorders zonder gebruik van springstoffen; - de klievers; - de aangestelden voor het landen van breekmolens; - de polijsters; - de steenzagers; - de frezers; - de bedieners van andere mechanische machines dan deze bepaald in de categorie van de "gekwalificeerden"; - de helpers van de onderhoudswerklui. § 3. Worden als "deskundig" beschouwd : de werklieden die onder het toezicht en de verantwoordelijkheid van een gekwalificeerde arbeider werken tot zij het kwalificatieniveau bereiken waardoor zijzelf en op eigen verantwoordelijkheid de gewone werkzaamheden kunnen uitoefenen die tot de uitoefening van een gekwalificeerd beroep behoren. § 4. Worden als "hulpwerklieden" beschouwd : de arbeiders die wegens gebrek aan ervaring in geen van beide voormelde categorieën kunnen worden ingedeeld.

Art. 3.De arbeider die af en toe functies van een lagere categorie moet uitoefenen, behoudt zijn gewone loon.

De arbeider die bij gelegenheid functies van een hogere categorie moet uitoefenen, bekomt hiervoor gedurende deze periode het daaraan gekoppelde loon voor zover hij de arbeid waarvoor hij tijdelijk is aangesteld normaal verricht. HOOFDSTUK III. - Lonen

Art. 4.De bruto minimum uurlonen worden op 1 maart 2014 gekoppeld aan het spilindexcijfer 100,44 van de stabilisatiereeks 99,45 tot 101,44 in een arbeidstijdregeling van 40 uur per week, bepaald als volgt : Evolutie in functie van de anciënniteit Hulpwerklieden13,5007 EUR Na maximaal 3 jaar in de functie, evaluatie door de werkgever om over te gaan naar de categorie deskundige.

Deskundige 13,6708 EUR Na maximaal 2 jaar in de functie, evaluatie door de werkgever om over te gaan naar de categorie deskundige +.

Deskundige + 13,8519 EUR Deskundige + 5 jaar13,9505 EUR Deskundige + 7 jaar14,0871 EUR Na maximaal 2 jaar in de functie, evaluatie door de werkgever om over te gaan naar de categorie gekwalificeerd.

Gekwalificeerd : - 0 jaar 14,1824 EUR - 3 jaar 14,7627 EUR - 5 jaar 14,8791 EUR Evolutie in functie van de anciënniteit Gekwalificeerd + : - 0 jaar 14,9951 EUR - 3 jaar 15,5181 EUR - 5 jaar 15,6264 EUR - 7 jaar 15,7630 EUR Beslissing van de werkgever. HOOFDSTUK IV. - Arbeid in ploegen of met "verschoven uurrooster"

Art. 5.Onverminderd de bepalingen van artikel 35 van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten, ontvangen de arbeiders die in opeenvolgende ploegen werken vanaf 1 maart 2014 een premie van 0,4408 EUR per uur voor de prestaties verricht tussen 14 en 22 uur. De prestaties verricht tussen 22 en 6 uur geven recht op een premie van 1,0468 EUR per uur. De prestaties verricht tussen 6 en 14 uur geven recht op een premie van 0,3790 EUR per uur.

Wanneer de arbeid bij gelegenheid volgens een "verschoven uurrooster" wordt verricht, ontvangen de arbeiders een premie van 0,6420 EUR per uur voor de prestaties verricht tussen 17 en 22 uur. De prestaties verricht tussen 22 en 6 uur geven recht op een premie van 1,0468 EUR per uur.

Wanneer de arbeid bij gelegenheid in ploegen wordt verricht, ontvangen de arbeiders een premie van 0,6420 EUR per uur voor de prestaties verricht tussen 14 en 22 uur. De prestaties verricht tussen 22 en 6 uur geven recht op een premie van 1,0468 EUR per uur.

De premie voor arbeid in ploegen of met "verschoven uurrooster" verschilt van het eigenlijke loon en wordt als dusdanig vermeld op de individuele rekening van de arbeider. HOOFDSTUK V. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen

Art. 6.De in artikel 4 bepaalde lonen, alsook de toeslag en de premies bepaald in artikel 5 worden gekoppeld aan het indexcijfer der consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 7.De in artikel 6 bedoelde lonen, toeslag en de premies variëren in opwaartse en in neerwaartse zin per schijf van 1 pct. van hun waarde voor elke wijziging met een gelijk percentage, waarbij het spilindexcijfer de grondslag is.

Wanneer de derde decimaal van deze berekening gelijk is aan of hoger dan vijf, wordt de tweede decimaal van de grens afgerond op de hogere eenheid. Wanneer die decimaal lager is dan vijf, is dit cijfer te verwaarlozen.

Art. 8.Het eerste opwaartse spilindexcijfer is vastgesteld op 101,44.

De opeenvolgende opwaartse spilindexcijfers zijn dus : 102,45 - 103,47 - 104,50 - ...

Art. 9.De schommelingen van de in artikel 7 bedoelde lonen, toeslagen en premies gaan in op de eerste dag van de volgende maand, zodra het indexcijfer één van de spilindexcijfers overschrijdt; deze lonen, toeslagen en premies worden niet meer gewijzigd zolang geen nieuwe spil overschreden is. HOOFDSTUK VI. - Premie voor het feest van "Sinte-Barbara"

Art. 10.De premie voor het feest van "Sinte-Barbara" wordt gelijkgesteld met de betaling van een wettelijke feestdag. Zij wordt uitbetaald aan de arbeiders die de voorwaarden vervullen die vereist zijn voor de betaling van een wettelijke feestdag. HOOFDSTUK VII. - Eindejaarspremie

Art. 11.Voor het jaar 2013 wordt een eindejaarspremie toegekend, die overeenstemt met 6 pct. van de ontvangen brutolonen, met uitzondering van de eindejaarspremie, gedurende de referentieperiode van 1 november 2012 tot 31 oktober 2013.

Voor het jaar 2014 wordt de referentieperiode vastgesteld van 1 november 2013 tot 31 oktober 2014.

De arbeiders die de onderneming verlaten ontvangen de premie naar rata van de ontvangen brutolonen in de referentieperiode.

Art. 12.De eindejaarspremie wordt uiterlijk op 25 december van het lopende jaar uitbetaald.

Art. 13.In geval van betwisting betreffende de uitbetaling van de eindejaarspremie zal voor elk geval afzonderlijk een beroep worden gedaan op de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen, die als bemiddelaar zal optreden. HOOFDSTUK VIII. - Terugbetaling van de vervoerskosten

Art. 14.De werkgevers komen tegemoet in de vervoerskosten van de arbeiders die van een eigen vervoermiddel gebruik maken.

Art. 15.Onverminderd de toepassing van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19ter van 5 maart 1991, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 21 mei 1991, ontvangen de arbeiders, ongeacht het vervoermiddel dat ze gebruiken, een bedrag gelijk aan 75 pct. van de prijs van de treinkaart die geldt als sociaal abonnement voor de afstand afgelegd langs de weg tussen de woon- en de werkplaats, dit in overeenstemming met de van toepassing zijnde tabellen die zijn gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 juli 1962 tot vaststelling van het bedrag en de wijze van betaling van de werkgeversbijdrage en het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van abonnementen voor arbeiders en bedienden.

Art. 16.De terugbetaling vindt minstens maandelijks plaats. HOOFDSTUK IX. - Arbeidsduur

Art. 17.De arbeidsduur blijft gehandhaafd op 38 uur per week. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden met werkdagen gelijkgesteld de feestdagen, de dagen klein verlet, de dagen die aanleiding geven tot de betaling van het gewaarborgd weekloon, de dagen die worden besteed aan vakbondsopleiding en sociale promotie, alsmede de recuperatiedagen.

In de ondernemingen waar 40 uur per week wordt gewerkt, worden 12 inhaalrustdagen toegekend. HOOFDSTUK X. - Vakbondspremie

Art. 18.Vanaf 2011 verbinden de werkgevers zich ertoe om uiterlijk tegen 31 december van het volgende jaar aan de V.Z.W. "Sociaal Fonds voor de arbeiders van het groefbedrijf", waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te Brussel, Hoogstraat 26-28, een bedrag te storten van 135 EUR per jaar en per arbeider die op 31 december van het vorige jaar effectief is ingeschreven in het personeelsregister, alsmede voor de bruggepensioneerde arbeiders.

Indien de werknemer die op 31 december van het betreffende jaar is ingeschreven geen volledig jaar heeft gewerkt, wordt pro rata temporis een premie betaald met een minimum van 6 maanden.

Indien de werknemer niet meer is ingeschreven op 31 december van het betreffende jaar maar in de onderneming heeft gewerkt, zal de premie pro rata temporis worden betaald.

Elke begonnen maand wordt als een volledige maand beschouwd.

Voor elke werknemer die gedurende de referentieperiode langer dan een jaar afwezig is geweest, stort de onderneming niet in bovenvermeld fonds.

Met voormeld bedrag kan het sociaal fonds de werknemers een premie van 135 EUR toekennen.

Art. 19.De storting die per werkgever en per onderneming gebeurt is afhankelijk van de naleving van voorwaarden betreffende de verzoenings- en vooropzeggingsprocedure in geval van stopzetting van de arbeid en zij wordt verricht wanneer het werk in de onderneming noch collectief, noch individueel wordt belemmerd.

Art. 20.Elke actie die tot gevolg heeft dat artikel 24 niet in acht wordt genomen, kan leiden tot een vermindering met één vierde van de storting; de werkgever neemt deze beslissing pas wanneer in aanwezigheid van de vertegenwoordigers van de vakorganisaties een onderzoek is verricht.

Art. 21.De premie wordt door toedoen van de V.Z.W. "Sociaal Fonds voor de arbeiders van het groefbedrijf", Hoogstraat 26-28 te Brussel, aan de rechthebbenden betaald, en door dit fonds pro rata temporis verdeeld onder de georganiseerde werknemers die lid zijn van één van de vakorganisaties die deze overeenkomst hebben ondertekend.

Art. 22.De rekeningen van de V.Z.W. "Sociaal Fonds voor de arbeiders van het groefbedrijf" worden éénmaal per jaar aan de vertegenwoordiger van de werkgevers voorgelegd terwijl de administratie van het mijnwezen eventueel de aangiften en de bijdragen van de werkgevers controleert. HOOFDSTUK XI. - Eindeloopbaan

Art. 23.Voor de werknemers die 55 jaar en ouder zijn en die een medisch of ander probleem hebben, waardoor zij hun beroepsarbeid niet meer kunnen voortzetten en ten gevolge hiervan door hun werkgever worden ontslagen, zal er, voor zover zij 20 jaar dienst hebben in de sector, door het fonds voor bestaanszekerheid, beslissing van de raad van beheer, een maandelijkse aanvullende vergoeding worden toegekend die overeenkomt met de helft van het verschil tussen het netto refertemaandloon en de werkloosheidsuitkering op het ogenblik van het vertrek. Deze vergoeding wordt toegekend tot een maximum van 65 jaar en wordt gekoppeld aan de inning van de werkloosheidsuitkeringen.

Indien nodig kan er tussen de werkgever en de representatieve werknemersorganisaties overleg plaatsvinden.

In geval van geschil zal er een beroep worden gedaan op de voorzitter van het paritair subcomité, die zal optreden als bemiddelaar. HOOFDSTUK XII. - Opleidingsvergoeding

Art. 24.Per werknemer zal jaarlijks een bedrag van 49,58 EUR worden gestort aan het sociaal fonds overeenkomstig de voorwaarden in verband met de vakbondspremie. HOOFDSTUK XIII. - Uitzendarbeid

Art. 25.De ondernemingen verbinden er zich toe om uitsluitend gebruik te maken van uitzendarbeid overeenkomstig de wetgeving ter zake.

Wanneer de werkgever de uitzendkracht langer in dienst wil houden na de indienstnemingsperiode van vijftien dagen, dient hij het akkoord te vragen van de vakorganisaties die in dit paritair subcomité vertegenwoordigd zijn. HOOFDSTUK XIV. - Afschaffing van de carenzdag

Art. 26.Sinds 1997, is de eerste carenzdag van de eerste ziekte per kwartaal afgeschaft.

Vanaf 1 januari 2014, wordt de carenzdag afgeschaft in toepassing van de maatregelen betreffende de harmonisering van de statuten arbeider en bediende. HOOFDSTUK XV. - Tegemoetkoming in geval van langdurige ziekte

Art. 27.De arbeiders die minstens 2 jaar anciënniteit hebben, hebben in geval van ziekte van minstens 30 kalenderdagen, recht op een aanvullende vergoeding van 74,37 EUR. HOOFDSTUK XVI. - Opleiding van jongeren

Art. 28.De opleiding in het kader van het alternerend leren wordt aangemoedigd door middel van : - invoering van de industriële leerovereenkomst; - invoering van de overeenkomst werk/opleiding.

Op het niveau van de ondernemingen zal worden onderhandeld over omkaderingsovereenkomsten, die worden ondertekend door de regionale secretarissen van de interprofessionele organisaties die vertegenwoordigd zijn in het paritair subcomité en worden goedgekeurd door het paritair subcomité.

Art. 29.Op grond van het interprofessioneel akkoord voor 2009-2010 en van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 augustus 2013 betreffende de bijkomende vormingsinspanningen, stemmen de partners ermee in om de participatiegraad aan de opleidingen met 5 pct. te verhogen.

Om die doelstellingen te realiseren kan men ook teruggrijpen naar de volgende pistes : de PFI's (plans formation insertion), het alternerend leren, de voortgezette opleiding van personeelsleden op intern niveau, het betaald educatief verlof, stages in samenwerking met de Forem en de onderwijsinstellingen.

In dat kader zullen prioriteiten worden vastgesteld in de raamovereenkomst met het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap op het stuk van opleiding en de socio-professionele inschakeling.

Het opleidingsfonds moet instaan voor het toezicht op de geleverde inspanningen en verslag uitbrengen aan het paritair subcomité. De raad van beheer van het opleidingsfonds zal de voorwaarden met betrekking tot het toezicht vaststellen. HOOFDSTUK XVII. - Maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling

Art. 30.Overeenkomstig de bepalingen van de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 19/07/2005 numac 2005012166 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg sluiten houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg, verbindt de sector zich tot : a) De invoering van het recht op werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58/60 jaar;b) De invoering van het recht op conventionele werkloosheid met bedrijfstoeslag op 56 jaar;c) De invoering van het recht op werkloosheid met bedrijfstoeslag op 56 jaar met een beroepsloopbaan van 40 jaar en een kwartaal gewerkt hebben vóór de leeftijd van 17 jaar;d) De invoering van flexibele werkroosters en het beperken van overuren. Voormelde vier maatregelen worden ingebed in raamovereenkomsten die worden ondertekend door de regionale secretarissen van de interprofessionele organisaties vertegenwoordigd in het paritair subcomité en goedgekeurd door het paritair subcomité. HOOFDSTUK XVIII. - Garantie inzake het totale tewerkstellingsvolume

Art. 31.a) De werkgevers verbinden zich ertoe het totale tewerkstellingsvolume te behouden, op basis van de personeelssterkte op 31 december 2008, gedurende de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Bij moeilijkheden zal er overleg worden gepleegd met de lokale secretarissen. De werkgevers verbinden zich ertoe geen ontslagen omwille van economische redenen door te voeren zonder voorafgaand overleg met de vakorganisaties. b) De werkgevers verbinden zich ertoe om met de vakorganisaties de arbeidsomstandigheden te bespreken en te evalueren met het oog op het behoud van de veiligheid op de werkplaatsen alsook op de naleving van de hygiënevoorschriften voor de werknemers.Die aanpak sluit aan bij het vertrek van de arbeidersafgevaardigden. De sector moet uiterlijk tegen 31 december 2012 een jaarlijks actieplan opstellen inzake veiligheid en hygiëne. HOOFDSTUK XIX. - Innovatie en ontwikkelingsonderzoek

Art. 32.Overeenkomstig het voor 2007-2008 gesloten interprofessioneel akkoord komen de partijen overeen dat, teneinde bij te dragen aan de ontwikkeling van een cultuur van vernieuwing in de bedrijven en er zoveel mogelijk werknemers bij te betrekken, op basis van hun bezorgdheden en hun ervaring, zal het onderwerp van de vernieuwing jaarlijks op de agenda van het paritair subcomité komen met het oog op een dialoog, zonder dat daardoor een onredelijke vermindering van administratief werk ontstaat en op voorwaarde dat de vertrouwelijke aard van de tijdens die dialoog meegedeelde inlichtingen gerespecteerd wordt. HOOFDSTUK XX. - Indienstneming, integratie of aan het werk houden van personen die verminderde mentale of fysieke vermogens hebben al dan niet veroorzaakt door een (arbeids)ongeval of door een (beroeps)ziekte

Art. 33.Onder de uitdrukkelijke voorwaarde van een anciënniteit van tien jaar in de sector, zal door de partijen overlegd worden over outplacement. HOOFDSTUK XXI. - Hospitalisatieverzekering

Art. 34.De partijen zullen de situatie in de sector onderzoeken door het zekerheidsfonds. HOOFDSTUK XXII. - Tijdskrediet

Art. 35.Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 25 augustus 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/08/2012 pub. 31/08/2012 numac 2012204722 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen sluiten (Belgisch Staatsblad van 31 augustus 2012), zal van toepassing zijn. HOOFDSTUK XXIII. - Geldigheid

Art. 36.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013 en treedt buiten werking op 31 december 2014. Zij wordt stilzwijgend verlengd voor een jaar tot het sluiten van een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de arbeidsvoorwaarden. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^