Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 augustus 2015
gepubliceerd op 03 september 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het programmatieakkoord voor de periode 2014-2018

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015202419
pub.
03/09/2015
prom.
10/08/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 AUGUSTUS 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het programmatieakkoord voor de periode 2014-2018 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het programmatieakkoord voor de periode 2014-2018.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Poitiers, 10 augustus 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2014 Programmatieakkoord voor de periode 2014-2018 (Overeenkomst geregistreerd op 24 november 2014 onder het nummer 124300/CO/109) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeid(st)ers met inbegrip van de huisarbeid(st)ers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf ressorteren. HOOFDSTUK II. - Duur

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing vanaf 30 september 2014 tot en met 31 december 2018. HOOFDSTUK III. - Eenheidsstatuut en opzeggingstermijnen

Art. 3.In toepassing van artikel 70, § 3 van de wet van 26 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013012289 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen sluiten betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen, zijn de opzeggingstermijnen zoals vastgelegd door de artikelen 67 tot 69 van de voormelde wet van 26 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013012289 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen sluiten en het artikel 37/2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten van toepassing vanaf 1 oktober 2014, voor opzeggingen ter kennis gebracht vanaf deze datum evenals voor onmiddellijke beëindigingen van arbeidsovereenkomsten vanaf deze datum.

In het geval dat de toepassing van voormelde artikelen voor gevolg zou hebben dat een opzeggingstermijn wordt toegekend die lager is dan deze die toegekend had moeten worden krachtens artikel 70, § 2 van de wet betreffende het eenheidsstatuut, zal de termijn vastgelegd door artikel 70, § 2 van de wet betreffende het eenheidsstatuut van toepassing zijn.

Dit artikel geldt evenwel slechts onder de opschortende voorwaarde dat het systeem van de ontslagcompensatievergoeding van toepassing is dat is voorzien in artikel 97 van de voornoemde wet van 26 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013012289 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen sluiten betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen. HOOFDSTUK IV. - Sociaal waarborgfonds

Art. 4.Artikel 3, 3°, 7°, 8° en 9° van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid", vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, houdende wijziging en coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" (registratienummer 112635/CO/109), laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2014 houdende het akkoord van sociale vrede 2014 (registratienummer 121182/CO/109), worden respectievelijk vervangen door de volgende bepalingen : "3° het verrichten van de betaling van de aanvullende vergoeding in het kader van bedrijfstoeslag bij werkloosheid voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2014 betreffende bedrijfstoeslag bij werkloosheid vanaf 58 jaar, in de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2014 betreffende een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde arbeid(st)ers met nachtprestaties indien zij worden ontslagen, in de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2014 betreffende een regeling van bedrijfstoeslag bij werkloosheid vanaf 56 jaar na 40 jaar beroepsverleden en in de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2014 betreffende bedrijfstoeslag bij werkloosheid vanaf 60 jaar, evenals van de bijzondere werkgeversbijdragen, bedoeld in afdeling 2A van hoofdstuk VI van titel XI van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) evenwel onverminderd de bepalingen op dit stuk van de hier genoemde collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende bedrijfstoeslag bij werkloosheid, in overeenstemming met het koninklijk besluit van 29 maart 2010"; "7° het uitkeren van de vergoeding, voorzien bij collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2002 betreffende een bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 2 juli 2003, van 26 mei 2005 (artikel 17), van 7 april 2011 (artikel 18) en verlengd tot 30 juni 2011 bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van 19 mei 2011 houdende het akkoord van sociale vrede 2011-2012 (artikel 19), tot 30 juni 2013 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2013 houdende de verlenging tot 31 december 2013 van het akkoord van sociale vrede 2011-2012, tot 31 december 2014 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2014 houdende het akkoord van sociale vrede 2014 en tot 30 juni 2015 door artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2014 houdende een programmatieakkoord voor de periode 2014-2018"; "8° het uitkeren van de vergoeding, voorzien bij artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2014 betreffende de vorming en tewerkstelling"; "9° de uitkering van de bijdrage betaald overeenkomstig artikel 14, § 3 van deze statuten, ter financiering van het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie en ter uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2014 betreffende de vorming en tewerkstelling".

Art. 5.Artikel 14 van de statuten van het sociaal waarborgfonds, bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2012 houdende wijziging en coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" (registratienummer 112635/CO/109) wordt gewijzigd als volgt : " § 1. Het fonds beschikt over de door de werkgevers verschuldigde bijdragen, bedoeld in artikel 15 van deze statuten. § 2. Ter uitvoering van artikel 3, 6° van deze statuten maakt het fonds, onmiddellijk na ontvangst van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen, aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het kleding- en confectiebedrijf" een als volgt vastgesteld bedrag over : - van 1 januari 2002 tot 31 december 2014 : 0,29 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen; - van 1 januari 2015 tot 31 december 2018 : 0,33 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen. § 3. Ter uitvoering van artikel 3, 9° van deze statuten maakt het fonds, onmiddellijk na ontvangst van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen, aan het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie (IVOC) een als volgt vastgesteld bedrag over : - van 1 januari 2002 tot 31 december 2014 : 8,82 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen; - van 1 januari 2015 tot 31 december 2018 : 10 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen.".

Art. 6.Artikel 15 van de statuten van het sociaal waarborgfonds, bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2012 houdende wijziging en coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" (registratienummer 112635/CO/109) wordt gewijzigd als volgt : "- Van 1 januari 2002 tot 31 december 2014 worden de werkgeversbijdragen bepaald op 3,4 pct. van de brutolonen der arbeid(st)ers; - Van 1 januari 2015 tot 31 december 2018 worden de werkgeversbijdragen bepaald op 3 pct. van de brutolonen der arbeid(st)ers.". HOOFDSTUK V. - Werkloosheid met bedrijfstoeslag

Art. 7.De collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2014 betreffende bedrijfstoeslag bij werkloosheid vanaf 60 jaar (registratienummer 121186/CO/109), wordt verder gezet gedurende de periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2015 volgens de voorwaarden bepaald in de specifieke collectieve arbeidsovereenkomst betreffende bedrijfstoeslag bij werkloosheid vanaf 60 jaar voor de periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2015.

Art. 8.Het stelsel van bedrijfstoeslag bij werkloosheid vanaf 56 jaar na 40 jaar beroepsverleden, voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2014 tot invoering van een regeling van bedrijfstoeslag bij werkloosheid vanaf 56 jaar na 40 jaar beroepsverleden (registratienummer 121188/CO/109), wordt verder gezet gedurende de periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2015 volgens de voorwaarden bepaald in de specifieke collectieve arbeidsovereenkomst betreffende bedrijfstoeslag bij werkloosheid vanaf 56 jaar na 40 jaar beroepsverleden voor de periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2015.

Art. 9.Het stelsel van bedrijfstoeslag bij werkloosheid ten gunste van sommige bejaarde arbeid(st)ers met nachtprestaties indien zij worden ontslagen, voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2014 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde arbeid(st)ers met nachtprestaties indien zij worden ontslagen (registratienummer 121189/CO/109), zal worden verder gezet in het jaar 2015 indien de toepasselijke reglementering dit toelaat, volgens de voorwaarden bepaald in de specifieke collectieve arbeidsovereenkomst betreffende een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde arbeid(st)ers met nachtprestaties indien zij worden ontslagen voor de periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2015. HOOFDSTUK VI. - Functieclassificatie

Art. 10.Een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de functieclassificatie zal worden gesloten vóór het einde van het jaar 2014.

Deze nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst zal de nieuwe functiebeschrijvingen en de indeling in klassen bevatten die werden overlegd in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf en tevens de concrete invoeringsmodaliteiten en overgangsmodaliteiten vastleggen.

Deze nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst zal voor de functies die ingevolge de toepassing van de nieuwe functieclassificatie een hoger schaalloon toegewezen krijgen voorzien in een overgangsregeling met 4 gelijke jaarlijkse stappen. De eerste jaarlijkse stap zal plaats vinden met ingang van 1 december 2014. HOOFDSTUK VII. - Supplement bij tijdelijke werkloosheid

Art. 11.Artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 oktober 2011 betreffende een supplement bij tijdelijke werkloosheid (registratienummer 107033/CO/109) wordt gewijzigd als volgt : "Met ingang van 1 januari 2012 betaalt het "Sociaal Waarborgfonds voor het kleding- en confectiebedrijf" een tussenkomst aan de werkgevers voor het uitvoeren van hun verplichtingen, bedoeld in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Met ingang van 1 januari 2012 beloopt deze tussenkomst vanwege het "Sociaal Waarborgfonds voor het kleding- en confectiebedrijf" 3 EUR per dag voor de eerste 35 dagen tijdelijke werkloosheid per kalenderjaar en beloopt 2 EUR voor de daarop volgende 10 dagen tijdelijke werkloosheid per kalenderjaar.

Met ingang van 1 januari 2015 beloopt deze tussenkomst vanwege het "Sociaal Waarborgfonds voor het kleding- en confectiebedrijf" 3 EUR per dag voor de eerste 35 dagen tijdelijke werkloosheid per kalenderjaar en beloopt 2 EUR voor de daarop volgende 35 dagen tijdelijke werkloosheid per kalenderjaar.". HOOFDSTUK VIII. - Vorming en tewerkstelling

Art. 12.De inspanningen, bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2005 betreffende de vorming en tewerkstelling (registratienummer 77657/CO/109) worden voortgezet tot 31 december 2015 en voortdurend aangepast om deze in overeenstemming te brengen met de doelstellingen, bedoeld artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het Generatiepact, vervangen door artikel 24 van de wet van 17 mei 2007 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2007-2008.

In de schoot van het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie (IVOC) zullen de maatregelen worden overlegd die verder nodig zijn om een jaarlijkse toename van de participatiegraad aan vorming en opleiding met minstens 5 procentpunten te realiseren.

Hiertoe zullen onder meer de IVOC faciliteiten verder worden bekend gemaakt, beheerd en uitgebouwd. Deze faciliteiten hebben onder meer betrekking op promotie en steun voor bedrijfsopleidingsplannen in de ondernemingen, gekend onder de benaming "opleidingsportefeuille" en op promotie en steun van individuele vorming van de werknemers, gekend onder de benaming "leerrekening". HOOFDSTUK IX. - Anciënniteitsverlof

Art. 13.Jaarlijks wordt aan de arbeid(st)ers met een anciënniteit van 20 jaar dienst of meer in de onderneming één dag betaald anciënniteitsverlof toegekend.

Onder "anciënniteit" wordt verstaan : ononderbroken dienst bij dezelfde werkgever.

Eventuele anciënniteit verworven in een onderneming behorende tot dezelfde groep van ondernemingen waarbij de arbeid(st)er is tewerkgesteld wordt volledig in rekening genomen. HOOFDSTUK X. - Syndicale vertegenwoordiging

Art. 14.Artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1976 betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van 1 oktober 1979, 22 februari 1989 en 19 april 1991, blijft behouden zoals aangevuld door artikel 20 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2003 houdende akkoord van sociale vrede 2003/2004. HOOFDSTUK XI. - Bijkomende bestaanszekerheid

Art. 15.Artikel 94 van de wet van 26 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013012289 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen sluiten betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen bepaalt dat de toepassing van de bepalingen van een bestaande, in een paritair orgaan gesloten collectieve arbeidsovereenkomst die voorziet in een aanvullende vergoeding aan de werknemers na en omwille van een eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever, met ingang van 1 juli 2015 niet meer toegestaan is.

Derhalve wordt het volgende overeengekomen : - De collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2002 betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid, laatst verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2014 houdende het akkoord van sociale vrede (registratienummer 121182/CO/109), zal nog slechts worden verlengd tot 30 juni 2015; - In artikel 1 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst wordt met ingang van 1 oktober 2014 volgende alinea toegevoegd : "Deze collectieve arbeidsovereenkomst is vanaf 1 oktober 2014 evenwel niet van toepassing op de werknemers die genieten van de ontslagcompensatievergoeding, bedoeld in artikel 97 van de voornoemde wet van 26 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013012289 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen sluiten betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen."; - De rechten op basis van ontslagen die aan de hiervoor genoemde data vooraf gaan kunnen verder worden uitgeput. HOOFDSTUK XII. - Werkzekerheid - tewerkstelling - uitzendarbeid

Art. 16.De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2011 tot coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de werkzekerheid, de invoering van nieuwe technologieën en de tewerkstelling (104944/CO/109) zal worden gewijzigd als volgt : - Artikel 9 zal worden aangepast als volgt : "Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "ontslag wegens individuele omstandigheden" verstaan : het ontslag dat verband houdt met de individuele arbeidsverhouding en arbeidsrelatie tussen de werkgever en de werknemer.

De ondernemingen die overgaan tot ontslag wegens individuele omstandigheden, dienen de volgende procedure na te leven.

De werkgever dient de betrokken werknemer voorafgaandelijk een schriftelijke verwittiging te geven; gelijktijdig wordt de syndicale afvaardiging hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

Slechts mits in acht neming van een minimum periode van 14 kalenderdagen, na deze voorafgaandelijke verwittiging kan de werkgever overgaan tot ontslag. Op het ogenblik van het ontslag dient andermaal de syndicale afvaardiging op de hoogte gebracht te worden.

Van deze procedure kan bij middel van een collectieve arbeidsovereenkomst in de individuele ondernemingen worden afgeweken.

De plaatselijke afgevaardigden van de vakorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf kunnen op eigen initiatief een gesprek over het ontslag aanvragen bij de werkgever.

Ingeval van ontslag wegens dringende redenen en tijdens de eerste zes maanden van de tewerkstelling dienen de bepalingen voorzien in dit artikel niet toegepast te worden.

De syndicale afvaardiging dient op de hoogte gebracht te worden van het ontslag.". - Het huidige artikel 12 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst zal worden gewijzigd als volgt : "Indien een arbeid(st)er van oordeel is dat de werkgever de in hoofdstuk IV van deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziene procedure niet heeft nageleefd dan kan de betrokken arbeid(st)er of de werknemersorganisatie waarbij de arbeid(st)er is aangesloten, dit aanhangig maken bij het paritair comité. Het paritair comité kan de voorzitter van het paritair comité belasten met bijkomend onderzoek.

In geval unaniem wordt vastgesteld dat de voorziene procedure niet werd nageleefd, kan het paritair comité beslissen dit de werkgever een schadeloosstelling aan de betrokken werknemer verschuldigd is, waarvan het bedrag 500 EUR bedraagt indien het een eerste inbreuk door de beschouwde werkgever betreft en waarvan het bedrag 1 000 EUR bedraagt indien er herhaling is van dezelfde inbreuk door dezelfde werkgever binnen een periode van 60 maanden.

In de andere gevallen blijft het opleggen van een lagere schadeloosstelling aan de betrokken werknemer mogelijk.

De beslissing van het paritair comité wordt door de voorzitter overgemaakt aan de betrokken onderneming.".

Art. 17.Een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst betreffende uitzendarbeid zal worden gesloten met de volgende inhoud : "Onverminderd de bepalingen van de wet van 24 juli 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers en van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 108 van de Nationale Arbeidsraad betreffende de tijdelijke arbeid en de uitzendarbeid zal de werkgever die werknemers tewerk stelt in de statuten, bedoeld door deze reglementering, de werknemers inlichten en met de werknemers overleggen over de redenen van deze tewerkstelling.

In de ondernemingen met een ondernemingsraad ontvangt deze van de werkgever om de zes maanden een globale informatie, uitgesplitst per motief, over het aantal uitzendkrachten en hun prestaties.

Bij ontstentenis van een ondernemingsraad wordt dergelijke informatie bezorgd aan de vakbondsafvaardiging.

Bij ontstentenis van een ondernemingsraad en van een vakbondsafvaardiging kan het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf de werkgever verzoeken de hiervoor bedoelde informatie mee te delen aan het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf.".

Art. 18.De collectieve arbeidsovereenkomst van 22 februari 1989 betreffende uitzendarbeid, algemeen verbindend verklaard per koninklijk besluit van 10 oktober 1989 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 november 1989 (nummer 22197/CO/109) wordt niet langer jaarlijks verlengd en zal dus ophouden van kracht te zijn op 31 december 2014. HOOFDSTUK XIII. - Sociaal overleg in 2015

Art. 19.De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2011 tot vaststelling van het bedrag van de aanvullende sociale toelage (registratienummer 104946/CO/109) wordt verlengd tot 31 december 2015.

Art. 20.Gelet op dit globaal akkoord en de kost van de functieclassificatie voor de werkgevers zullen in 2015 geen onderhandelingen meer gevoerd worden over een collectieve arbeidsovereenkomst voor 2015, behoudens indien wettelijke bepalingen of een interprofessioneel akkoord dit zouden opleggen.

Binnen het kader dat gecreëerd wordt door een interprofessioneel akkoord of de wettelijke bepalingen indien geen interprofessioneel akkoord mogelijk is, kunnen in 2015 onderhandelingen opgestart worden die betrekking hebben op de sectorale loon- en arbeidsvoorwaarden voor 2016. HOOFDSTUK XIV. - Sociale vrede

Art. 21.Tijdens het jaar 2015 waarborgen de ondertekenende partijen de inachtneming van de sociale vrede, hetgeen het volgende inhoudt : 1° alle bepalingen betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden worden stipt nageleefd en kunnen niet in betwisting worden gebracht door de werknemers- of de werkgeversorganisaties, noch door de arbeid(st)ers of de werkgevers;2° de werknemersorganisaties en de arbeid(st)ers verbinden er zich toe geen eisen te stellen op nationaal noch op gewestelijk vlak, noch op dat van de onderneming aangezien alle individuele normatieve bepalingen geregeld zijn door onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^