Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 augustus 2015
gepubliceerd op 28 augustus 2015

Koninklijk besluit tot aanvulling van het koninklijk besluit van 30 november 2011 houdende veiligheidsvoorschriften voor kerninstallaties met voorschriften betreffende de buitenbedrijfstelling van kerninstallaties

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2015203895
pub.
28/08/2015
prom.
10/08/2015
ELI
eli/besluit/2015/08/10/2015203895/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle


10 AUGUSTUS 2015. - Koninklijk besluit tot aanvulling van het koninklijk besluit van 30 november 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/11/2011 pub. 21/12/2011 numac 2011206225 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende veiligheidsvoorschriften voor kerninstallaties sluiten houdende veiligheidsvoorschriften voor kerninstallaties met voorschriften betreffende de buitenbedrijfstelling van kerninstallaties


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op de wet van 15 april 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/04/1994 pub. 14/10/2011 numac 2011000621 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, de artikelen 3, gewijzigd bij de wet van 2 april 2003, 14, 15, tweede lid, gewijzigd bij de wetten van 2 april 2003 en 30 maart 2011, en 16, § 1, gewijzigd bij de wet van 31 januari 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/07/2001 pub. 30/08/2001 numac 2001000726 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen type koninklijk besluit prom. 20/07/2001 pub. 10/10/2013 numac 2013000542 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 november 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/11/2011 pub. 21/12/2011 numac 2011206225 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende veiligheidsvoorschriften voor kerninstallaties sluiten houdende veiligheidsvoorschriften voor de kerninstallaties;

Gelet op de richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval;

Gelet op de richtlijn 2009/71/Euratom van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juni 2009 tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties;

Gelet op de mededeling aan de Europese Commissie, gedaan op 7 juli 2014, met toepassing van artikel 33 van het Euratom-verdrag en het antwoord van de Commissie van 3 december 2014;

Gelet op het advies nr. 9225-9226 van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 6 november 2014;

Gelet op het advies van de Inspectrice van Financiën, gegeven op 14 april 2015;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 20 april 2015;

Gelet op de regelgevingsimpactanalyse, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging type wet prom. 15/12/2013 pub. 13/02/2014 numac 2014000088 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies 57.591/3 van de Raad van State, gegeven op 25 juni 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van Onze minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1, tweede lid van het koninklijk besluit van 30 november 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/11/2011 pub. 21/12/2011 numac 2011206225 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende veiligheidsvoorschriften voor kerninstallaties sluiten houdende veiligheidsvoorschriften voor de kerninstallaties wordt aangevuld met de volgende definities : « 22° Veiligheidsrapport voor ontmanteling : rapport waarin de schikkingen inzake nucleaire veiligheid en stralingsbescherming van de ontmanteling van een inrichting of van delen ervan, evenals van de karakterisering van de eindtoestand beschreven worden; 23° Karakterisering : het bepalen van de fysische, chemische en radiologische kenmerken, in het bijzonder het besmettings- en activatieniveau;24° Uitgestelde ontmanteling : strategie waarbij na de definitieve stopzetting van de activiteiten van de installaties deze gedurende een langere periode in een veilige toestand gebracht en gehouden worden in afwachting van een latere ontmanteling;25° Ontsmetting : het volledig of gedeeltelijk verwijderen van radioactieve besmetting met behulp van fysische, chemische of biologische processen.»

Art. 2.Artikel 2, eerste lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/12/2014 pub. 23/01/2015 numac 2015200151 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 november 2011 houdende veiligheidsvoorschriften voor de kerninstallaties, voor wat betreft de uitbreiding van het toepassingsgebied sluiten, wordt aangevuld met een zin, luidende : « De bepalingen van hoofdstuk 2, afdeling VI zijn van toepassing op de buitenbedrijfstelling van de inrichtingen, of installaties ervan, zoals bepaald in artikel 3.1.a) van het algemeen reglement, voor dewelke nog geen vergunningsaanvraag voor ontmanteling werd ingediend op 1 januari 2015 met uitzondering van de installaties louter bestemd voor de eindberging van radioactief afval. »

Art. 3.In hoofdstuk 2 van hetzelfde besluit wordt een afdeling VI ingevoegd, luidende : « Afdeling VI. - Buitenbedrijfstelling ».

Art. 4.In afdeling VI, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 17/1 ingevoegd, luidende : « Art. 17/1 - Beslissing tot stopzetting van de activiteiten Onverminderd artikel 17 van het algemeen reglement, wordt de beslissing tot stopzetting van de activiteiten onverwijld schriftelijk aan de veiligheidsautoriteit gemeld.

Deze melding bevat minstens de volgende informatie : - de inventaris van de tijdens de uitbating gebruikte radioactieve stoffen en het uit de uitbating voortkomend radioactief afval, dat nog afgevoerd moet worden, waarbij telkens de fysische en chemische aard, de radiologische karakteristieken, de hoeveelheden en de voorziene bestemming vermeld wordt; - de genomen maatregelen om de installaties in een veilige toestand te brengen en te houden in afwachting van hun ontmanteling, met inbegrip van eventuele voorafgaande ontsmettings- en demontageactiviteiten; - een beschrijving van de wijzigingen die de exploitant wenst uit te voeren aan de installaties in afwachting van de ontmanteling; - het onderhouds- en controleprogramma dat toegepast wordt; - de modaliteiten in verband met de personeelsbezetting met als doel de inrichting in een veilige toestand te houden; - de vooropgestelde planning voor de buitenbedrijfstelling; - de impact op de installaties die in uitbating blijven.

De exploitant zorgt ervoor dat alle beschikbare gegevens met betrekking tot de installaties, hun toestand, en hun niveau van besmetting en/of activatie adequaat gearchiveerd worden voor het gebruik ervan tijdens de daaropvolgende ontmanteling. »

Art. 5.In afdeling VI, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 17/2 ingevoegd, luidende : « Art. 17/2 - Uitgestelde ontmanteling Indien de exploitant opteert voor een uitgestelde ontmanteling moet hij in de melding van beslissing tot stopzetting van de activiteit deze keuze rechtvaardigen. Deze rechtvaardiging bevat een analyse van de voor- en nadelen van de gekozen strategie tegenover een onmiddellijke ontmanteling en de hieraan verbonden veiligheidsimplicaties.

Bij een uitgestelde ontmanteling, en vóór de eigenlijke stopzetting van de activiteiten, werkt de exploitant een adequaat toezichts- en onderhoudsprogramma uit dat : - de veiligheid van de inrichting garandeert tijdens de periode die de start van de ontmanteling voorafgaat; - geen negatieve invloed heeft op de toekomstige ontmanteling.

Het aanwenden van actieve veiligheidssystemen, monitoring en menselijke interventie om de veiligheid te garanderen wordt, tijdens de periode die de ontmanteling voorafgaat, zoveel als redelijkerwijze mogelijk beperkt, en wordt door de exploitant gerechtvaardigd. »

Art. 6.In afdeling VI, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 17/3 ingevoegd, luidende : « Art. 17/3 - Systemen, structuren en componenten De exploitant waakt over de goede werking van de voor de nucleaire veiligheid belangrijke systemen, structuren en componenten die tijdens de opeenvolgende buitenbedrijfstellingsfases in gebruik blijven. Deze systemen, structuren en componenten en hun uitbatingslimieten en -voorwaarden worden in het veiligheidsrapport beschreven.

De uitbatingslimieten en -voorwaarden worden bijgewerkt bij elke wijziging van deze systemen, structuren en componenten of van hun indeling in veiligheidsklassen tijdens de opeenvolgende buitenbedrijfstellingsfases. »

Art. 7.In afdeling VI, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 17/4 ingevoegd, luidende : « Art. 17/4 - Kwalificatie van technieken Vóór de eerste ingebruikname in zijn inrichting van een ontsmettings- of ontmantelingstechniek, moet de exploitant voor elke specifieke toepassing de haalbaarheid, de veiligheid en de doeltreffendheid van deze techniek aantonen.

Nieuw ontwikkelde technieken of technieken die nog niet eerder voor ontmantelingsdoeleinden werden toegepast, worden, alvorens te worden ingezet, onderworpen aan een kwalificatieprogramma dat representatieve testen in een niet-radioactieve omgeving omvat.

Het kwalificatieprogramma wordt vergezeld van een risicoanalyse waarin alle in de inrichting verwachte gebruiksomstandigheden opgenomen zijn.

Het kwalificatieprogramma, inclusief de risicoanalyse, worden voorafgaandelijk voor akkoord aan de dienst voor fysische controle voorgelegd waarna het ter goedkeuring wordt overgemaakt aan de veiligheidsautoriteit. »

Art. 8.In afdeling VI, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 17/5 ingevoegd, luidende : « Art. 17/5 - Beheer van het radioactieve afval Vooraleer de ontmantelingsactiviteiten worden aangevat, moeten de tijdens de uitbating gebruikte radioactieve stoffen en het daaruit voortkomend radioactief afval gekarakteriseerd geweest zijn, het voorwerp hebben uitgemaakt van de ontwikkeling van een beheersoplossing en desgevallend uit de te ontmantelen installatie verwijderd zijn ten einde de veiligheid tijdens de ontmanteling te optimaliseren.

De exploitant moet processen ontwikkelen, optimaliseren, implementeren en documenteren om : - zich ervan te verzekeren dat er een referentieoplossing bestaat voor het beheer van al dan niet radioactief afval dat door de ontmanteling zou worden gegenereerd; - radioactief afval te scheiden van andere stoffen; - het radioactief afval dat tijdens de ontmanteling ontstaat te categoriseren, te karakteriseren, te sorteren, te conditioneren of af te voeren voor conditionering, en de naspeurbaarheid ervan te garanderen; - het volume en de activiteit van de geproduceerde radioactieve afvalstoffen te optimaliseren door toepassing van ontsmetting, hergebruik of vrijgave, - het volume van langlevend radioactief afval zo veel als mogelijk te beperken.

Het veiligheidsrapport voor ontmanteling beschrijft de processen voor het beheer van de hierbij gegenereerde afvalstoffen met specifieke aandacht betreffende de veilige opslag van de gegenereerde afvalstoffen."

Art. 9.In afdeling VI, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 17/6 ingevoegd, luidende : « Art. 17/6 - Documentbeheer De exploitant moet tijdens de buitenbedrijfstellingsfases beschikken over : - een up-to-date inventaris van de types, volumes en activiteiten van de geproduceerde, opgeslagen en uit de inrichting verwijderde afvalstoffen; - een up-to-date inventaris van de types en hoeveelheden van vrijgegeven materialen; - gegevens betreffende de vorderingsgraad van de ontmanteling van de installaties. »

Art. 10.In afdeling VI, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 17/7 ingevoegd, luidende : « Art. 17/7 - Ervaringsbeheer De exploitant implementeert en onderhoudt een gedocumenteerd proces, dat systematisch de toegang tot en het verzamelen, evalueren en gebruiken van pertinente ervaring uit installaties in België en in het buitenland regelt, om zo de veiligheid van zijn eigen installaties tijdens de diverse buitenbedrijfstellingsfases te verbeteren.

De exploitant analyseert de beschikbare gegevens, trekt de nodige lessen en implementeert desgevallend de gepaste preventieve en/of correctieve maatregelen die voor zijn installatie(s) van toepassing zijn om gebeurtenissen die de veiligheid van de werknemers, het publiek, het milieu en/of de installatie in gevaar kunnen brengen te voorkomen of de gevolgen ervan te beperken.

Hij beheert de ervaring met de buitenbedrijfstelling van zijn eigen installaties volgens hetzelfde proces. »

Art. 11.In afdeling VI, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 17/8 ingevoegd, luidende : « Art. 17/8 - Onderhoud en toezicht van de installaties Het onderhouds- en toezichtsprogramma wordt door de exploitant bijgewerkt tot op het einde van de buitenbedrijfstelling. »

Art. 12.In afdeling VI, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 17/9 ingevoegd, luidende : « Art. 17/9 - Intern noodplan De exploitant past zijn intern noodplan aan in functie van de buitenbedrijfstellingsactiviteiten en de wijziging van de risico's. »

Art. 13.In afdeling VI, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 17/10 ingevoegd, luidende : « Art. 17/10 - Veiligheidsrapport voor ontmanteling De exploitant stelt een veiligheidsrapport voor ontmanteling op.

Het veiligheidsrapport behandelt op een niet beperkende manier de volgende onderwerpen : a) inleiding en doelstelling van de ontmanteling;b) beschrijving van de inrichting en van de installaties hierin opgenomen, van hun voorgeschiedenis en voorafgaande ontsmettingsactiviteiten, met inbegrip van de fysische, chemische en radiologische karakterisatie;c) eventuele geplande nieuwe installaties en systemen nodig voor ontsmetting, ontmanteling en/of het afvalbeheer;d) managementsysteem, met onder andere het beheer van : a.de veiligheid; b. de organisatie en verantwoordelijkheden;c. de kwalificatie van personeel en onderaannemers; d. de veroudering (o.a. van de structuren, systemen en componenten); e. de opgedane ervaringen, zowel intern als extern, nationaal als internationaal;f. documentbeheer;e) beschrijving van de vooropgestelde eindtoestand, strategie en organisatie van de ontmanteling;f) voorziene planning van de ontmantelingsactiviteiten, met oplijsting van de beschouwde ontmantelingsfases;g) beschrijving van aan te wenden ontmantelingstechnieken;h) veiligheidsdoelstellingen, beschrijving van de veiligheidsfuncties, en van systemen, structuren en componenten die belangrijk zijn voor de veiligheid en dit voor de verschillende ontmantelingsfases;i) demonstratie van de veiligheid (inclusief risicoanalyse) tijdens de ontmanteling (in normale situaties en ten gevolge van incidenten en accidenten);j) uitbatingslimieten en -voorwaarden tijdens ontmanteling;k) programma van toezicht en onderhoud, testen en inspecties tijdens ontmanteling;l) strategie, methodes en maatregelen voor stralingsbescherming gedurende ontmanteling;m) beheer van afvalstoffen en effluenten afkomstig van ontmanteling, met inbegrip van hun bestemming;n) strategie, criteria, methodes en maatregelen, genomen met het oog op vrijgave van voorwerpen en materialen die ontstaan bij de ontmanteling;o) intern noodplan en procedures met betrekking tot het beheer van ongeval situaties;p) voorstel voor de methodologie van de karakterisering van de eindtoestand, monitoringprogramma met betrekking tot verificatie en evaluatie van de eindtoestand. De risicoanalyse die in het veiligheidsrapport uitgewerkt wordt, omvat zowel de radiologische risico's als de niet-radiologische risico's en hun wederzijdse beïnvloeding.

De veiligheidsautoriteit kan de gedetailleerde inhoud van het veiligheidsrapport preciseren volgens het type van installatie of type van ontmantelingsactiviteit(en).

Het veiligheidsrapport voor ontmanteling wordt geactualiseerd gedurende de hele duur van de ontmanteling, met een periodiciteit van niet meer dan twaalf maanden, evenals bij elke belangrijke fase van de ontmanteling om te verzekeren dat het veiligheidsrapport een accuraat beeld geeft van de te ontmantelen installaties en de bijhorende veiligheidsaspecten. »

Art. 14.In afdeling VI, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 17/11 ingevoegd, luidende : « Art. 17/11 - Periodieke veiligheidsherzieningen tijdens de ontmanteling De exploitant gaat standaard tenminste om de tien jaar over tot een herziening van de veiligheid van de installaties en van de ontmantelingsactiviteiten.

Hierbij wordt onder meer rekening gehouden met : - het type en de planning van de nog uit te voeren ontmantelingsactiviteiten; - de impact van eventuele vertragingen op de globale planning van de ontmanteling; - wijzigingen in de ontmantelingstechnieken en ontmantelingsstrategie; - de toestand van de overblijvende installaties; - de geactualiseerde radiologische inventaris; - het hergebruik van de aanwezige ontmantelings- en ontsmettingsinstallaties; - de tijdens de ontmanteling aan het licht gekomen problemen en voorgevallen incidenten; - de eventuele evolutie van de van toepassing zijnde normen die een invloed kunnen hebben op de ontmanteling; - relevante ervaringsfeedback van de ontmanteling van installaties in België en het buitenland. »

Art. 15.In afdeling VI, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 17/12 ingevoegd, luidende : « Art. 17/12 - Karakterisering van de eindtoestand en finaal ontmantelingsrapport Op het einde van de ontmantelingswerkzaamheden stelt de exploitant een finaal ontmantelingsrapport op dat de inventarissen zoals vermeld in artikel 17/6 bevat, en dat een volledig overzicht geeft van de uitgevoerde ontmantelingsactiviteiten, met inbegrip van de resultaten van de karakterisering van de eindtoestand, om aan te tonen dat de eindtoestand zoals bepaald in de ontmantelingsvergunning bereikt is.

Dit rapport omvat het advies van NIRAS inzake de aspecten ervan die betrekking hebben op haar bevoegdheden. De methodologie voor deze karakterisering werd voorafgaand ter goedkeuring voorgelegd aan de veiligheidsautoriteit.

De veiligheidsautoriteit kan de gedetailleerde inhoud van het finaal ontmantelingsrapport preciseren.

Indien de vooropgestelde eindtoestand niet kan worden bereikt, dient dit te worden geargumenteerd en zal het finaal ontmantelingsrapport een evaluatie van de lange termijn impact en een voorstel van bijkomende beschermings- en toezichtsmaatregelen, of van beperkingen inzake het gebruik van de installaties en terreinen bevatten. »

Art. 16.In artikel 2 3°) van het koninklijk besluit van 20 juli 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/07/2001 pub. 30/08/2001 numac 2001000726 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen type koninklijk besluit prom. 20/07/2001 pub. 10/10/2013 numac 2013000542 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° De definitie van ontmanteling wordt vervangen als volgt : « ontmanteling : het geheel van technische verrichtingen als element van de buitenbedrijfstelling, waarbij de installatie gedemonteerd wordt en de uitrustingen, structuren en componenten verwijderd en/of ontsmet worden voor vrijgave, hergebruik, recyclage of voor behandeling als radioactief afval.De ontmanteling zelf kan in meerdere fases gebeuren, met vermelding van specifieke holdpoints tussen deze fasen; en ze wordt afgerond met de activiteiten voor de karakterisering van de eindtoestand ». 2° De volgende definitie wordt toegevoegd : « buitenbedrijfstelling : het geheel van technische en administratieve verrichtingen die ondernomen worden om een einde te stellen aan activiteiten die in een inrichting vergund werden en om aan de inrichting of aan een gedeelte ervan een andere bestemming, al dan niet onderworpen aan de reglementering betreffende de stralingsbescherming en de nucleaire veiligheid, te geven.De buitenbedrijfstelling omvat de volgende fases : de beslissing tot stopzetting van de activiteiten, de eigenlijke stopzetting, de al of niet uitgestelde ontmanteling en de herindeling van de inrichting of installaties ervan in overeenstemming met het algemeen reglement; »

Art. 17.Onze minister tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Poitiers, 10 augustus 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON

^