Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 februari 2008
gepubliceerd op 19 februari 2008

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 april 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008012109
pub.
19/02/2008
prom.
10/02/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 FEBRUARI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 april 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55bis van 7 februari 1995, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993 tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 maart 1995;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 april 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 februari 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, J. PIETTE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.

Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.

Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.

Koninklijk besluit van 17 november 1993, Belgisch Staatsblad van 4 december 1993.

Koninklijk besluit van 30 juli 1994, Belgisch Staatsblad van 10 augustus 1994.

Koninklijk besluit van 16 maart 1995, Belgisch Staatsblad van 26 april 1995.

Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 april 2007 Halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar in de witzandexploitaties uitgezonderd (Overeenkomst geregistreerd op 26 juni 2007 onder het nummer 83446/CO/102.06) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, de witzandexploitaties uitgezonderd.

Met "werklieden" worden de arbeiders en de arbeidsters bedoeld. HOOFDSTUK II. - Bepalingen

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord gesloten voor de jaren 2007-2008 en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55bis gesloten op 7 februari 1995 in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55, gesloten op 13 juli 1993 in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties (koninklijk besluit van 17 november 1993, Belgisch Staatsblad van 4 december 1993).

Art. 3.Het principe van toepassing van een regeling van halfijds brugpensioen wordt in deze sector aanvaard voor het werkend personeel dat voor deze formule opteert en dat tussen 1 januari 2007 en 31 december 2008 de leeftijd van 55 jaar bereikt.

Art. 4.Het systeem van halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar is facultatief. De werkgever verbindt er zich toe het halftijds brugpensioen voor te stellen aan de werknemer die de wil om er aanspraak op te maken te kennen heeft gegeven, voorzover dit de goede werking van het bedrijf niet verstoort.

Art. 5.De toekenningsvoorwaarden van het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar worden gepreciseerd in de wetgeving.

Art. 6.Voor de toepassing van de artikelen 3, 4 en 5 zijn volgende regelingen bepaald : a) het halftijds conventioneel brugpensioen op 55 jaar zal toegestaan worden voorzover de werknemers een beroepsverleden van 25 jaar, gelijkgestelde periodes inbegrepen, kunnen bewijzen;b) voor de bedrijven die ressorteren onder het "Grindfonds" worden de lasten van de financiering van het halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar overgenomen door het "Grindfonds";c) voor de bedrijven die niet ressorteren onder het "Grindfonds", worden de lasten van de financiering van het halftijds brugpensioen tussen 55 jaar en 58 jaar gedragen door de bedrijven zelf.Vanaf 58 jaar worden die lasten door het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven" overgenomen; d) de controle zal worden uitgevoerd door het paritair subcomité; respectievelijk in de loop van december 2007 en december 2008.

Art. 7.Met toepassing van de artikelen 4bis , 4ter en 4quater van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, wordt het recht op de aanvullende vergoeding, toegekend aan de werknemers die ontslagen werden in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst, behouden ten laste van de vorige werkgever, wanneer deze werknemers het werk als loontrekkende hervatten bij een andere werkgever dan die welke hen ontslagen heeft en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft.

Het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de werknemers die ontslagen zijn in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt eveneens behouden ten laste van de vorige werkgever in geval van uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit, op voorwaarde dat deze activiteit niet uitgeoefend wordt voor rekening van de werkgever die hen ontslagen heeft of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft.

De werknemers beoogd in dit artikel behouden het recht op de aanvullende vergoeding zodra een einde werd gemaakt aan hun tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of aan de uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit geval aan hun vorige werkgever (in de zin van de eerste paragraaf van dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen.

In het geval beoogd in de vorige paragraaf mogen werknemers geen twee of meer aanvullende stelsels cumuleren. Wanneer zij zich in de omstandigheden bevinden om verscheidene aanvullende stelsels te genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van de eerste paragraaf van dit artikel). HOOFDSTUK III. - Geldigheid

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2007 en blijft van toepassing tot en met 31 december 2008.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 februari 2008.

De Minister van Werk, J. PIETTE

^