Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 januari 2013
gepubliceerd op 21 januari 2013

Koninklijk besluit houdende goedkeuring van het derde bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 2008-2012, gesloten tussen de Staat en de NV NMBS

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2012014484
pub.
21/01/2013
prom.
10/01/2013
ELI
eli/besluit/2013/01/10/2012014484/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit houdende goedkeuring van het derde bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 2008-2012, gesloten tussen de Staat en de NV NMBS


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 21/03/1991 pub. 18/01/2016 numac 2015000792 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, artikelen 4 en 5;

Gelet op het advies van het Raadgevend Comité van de Gebruikers bij de NMBS-groep, gegeven op 26 september 2012;

Gelet op de goedkeuring van de Raad van Bestuur van de NV NMBS, gegeven op 1 oktober 2012;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 september 2012;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 17 oktober 2012;

Gelet op het advies van de Nationale Paritaire Commissie, gegeven op 26 september 2012;

Op de voordracht van de Minister van Overheidsbedrijven en van de Staatssecretaris voor Mobiliteit en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het als bijlage bij dit besluit gevoegde derde bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 2008-2012, gesloten tussen de Staat en de NV NMBS, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.De minister bevoegd voor Overheidsbedrijven en de minister bevoegd voor Mobiliteit zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 januari 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Overheidsbedrijven, P. MAGNETTE De Staatssecretaris voor Mobiliteit, M. WATHELET

Bijlage bij het koninklijk besluit van 10 januari 2013 houdende goedkeuring van het derde bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 2008-2012, gesloten tussen de Staat en de NV NMBS Derde bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 2008-2012, gesloten tussen de Staat en de NV NMBS 1. Wijzigingen en toevoegingen naar aanleiding van de bevindingen van de bijzondere commissie belast met het onderzoek naar de veiligheid van het spoorwegennet in België naar aanleiding van het dramatisch treinongeval in Buizingen Een artikel 27bis.Actieplan preventie seinvoorbijrijdingen, luidend als volgt, wordt ingevoegd : « De NMBS werkt actief mee aan de opstelling door Infrabel van het « Actieplan preventie seinvoorbijrijdingen 2012-2015 ».

Dit actieplan zal zo nodig aangevuld worden, rekening houdend met de analyse en de aanbevelingen over seinvoorbijrijdingen van DVIS. Het actieplan bevat objectief verifieerbare kernprestatie-indicatoren die de monitoring van de uitvoering mogelijk maken en streeft na dat het aantal seinvoorbijrijdingen per gereden treinkm in hoofdspoor en in bijspoor dat toegang geeft tot hoofdspoor, waarbij het gevaarlijke punt bereikt wordt, jaarlijks daalt over de periode 2012-2015. Hierbij worden het aantal seinvoorbijrijdingen (zoals hierboven gedefinieerd) in het jaar 2010 als referentie genomen.

De Belgische Staat vraagt aan de NMBS om samen met Infrabel, de andere spoorwegoperatoren en DVIS tegen 2015 een globale vermindering van het risiconiveau te beogen, in overeenstemming met hetgeen bepaald is in artikel 61bis.

De NMBS voert haar aandeel van dit plan uit en levert hierover driemaandelijks de nodige informatie aan Infrabel die een geconsolideerd rapport overmaakt aan de Ministers van Overheidsbedrijven, en van Mobiliteit, de Dienst Overheidsbedrijven en Spoorbeleid (hierna « DOS ») en DVIS. Deze rapportering bevat desgevallend de corrigerende maatregelen die de vennootschap neemt om haar doelstelling te halen.

Eventuele aanvullingen van het plan worden aan dezelfde partijen toegestuurd.

De NMBS en haar treinbestuurders geven onverwijld alle problemen die zij ondervinden op vlak van de seininrichting door aan het daartoe bij Infrabel beschikbaar zijnde meldpunt.

De NMBS werkt mee aan de opstelling door Infrabel van specifieke actieplannen voor alle seinen die meer dan eenmaal voorbijgereden werden in een periode van 24 maanden, indien een NMBS-treinbestuurders betrokken was bij minstens één van deze seinvoorbijrijdingen.

Dit specifiek actieplan is beschikbaar uiterlijk drie maanden na de vaststelling van de tweede seinvoorbijrijding en de NMBS voert haar aandeel uit binnen de zes maanden na de vaststelling van de tweede seinvoorbijrijding.

Indien het een seinvoorbijrijding betreft waarbij het gevaarlijke punt werd bereikt, zal er zo snel mogelijk actie ondernomen worden. ».

Een artikel 27ter. Veiligheidscultuur, luidend als volgt, wordt ingevoegd : « De NMBS stelt een « Actieplan operationeel toepasbare veiligheidscultuur en veiligheidsdiscipline » op.

In dit actieplan wordt aangegeven op welke wijze de NMBS kan evolueren naar een lerende organisatie met een bedrijfscultuur gericht op preventie en leren uit ervaring.

De NMBS onderzoekt de mogelijkheid om dit actieplan af te stemmen met Infrabel.

Dit actieplan wordt een eerste maal door DVIS geauditeerd om een nulmeting op te stellen van het huidige niveau van de aanwezige veiligheidscultuur. Deze audit zal eveneens een benchmarking bevatten over operationeel toepasbare veiligheidscultuur en veiligheidsdiscipline in andere veiligheidsgevoelige sectoren.

Drie jaar na afloop van de initiële audit zal DVIS een opvolgingsaudit uitvoeren die moet toelaten om de bereikte resultaten te meten.

De NMBS stuurt, uiterlijk 30 juni 2013, dit actieplan en, van zodra deze beschikbaar zijn, de resultaten van de audits en de benchmarking aan de Ministers van Overheidsbedrijven, en van Mobiliteit, DOS en DVIS. ».

Een artikel 61bis. Investeringen in exploitatieveiligheid, luidend als volgt, wordt ingevoegd : « Tegen eind 2023 zal al het rollend materieel dat de NMBS inzet voor de openbare dienstverlening, uitgerust zijn met ETCS zoals beschreven in haar « Masterplan Implementatie ERTMS » en rekening houdend met de daarin opgenomen risico's.

Tegen uiterlijk 31 december 2013 is al het rollend materieel dat de NMBS inzet voor de openbare dienstverlening uitgerust met de functionaliteit van TBL1+.

Zij leeft hierbij de volgende planning na wat betreft de uitrustingsgraad van de tractievoertuigen en de stuurposten : 64 % tegen einde 2011; 92 % tegen einde 2012; 100 % tegen einde 2013.

Zodra de maximale efficiëntiedekkingsgraad bereikt is, zal het risiconiveau met 75 % kunnen verminderd worden ten opzichte van het referentiejaar 2010.

De NMBS stelt driemaandelijks een rapport op over de voortgang van de installatie van automatische treinbeveiligingssystemen op het rollend materieel.

Dit rapport wordt binnen de maand na afloop van elk kwartaal overgemaakt aan de Dienst Overheidsbedrijven en Spoorbeleid en DVIS. Het rapport beschrijft de materiële voortgang van het project.

De NMBS overlegt met Infrabel om de installatie van veiligheidssystemen in de infrastructuur en rollend materieel optimaal of te stemmen zodanig dat het beoogde veiligheidsniveau nagestreefd wordt.

Een artikel 85bis. Introductie systeem van asset management, luidend als volgt, wordt ingevoegd : « De NMBS zal tegen einde 2012 een systeem van asset management introduceren met het oog op een optimaal beheer van de uitbating, het onderhoud, de instandhouding en de vernieuwing van haar rollend materieel, en dit met het oog op maximale kostenefficiëntie en verantwoording van de bestede middelen. Dit systeem zal objectief verifieerbare kern prestatie-indicatoren (KPI) bevatten. ».

Artikel 88, na het vierde punt, eindigend met « ... voor telkens de onder punt 3. a), b) en c) genoemde activiteiten, zoals bedoeld bij artikel 87 », wordt een punt 5 ingevoegd, luidend als volgt : « 5. de vordering van de installaties van ETCS/TBL1+. ».

Artikel 89, na de tweede alinea, eindigend met « ... tegelijkertijd met de verzending ervan aan zijn leden. », wordt een derde alinea ingevoegd, luidend als volgt : « De NMBS antwoordt volledig, pertinent en binnen de afgesproken termijnen op vragen van de FODMV met betrekking tot de exploitatieveiligheid. ».

Een artikel 89bis. Wederzijdse kennisoverdracht exploitatieveiligheid, luidend als volgt, wordt ingevoegd : « De NMBS en de FODMV verlenen wederzijds toegang aan elkaars kennisdomeinen met betrekking tot de exploitatieveiligheid tegen onderling af te spreken voorwaarden. ».

Een artikel 102ter. Werkbelasting treinbestuurders, luidend als volgt, wordt ingevoegd : « De NMBS werkt samen met een externe expert om op zoek te gaan naar de onderliggende oorzaken van « human errors » begaan door treinbestuurders in het kader van exploitatie-incidenten (secundaire preventie).

Dit onderzoek houdt rekening met de relevante resultaten van de studies die de NMBS eerder liet uitvoeren naar het functioneren van de treinbestuurders.

Het is tevens de bedoeling via de studie het aantal incidenten te verminderen (primaire preventie). De studie zal tegen uiterlijk 31 december 2012 duiding geven op basis van grondig wetenschappelijk onderzoek in het technische (ergonomie), het sociale (rij- en rusttijden), het psychische (cognitieve ergonomie), het medische (fit for the job) en het organisatorische (dienstroosters) domein. De bevindingen van deze studie zullen resulteren in een gericht actieplan om het risico op seinvoorbijrijdingen te verlagen.

De NMBS zal tegen uiterlijk 31 december 2012 een tussentijdse rapportering over de stand van zaken van het onderzoek overmaken aan de Minister van Overheidsbedrijven en de dienst Overheidsbedrijven en Spoorbeleid. Deze rapportering bevat de eventuele maatregelen die op dat ogenblik al geïdentificeerd werden naar aanleiding van het onderzoek. ». 2. Wijzigingen en toevoegingen aan de financiële relaties tussen de Staat en de NMBS Een artikel 62bis.Financiering van nieuw rollend materieel NMBS, luidend als volgt, wordt ingevoegd : « Overeenkomstig de beslissing van de Ministerraad, wordt de financiering van de aankoop van 21 elektrische motorstellen AM08 (Desiro) lot 2 verzekerd door de NMBS-Holding.

De regeling van de financiering zal het voorwerp uitmaken van een overeenkomst tussen de Staat, de NMBS-Holding en de NMBS. ».

Artikel 65, na de derde alinea, eindigend met « ... verhoogd met 22.634 k€ 2010 vanaf 2010. », worden de volgende alinea's ingevoegd, luidend als volgt : « In 2012 wordt het bedrag dat aan NMBS wordt toegekend voor de investeringen eenmalig verminderd met 108.050 k€ 2012 wegens de alternatieve financiering van de aankoop van nieuw rollend materieel in 2012, zoals beschreven in artikel 62bis.

In 2012 wordt het totale toegekende bedrag aan de drie vennootschappen voor investeringen verminderd met 50.000 k€ 2012, waarvan 25.600 k€ 2012 voor de NMBS. Om deze besparing uit te voeren : - zal de NMBS-groep besparingen doorvoeren die de spoorwegveiligheid niet in het gedrang brengen; - zal er voor minstens 15.000 k€ 2012 op de ICT-uitgaven van de Groep worden bespaard. ».

Artikel 73, na de vierde alinea, eindigend met « ... op de rekeningen van de NMBS. », wordt een vijfde alinea's ingevoegd, luidend als volgt : « Deze jaarlijkse exploitatietoelage wordt verminderd met 24.031 k€ 2009 in 2009, met 31.517 k€ 2010 in 2010 en met 31.577 k€ 2011 in 2011 als compensatie van de maatregel aangaande de vrijstelling van betaling van bedrijfsvoorheffing voor de hele NMBS-groep, meer bepaald voor het aandeel in die vrijstelling voor de activiteiten die niet in concurrentie treden met private bedrijven. In 2012 is deze vermindering geraamd op 32.507 k€ 2012. ».

Artikel 73, na de vijfde alinea, eindigend met « ... verminderd met 22.634 k€ 2010 vanaf 2010 wegens de toepassing van de IFRS-normen. », wordt de volgende alinea ingevoegd : « In 2010 wordt deze jaarlijkse exploitatietoelage verhoogd met 1.205 k€ 2010 wegens de heffing voor de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen en verhoogd met 392 k€ 2010 wegens de heffing voor het Onderzoeksorgaan voor ongevallen en incidenten op het spoor.

Deze verhogingen van de exploitatietoelage compenseren een gedeelte van de heffingen die de NMBS in 2010 aan deze diensten verschuldigd was voor het aantal treinkilometer dat zij aflegde in uitvoering van haar opdrachten van openbare dienst. ».

Artikel 74, na de tweede alinea, eindigend met « ... die derhalve niet mogen worden overschreden. », wordt de volgende alinea toegevoegd : « Deze beperking heeft alleen betrekking op de globale jaarlijkse toelage voor de kosteloosheid voor de reiziger van woon-werkverplaatsingen. De uitsplitsing tussen de bedragen voor het MIVB-aandeel en het NMBS-aandeel is indicatief en wordt aangepast rekening houdend met de werkelijke kosten gedragen door de NMBS. ».

Artikel 74 wordt aangevuld met een alinea, luidend als volgt : « De compensatie bedraagt 3.200 k€ 2008 in 2008, 20.878 k€ 2009 in 2009, 23.068 k€ 2010 in 2010 en 24.916 k€ 2011 in 2011. ».

Artikel 79 wordt aangevuld met een alinea, luidend als volgt : « De compensatie bedraagt 3.295 k€ 2008 in 2008, 3.684 k€ 2009 in 2009, 3.412 k€ 2010 in 2010 en 3.498 k€ 2011 in 2011. ».

Een artikel 85bis. Kostensimulaties luidend als volgt, wordt ingevoegd : « Jaarlijks, tegen uiterlijk 30 juni van het jaar t+1 bezorgt de NMBS aan de Dienst Overheidsbedrijven en Spoorbeleid de nodige informatie over het jaar t per relatie en kostenstructuur in Excel of compatibel, zodat, het simulatiemodel voor de toepassing van Verordening (EG) 1370/2007 kan aangepast worden met actuele cijfers en zo verdere simulaties kunnen uitgevoerd worden. ». 3. Bijlage Bijlage 7.- Overzicht toelagen De bijlage 7 van het beheerscontract goedgekeurd met het koninklijk besluit van 26 oktober 2010 wordt vervangen door de bijlage 7, gevoegd bij dit bijvoegsel.

Brussel, 10 januari 2013.

R. GAYETOT, Directeur-generaal M. DESCHEEMAECKER, Gedelegeerd bestuurder M. WATHELET, Staatssecretaris voor Mobiliteit P. MAGNETTE, Minister van Overheidsbedrijven

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^