Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 juli 2003
gepubliceerd op 17 september 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de nachtarbeid

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012631
pub.
17/09/2003
prom.
10/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/10/2003012631/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 JULI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de nachtarbeid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971;

Gelet op de wet van 17 februari 1997 betreffende de nachtarbeid, inzonderheid op artikel 10;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de begeleidingsmaatregelen voor ploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de nachtarbeid.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 juli 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971.

Wet van 17 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 8 april 1997.

Koninklijk besluit van 10 mei 1990, Belgisch Staatsblad van 13 juni 1990.

Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 Nachtarbeid (Overeenkomst geregistreerd op 10 augustus 2001 onder het nummer 58522/CO/118) HOOFDSTUK I. - Inleiding

Artikel 1.Het Paritair Comité voor de arbeiders van de voedingsindustrie heeft zich over de toepassing van de wet van 17 februari 1997 betreffende de nachtarbeid (Belgisch Staatsblad van 8 april 1997) gebogen, in overeenstemming met artikel 10 van deze wet.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als doel sociale begeleidingsmaatregelen voor nachtwerk te ontwerpen.

Om deze reden is het nuttig om te herhalen dat nachtarbeid reeds gereglementeerd en omkaderd is door : - de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971) die voorziet in een algemeen kader voor nachtarbeid; - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 die begeleidingsmaatregelen op interprofessioneel niveau inhoudt wat betreft het arbeidscontract van onbepaalde duur, de vrijwilligheid, de voorwaarden om terug te keren naar een ander werksysteem, het vervoer, de uurroosters en de equivalente rechten; - en andere maatregelen die onbetwistbaar toegepast moeten worden in geval van nachtarbeid, zoals in artikel 20, 2°, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978) (verplichting van de werkgever om veilige arbeidsomstandigheden te organiseren), in artikel 42 en volgende van de arbeidswet (profylactisch verlof), in artikel 54ter , eerste alinea (bescherming van de alleen werkende arbeiders), en artikelen 124 en verder (medische onderzoeken) van het Algemene Reglement voor arbeidsbescherming (ARAB).

Wat betreft de financiële compensaties verwijst het paritair comité naar de conventionele maatregelen zoals zij bestaan op sectorniveau van de voedingsindustrie.

Door de bijkomende waarborgen die zij bezit, is deze collectieve arbeidsovereenkomst complementair aan al deze teksten. Het paritair comité beschouwt het geheel als de sociale omkadering van de nachtarbeid. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 2.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de voedingsindustrie. § 2. Met « arbeiders » worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK III. - Aanbevelingen

Art. 3.Vooraleer regelingen van nachtarbeid te organiseren dienen de werkgevers, de arbeiders en, in voorkomend geval de ondernemingsraad en de vakbondsafvaardiging, elkeen volgens zijn bevoegdheid, een studie te maken van : - alle alternatieven om de « machinetijd » uit te breiden of om een antwoord te vinden op de nood om de arbeidsorganisatie aan te passen aan de eisen van de markt of van de seizoenen; - de beste modaliteiten van uurroosters van opeenvolgende ploegen of van vaste nachtploegen om de nadelen van nachtarbeid zo veel mogelijk te beperken.

Commentaar De sociale partners van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid benadrukken dat de uurroosters aangepast kunnen worden om te beantwoorden aan problemen die bepaalde werknemers zouden kunnen ondervinden. Zij stellen dus voor om bijvoorbeeld een vaste nachtploeg als alternatief voor « het 3-ploegensysteem » te bestuderen. HOOFDSTUK IV. - Kennismakingsperiode

Art. 4.§ 1. Onverkort de wettelijke en conventionele bepalingen ter zake, hebben de arbeiders, die tewerkgesteld zijn in een andere arbeidsregeling en die worden overgeheveld naar een arbeidsregeling met prestaties tussen 22 uur en 5 uur, gedurende 4 maanden het recht om, door middel van een opzegging van 7 dagen, terug te keren naar hun vorige dagregeling. Deze « terugstapmogelijkheid » kan niet ingeroepen worden wanneer alle arbeiders van een afdeling, overgeheveld worden naar een arbeidsregeling met prestaties tussen 22 uur en 5 uur.

Gedurende deze periode van kennismaking van de arbeidsregeling met prestaties tussen 22 uur en 5 uur, is het mogelijk de betrokken arbeider in de dagregeling die hij verlaat te vervangen door een interimkracht.

Commentaar Deze bepaling is gebaseerd op artikel 9, § 5 van de wet van 17 februari 1997 betreffende de nachtarbeid.

Kunnen geen beroep doen op deze regeling van kennismakingsperiode, de arbeiders die zich in de loop van de drie jaar voorafgaand aan de wijziging van arbeidsregeling ofwel verbonden hebben 's nachts te werken ofwel effectief in een arbeidsregeling tussen 22 uur en 5 uur tewerkgesteld zijn geweest. § 2. De arbeiders die geregeld tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling met prestaties tussen 22 uur en 5 uur, moeten op hun verzoek bij voorrang een vacant geworden betrekking in een andere arbeidsregeling verkrijgen voor zover zij in aanmerking komen rekening houdend met hun kwalificatie en terzelfder tijd ofwel dwingende of medische redenen kunnen inroepen die prestaties tussen 22 uur en 5 uur onmogelijk maken ofwel kunnen aantonen dat zij reeds 20 jaar geregeld tussen 22 uur en 5 uur gewerkt hebben.

Commentaar Onder « dwingende reden » moet worden verstaan, zoals de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 45 van 19 december 1989, gesloten in de Nationale Arbeidsraad houdende invoering van een verlof om dringende redenen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 6 maart 1990 het voorschrijft, elke niet te voorziene, los van het werk staande gebeurtenis die de noodzakelijke tussenkomst van de werknemer vereist en dit voorzover de uitvoering van de arbeidsovereenkomst deze tussenkomst onmogelijk maakt. HOOFDSTUK V. - Inlichtingen betreffende de werkgelegenheid

Art. 5.Bovenop de jaarlijkse informatie betreffende de werkgelegenheid in de onderneming, zoals bepaald in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot coördinatie van de nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 september 1972, moet de werkgever de ondernemingsraad inlichten over het rechtstreeks effect van de nachtarbeid betreffende de tewerkstelling van het geheel of van een categorie van het personeel van de onderneming. HOOFDSTUK VI. - Eerbied voor bestaande regelingen

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst doet geen afbreuk van de bestaande, meer voordelige maatregelen voor de arbeiders, die overeengekomen zijn op het niveau van de ondernemingen. HOOFDSTUK VII. - Sociale vrede

Art. 7.De partijen verbinden er zich toe om gedurende de geldigheidsperiode van deze collectieve arbeidsovereenkomst geen bijkomende eisen te stellen betreffende de sociale omkadering van de nachtarbeid.

Commentaar Deze clausule van sociale vrede sluit natuurlijk de integrale toepassing van onder andere de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de begeleidingsmaatregelen voor ploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990, niet uit. HOOFDSTUK VIII. - Duur van de collectieve arbeidsovereenkomst

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2001 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan opgezegd worden door één der partijen mits een opzegging van zes maanden met een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité van de voedingsnijverheid.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juli 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^