Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 juli 2017
gepubliceerd op 19 juli 2017

Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de autoriteit voor financiële diensten en markten over de statistische informatie die bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming dienen over te leggen

bron
federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2017012928
pub.
19/07/2017
prom.
10/07/2017
ELI
eli/besluit/2017/07/10/2017012928/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 JULI 2017. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de autoriteit voor financiële diensten en markten over de statistische informatie die bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming dienen over te leggen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, artikel 64;

Gelet op de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 03/08/2012 pub. 05/09/2012 numac 2012000567 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer type wet prom. 03/08/2012 pub. 16/11/2012 numac 2012000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer. - Duitse vertaling sluiten betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen, artikelen 41, § 6, zevende lid, 97, eerste lid, en 201, § 6, zevende lid;

Gelet op de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders, de artikelen 208, § 3, derde lid, 319, § 2, derde lid, en 339, eerste lid;

Op de voordracht van de Minister van Financiën en de Minister van Economie en van Consumenten, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en markten van 16 mei 2017 over de statistische informatie die bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming dienen over te leggen, wordt goedgekeurd.

Art. 2.De minister bevoegd voor Financiën en de minister bevoegd voor Economie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 juli 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT De Minister van Economie en van Consumenten, K. PEETERS

Bijlage bij het Koninklijk besluit tot goedkeuring van het Reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten over de statistische informatie die bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming dienen over te leggen Reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 16 mei 2017 over de statistische informatie die bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming dienen over te leggen De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, Gelet op de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, artikel 64;

Gelet op de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 03/08/2012 pub. 05/09/2012 numac 2012000567 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer type wet prom. 03/08/2012 pub. 16/11/2012 numac 2012000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer. - Duitse vertaling sluiten betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen, artikelen 41, § 6, zevende lid, 97, eerste lid, en 201, § 6, zevende lid;

Gelet op de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders, artikelen 208, § 3, derde lid, 319, § 2, derde lid, en 339, eerste lid;

Gelet op het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 11 september 2006 met betrekking tot de statistische informatie die door bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming;

Gelet op de raadpleging van de beroepsverenigingen;

Gelet op het advies van de Raad van Toezicht van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities, toepassingsgebied en algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: 1° " wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 03/08/2012 pub. 05/09/2012 numac 2012000567 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer type wet prom. 03/08/2012 pub. 16/11/2012 numac 2012000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer. - Duitse vertaling sluiten": de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 03/08/2012 pub. 05/09/2012 numac 2012000567 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer type wet prom. 03/08/2012 pub. 16/11/2012 numac 2012000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer. - Duitse vertaling sluiten betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen;2° " wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten": de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders;3° " koninklijk besluit van 12 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003336 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003335 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging sluiten": het koninklijk besluit van 12 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003336 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003335 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging sluiten met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG;4° " koninklijk besluit van 25 februari 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/02/2017 pub. 17/03/2017 numac 2017010981 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen sluiten": het koninklijk besluit van 25 februari 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/02/2017 pub. 17/03/2017 numac 2017010981 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen sluiten met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen;5° " koninklijk besluit van 10 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2006 pub. 30/11/2006 numac 2006003538 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit op de boekhouding, de jaarrekening en de periodieke verslagen van bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming sluiten": het koninklijk besluit van 10 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2006 pub. 30/11/2006 numac 2006003538 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit op de boekhouding, de jaarrekening en de periodieke verslagen van bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming sluiten op de boekhouding, de jaarrekening en de periodieke verslagen van bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming;6° "Verordening 231/2013": de Gedelegeerde Verordening (EU) Nr. 231/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van vrijstellingen, algemene voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening, bewaarders, hefboomfinanciering, transparantie en toezicht; 7° "FSMA": de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten;8° "datum van inschrijving": de datum waarop de instelling voor collectieve belegging of het compartiment wordt ingeschreven op de lijst bedoeld in artikel 33 van de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 03/08/2012 pub. 05/09/2012 numac 2012000567 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer type wet prom. 03/08/2012 pub. 16/11/2012 numac 2012000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer. - Duitse vertaling sluiten of in artikel 200 van de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten voor de instellingen voor collectieve belegging of compartimenten naar Belgisch recht, of op de lijst bedoeld in artikel 260 van de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten voor de instellingen voor collectieve belegging of compartimenten naar buitenlands recht;9° "datum van schrapping": de datum waarop de instelling voor collectieve belegging of het compartiment wordt geschrapt van de lijst bedoeld in artikel 33 van de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 03/08/2012 pub. 05/09/2012 numac 2012000567 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer type wet prom. 03/08/2012 pub. 16/11/2012 numac 2012000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer. - Duitse vertaling sluiten of in artikel 200 van de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten voor de instellingen voor collectieve belegging of compartimenten naar Belgisch recht, of van de lijst bedoeld in artikel 260 van de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten voor de instellingen voor collectieve belegging of compartimenten naar buitenlands recht;10° "rapportering met betrekking tot AICB's": de rapportering met betrekking tot AICB's bedoeld in artikel 24 van Richtlijn 2011/61/EU;11° "schema van de rapportering met betrekking tot AICB's": de tabellen, opgenomen in bijlage IV van Verordening 231/2013, die betrekking hebben op de rapportering voor de AICB's.

Art. 2.De rapporteringsverplichtingen van dit reglement gelden voor de instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming naar Belgisch recht die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG, en voor de AICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming naar Belgisch en naar buitenlands recht waarvan de rechten van deelneming openbaar worden aangeboden in België.

Art. 3.§ 1. Dit reglement bepaalt de inhoud en de vorm van de statistische staten met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die aan de FSMA dienen overgelegd te worden, en verduidelijkt volgens welke modaliteiten dat moet gebeuren. § 2. De statistische staten bevatten de volgende gegevens: 1° gegevens overeenkomstig het schema van de rapportering met betrekking tot AICB's;2° gegevens vermeld in het schema opgenomen als bijlage 1 bij dit reglement;3° gegevens vermeld in het schema opgenomen als bijlage 2 bij dit reglement. § 3. Behoudens andersluidende bepalingen opgenomen in huidig reglement gebeurt het opmaken en overleggen van de in paragraaf 2, 1° en 2°, bedoelde statistische staten in overeenstemming met de Verordening 231/2013 en de bepalingen genomen krachtens deze verordening. § 4. De AICB's met een beheerder naar buitenlands recht kunnen aan de rapporteringsverplichting van de in paragraaf 2, 1°, bedoelde statistische staten voldoen door middel van de overlegging aan de FSMA van het schema van de rapportering met betrekking tot AICB's dat aan de buitenlandse bevoegde autoriteit wordt overgelegd, voor zover dit volledig in overeenstemming is met de bepalingen van Verordening 231/2013 en de bepalingen genomen krachtens deze verordening. § 5. In Verordening 231/2013 en de bepalingen genomen krachtens deze verordening dient, voor de toepassing van de statistische staten met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG, te worden verstaan onder: 1° "AICB" of "alternatieve beleggingsinstelling": een instelling voor collectieve belegging die voldoet aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG;2° "beheerder": naargelang het geval, de beheervennootschap of de instelling voor collectieve belegging zelf. § 6. Wanneer een instelling voor collectieve belegging meerdere compartimenten omvat, dienen de statistische staten afzonderlijk te worden opgemaakt voor elk gecommercialiseerd compartiment. Alle gegevens met betrekking tot een compartiment dienen in één staat te worden gegroepeerd, zelfs wanneer in dit compartiment verschillende aandelenklassen bestaan. § 7. De FSMA kan beslissen dat bepaalde gegevens uit de in paragraaf 2, 1° bedoelde statistische staten niet dienen te worden overgelegd.

Deze beslissing kan worden genomen voor de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG, indien de FSMA oordeelt dat deze gegevens voor deze instellingen voor collectieve belegging geen relevante informatie bevatten.

Art. 4.§ 1. De verplichting om statistische staten op te maken en aan de FSMA over te leggen, berust bij de instellingen voor collectieve belegging zelf of bij hun beheervennootschap. Het opmaken en het overleggen van de statistische staten worden aanzien als administratieve taken van de instellingen voor collectieve belegging in de zin van artikel 3, 22°, b), van de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 03/08/2012 pub. 05/09/2012 numac 2012000567 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer type wet prom. 03/08/2012 pub. 16/11/2012 numac 2012000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer. - Duitse vertaling sluiten en artikel 3, 41°, c), van de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten. Zonder dat hun verantwoordelijkheid ter zake zou afnemen en rekening houdend met de voorwaarden voorzien in de artikelen 42 en 201 van de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 03/08/2012 pub. 05/09/2012 numac 2012000567 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer type wet prom. 03/08/2012 pub. 16/11/2012 numac 2012000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer. - Duitse vertaling sluiten en de artikelen 209 en 320 van de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten, kunnen de instellingen voor collectieve belegging of hun beheervennootschap de uitoefening van deze taken aan een derde delegeren. § 2. De instellingen voor collectieve belegging naar Belgisch recht of hun beheervennootschap, dan wel de in de eerste paragraaf bedoelde derden, hebben de verplichting om de in artikel 17, § 2, bedoelde definitieve versie van de statistische staten tijdig aan de commissaris van de instelling voor collectieve belegging over te leggen met het oog op het uitvoeren van de in artikel 24 bedoelde verificaties. HOOFDSTUK 2. - Gegevensoverdracht en rapporteringsperiode Afdeling 1. - Referentieperiode, overdrachtsfrequentie

Art. 5.De in artikel 3, § 2, 3°, bedoelde statistische staten hebben betrekking op het kalenderjaar dat de referentieperiode vormt voor de statistische staten. De instellingen voor collectieve belegging waarvan het boekjaar niet op 31 december wordt afgesloten, moeten in staat zijn hun boekhoudkundige gegevens in overeenstemming te brengen met de gecumuleerde stroomgegevens van de in artikel 3, § 2, 3°, bedoelde statistische staten.

Art. 6.De statistische staten worden per kwartaal opgemaakt en overgelegd en stemmen overeen met elk kwartaal van het kalenderjaar.

In afwijking van het eerste lid dienen de als monetair gekwalificeerde instellingen voor collectieve belegging of compartimenten de in artikel 3, § 2, 3°, bedoelde statistische staten op maandelijkse basis op te maken en over te leggen.

Art. 7.De in artikel 3, § 2, 3°, bedoelde statistische staten worden afgesloten op de laatste dag van ontvangst van de orders van de periode waarop zij betrekking hebben.

In afwijking van dit principe, worden de in artikel 3, § 2, 3°, bedoelde statistische staten die betrekking hebben op een kwartaal of een maand waarvan de laatste dag overeenstemt met een jaarlijkse of halfjaarlijkse boekhoudkundige afsluiting voor de instelling voor collectieve belegging afgesloten op de laatste kalenderdag van dit kwartaal of deze maand. Afdeling 2. - Periode van onderworpenheid aan de

rapporteringsverplichting

Art. 8.§ 1. De eerste over te leggen statistische staten als bedoeld in artikel 3, § 2, 1° en 2°, voor een instelling voor collectieve belegging naar buitenlands recht of een compartiment van een dergelijke instelling, die bij haar inschrijving in België al gecommercialiseerd wordt in haar land van oorsprong, hebben betrekking op de periode die het voorwerp uitmaakt van de eerste rapportering met betrekking tot AICB's die volgt op deze inschrijving volgens de bepalingen van Verordening 231/2013 en de bepalingen genomen krachtens deze verordening. § 2. De eerste over te leggen statistische staten als bedoeld in artikel 3, § 2, 3°, hebben betrekking op de volgende periode: 1° voor een nieuwe instelling voor collectieve belegging of voor een nieuw compartiment, de periode die begint op het einde van de initiële inschrijvingsperiode en loopt tot het einde van het lopende kwartaal;2° voor een instelling voor collectieve belegging naar buitenlands recht of een compartiment van een dergelijke instelling, die bij haar inschrijving in België al gecommercialiseerd wordt in haar land van oorsprong, de periode die begint op de datum van inschrijving en loopt tot het einde van het lopende kwartaal.

Art. 9.§ 1. Voor de in artikel 3, § 2, 1° en 2°, bedoelde statistische staten zijn de laatst over te leggen statistische staten voor een instelling voor collectieve belegging naar buitenlands recht of een compartiment van een dergelijke instelling de staten afgesloten op datum van statistische rapportering die de datum van schrapping van de instelling voor collectieve belegging of het compartiment voorafgaat. § 2. Voor de in artikel 3, § 2, 3°, bedoelde statistische staten zijn de laatst over te leggen statistische staten de staten afgesloten op datum van statistische rapportering die de datum van schrapping van de instelling voor collectieve belegging of het compartiment voorafgaat. Afdeling 3. - Te volgen methode ingeval van fusie

Onderafdeling 1. - Fusie door overneming

Art. 10.Voor de overgenomen instelling voor collectieve belegging of het overgenomen compartiment zijn de laatste over te leggen statistische staten als bedoeld in artikel 3, § 2, 3°, deze die betrekking hebben op de datum van statistische rapportering die de datum van haar schrapping voorafgaat.

Art. 11.Voor de overnemende instelling voor collectieve belegging of het overnemende compartiment wordt het bedrag ingevolge fusie door overneming vermeld in de in bijlage 2 van dit reglement opgenomen tabel bij de statistische rapportering die volgt op de datum van schrapping van de overgenomen instelling voor collectieve belegging of het overgenomen compartiment.

Art. 12.De portefeuillegegevens en de gegevens van de resultatenrekening vermeld in de in artikel 3, § 2, 3°, bedoelde statistische staten zijn de gegevens opgenomen in de boekhouding van de overnemende instelling voor collectieve belegging of het overnemende compartiment op de datum van statistische rapportering die volgt op de datum van schrapping van de overgenomen instelling voor collectieve belegging of het overgenomen compartiment.

Onderafdeling 2. - Fusie van instellingen voor collectieve belegging of van compartimenten door de oprichting van een nieuwe instelling voor collectieve belegging of een nieuw compartiment

Art. 13.Voor de overgenomen instellingen voor collectieve belegging of compartimenten is artikel 10 van toepassing voor wat betreft de in artikel 3, § 2, 3° bedoelde statistische staten.

Art. 14.De nieuwe instelling voor collectieve belegging of het nieuwe compartiment deelt de eerste statistische staten als bedoeld in artikel 3, § 2, 3°, mee op het einde van het kwartaal dat volgt op de datum van schrapping van de overgenomen instelling voor collectieve belegging of het overgenomen compartiment, en vermeldt het bedrag ingevolge fusie door overneming in de als bijlage 2 van dit reglement opgenomen tabel.

Art. 15.De portefeuillegegevens en de gegevens van de resultatenrekening vermeld in de in artikel 3, § 2, 3°, bedoelde statistische staten van de nieuwe instelling voor collectieve belegging of het nieuwe compartiment zijn de gegevens opgenomen in de boekhouding ervan op datum van statistische rapportering die volgt op de datum van schrapping van de overgenomen instellingen voor collectieve belegging of compartimenten. Afdeling 4. - Overleggingstermijn, validatietests en correcties

Art. 16.De in artikel 3, § 2, 3°, bedoelde statistische staten worden aan de FSMA overgelegd binnen de 15 werkdagen die volgen op de laatste kalenderdag van de periode waarop zij betrekking hebben.

Art. 17.§ 1. De statistische staten die niet voldoen aan de door ESMA gepubliceerde validatietests en de door de FSMA bepaalde validatietests, worden niet aanvaard. § 2. De definitieve versie van de statistische staten die aan de FSMA wordt overgelegd, kan niet meer worden gewijzigd door de instelling voor collectieve belegging of haar beheervennootschap, dan wel door de derden die zijn belast met het opmaken en/of de overlegging van de statistische staten.

In afwijking van het eerste lid kan de FSMA bepalen, indien een fout wordt vastgesteld in de definitieve versie van de statistische staten, dat deze fout binnen een door de FSMA opgelegde termijn moet worden gecorrigeerd door de instelling voor collectieve belegging of haar beheervennootschap, dan wel door de derden die zijn belast met het opmaken en/of de overlegging van de statistische staten. Afdeling 5. - Overleggingsmodaliteiten

Art. 18.De statistische staten worden elektronisch overgelegd aan de FSMA. De FSMA kan bijzondere bepalingen opleggen voor wat betreft de overleggingsmodaliteiten van de statistische staten.

Art. 19.De instellingen voor collectieve belegging en hun compartimenten worden geïdentificeerd aan de hand van een unieke code die door de FSMA wordt meegedeeld. Elke statistische staat vermeldt deze code. Afdeling 6. - Munteenheid waarin de statistische staten worden

opgemaakt

Art. 20.De in artikel 3, § 2, 3°, bedoelde statistische staten worden volledig opgemaakt in de referentiemunt van de instelling voor collectieve belegging of van het compartiment, met name in de munt waarin de netto-inventariswaarde van de instelling voor collectieve belegging of van het compartiment wordt berekend.

Art. 21.§ 1. De FSMA legt de te gebruiken eenheid voor het opmaken van de in artikel 3, § 2, 2°, bedoelde statistische staten in de tabellen op. § 2. De te gebruiken eenheid voor het opmaken van de in artikel 3, § 2, 3°, bedoelde statistische staten in de tabellen is de eenheid van de referentiemunt van de instelling voor collectieve belegging of van het compartiment. De gegevens worden vermeld met twee decimalen. Afdeling 7. - Bevestiging van de statistische staten door de personen

belast met de effectieve leiding van de instelling voor collectieve belegging

Art. 22.§ 1. Met toepassing van artikel 97 van de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 03/08/2012 pub. 05/09/2012 numac 2012000567 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer type wet prom. 03/08/2012 pub. 16/11/2012 numac 2012000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer. - Duitse vertaling sluiten en artikel 339 van de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten bevestigen de personen belast met de effectieve leiding van de instelling voor collectieve belegging dat de statistische staten volledig, juist en in overeenstemming met de geldende regels zijn opgesteld. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde bevestiging impliceert onder meer dat de systemen of procedures, die door de instelling voor collectieve belegging of haar beheervennootschap worden voorzien voor het opmaken van de statistische staten, toereikend en voldoende betrouwbaar zijn om zowel boekhoudkundige als niet-boekhoudkundige gegevens aan te leveren die in alle materieel belangrijke opzichten in overeenstemming zijn met de geldende richtlijnen van de FSMA. Afdeling 8. - Bevestiging van de statistische staten door de

commissaris van de instelling voor collectieve belegging

Art. 23.§ 1. Met toepassing van artikel 106, § 1, 2°, van de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 03/08/2012 pub. 05/09/2012 numac 2012000567 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer type wet prom. 03/08/2012 pub. 16/11/2012 numac 2012000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer. - Duitse vertaling sluiten en artikel 357, § 1, 3°, van de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten, bevestigt de commissaris van de instelling voor collectieve belegging naar Belgisch recht dat de volgende statistische staten volledig, juist en volgens de geldende regels zijn opgesteld: 1° voor de instellingen voor collectieve belegging die hun boekjaar op de laatste kalenderdag van een kwartaal afsluiten, de statistische staten die betrekking hebben op het kwartaal waarvan de laatste dag samenvalt met de afsluiting van het boekjaar;2° voor de instellingen voor collectieve belegging die hun boekjaar niet op de laatste kalenderdag van een kwartaal afsluiten, de statistische staten die betrekking hebben op het kwartaal waarvan de laatste dag de afsluiting van het boekjaar voorafgaat. § 2. Met toepassing van artikel 106, § 1, 2°, van de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 03/08/2012 pub. 05/09/2012 numac 2012000567 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer type wet prom. 03/08/2012 pub. 16/11/2012 numac 2012000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid en tot opheffing van het koninklijk besluit van 4 april 2006 betreffende de afbakening van de plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur, uitgebaat door de openbare vervoersmaatschappijen, waarop de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van toepassing zijn met het oog op het verstrekken van de veiligheid in het openbaar vervoer. - Duitse vertaling sluiten en artikel 357, § 1, 3°, van de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten, bevestigt de commissaris van de instelling voor collectieve belegging naar Belgisch recht die haar boekjaar niet op 31 december afsluit, dat de bedragen van het netto-actief en van de inschrijvingen in de in artikel 3, § 2, 3°, bedoelde statistische staten die betrekking hebben op het gecumuleerde kalenderjaar, volledig, juist en volgens de geldende regels zijn opgesteld. § 3. Wanneer de instelling voor collectieve belegging meerdere compartimenten omvat, maakt de commissaris een aparte bevestiging op voor elk compartiment. § 4. De commissaris vermeldt in zijn bevestiging dat de in artikel 24 aangeduide verificaties op de in artikel 17, § 2, bedoelde definitieve versie van de statistische staten werden uitgevoerd.

Art. 24.De in artikel 23 bedoelde bevestiging impliceert onder meer dat wordt geverifieerd dat: a) de overgelegde cijfers, die betrekking hebben op de boekhoudkundige gegevens, zonder toevoeging of weglating overeenstemmen met deze die voorkomen in de boekhouding van de instelling voor collectieve belegging of van het compartiment;b) deze boekhouding wordt gehouden overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 10 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2006 pub. 30/11/2006 numac 2006003538 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit op de boekhouding, de jaarrekening en de periodieke verslagen van bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming sluiten;c) de niet-boekhoudkundige gegevens van de instelling voor collectieve belegging of het compartiment die in de statistische staten voorkomen, overeenstemmen met de informatie die wordt voortgebracht door de relevante systemen of procedures die worden voorzien door de instelling voor collectieve belegging of haarbeheervennootschap, en deze gegevens bovendien geen onmiskenbare inconsistenties vertonen;d) de referentiemunt gebruikt in de statistische staten in overeenstemming is met de bepalingen van dit reglement;e) de datum waarop de statistische staten worden afgesloten in overeenstemming is met de voorschriften van dit reglement;f) de instelling voor collectieve belegging de in artikel 17 vermelde validatietests heeft uitgevoerd en dat het resultaat van deze tests positief is;g) de in artikel 5 bedoelde overeenstemming adequaat werd uitgevoerd. HOOFDSTUK 3. - Toelichting bij de tabellen die als bijlage gaan Afdeling 1. - Tabel CIS_SUP_1

Art. 25.De velden SUP1_01 tot en met SUP1_03 geven de waarde van de zekerheden en andere kredietsteun, die de instelling voor collectieve belegging of het compartiment van alle tegenpartijen heeft ontvangen.

Voor de waardering en indeling van de ontvangen zekerheden worden dezelfde regels gevolgd als deze die gelden voor de rapportering met betrekking tot AICB's, daarbij in het bijzonder rekening houdend met de regels die betrekking hebben op de rapportering van de gedeponeerde zekerheden.

Art. 26.De velden SUP1_04 tot en met SUP1_06 geven de waarde van de financiële instrumenten die de instelling voor collectieve belegging of het compartiment aan alle tegenpartijen heeft uitgeleend. Voor de waardering en indeling van de uitgeleende financiële instrumenten worden dezelfde regels gevolgd als deze die gelden voor de rapportering met betrekking tot AICB's, daarbij in het bijzonder rekening houdend met de regels die betrekking hebben op de rapportering met betrekking tot het uitlenen of ontlenen van effecten.

Art. 27.§ 1. Het veld SUP1_07 geeft de methode die de instelling voor collectieve belegging of het compartiment hanteert voor de berekening van het totale risico, overeenkomstig artikel 58, § 4, van het koninklijk besluit van 12 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003336 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003335 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging sluiten, dan wel artikel 41, § 4, van het koninklijk besluit van 25 februari 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/02/2017 pub. 17/03/2017 numac 2017010981 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen sluiten. § 2. Het veld SUP1_08 geeft het totale risico van de instelling voor collectieve belegging of het compartiment. De berekening van het totale risico gebeurt volgens de in paragraaf 1 bedoelde methode en is in overeenstemming met de artikelen 58, §§ 2 tot 5, en 59 van het koninklijk besluit van 12 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003336 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003335 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging sluiten, dan wel de artikelen 41, §§ 2 tot 5, en 42 van het koninklijk besluit van 25 februari 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/02/2017 pub. 17/03/2017 numac 2017010981 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen sluiten. § 3. Het veld SUP1_09 geeft het totale risico van de OTC-derivaten in de portefeuille van de instelling voor collectieve belegging of het compartiment. De berekening van het totale risico van de OTC-derivaten gebeurt volgens de in paragraaf 1 bedoelde methode en is in overeenstemming met de artikelen 58, §§ 2 tot 5, en 59 van het koninklijk besluit van 12 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003336 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003335 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging sluiten, dan wel de artikelen 41, §§ 2 tot 5, en 42 van het koninklijk besluit van 25 februari 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/02/2017 pub. 17/03/2017 numac 2017010981 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen sluiten.

Art. 28.§ 1. Het veld SUP1_10 geeft een beschrijving van de relevantste benchmark die door de instelling voor collectieve belegging of haar beheervennootschap wordt gehanteerd om de resultaten van de instelling voor collectieve belegging of het compartiment mee te vergelijken. De FSMA kan het begrip relevantste benchmark preciseren. § 2. Het veld SUP1_11 geeft de tracking error van de instelling voor collectieve belegging of het compartiment ten opzichte van de in paragraaf 1 bedoelde benchmark. De FSMA kan een berekeningsmethode opleggen. § 3. Het veld SUP_12 geeft de R-kwadraat van de instelling voor collectieve belegging of het compartiment ten opzichte van de in paragraaf 1 bedoelde benchmark. De FSMA kan een berekeningsmethode opleggen.

Art. 29.De velden SUP1_13 tot en met SUP1_15 geven een beschrijving, de waarde van de aankooppositie (longpositie) en de waarde van de verkooppositie (shortpositie) van de andere derivaten en andere activa die op deze wijze werden geklasseerd in de in artikel 3, § 2, 1°, bedoelde statistische staten. Voor de rapportering worden dezelfde regels gevolgd als deze die gelden voor de rapportering met betrekking tot AICB's.

Art. 30.Het veld SUP1_16 geeft een gepaste beschrijving van het type beleggingsbeleid dat door de instelling voor collectieve belegging of het compartiment wordt gevolgd. De FSMA kan een limitatieve lijst opstellen die dient te worden gehanteerd. Afdeling 2. - Tabel CIS_SUP_2

Art. 31.§ 1. In de velden SUP2_01 tot en met SUP2_15 drukken de gegevens de waarde uit van de respectieve elementen van het patrimonium op het einde van de periode van statistische rapportering, zoals opgesteld op basis van de statutaire of reglementaire boekings- en waarderingsregels.

Hierbij dienen de gelopen interesten in rekening te worden gebracht als onderdeel van de totale waarde van de categorie van financiële instrumenten waarop zij betrekking hebben. § 2. De velden SUP2_01 en SUP2_03 geven de totale waarde van de deposito's, ingedeeld op basis van hun oorspronkelijke looptijd. Het veld SUP2_02 geeft de totale waarde van de deposito's op zicht. § 3. De velden SUP2_04 tot en met SUP2_08 geven de totale waarde van de portefeuille niet-afgeleide financiële instrumenten, opgedeeld in de categorieën zoals vermeld in de tabel. § 4. Het veld SUP2_09 geeft de totale waarde van de portefeuille afgeleide financiële instrumenten. De waarde in het veld kan negatief zijn. § 5. De velden SUP2_10 tot en met SUP2_13 geven de totale waarde van de vorderingen en schulden volgens de in de tabel vermelde opdeling. § 6. De velden SUP2_14 en SUP2_15 geven de totale waarde van de overige activa en overige passiva die niet in één van de bovenstaande velden zijn inbegrepen. De waarde van de overige passiva omvat niet het eigen vermogen. § 7. Het veld SUP2_16 geeft het totaal van het netto-actief van de instelling voor collectieve belegging of het compartiment, voor alle eventuele klassen van aandelen samen. De in het veld vermelde waarde is de som van de waarde van de activa minus de waarde van de schulden en overige passiva zoals vermeld in de bovenstaande velden van de tabel.

Art. 32.§ 1. Het veld SUP2_17 geeft de netto-inventariswaarde van het totaal van de inschrijvingen gecumuleerd over het kalenderjaar tot en met de laatste dag van de periode waarop de rapportering betrekking heeft, waarvan het bedrag omwille van fusies wordt gegeven in het veld SUP2_18, in overeenstemming met de artikelen 11 en 14. § 2. Het veld SUP2_19 geeft de netto-inventariswaarde van het totaal van de inkopen gecumuleerd over het kalenderjaar tot en met de laatste dag van de periode waarop de rapportering betrekking heeft.

Art. 33.§ 1. De velden SUP2_20 tot en met SUP2_41 hernemen bepaalde posten uit het schema van de resultatenrekening van de instelling voor collectieve belegging of het compartiment zoals voorzien in het koninklijk besluit van 10 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2006 pub. 30/11/2006 numac 2006003538 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit op de boekhouding, de jaarrekening en de periodieke verslagen van bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming sluiten, gecumuleerd over het kalenderjaar tot en met de laatste dag van de periode waarop de rapportering betrekking heeft. § 2. Het veld SUP2_20 geeft het totaal van de waardeverminderingen, minwaarden en meerwaarden van de beleggingen van de instelling voor collectieve belegging of het compartiment, zoals opgenomen onder deel I van het schema van de resultatenrekening. De velden SUP2_21 tot en met SUP2_28 delen deze waarde verder op in categorieën. § 3. Het veld SUP2_29 geeft het totaal van de opbrengsten en kosten van beleggingen, zoals opgenomen onder deel II van het schema van de resultatenrekening. De velden SUP2_30 tot en met SUP2_35 delen deze waarde verder op in categorieën. § 4. Het veld SUP2_36 geeft het totaal van de andere opbrengsten van de instelling voor collectieve belegging of het compartiment, zoals opgenomen onder deel III van het schema van de resultatenrekening, waarvan de verhandelings- en leveringskosten van de belegging worden gegeven in het veld SUP2_37. § 5. Het veld SUP2_38 geeft het totaal van de exploitatiekosten van de instelling voor collectieve belegging of het compartiment, zoals opgenomen onder deel IV van het schema van de resultatenrekening, waarvan de vergoeding van de beheerder wordt gegeven in het veld SUP2_39. § 6. Het veld SUP2_40 geeft het totale resultaat van de instelling voor collectieve belegging of het compartiment. § 7. Het veld SUP2_41 geeft de uitgekeerde gestelde resultaten van de instelling voor collectieve belegging of het compartiment. HOOFDSTUK 4. - Opheffingsbepaling en inwerkingtreding

Art. 34.Het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 11 september 2006 met betrekking tot de statistische informatie die door bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming wordt opgeheven.

Art. 35.Dit reglement treedt in werking op 1 oktober 2017.

Brussel, 16 mei 2017.

De Voorzitter van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, J.-P. SERVAIS Bijlagen: 1. Schema van de statistische staten (I) 2.Schema van de statistische staten (II)

Bijlagen bij het reglement van 16 mei 2017 van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten over de statistische informatie die bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming dienen over te leggen.

Bijlage 1. Schema van de statistische staten (I)

Tabel CIS_SUP_1

Gegevensbeschrijving

Gerapporteerde gegevens

Waarde van de zekerheden en andere kredietsteun die de ICB of het compartiment heeft ontvangen van alle tegenpartijen

SUP1_01

a) Waarde van de ontvangen zekerheden onder de vorm van geldmiddelen of geldequivalenten


SUP1_02

b) Waarde van de ontvangen zekerheden onder de vorm van effecten (exclusief geldmiddelen en geldequivalenten)


SUP1_03

c) Waarde van de overige ontvangen zekerheden


Effectenleningen


SUP1_04

Waarde van de uitgeleende financiële instrumenten: beursgenoteerde aandelen


SUP1_05

Waarde van de uitgeleende financiële instrumenten: obligaties


SUP1_06

Waarde van de uitgeleende financiële instrumenten: andere


Totale risico


SUP1_07

Geselecteerde methode om het totale risico te meten


SUP1_08

Totale risico


SUP1_09

Totale risico van de OTC-derivaten


Benchmark


SUP1_10

Relevante benchmark


SUP1_11

Tracking error


SUP1_12


Overige activa

Gelieve voor elk type actief dat in de velden 121 tot 124 van de statistische staten wordt gecategoriseerd onder de subsoort activa "andere derivaten" of "beleggingen in andere activaklassen", en welke een materieel deel van de portefeuille uitmaken, een beschrijving van het type actief te geven, evenals de waarde van de aankooppositie en de waarde van de verkooppositie.Activa met zeer gelijkaardige karakteristieken dienen te worden beschouwd als activa van hetzelfde type.

SUP1_13

SUP1_14

SUP1_15

Beschrijving

Waarde aankooppositie

Waarde verkooppositie

Andere derivaten


Beleggingen in andere activaklassen


Beleggingsbeleid

SUP1_16

Beleggingsbeleid: gelieve een gepaste beschrijving te geven van het type beleggingsbeleid dat door de ICB of het compartiment gevolgd wordt.

Bijlage 2. Schema van de statistische staten (II)

Tabel CIS_SUP_2

Gegevensbeschrijving

Gerapporteerde gegevens

Samenstelling van de netto-activa

SUP2_01

Deposito's op ten hoogste één jaar


SUP2_02

Deposito's op zicht


SUP2_03

Deposito's op méér dan één jaar


SUP2_04

Obligaties en andere schuldinstrumenten


SUP2_05

Geldmarktinstrumenten


SUP2_06

Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren


SUP2_07

Andere effecten


SUP2_08

ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming


SUP2_09

Afgeleide financiële instrumenten


SUP2_10

Vorderingen op ten hoogste één jaar


SUP2_11

Vorderingen op méér dan één jaar


SUP2_12

Schulden op ten hoogste één jaar


SUP2_13

Schulden op méér dan één jaar


SUP2_14

Overige activa


SUP2_15

Overige passiva


Totaal netto-activa

SUP2_16

Totaal netto-activa


Inschrijvingen en inkopen

SUP2_17

Inschrijvingen in bedragen (netto-inventariswaarde)


SUP2_18

Inschrijvingsbedragen ingevolge fusies


SUP2_19

Inkopen in bedragen (netto-inventariswaarde)


Resultaat

SUP2_20

Waardeverminderingen, minwaarden en meerwaarden


SUP2_21

Obligaties en andere schuldinstrumenten


SUP2_22

Geldmarktinstrumenten


SUP2_23

Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren


SUP2_24

Andere effecten


SUP2_25

ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming


SUP2_26

Afgeleide financiële instrumenten


SUP2_27

Vorderingen, deposito's, liquide middelen en schulden


SUP2_28

Wisselposities en -verrichtingen


SUP2_29

Totaal opbrengsten en kosten van de beleggingen


SUP2_30

Dividenden


SUP2_31

Interesten


SUP2_32

Interesten ingevolge ontleningen


SUP2_33

Opbrengsten en kosten van swaps


SUP2_34

Roerende voorheffing


SUP2_35

Andere opbrengsten van beleggingen


SUP2_36

Andere opbrengsten


SUP2_37

Vergoedingen bij toetreding of uittreding


SUP2_38

Exploitatiekosten


SUP2_39

Vergoeding van de beheerder


SUP2_40

Totaal resultaat


SUP2_41

Uitgekeerde gestelde resultaten


De Voorzitter van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, J.-P. SERVAIS Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 juli 2017 tot goedkeuring van het reglement van 16 mei 2017 van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten over de statistische informatie die bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelnemingen dienen over te leggen FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT De Minister van Economie en van Consumenten, K. PEETERS

^