Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 juni 2001
gepubliceerd op 15 juni 2001

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 19, tweede lid, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel

bron
ministerie van ambtenarenzaken
numac
2001002039
pub.
15/06/2001
prom.
10/06/2001
ELI
eli/besluit/2001/06/10/2001002039/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 JUNI 2001. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 19, tweede lid, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op artikel 5, vervangen bij de wet van 15 december 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op artikel 19, vervangen bij het koninklijk besluit van 8 mei 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën, gegeven op 30 maart 2001;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister en Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het voorzitterschap en in voorkomend geval het ondervoorzitterschap van de sectorcomités waartoe de federale overheidsdiensten behoren worden als volgt vastgesteld : Sector I Algemeen bestuur Voorzitter : de Eerste Minister;

Ondervoorzitters : 1. de Minister van Buitenlandse Zaken;2. de Minister van Binnenlandse Zaken;3. de Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen;4. de Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties;5. de Minister van Wetenschappelijk Onderzoek;6. de Ministers onder wie wetenschappelijke instellingen ressorteren;7. de Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken;8. de Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking. Sector II - Financiën Voorzitter : de Minister van Financiën;

Ondervoorzitter : de Minister van Begroting.

Sector III Justitie Voorzitter : de Minister van Justitie.

Sector IV Economische Zaken Voorzitter : de Minister van Economie;

Ondervoorzitters : 1. de Minister van Mobiliteit en Vervoer;2. de Staatssecretaris voor Energie. Sector V Landbouw en Middenstand Voorzitter : de Minister van Landbouw en Middenstand.

Sector VI Verkeer en Infrastructuur Voorzitter : de Minister van Mobiliteit en Vervoer.

Sector VIII Postdiensten en Telecommunicatie Voorzitter : de Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties.

Sector XI Tewerkstelling en Arbeid Voorzitter : de Minister van Werkgelegenheid.

Sector XII Sociale Zaken Voorzitter : de Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu;

Ondervoorzitters : 1. de Minister van Sociale Zaken en Pensioenen;2. de Minister van Landsverdediging. Sector XIII Nationale Loterij Voorzitter : de Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties.

Sector XIV Landsverdediging Voorzitter : de Minister van Landsverdediging.

Sector XX Openbare Instellingen van de Sociale Zekerheid Voorzitter : de Minister van Sociale Zaken en Pensioenen;

Ondervoorzitters : 1. de Minister van Werkgelegenheid;2. de Minister van Binnenlandse zaken;3. de Minister van Landbouw en Middenstand.

Art. 2.De Staatssecretarissen kunnen slechts het ondervoorzitterschap van het sectorcomité uitoefenen voor de punten die op de dagorde ingeschreven zijn en die betrekking hebben op het personeel waarvoor ze bevoegdheden uitoefenen.

Art. 3.Onze Eerste Minister en Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 juni 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

^