Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 mei 2009
gepubliceerd op 11 mei 2009

Koninklijk besluit betreffende de nood- en interventieplannen aangaande de afvalvoorzieningen van winningsindustrieën

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2009000297
pub.
11/05/2009
prom.
10/05/2009
ELI
eli/besluit/2009/05/10/2009000297/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 MEI 2009. - Koninklijk besluit betreffende de nood- en interventieplannen aangaande de afvalvoorzieningen van winningsindustrieën


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, inzonderheid op artikel 2ter ;

Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid;

Gelet op de wet van 17 december 2002 houdende instemming met het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden, en met de Bijlagen I en II, gedaan te Aarhus op 25 juni 1998;

Gelet op de wet van 5 augustus 2006 betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 januari 2009;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd als volgt : Overwegende dat dit koninklijk besluit bedoeld is om richtlijn 2006/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 betreffende het beheer van afval van winningsindustrieën en houdende wijziging van richtlijn 2004/35/EG om te zetten in het Belgisch recht; dat de termijn voor de omzetting van deze richtlijn verstreken is op 1 mei 2008;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid bijzonder voortvloeit uit de ingebrekestelling van 23 mei 2008 van de Europese Commissie wegens nalating van omzetting van voornoemde richtlijn en het met redenen omkleed advies van 16 oktober 2008 van de Europese Commissie die het Koninkrijk Belgïe verzocht om, binnen de twee maanden, de vereiste maatregelen te nemen om deze richtlijn om te zetten;

Overwegende dat de Europese Commissie op 18 februari 2009 heeft beslist het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te vatten wegens laattijdige en onvolledige omzetting;

Overwegende dat richtlijn 2006/21 bij een zwaar ongeval in het bijzonder de veiligheid van de bevolking beoogt te verzekeren en de gezondheid ervan te beschermen en dat de Europese Commissie deze reglementering als prioritaire actie beschouwt ten gevolge van verscheidene mijnongevallen die zich in Europa hebben voorgedaan, is het dringend dat maatregelen kunnen worden genomen om te zorgen voor het beheer van aan zwaar ongeval om maximaal de gezondheid en veiligheid van mensen te vrijwaren;

Gelet op het advies nr. 46.163/2 van de Raad van State, gegeven op 12 maart 2009, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en op advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting om van richtlijn 2006/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 betreffende het beheer van afval van winningsindustrieën en houdende wijziging van richtlijn 2004/35/EG.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : « afvalstof » : elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen; « winningsindustrieën » : alle instellingen en ondernemingen die zich bezighouden met de bovengrondse of ondergrondse winning van mineralen voor commerciële doeleinden, met inbegrip van de winning door middel van het boren van boorputten of behandeling van het gewonnen materiaal; « Minister » : de Minister tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken behoren; « gouverneur » : de provinciegouverneurs, met inbegrip van de gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad; « minerale bron » of « mineraal » : een van nature voorkomende afzetting in de aardkorst van een organische of anorganische stof, zoals brandstoffen, metaalertsen, industriële mineralen en mineralen voor de bouwsector, uitgezonderd water; « behandeling » : een mechanisch, fysisch, biologisch, thermisch of chemisch proces of een combinatie van dergelijke processen die op minerale bronnen worden uitgevoerd met inbegrip van de exploitatie van groeven met de bedoeling het mineraal te extraheren, inclusief het wijzigen van de grootte ervan, het classificeren, het scheiden en uitlogen, en het opnieuw verwerken van eerder weggegooid afval, maar exclusief smelten, thermische productieprocessen (exclusief de verbranding van kalksteen), en/of metallurgische processen; « afvalvoorziening van categorie A » : een terrein dat is aangewezen voor het verzamelen of storten van winningsafval, ongeacht of dit afval zich in vaste, in een oplossing, in een suspensie, of in vloeibare toestand bevindt, indien : - falen of incorrecte werking, zoals de instorting van een berg of de breuk van een dam, zou kunnen leiden tot een zwaar ongeval, op basis van een risicobeoordeling waarbij rekening wordt gehouden met factoren zoals de huidige of toekomstige omvang, de ligging en de gevolgen voor het milieu van de afvalvoorziening, of - de afvalvoorziening afval bevat dat volgens richtlijn 91/689/EEG van de Raad van 12 december 1991 betreffende gevaarlijke afvalstoffen boven een door de inzake afval bevoegde overheden bepaalde drempel als gevaarlijk wordt aangemerkt, of - de afvalvoorziening stoffen of preparaten bevat die volgens richtlijn 67/548/EEG van de Raad van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen of richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten boven een door de inzake afval bevoegde overheden bepaalde drempel als gevaarlijk worden aangemerkt. « afvalberg » : een aangelegde voorziening voor het storten van vast afval op het aardoppervlak; « dam » : een aangelegde structuur die tot doel heeft water en afval binnen een bekken vast te houden en/of daartoe op te sluiten; « bekkens » : een natuurlijke of aangelegde voorziening voor het storten van fijnkorrelig afval, doorgaans tailings, samen met wisselende hoeveelheden vrij water, afkomstig van de behandeling van minerale bronnen en het zuiveren en recyclen van proceswater; « zwaar ongeval » : een gebeurtenis op het terrein tijdens een exploitatie die het beheer van afval in een onder dit besluit begrepen inrichting omvat, waardoor hetzij onmiddellijk, hetzij na verloop van tijd, op het terrein of daarbuiten, ernstig gevaar voor de gezondheid van de mens en/of het milieu ontstaat; « publiek » : één of meer natuurlijke personen of rechtspersonen; « betrokken publiek » : het publiek dat de gevolgen ondervindt of waarschijnlijk zal ondervinden van de bij de in artikel 4 bedoelde besluitvorming; « exploitant » : de natuurlijke persoon of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor het beheer van winningsafval, tevens met betrekking tot de tijdelijke opslag van winningsafval, alsmede de exploitatiefasen en de fase na de sluiting; « afvalhouder » : de producent van het winningsafval of de natuurlijke persoon of rechtspersoon die het afval in bezit heeft; « terrein » : alle land op een afzonderlijke geografische locatie onder de beheerscontrole van een exploitant;

Art. 3.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op afvalvoorzieningen van categorie A, met uitzondering van de afvalvoorzieningen die vallen onder richtlijn 96/82/EG van de Raad betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken.

Art. 4.§ 1. Voor elke afvalvoorziening van een winningsindustrie van categorie A die zich op zijn grondgebied bevindt stelt de gouverneur een bijzonder nood- en interventieplan op. Daarin worden de maatregelen bepaald die buiten de site moeten genomen worden in geval van een zwaar ongeval.

Om zijn nood-en interventie plan op te stellen baseert de gouverneur zich op alle informatie over de voorziening en met name op het intern noodplan van de exploitant en op het dossier over de milieuvergunningen. § 2. Het bijzonder nood- en interventieplan heeft de volgende doelstellingen : a) beperken en beheren van zware ongevallen en andere incidenten teneinde de effecten ervan tot een minimum te beperken, en in het bijzonder het beperken van schade aan de gezondheid van de mens en het milieu;b) uitvoeren van de maatregelen die noodzakelijk zijn om de gezondheid van de mens en het milieu te beschermen tegen de effecten van zware ongevallen en andere incidenten;c) verstrekken van de nodige informatie aan het publiek en aan de betrokken diensten en overheden;d) voor in de maatregelen die genomen moeten worden om over te gaan naar de fase van het herstel van de situatie en van het herstel van het milieu door de bevoegde overheden. § 3. Het bijzonder nood- en interventieplan omvat minimaal de informatie voorzien bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen. § 4. Het bijzonder nood- en interventieplan wordt getest en zo nodig herzien op geschikte tijdstippen, die niet meer dan vijf jaar van elkaar mogen liggen.

Art. 5.De gouverneur ziet erop toe dat de betrokken bevolking tijdig en effectief kan deelnemen aan de voorbereiding of aan de herziening van het bijzonder nood- en interventieplan, er opmerkingen over kan formuleren, overeenkomstig de onderrichtingen van minister.

Art. 6.§ 1. De gouverneur levert het betrokken publiek gratis en automatisch de informatie over de veiligheidsmaatregelen voorzien in het bijzonder nood- en interventieplan en over wat de bevolking moet doen bij een zwaar ongeval. De informatie omvat minstens de inlichtingen opgesomd in bijlage I. § 2. De informatie wordt om de drie jaar beoordeeld en, waar nodig, bijgesteld.

Art. 7.Dit besluit is niet van toepassing op afvalvoorzieningen : - die voor 1 mei 2006 zijn gestopt met het aanvaarden van afval, - die de sluitingsprocedures afronden in overeenstemming met de toepasselijke communautaire of nationale wetgeving of met sluitingsprogramma's goedgekeurd door de terzake bevoegde overheden, en - die uiterlijk op 31 december 2010 daadwerkelijk zullen zijn gesloten.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 30 april 2008.

Art. 9.Onze Minister van Gezondheid en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 mei 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Binnenlandse Zaken, G. DE PADT

Bijlage I Informatie die aan het betrokken publiek moet worden verstrekt 1) De naam van de exploitant en het adres van de afvalvoorziening.2) De identiteit, met vermelding van de beklede functie, van de persoon die de informatie verstrekt.3) Een bevestiging dat de afvalvoorziening onderworpen is aan de bepalingen van deze richtlijn.4) Een uitleg in duidelijke en begrijpelijke woorden over de werkzaamheid of werkzaamheden die op het terrein worden verricht.5) De gangbare namen of de generieke namen of de algemene gevarenclassificatie van de stoffen en preparaten die bij de afvalvoorziening zijn betrokken, alsook van het afval dat tot een zwaar ongeval zou kunnen leiden, met een indicatie van hun belangrijkste gevaarskenmerken.6) Algemene informatie over de aard van de gevaren voor zware ongevallen, met inbegrip van de potentiële effecten daarvan op de omwonende bevolking en het omliggende milieu.7) Adequate informatie over de manier waarop de betrokken omwonende bevolking zal worden gewaarschuwd en op de hoogte zal worden gehouden in het geval van een zwaar ongeval.8) Adequate informatie over de maatregelen die de betrokken bevolking moet nemen en over de manier waarop ze zich moeten gedragen in het geval van een zwaar ongeval.9) De bevestiging van de verplichting voor de exploitant, tot het nemen van alle adequate maatregelen op de site, meer bepaald de hulpdiensten op te roepen om de zware ongevallen te bestrijden en de gevolgen ervan tot een minimum te beperken.10) Een verwijzing naar het bijzonder nood- en interventieplan dat is opgesteld om buiten het terrein met de eventuele gevolgen van een ongeval om te gaan.Deze verwijzing dient het advies te omvatten om ten tijde van een ongeval alle instructies of verzoeken van hulpdiensten op te volgen. 11) Gegevens van de plaats waar verdere relevante informatie kan worden verkregen, afhankelijk van de geheimhoudingsvoorschriften van de wet van 5 augustus 2006 betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 mei 2009.

De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Binnenlandse Zaken, G. DE PADT

^