Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 november 1997
gepubliceerd op 23 december 1997

Koninklijk besluit tot vaststelling van het reglement van inwendige orde van de Psychologencommissie, opgericht bij artikel 3, § 1, van de wet van 8 november 1993 tot bescherming van de titel van psycholoog

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1997016311
pub.
23/12/1997
prom.
10/11/1997
ELI
eli/besluit/1997/11/10/1997016311/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 NOVEMBER 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling van het reglement van inwendige orde van de Psychologencommissie, opgericht bij artikel 3, § 1, van de wet van 8 november 1993 tot bescherming van de titel van psycholoog


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 november 1993 tot bescherming van de titel van psycholoog, inzonderheid op artikel 3, § 2;

Gelet op het voorstel van 23 december 1996 en 28 augustus 1997 van de Psychologencommissie;

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De Psychologencommissie is een publieke instelling met rechtspersoonlijkheid, hierna te noemen « de Commissie ».

Haar zetel is gevestigd te Brussel, voorlopig Zaveltoren, Jozef Stevensstraat 7, 15e verdieping, waar de lijst, opgesteld bij toepassing van artikel 2, § 1, van de wet van 8 november 1993, hierna te noemen « de wet », en de dossiers, houdende de aanvragen en de stavingsstukken voorgelegd door de verzoekers, die om hun inschrijving of het behoud ervan op de lijst hebben verzocht, een afschrift van de adviezen en mededelingen aan de Minister die de Middenstand in zijn bevoegdheid heeft, alsmede de processen-verbaal van de vergaderingen die zij houdt, worden bijgehouden. De zetel kan naar een andere plaats in het administratief arrondissement van Brussel-Hoofdstad worden overgebracht na beslissing van de Commissie.

Art. 2.De Commissie komt samen na daartoe te zijn opgeroepen door de voorzitter, telkens het noodzakelijk blijkt een beslissing te nemen, en meer bepaald op zodanige wijze dat elk verzoek binnen een termijn van ten hoogste vier maanden wordt behandeld.

Zij komt minstens twee maal per jaar samen, enerzijds in de loop van de laatste trimester van het burgerlijk jaar en anderzijds in de loop van de maand juni.

De oproeping van de leden gebeurt bij gewone brief die ten minste tien dagen vóór de vastgestelde zitting wordt verstuurd, en voor elke zitting van de maand juni wordt zij ten minste zes weken op voorhand aangekondigd.

Het effectief lid dat in de onmogelijkheid verkeert de vergadering, waartoe hij is opgeroepen, bij te wonen, verwittigt het secretariaat en de voorzitter van zijn belet. Hij maakt zijn oproeping zonder verwijl over aan één van de plaatsvervangende leden van de professionele sector, waartoe hij behoort.

Elk effectief of plaatsvervangend lid dat behoorlijk werd opgeroepen en zonder gewettigd of aanvaardbaar motief drie opeenvolgende zittingen niet heeft bijgewoond, kan van zijn hoedanigheid vervallen worden verklaard. In dat geval wordt hem in het bijzonder een oproeping toegestuurd voor de volgende zitting tijdens welke de Commissie, na verhoor van de belanghebbende, indien hij dat wenst, kan beslissen over zijn afzetting.

Art. 3.De Commissie neemt kennis van alle punten ingeschreven op de dagorde, zoals door de voorzitter aangeduid in de oproepingsbrief. Op verzoek van ten minste twee van haar leden wordt een punt toegevoegd aan de dagorde van de eerstvolgende vergadering, tenzij de meerderheid van de leden het nodig oordeelt een tijdens de vergadering opgeworpen punt bij hoogdringendheid te behandelen.

Zij kan slechts rechtsgeldig vergaderen indien, naast de voorzitter, ten minste de helft van de leden aanwezig zijn en minstens een vertegenwoordiger van iedere erkende professionele sector, vermeld in artikel 8, § 1, van de wet.

Zij beslist met gewone meerderheid van stemmen. In geval van staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Art. 4.De lijst van de ingeschreven psychologen vermeldt de namen en de voornamen van alle opgenomen psychologen in alfabetische volgorde, de datum van eerste inschrijving of, in geval van eerdere schrapping, de datum van herinschrijving, de woonplaats en de zetel van de professionele activiteit. De gehuwde vrouwen, die de naam van hun echtgenoot aanwenden, kunnen op hun verzoek eveneens vermeld worden onder deze naam, doch met verwijzing naar hun meisjesnaam, waaronder de andere informatie is opgenomen.

Wanneer een op de lijst opgenomen persoon verzoekt om zijn schrapping, wordt deze geakteerd op de eerstvolgende vergadering van de Commissie, met dien verstande dat de schrapping van kracht zal zijn vanaf de datum van het verzoek.

Iedere persoon kan de mondelinge bevestiging bekomen van de inschrijving van een psycholoog, die hij aanduidt. De lijst kan slechts medegedeeld worden aan wie daarom verzoekt mits toelating van de voorzitter en voor het gebruik waarvan hij het nut erkent, en tegen voorafgaandelijke betaling van de administratieve en verzendingskosten. De ingeschreven psychologen hebben het recht onder deze voorwaarde een afschrift te bekomen van de lijst en de aanvullingen.

Art. 5.De Commissie bepaalt de praktische modaliteiten, welke de goede werking van haar diensten kunnen verzekeren.

Zij duidt één van haar leden als secretaris aan, die zal instaan voor de controle op het secretariaat en de ontvangst van de aangetekende zendingen, die haar worden toegezonden.

Zij beslist over het in dienst te nemen personeel voor de uitvoering van haar opdracht en over de vergoedingen voor de prestaties van het personeel van het secretariaat.

Zij bepaalt de termijn binnen dewelke het bedrag van de kostenbijdrage zoals bedoeld in artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 3 april 1997 tot vaststelling van de regels inzake de werkingskosten van de Commissie, dient te worden betaald.

Zij kan geen andere goederen verwerven dan deze die noodzakelijk zijn voor haar goede werking.

Art. 6.De rechtsvorderingen, het weze als eiser of als verweerder, worden ingesteld door de Commissie, op vervolging en benaarstiging van haar voorzitter.

De voorzitter vertegenwoordigt de Commissie en is gemachtigd zich burgerlijke partij te stellen.

Art. 7.§ 1. De twee leden, die op grond van artikel 4 van het koninklijk besluit van 3 april 1997 tot vaststelling van de werkingskosten van de Psychologencommissie, belast zijn met het beheer van de post- of bankrekening van de Commissie, leggen aan de voorzitter, de vereffening van de in naam van de Commissie gemaakte kosten ter goedkeuring voor. § 2. De voorzitter waakt over het bijhouden van de uitgaven en inkomsten van de Commissie, door hun overeenstemming na te gaan met de bewegingen van de financiële rekening(en), geopend op naam van de Commissie.

Art. 8.Samen met de leden en eventueel aangeworven personeel waakt de voorzitter over : 1° de registratie van de ontvangen verzoeken en de voorbereiding van de dossiers van de verzoeken om inschrijving en van de adviezen, waarover de Commissie dient te beslissen;2° de bijeenroeping van de nodige vergaderingen en het opstellen van de processen-verbaal van de vergaderingen;3° de kennisgeving binnen een termijn van ten hoogste vier maanden aan de verzoekers van de beslissingen van de Commissie of aan de Minister van de adviezen uitgebracht met toepassing van de artikelen 4 en 12 van de wet;4° de voorbereiding van het jaarlijks verslag over de activiteiten en de werkingskosten van de Commissie;5° de opvolging van de gerechtelijke procedures waarbij de Commissie betrokken is en het uitbrengen van verslag aan de Commissie over het verloop van de procedures en over elke daad van administratie of vertegenwoordiging;6° de aanwerving of het ontslag van het personeel in het kader van de beslissingen van de Commissie.

Art. 9.De Commissie legt ten laatste op 30 juni van elk jaar aan de Minister die de Middenstand in zijn bevoegdheid heeft, het jaarverslag over de werkzaamheden en de werkingskosten van het afgelopen jaar, bedoeld in artikel 8, 4°, voor.

Art. 10.De Commissie kan beslissen, volgens de modaliteiten die zij bepaalt, over de terugbetaling aan haar leden van hun reiskosten om een zitting bij te wonen.

Art. 11.Bij afwezigheid van de voorzitter, vervangt de plaatsvervangende voorzitter hem voor de toepassing van dit reglement.

Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 1996.

Art. 13.Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 november 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

^