Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 november 1999
gepubliceerd op 04 december 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1999024061
pub.
04/12/1999
prom.
10/11/1999
ELI
eli/besluit/1999/11/10/1999024061/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 NOVEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 118, derde lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 253, vervangen door het koninklijk besluit van 22 februari 1998;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, uitgebracht op 5 juli 1999;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat met betrekking tot de vermeldingen aangaande het recht op de geneeskundige verstrekkingen in het jaar 2000, de procedure tot bijwerking van de sociale identiteitskaart, waarbij ook de gevallen worden omschreven waarin de verzekeringsinstellingen niet moeten overgaan tot bijwerking, vóór het jaar 2000 moet vastgesteld zijn en uitgevoerd moet kunnen worden door de verzekeringsinstellingen; dat de verzekeringsinstellingen daarenboven over de nodige tijd moeten beschikken om de sociaal verzekerden tijdig op de hoogte te brengen van de wijze waarop de sociale identiteitskaart wordt bijgewerkt; dat dit besluit derhalve zo spoedig mogelijk moet worden genomen en bekendgemaakt;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 14 september 1999 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 253 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, vervangen door het koninklijk besluit van 22 februari 1998, wordt vervangen door de volgende bepalingen :

Art. 253.De sociale identiteitskaart die is afgegeven overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels, geldt als verzekeringskaart.

Wanneer de gerechtigde of een persoon ten laste het recht op de geneeskundige verstrekkingen doet ingaan of dat recht behoudt met toepassing van de bepalingen van de artikelen 127 en 131, of de draagwijdte van zijn recht gewijzigd wordt, doet de verzekeringsinstelling het nodige om volgens een door de Minister, op voorstel van de Dienst voor administratieve controle, vastgestelde procedure de sociale identiteitskaart bij te werken op het stuk van de vermeldingen die nodig zijn voor de erkenning of de wijziging van het recht.

Wanneer evenwel met toepassing van artikel 131, § 1, het recht op geneeskundige verstrekkingen voor het jaar 2000 kan worden behouden ten gunste van een in artikel 32 of 33 van de gecoördineerde wet beoogde gerechtigde en van de personen ten zijnen laste, is de verzekeringsinstelling niet verplicht de sociale identiteitskaart bij te werken, en dit in de gevallen en volgens de uitvoeringsregels, vastgesteld door de Minister, op voorstel van de Dienst van Administratieve controle. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 november 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

^