Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 november 2001
gepubliceerd op 28 februari 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie voor 2000 aan het rijdend personeel van de ondernemingen van speciale autobusdiensten

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001013035
pub.
28/02/2002
prom.
10/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/10/2001013035/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie voor 2000 aan het rijdend personeel van de ondernemingen van speciale autobusdiensten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie voor 2000 aan het rijdend personeel van de ondernemingen van speciale autobusdiensten.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2000 Toekenning van een eindejaarspremie voor 2000 aan het rijdend personeel van de ondernemingen van speciale autobusdiensten (Overeenkomst geregistreerd op 4 juli 2001 onder het nummer 57765/CO/140.02)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op : 1° het rijdend personeel van de ondernemingen van speciale autobusdiensten welke ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer;2° de werkgevers die onder 1° bedoeld personeel tewerkstellen.

Art. 2.In 2000 wordt een eindejaarspremie ten bedrage van 1 478,24 EUR toegekend aan het rijdend personeel van de ondernemingen van speciale autobusdiensten. De chauffeurs, die deeltijds werken, bekomen deze premie naar rato van wekelijkse arbeidsduur waarvoor zij zijn aangeworven.

Vanaf 2000 is deze premie gelijk aan de eindejaarspremie toegekend aan het rijdend personeel van de autocarondernemingen.

Ingeval van vermindering van de arbeidsduur, is deze premie gelijk aan een dertiende maand.

Art. 3.Het sociaal fonds van de sector betaalt een voorschot van 74,37 EUR/bruto aan de leden van het rijdend personeel die recht hebben op deze eindejaarspremie. Als basis wordt hiervoor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheidslijst van het 2e kwartaal 2000 gebruikt.

Art. 4.De werkgevers betalen onder artikel 2 vermelde bedrag uit, verminderd met het voorschot bepaald in artikel 3.

Art. 5.De eindejaarspremie voor 2000 wordt in twee gelijke schijven betaald, vóór 31 december 2000 voor de eerste schijf en vóór 10 januari 2001 voor de tweede schijf.

Zij worden toegekend volgende de hierna vastgestelde voorwaarden : - de personeelsleden die gedurende het ganse jaar hebben gewerkt, ontvangen het totale bedrag van de premie; - de personeelsleden die in de loop van het jaar 2000 : - het brugpensioen hebben bekomen of werden gepensioneerd; - in dienst zijn getreden; - ziek zijn geweest; - werkonbekwaam zijn geweest ingevolge een arbeidsongeval; - werden ontslagen, bekomen deze premie berekend naar rato van de maanden arbeidsprestaties, met dien verstande dat een effectieve arbeidsprestatie van ten minste tien dagen telt voor een volledige maand.

De wettelijke vakantiedagen en de afwezigheidsdagen welke zijn gerechtvaardigd door ziekte of arbeidsongeval, worden gelijkgesteld met dagen arbeidsprestaties, met een maximum van zes maanden.

De personeelsleden die in de loop van het jaar 2000, hun opzegging hebben betekend en niet meer in dienst zijn op 31 december 2000 of werden ontslagen om dringende redenen, verliezen het recht op deze premie.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000 en treedt buiten werking op 11 januari 2001.

Art. 7.Voor de periode van 1 januari 2000 tot 11 januari 2001 geldt in de plaats van het bedrag van "1 478,24 EUR", vermeld in artikel 2, het bedrag van "59 632 BEF", en in de plaats van het bedrag van "74,37 EUR", vermeld in artikel 3, het bedrag van "3 000 BEF".

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 november 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^