Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 november 2001
gepubliceerd op 23 februari 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de toepassing van nieuwe arbeidsregelingen in de subsector van de afhandeling op luchthavens

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001013056
pub.
23/02/2002
prom.
10/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/10/2001013056/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de toepassing van nieuwe arbeidsregelingen in de subsector van de afhandeling op luchthavens (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de toepassing van nieuwe arbeidsregelingen in de subsector van de afhandeling op luchthavens.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 1999 Toepassing van nieuwe arbeidsregelingen, in de subsector van de afhandeling op luchthavens (Overeenkomst geregistreerd op 23 februari 2000 onder het nummer 54065/CO/140.08) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en behoren tot de subsector van de afhandeling op luchthavens, hierna genoemd « de werkgevers », alsook op hun arbeid(st)ers.

Onder « afhandeling op luchthavens » wordt onder andere verstaan : logistieke en administratieve bijstand verlenen aan luchtvaartuigen, aan bemanningsleden, aan passagiers, aan bagage, aan post en/of aan vracht (afhandeling, sortering, verzending), zowel op de inschepingsvloer, in en rond de vliegtuigen als in de luchthavengebouwen.

Worden niet beschouwd als « afhandeling op luchthavens », de volgende activiteiten : - de bevoorrading van motorbrandstoffen en smeermiddelen; - de bereiding van maaltijden : « inflight catering » genoemd. HOOFDSTUK II. - Arbeidsduur

Art. 2.In uitvoering van de wet van 17 maart 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen en van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van 2 juni 1987 van de Nationale Arbeidsraad betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen mogen per dag 10 arbeidsuren worden gepresteerd.

Art. 3.De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur, gerekend over een periode van 12 maanden, mag niet meer bedragen dan 38 uur.

Art. 4.De arbeidstijd bedraagt maximaal 10 uren per dag en 1976 uren per kalenderjaar.

Art. 5.Tussen twee dagelijkse prestaties moet een ononderbroken rusttijd van minimum elf uur worden toegekend. Per week dient daarenboven een ononderbroken rustperiode van 35 uur toegekend te worden. HOOFDSTUK III. - Gewaarborgd maandloon

Art. 6.Overeenkomstig artikel 27 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt, behoudens andersluidende bepaling opgenomen in het arbeidsreglement, elke maand minimaal vergoed met het aantal arbeidsdagen van de desbetreffende maand maal 7 uur 36 minuten. HOOFDSTUK IV. - Invoering van de nieuwe arbeidsregeling in de ondernemingen

Art. 7.§ 1. In de ondernemingen waar een ondernemingsraad en/of een comité voor preventie en bescherming bestaan, mag deze collectieve arbeidsovereenkomst slechts worden toegepast nadat de ondernemingsraad of, bij gebreke hiervan, het comité voor preventie en bescherming vooraf hun toestemming hebben betuigd. § 2. De ondernemingen die voor 31 december 1999 hierover reeds een collectief akkoord hebben afgesloten, worden beschouwd als hebbende voldaan aan de verplichtingen bedoeld onder § 1 van dit artikel. § 3. Niemand mag weigeren het punt betreffende de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst op de agenda van de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming te plaatsen. § 4. Ingeval er geen overeenstemming bereikt wordt over de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, zal de met redenen, omklede weigering schriftelijk worden meegedeeld aan de voorzitter van het paritair comité en aan de organisaties hierin vertegenwoordigd. § 5. De Voorzitter van het paritair comité zal op vraag van één van de partijen het verzoeningsbureau samenroepen en binnen de twee maanden op gemotiveerde wijze een advies terzake formuleren. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur

Art. 8.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2000. § 2. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd. Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair comité, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief. HOOFDSTUK VI. - Aanvullende bepalingen

Art. 9.Alle ondernemingsakkoorden die voor de werknemers voordeliger zijn dan deze collectieve arbeidsovereenkomst blijven behouden.

Art. 10.De ondertekenden verzoeken de heer Voorzitter om de algemeen verbindend verklaring van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 november 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^