Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 november 2004
gepubliceerd op 29 november 2004

Koninklijk besluit houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Regie der Gebouwen en houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2004002138
pub.
29/11/2004
prom.
10/11/2004
ELI
eli/besluit/2004/11/10/2004002138/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 NOVEMBER 2004. - Koninklijk besluit houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Regie der Gebouwen en houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen door de wet van 22 juli 1993 en gewijzigd door de programmawet van 24 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 5°, hersteld bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het geldelijk statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 3°, ingevoegd door het koninklijk besluit van 10 mei 1976 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002, en 4°, ingevoegd door het koninklijk besluit van 10 mei 1976 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 april 1995 en 5 september 2002, en op artikel 7, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 mei 1976 en de wet van 22 juli 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 september 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Regie der Gebouwen;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 september 1997 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden van de Regie der Gebouwen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 september 2000, 4 december 2001, 2 december 2002 en 8 april 2003;

Gelet op het advies van de Directieraad;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 oktober 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 23 juni 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 2 maart 2004;

Gelet op het protocol nr. 126/1 van 5 oktober 2004 van het Sectorcomité I - Algemeen Bestuur;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de hervorming tot doel heeft de federale overheidsdienst om te vormen tot een dynamische organisatie die niet alleen een betere dienstverlening aan de gebruiker beoogt maar ook een betere werkgever wil zijn;

Overwegende dat een radicale verandering van de oriëntatie in het personeelsbeleid één van de pijlers is van de genoemde hervorming en dat de modernisering van de loopbanen van de ambtenaren hiervan een essentieel element uitmaakt;

Overwegende dat de hervorming van de bijzondere loopbanen van het personeel bij de Regie der Gebouwen zo vlug mogelijk moet worden gerealiseerd, gebaseerd op de bepalingen van het voornoemd koninklijk besluit van 5 september 2002;

Overwegende dat het voor de continuïteit en de goede werking van de diensten noodzakelijk is om in niveau D bij de bevordering tot een hogere weddenschaal een afscheiding te voorzien voor sommige personeelsleden om aldus de definitieve blokkering van de loopbanen te voorkomen;

Gelet op de noodzakelijkheid iedere juridische onzekerheid te vermijden in de loopbaan van de ambtenaren van de Regie der Gebouwen;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Besluit : HOOFDSTUK I. - Integratie van gemene en bijzondere loopbanen in de nieuwe loopbanen Afdeling 1. - Integratie van de ambtenaren van niveau 4 in niveau D

Artikel 1.De volgende graad ingedeeld in niveau 4 wordt geschrapt bij de Regie der Gebouwen : in rang 42 : wachter.

Art. 2.§ 1. De ambtenaren die op 1 januari 2002 titularis zijn van de geschrapte graad die hierna opgenomen is in de linkerkolom, worden ambtshalve benoemd in de graad die in de rechterkolom voorkomt : Wachter Administratief medewerker. § 2. De berekening van hun graad- en niveauanciënniteit gebeurt vanaf de datum van hun benoeming in de nieuwe graad.

Art. 3.§ 1. De ambtenaren benoemd in de graad van administratief medewerker worden ingeschaald in de weddenschaal DA 1 op voorwaarde dat zij een door het Opleidingsinstituut van de Federale Overheid georganiseerde opleiding gevolgd hebben die gericht is op de competenties vereist voor de functie. § 2. In afwijking van het artikel 216, § 2, van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen, worden de in § 1 bedoelde ambtenaren op datum van 1 december 2002 ingeschaald in de weddenschaal DA 1. § 3. De ambtenaren die de opleiding niet gevolgd hebben, behouden de weddenschaal die ze genoten in hun oude graad en die is opgenomen in bijlage 7 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen.

Art. 4.De in artikel 2, § 1, bedoelde ambtenaren bekomen in de weddenschaal DA1 de wedde gelijk aan of onmiddellijk hoger dan de wedde die ze genoten in hun oude graad.

De nuttige anciënniteit van deze ambtenaren wordt vastgesteld op basis van het resultaat van hun inschaling.

In afwijking van de artikelen 14, 15, 17, en 18 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten, wordt deze nuttige anciënniteit bepaald in het enig niveau D. Wanneer de ambtenaren aan de maximumwedde van hun weddenschaal worden bezoldigd, worden zij in de weddenschaal DA1 ingeschaald op de eerste trap van de tussentijdse verhoging die uit de integratie voortvloeit.

Het verschil tussen de geldelijke anciënniteit en de nuttige anciënniteit verworven in de oude weddenschaal wordt genomen in de nieuwe weddenschaal en is beperkt tot elf maanden.

Art. 5.Onverminderd de voorgeschreven reglementaire voorwaarden, kunnen de ambtenaren slechts de weddenschaal DA 2 bekomen mits zij slagen voor een door Selor georganiseerde competentietest die gelijkwaardig is aan de vergelijkende selectie voor werving in die graad.

In afwijking van het eerste lid, kunnen de ambtenaren van niveau 4 die in niveau D ambtshalve benoemd zijn, naar de anciënniteit verworven in hun oude graad van niveau 4 verwijzen om aan de in het eerste lid bedoelde competentietest deel te nemen.

Art. 6.§ 1. De geldelijke weerslag van de bepalingen van deze afdeling heeft uitwerking vanaf 1 december 2002. § 2. Tussen 1 januari 2002 en 30 november 2002 behouden de ambtenaren de weddenschaal die zij genoten en die is opgenomen in bijlage 7 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen. Afdeling 2. - Integratie van de ambtenaren van niveau 3 in niveau D

Art. 7.De volgende graden ingedeeld in niveau 3 worden geschrapt bij de Regie der Gebouwen : - in rang 30 : technisch adjunct; - in rang 32 : hoofdtechnisch adjunct.

Art. 8.§ 1. De ambtenaren die op 1 januari 2002 titularis zijn van één van de geschrapte graden die hierna opgenomen zijn in de linkerkolom, worden ambtshalve benoemd in de graad die in de rechterkolom voorkomt : Technisch adjunct Technisch medewerker Hoofdtechnisch adjunct § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren benoemd krachtens § 1, worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graad waarvan zij titularis waren of, desgevallend, in de twee geschrapte graden van de loopbaan waarvan zij titularis zijn geweest, in aanmerking genomen.

De anciënniteit verkregen in niveau 3 wordt geacht verkregen te zijn in niveau D.

Art. 9.§ 1. De in artikel 8, § 1, bedoelde ambtenaren worden ingeschaald in de weddenschalen verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage. § 2. De door deze ambtenaren verworven geldelijke anciënniteit wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal.

Art. 10.§ 1. De ambtenaren die titularis waren van een geschrapte gemene graad en die begunstigde zijn van een bijzondere weddenschaal, worden ingeschaald in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage. § 2. De geldelijke anciënniteit die verworven is door deze ambtenaren wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal.

Art. 11.In afwijking van artikel 10, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van administratief medewerker, voorheen bekleed met de geschrapte graad van klerk en voorheen begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 16.984,12 - 22.237,56 3/1 x 218,66 4/2 x 266,79 10/2 x 353,03 (Kl. 18 j. - N. D. - G. A)

Art. 12.Binnen de Regie der Gebouwen wordt de bevordering in weddenschaal in de graad van technisch medewerker afzonderlijk toegekend tussen elk van de twee groepen gevormd door, enerzijds, de technisch medewerkers die voorheen bekleed waren met de afgeschafte graden van technisch adjunct of hoofdtechnisch adjunct en, anderzijds, de andere technische medewerkers. Afdeling 3. - Integratie van de ambtenaren van niveau 2+ in niveau B

Art. 13.De volgende graden ingedeeld in niveau 2+ worden geschrapt bij de Regie der Gebouwen : - in rang 26 : technisch assistent; technisch helper; landschapsdeskundige; - in rang 28 : eerstaanwezend technisch assistent; eerstaanwezend technisch helper; eerstaanwezend landschapsdeskundige; deskundige.

Art. 14.§ 1. De ambtenaren die op 1 oktober 2002 titularis zijn van één van de geschrapte graden die hierna opgenomen zijn in de linkerkolom, worden ambtshalve benoemd in de graad die in de rechterkolom voorkomt : Technisch assistent Technisch deskundige Technisch helper Landschapsdeskundige Eerstaanwezend technisch assistent Eerstaanwezend technisch helper Eerstaanwezend landschapsdeskundige § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren benoemd krachtens § 1, worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graad waarvan zij titularis waren of, desgevallend, in de twee geschrapte graden van de loopbaan waarvan zij titularis zijn geweest, in aanmerking genomen.

De anciënniteit verkregen in niveau 2+ wordt geacht verkregen te zijn in niveau B.

Art. 15.§ 1. De in artikel 14, § 1, bedoelde ambtenaren worden ingeschaald in de weddenschalen verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage. § 2. De door deze ambtenaren verworven geldelijke anciënniteit wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal. § 3. In afwijking van § 1 kunnen de ambtenaren benoemd in de graad van technisch deskundige, voorheen bekleed met de geschrapte graad van technisch assistent of van technisch helper en voorheen begunstigde van de weddenschaal 26H, het voordeel van de volgende weddenschaal behouden : 17.728,11 - 26.802,64 3/1 x 252,18 1 /2 x 292,59 1/2 x 390,04 3/2 x 672,31 9/2 x 624,27 (Kl. 23 j. - N. B. - G. A) § 4. De ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van technisch assistent of van technisch helper en voorheen begunstigde van de weddenschaal 26 E, bekomen automatisch, wanneer zij negen jaar graadanciënniteit hebben, de volgende weddenschaal : 17.728,11 - 26.802,64 3/1 x 252,18 1/2 x 292,59 1/2 x 390,04 3/2 x 672,31 9/2 x 624,27 (Kl. 23 j. - N. B. - G. A) De ambtenaren bedoeld in het vorige lid, die geslaagd zijn voor een competentiemeting, bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 35 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 5. De ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van technisch assistent of van technisch helper en voorheen begunstigde van de weddenschaal 26H kunnen deelnemen aan competentiemeting 2. § 6. De ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van technisch assistent of van technisch helper en voorheen begunstigde van de weddenschaal 26H en die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit hebben op 1 oktober 2002, bekomen, wanneer zij geslaagd zijn voor competentiemeting 2, de weddenschaal BT2 zodra ze achttien jaar graadanciënniteit hebben.

De niet-geslaagden bekomen, indien zij achttien jaar graadanciënniteit hebben, de weddenschaal 28H opgenomen in bijlage 7 bij het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen.

Deze ambtenaren kunnen deelnemen aan competentiemeting 2. HOOFDSTUK II. - Toekenning van een premie in het kader van de wet betreffende de Rampenschade

Art. 16.Bij de Regie der Gebouwen wordt een toelage voor bijzondere opdracht toegekend aan de personeelsleden die in het raam van de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen ter beschikking van de provinciegouverneurs worden gesteld gedurende de duur van hun terbeschikkingstelling. HOOFDSTUK III. - Wijziging van diverse verordeningsbepalingen Afdeling 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 18 september

1997 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij de Regie der Gebouwen

Art. 17.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 september 1997 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij de Regie der Gebouwen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 september 2000, 4 december 2001, 2 december 2002 en 8 april 2003, wordt de vermelding omtrent de graad van « deskundige » geschrapt.

Art. 18.Worden opgeheven in hetzelfde besluit : 1° de artikelen 2 tot 5;2° de artikelen 7 en 8;3° de artikelen 9 tot 13, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 2 december 2002;4° het artikel 14;5° de bijlage, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 2 december 2002. Afdeling 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 juli 1991 tot

vaststelling van een bijzondere personeelsformatie bij de Regie der Gebouwen, « Kader Rampenschade » genoemd

Art. 19.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 juli 1991 tot vaststelling van een bijzondere personeelsformatie bij de Regie der Gebouwen, « Kader Rampenschade » genoemd, wordt de vermelding omtrent de graad van « deskundige » geschrapt. HOOFDSTUK IV. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen

Art. 20.De geslaagden van de ingerichte of lopende vergelijkende selecties voor een van de bij dit besluit geschrapte graden worden geacht geslaagd te zijn van een vergelijkende selectie voor de graad overeenstemmend met de geschrapte graad.

Art. 21.De geslaagden voor het examen voor bevordering tot de geschrapte graad van hoofdtechnisch adjunct die, op 1 januari 2002, nog niet benoemd waren in deze graad, hebben voor het bekomen van de weddenschaal DT5 voorrang op de niet-geslaagden, binnen de grenzen van de vacante betrekkingen en mits naleving van artikel 12 van dit besluit.

Art. 22.Zijn van toepassing op de ambtenaren bedoeld in dit besluit : 1° het artikel 10 van het koninklijk besluit van 18 maart 2004 houdende sommige reglementaire bepalingen met betrekking tot de overgang naar het hogere niveau;2° de artikelen 20 tot 23 van het koninklijk besluit van 25 april 2004 houdende wijziging van verscheidene reglementaire bepalingen betreffende de competentiemetingen.

Art. 23.Het koninklijk besluit van 18 september 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Regie der Gebouwen wordt opgeheven.

Art. 24.Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van : 1° de bepalingen die de overgang van de niveaus 4 en 3 naar het niveau D verzekeren, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2002;2° de bepalingen die de overgang van het niveau 2+ naar het niveau B verzekeren en die uitwerking hebben met ingang van 1 oktober 2002.

Art. 25.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 november 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS

Bijlage bij het koninklijk besluit van 10 november 2004 houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Regie der Gebouwen en houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen Annexe à l'arrêté royal du 10 novembre 2004 portant réforme de la carrière particulière de certains agents de la Régie des Bâtiments et portant modification des diverses dispositions réglementaires Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gelet om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 november 2004 houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Regie der Gebouwen en houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS

^