Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 oktober 2005
gepubliceerd op 08 december 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 april 2003, gesloten in het Paritair Comité voor gewoon pottengoed in potaarde, betreffende de bestaanszekerheidsuitkering

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005202574
pub.
08/12/2005
prom.
10/10/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 april 2003, gesloten in het Paritair Comité voor gewoon pottengoed in potaarde, betreffende de bestaanszekerheidsuitkering (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor gewoon pottengoed in potaarde;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 april 2003, gesloten in het Paritair Comité voor gewoon pottengoed in potaarde, betreffende de bestaanszekerheidsuitkering.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 oktober 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor gewoon pottengoed in potaarde Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 april 2003 Bestaanszekerheidsuitkering (Overeenkomst geregistreerd op 26 september 2003 onder het nummer 67768/CO/150)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor gewoon pottengoed in potaarde ressorteren.

Onder "werklieden" wordt verstaan : de werklieden en werksters.

Art. 2.De werklieden en werksters kunnen aanspraak maken op een dagelijkse uitkering voor bestaanszekerheid, wanneer zij werkloos worden gesteld wegens gebrek aan werk, op voorwaarde dat zij recht hebben op de werkloosheidsuitkeringen en voor zover zij drie maanden anciënniteit in dezelfde onderneming tellen.

Art. 3.De bestaanszekerheidsuitkering wordt toegekend aan de in artikel 1 bedoelde werklieden en werksters voor maximum 60 dagen per kalenderjaar.

Art. 4.De bestaanszekerheidsuitkering wordt uitbetaald vanaf de eerste werkloosheidsdag.

Art. 5.De wettelijke gerechtvaardigde afwezige dagen worden met gewerkte dagen gelijkgesteld.

Art. 6.Het bedrag van de dagelijkse bestaanszekerheidsuitkering in het raam van de vijfdagenweek wordt vastgesteld op 8,19 EUR vanaf 1 april 2003 en 8,94 EUR vanaf 1 maart 2004.

Art. 7.Het recht op bestaanszekerheidsuitkering vervalt : a) bij vrijwillige onderbreking van de arbeidsovereenkomst door de werkman of werkster en bij het sluiten van een nieuwe overeenkomst met een onderneming die niet ressorteert onder het Paritair Comité voor gewoon pottengoed in potaarde;b) bij doorzending wegens overtreding van het arbeidsreglement.

Art. 8.Op verzoek van de werkgever, zijn de werklieden en werksters die de voordelen van de bestaanszekerheid genieten, er toe gehouden onmiddellijk het werk te hervatten met inachtneming nochtans van de wettelijke opzeggingstermijn ingeval zij door een andere arbeidsovereenkomst met een andere werkgever zijn gebonden.

Art. 9.Alle onvoorziene of twijfelachtige gevallen kunnen vooraf aan de directie der ondernemingen en, desgevallend, voor onderzoek aan het Paritair Comité voor gewoon pottengoed in potaarde worden voorgelegd.

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003 en treedt buiten werking op 31 december 2004.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2005.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^