Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 oktober 2010
gepubliceerd op 12 november 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard :

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010012306
pub.
12/11/2010
prom.
10/10/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 OKTOBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard :


a) de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden en tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2008;b) de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2009, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden en tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2008 (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend worden verklaard : a) de als bijlage 1 overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden en tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2008;b) de als bijlage 2 overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 novem-ber 2009, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden en tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2008.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 oktober 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage 1 Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2009 Loon- en arbeidsvoorwaarden en tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2008 (Overeenkomst geregistreerd op 15 december 2009 onder het nummer 96504/CO/313) TITEL I. - Loon- en arbeidsvoorwaarden ONDERTITEL I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de apotheken en de tarificatiediensten.

ONDERTITEL II. - Personeel dat geen apotheker is HOOFDSTUK I. - Beroepsindeling Sectie I. - Categorieën

Art. 2.Voor de toepassing van deze titel zijn de functies gerangschikt in vier categorieën die door onderstaande algemene criteria worden bepaald : Eerste categorie Behoren tot deze categorie, de bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : a) kennis hebben opgedaan welke overeenstemt met het programma van het lager onderwijs, de twee jaar van de eerste graad van het vernieuwd secundair onderwijs (V.S.O.) of alle hiermee gelijkgestelde studies inbegrepen, en die voldoende is om functies te kunnen uitoefenen van het laagste niveau die door de wet of de rechtspraak worden erkend als zijnde van intellectuele aard; en b) een periode van aanpassing van beperkte duur die meestal een op de hoogtestelling is; en c) een eenvoudig werk van secundaire aard dat van degene die het verricht, geen andere verantwoordelijkheid vergt dan die van goed uitgevoerd werk. Voorbeelden : - bediende voor de post en voor de verzending; - loopjongen; - bediende voor klasseerwerk; - onderhoudspersoneel; - studenten (andere dan studenten apotheker).

Tweede categorie Behoren tot deze categorie, de bedienden waarvan de functie is gekenmerkt door : a) de noodzakelijkheid voldoende kennis te hebben opgedaan om functies van intellectuele aard te kunnen uitoefenen en, voor zover mogelijk, een vorming hebben die kan opwegen tegen die welke verkregen wordt door de studies waarmee de oriëntatiecyclus wordt afgesloten; en b) een periode van aanpassing van een bepaalde duur waardoor in een gespecialiseerd werk handigheid wordt verkregen; en c) een eenvoudig, weinig afwisselend werk, waarvoor hoofdzakelijk kwaliteiten van oplettendheid worden vereist en dat uitgevoerd wordt volgens een bepaalde maatstaf onder voortdurende, rechtstreekse en omstandige controle. Voorbeelden : - magazijnmeester-bediende; - typist; - codeerder; - bediende voor de boekhouding met minder dan één jaar ervaring; - facturist; - telefonist-standardist; - student (als apotheker-bachelor).

Derde categorie Behoren tot deze categorie, de bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : a) een vorming die opweegt tegen deze verkregen door studies van volledig secundair onderwijs determinatiegraad, hetzij studies van de secundaire graad aangevuld door gespecialiseerde vakstudies of het verkrijgen van een beroepsbekwaamheid door stage of door de uitoefening van andere gelijke of gelijkaardige functies; en b) het zelfstandig uitvoeren van afwisselend werk, dat gewoonlijk initiatief en redenering vereist van degene die het uitvoert en die tegenover de werkgever verantwoordelijk is voor de uitvoering ervan. Voorbeelden : - stenotypist; - hulpboekhouder; - informaticabediende; - typiste belast met een secretariaat; - farmaceutisch technisch assistent; - tarifeerder; - student (als apotheker-master).

Vierde categorie Behoren tot deze categorie, de bedienden waarvan de functie is gekenmerkt door : a) een vorming die opweegt tegen deze die wordt verkregen door, buiten volledige studies van secundair onderwijs, gespecialiseerde studies, of door het uitoefenen van gelijke of gelijkaardige betrekkingen; en b) een korte tijd om zich in te werken; en c) een meer afwisselend zelfstandig werk waarvoor van degene die het uitvoert, een meer dan gewone vakbekwaamheid, initiatief en verantwoordelijkheidszin vereist worden; en d) de bekwaamheid om : - al het mindere werk van zijn eigen specialiteit uit te voeren; en - al de elementen voor het hem toevertrouwde werk te verzamelen, eventueel geholpen door bedienden van de voorgaande rangen; en - verdeling van het uit te voeren werk aan andere farmaceutische technische assistenten in de officina, met de bedoeling een goede organisatie van de dienst te waarborgen.

Voorbeelden : - boekhouder; - tweetalige stenotypiste; - kassier; - gekwalificeerd farmaceutisch technisch assistent die onder toezicht en onder de verantwoordelijkheid van de apotheker de bereidingen maakt van de geneeskundige voorschriften en de farmaceutische samenstellingen en die bovendien, na een bijkomende vorming te hebben genoten, door zijn werkgever wordt belast met het bekleden van een vertrouwensfunctie, die wordt gekenmerkt door een grotere verantwoordelijkheid in de organisatie van het werk in één officina; - tarifeerder-verifieerder belast met het verdelen van het uit te voeren werk aan de andere tarifeerders en de controle ervan.

Moeten buiten categorie worden geklasseerd, de functies zoals deze van : - programmeur; - directiesecretaresse; - hoofdboekhouder; - vertaler.

Sectie II. - Toepassingsmodaliteiten

Art. 3.De categorie, waartoe een werknemer behoort, wordt niettegenstaande de voorbeelden, in de eerste plaats vastgesteld op basis van de algemene kenmerken van de categorie in de beroepsindeling. Betwistingen inzake de categorie waartoe een werknemer behoort, zullen in eerste instantie voorgelegd worden aan het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten. HOOFDSTUK II. - Minimumbarema's van het personeel dat geen apotheker is

Art. 4.De maandelijkse minimumlonen per categorie, bepaald in artikel 2 van werknemers die geen apotheker zijn, worden als volgt vastgesteld op 1 januari 2009 :

Ervaring/Expérience

Cat. I

Cat. II

Cat. III

Cat. IV

0

1227,31

1252,15

1289,42

1376,39

1

1292,89

1319,12

1358,46

1450,26

2

1358,46

1386,07

1427,49

1524,12

3

1424,04

1453,02

1496,51

1597,98

4

1432,23

1461,40

1505,14

1607,20

5

1440,42

1469,75

1513,77

1616,44

6

1448,62

1478,14

1522,39

1625,65

7

1456,82

1486,51

1531,02

1634,89

8

1465,00

1494,88

1539,65

1644,14

9

1473,20

1503,23

1548,26

1653,34

10

1481,41

1511,61

1556,90

1662,60

11

1489,60

1519,97

1565,54

1671,82

12

1497,79

1528,34

1574,15

1681,08

13

1506,01

1536,73

1580,47

1690,28

14

1514,19

1545,07

1591,42

1699,52

15

1522,39

1553,46

1600,05

1708,76

16

1530,59

1561,83

1608,67

1717,99

17

1538,79

1570,19

1617,29

1727,22

18

1546,98

1578,56

1625,94

1736,44

19

1555,18

1586,93

1634,55

1745,69

20

1563,38

1595,30

1643,19

1754,92

21

1571,56

1603,68

1651,79

1764,14

22

1579,76

1612,03

1660,43

1773,38

23

1587,97

1620,40

1669,06

1782,62

24

1596,17

1628,77

1677,69

1791,84

25

1604,35

1637,13

1686,30

1801,06

26

1612,55

1645,51

1694,95

1810,31

27

1620,76

1653,87

1703,58

1819,52

28

1628,95

1662,25

1712,21

1828,77

29

1637,13

1670,62

1720,83

1838,00

30

1645,35

1679,00

1729,48

1847,25

31

1653,53

1687,35

1738,09

1856,47

32

1661,74

1695,73

1746,72

1865,71

33

1669,92

1704,09

1755,36

1874,92

34

1678,12

1712,47

1763,97

1884,15

35

1686,30

1720,83

1772,60

1893,86

36

1694,52

1729,19

1781,22

1902,68

37

1702,71

1737,57

1789,86

1911,86

38

1710,92

1745,94

1798,47

1921,03

39

1719,11

1754,33

1807,10

1930,21

40

1727,33

1762,69

1815,73

1939,37

41

1735,51

1771,07

1824,36

1948,55

42

1743,72

1779,45

1832,99

1957,73


Art. 5.De maandelijkse minimumlonen per categorie, bepaald in artikel 2 van de werknemers die geen apotheker zijn, worden als volgt vastgesteld op 1 maart 2009 (overschrijding van spilindexcijfers 111,32 = indexering met 2 pct.) :

Ervaring/Expérience

Cat. I

Cat. II

Cat. III

Cat. IV

0

1251,86

1277,19

1315,21

1403,92

1

1318,75

1345,50

1385,63

1479,27

2

1385,63

1413,79

1456,04

1554,60

3

1452,52

1482,08

1526,44

1629,94

4

1460,87

1490,63

1535,24

1639,34

5

1469,23

1499,15

1544,05

1648,77

6

1477,59

1507,70

1552,84

1658,16

7

1485,96

1516,24

1561,64

1667,59

8

1494,30

1524,78

1570,44

1677,02

9

1502,66

1533,29

1579,23

1686,41

10

1511,04

1541,84

1588,04

1695,85

11

1519,39

1550,37

1596,85

1705,26

12

1527,75

1558,91

1605,63

1714,70

13

1536,13

1567,46

1612,08

1724,09

14

1544,47

1575,97

1623,25

1733,51

15

1552,84

1584,53

1632,05

1742,94

16

1561,20

1593,07

1640,84

1752,35

17

1569,57

1601,59

1649,64

1761,76

18

1577,92

1610,13

1658,46

1771,17

19

1586,28

1618,67

1667,24

1780,60

20

1594,65

1627,21

1676,05

1790,02

21

1602,99

1635,75

1684,83

1799,42

22

1611,36

1644,27

1693,64

1808,85

23

1619,73

1652,81

1702,44

1818,27

24

1628,09

1661,35

1711,24

1827,68

25

1636,44

1669,87

1720,03

1837,08

26

1644,80

1678,42

1728,85

1846,52

27

1653,18

1686,95

1737,65

1855,91

28

1661,53

1695,50

1746,45

1865,35

29

1669,87

1704,03

1755,25

1874,76

30

1678,26

1712,58

1764,07

1884,20

31

1686,60

1721,10

1772,85

1893,60

32

1694,97

1729,64

1781,65

1903,02

33

1703,32

1738,17

1790,47

1912,42

34

1711,68

1746,72

1799,25

1921,83

35

1720,03

1755,25

1808,05

1931,74

36

1728,41

1763,77

1816,84

1940,73

37

1736,76

1772,32

1825,66

1950,10

38

1745,14

1780,86

1834,44

1959,45

39

1753,49

1789,42

1843,24

1968,81

40

1761,88

1797,94

1852,04

1978,16

41

1770,22

1806,49

1860,85

1987,52

42

1778,59

1815,04

1869,65

1996,88


Art. 6.De maandelijkse minimumlonen per categorie, bepaald in artikel 2 van de werknemers die geen apotheker zijn, worden als volgt vastgesteld op 1 januari 2010 :

Ervaring/Expérience

Cat. I

Cat. II

Cat. III

Cat. IV

0

1375,00

1400,00

1450,00

1450,00

1

1400,00

1425,00

1475,00

1475,00

2

1425,00

1450,00

1500,00

1500,00

3

1452,52

1482,08

1526,44

1526,44

4

1460,87

1490,63

1535,24

1535,24

5

1469,23

1499,15

1544,05

1544,05

6

1477,59

1507,70

1552,84

1552,84

7

1485,96

1516,24

1561,64

1561,64

8

1494,30

1524,78

1570,44

1570,44

9

1502,66

1533,29

1579,23

1579,23

10

1511,04

1541,84

1588,04

1588,04

11

1519,39

1550,37

1596,85

1596,85

12

1527,75

1558,91

1605,63

1605,63

13

1536,13

1567,46

1612,08

1612,08

14

1544,47

1575,97

1623,25

1623,25

15

1552,84

1584,53

1632,05

1632,05

16

1561,20

1593,07

1640,84

1640,84

17

1569,57

1601,59

1649,64

1649,64

18

1577,92

1610,13

1658,46

1658,46

19

1586,28

1618,67

1667,24

1667,24

20

1594,65

1627,21

1676,05

1676,05

21

1602,99

1635,75

1684,83

1684,83

22

1611,36

1644,27

1693,64

1693,64

23

1619,73

1652,81

1702,44

1702,44

24

1628,09

1661,35

1711,24

1711,24

25

1636,44

1669,87

1720,03

1720,03

26

1644,80

1678,42

1728,85

1728,85

27

1653,18

1686,95

1737,65

1737,65

28

1661,53

1695,50

1746,45

1746,45

29

1669,87

1704,03

1755,25

1755,25

30

1678,26

1712,58

1764,07

1764,07

31

1686,60

1721,10

1772,85

1772,85

32

1694,97

1729,64

1781,65

1781,65

33

1703,32

1738,17

1790,47

1790,47

34

1711,68

1746,72

1799,25

1799,25

35

1720,03

1755,25

1808,05

1808,05

36

1728,41

1763,77

1816,84

1816,84

37

1736,76

1772,32

1825,66

1825,66

38

1745,14

1780,86

1834,44

1834,44

39

1753,49

1789,42

1843,24

1843,24

40

1761,88

1797,94

1852,04

1852,04

41

1770,22

1806,49

1860,85

1860,85

42

1778,59

1815,04

1869,65

1869,65


Art. 7.De minimumlonen die in artikelen 4 tot 6 werden vastgesteld, zijn van toepassing, onverminderd de meer gunstige bepalingen waarvan de werknemers genieten wegens verworvenheden.

Overeenkomstig de bepalingen van de sectoriële collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2001 betreffende de aanpassing van de lonen aan de index en de overgang tot de euro, geregistreerd onder het nummer 60530/CO/313, de maandelijkse minimumlonen worden gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks, voor het Rijk, door de Federale Overheidsdienst Economie vastgesteld en in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

De maandelijkse minimumlonen worden gestabiliseerd per schijf van het referte-indexcijfer, zodanig dat de hoogste of laagste grens van elke stabilisatieschijf gelijk is aan het spilindexcijfer vermenigvuldigd met of gedeeld door de constante coëfficiënt 1,02.

Indien het rekenkundig gemiddelde van de laatste vier maanden van de gezondheidsindexcijfers door de Federale Overheidsdienst Economie elke maand vastgesteld en gepubliceerd de grens van een stabilisatieschijf overschrijdt, wordt deze grens de spil van een nieuwe stabilisatieschijf.

Het overschrijden van de grens van een stabilisatieschijf heeft de aanpassing tot gevolg van de laatste maandelijkse minimumlonen.

Deze aanpassing gebeurt bij stijging door ze te vermenigvuldigen met de coëfficiënt 1,02; bij daling door ze te delen door de coëfficiënt 1,02.

Bij toepassing van de bepalingen wordt de volgende tabel opgemaakt vanaf 1 januari 2010 :

Stabilisatieschijven/Tranches de stabilisation

Laagste grens/ Limite inférieure

Spil/ Pivot

Hoogste grens/ Limite supérieure

102,80

104,90

107,00

104,90

107,00

109,14

107,00

109,14

111,32

109,14

111,32

113,55

111,32

113,55

115,82

111,32

115,82

118,13

111,32

118,13

120,49


HOOFDSTUK III. - Evolutie van de maandelijkse minimumlonen van het personeel dat geen apotheker is vastgelegd door het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten in functie van de ervaring

Art. 9.Vanaf het aanvangsloon verhogen de minimum maandlonen vastgesteld door het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten naar gelang de ervaring van de werknemer toeneemt.

Art. 10.§ 1. De ervaring is als volgt gedefinieerd : A. Personeel tewerkgesteld in een tarificatiedienst en personeel ander dan farmaceutisch-technische assistenten dat in een voor het publiek opengestelde apotheek werkt Onder ervaring wordt verstaan : de uitoefening van de beroepsactiviteit - in een onderneming die onder het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten valt; of - in eenzelfde of een soortgelijke functie in een onderneming die niet onder het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten valt of - in een niet-soortgelijke functie in een onderneming die niet onder het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten valt.

Voor de toekenning van ervaringsjaren wordt geen onderscheid gemaakt tussen voltijdse of deeltijdse prestaties (minimaal halftijds).

Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de bewezen ervaring als werknemer of als zelfstandige of als statutair ambtenaar.

B. Farmaceutisch-technische assistenten die in een voor het publiek opengestelde apotheek werken Onder ervaring wordt verstaan : - de uitoefening van de functie in een voor het publiek opengestelde apotheek in België; of - de uitoefening van de functie in een voor het publiek opengestelde apotheek binnen de Europese Unie en voor zover dat deze persoon een beroepserkenning van de Federale Overheidsdient Volksgezondheid krijgt; of - in een andere functie voor zover de professionele activiteit minimaal tien jaar bedraagt. In dit geval wordt de tijdsduur van de beroepsactiviteit die in rekening gebracht wordt verminderd met vijf jaar en gelimiteerd tot in totaal vijftien jaren. De gelijkstelling gebeurt pas na een praktijkervaring van zes maanden.

Voor de toekenning van de ervaringsjaren wordt geen onderscheid gemaakt tussen voltijdse of deeltijdse prestaties (minimum halftijds).

Geen onderscheid wordt gemaakt tussen de bewezen ervaring als werknemer of als zelfstandige of als statutair ambtenaar. § 2. Volgende schorsingen van de arbeidsovereenkomst welke gepaard gaan met een vervangingsinkomen, worden gelijkgesteld zoals bedoeld in § 1 : a) de periodes van deeltijds schorsing wegens tijdskrediet inclusief tijdskrediet om thematisch redenen, zwangerschapsverlof en arbeidsongeschiktheid, zoals bedoeld in de wetgeving terzake;b) de periodes van voltijdse schorsing wegens ziekte, arbeidsongeval en beroepsziekte, zoals bedoeld in de wetgeving terzake;c) de periodes van voltijdse schorsing wegens tijdskrediet om thematische redenen, zoals bedoeld in de wetgeving terzake met een maximum van 3 jaar;d) de andere periodes van voltijdse opschorting wegens tijdskrediet met een maximum van 1 jaar;e) de periodes voor moederschapsverlof en vaderschapsverlof;f) de periodes van profylactisch verlof;g) de periodes ten gevolge van de maatregelen in tijden van crisis in de wet van 19 juni 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/06/2009 pub. 29/07/2009 numac 2009012210 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende begeleidende maatregelen met betrekking tot de instelling van een bijzondere onderhandelingsgroep, een vertegenwoordigingsorgaan en procedures betreffende het medezeggenschap van de werknemers in ondernemingen ontstaan ten gevolge van een grensoverschijdende fusie van kapitaalvennootschappen sluiten voorzien;h) de andere periodes van voltijdse opschorting van de arbeidsovereenkomst zoals in hoofdstuk III van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten voorzien;i) de periodes van stages en opleiding na de studie gevolgd;j) de periodes van deeltijdse uitkeringsgerechtigde werkloosheid;k) voor het personeel tewerkgesteld in een tarificatiedienst en in de officina, andere dan farmaceutisch-technische assistenten, de periodes van voltijdse uitkeringsgerechtigde werkloosheid met een maximum van 3 jaar. Voor de farmaceutisch-technische assistenten, na een periode van 6 maanden praktijkervaring, de periode van voltijdse werkloosheid met een maximum van 3 jaar.

Geen enkele gelijkstellingsperiode mag gecumuleerd worden met een periode van beroepsactiviteit of met een andere gelijkstellingsperiode. § 3. Voor de aanrekening van professionele ervaring mag geen enkele gelijkstellingsperiode gecumuleerd worden met een periode van beroepsactiviteit of met een andere gelijkstellingsperiode.

Art. 11.Op het ogenblik van de indiensttreding wordt het baremieke loon van de bediende vastgelegd overeenkomstig het ervaringsbarema van de categorie waartoe zijn functie behoort en op basis van de relevante beroepservaring, zoals bedoeld in het artikel 10.

Het aantal beroepservaringsperiodes en de gelijkstellingsperiodes worden in jaren en maanden uitgedrukt.

De overgang van één jaar ervaring naar een ander gebeurt op de verjaardag van het arbeidscontract en voorzover dat de beroepservaring effectieve en gelijkgestelde met twaalf maanden toegenomen is. HOOFDSTUK IV. - Slot- en overgangsbepalingen

Art. 12.Voor de personeelsleden in dienst op 31 december 2009 : § 1. Voor de overgang naar het nieuw systeem en in afwijking van wat voorafgaat : vanaf 1 januari 2010 zal het aantal jaren ervaring dat voor hen voor het verleden in aanmerking genomen wordt, gelijk zijn aan het aantal jaren in de categorie dat in het ervaringsbarema overeenstemt met het bedrag dat op hen van toepassing was op 31 december 2009. § 2. De eerste verhoging van het minimummaandloon zoals vastgesteld door het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten na 1 januari 2010 zal ingaan de eerste dag van de maand volgend op de verjaardag van hun indiensttreding.

ONDERTITEL III. - Apothekers HOOFDSTUK I. - Bezoldigingsvoorwaarden van de apothekers

Art. 13.Onder "apotheker-provisor" moet worden verstaan : de apotheker-titularis die geen eigenaar is van de officina. Onder "adjunct-apotheker" moet worden verstaan : de apotheker die samenwerkt met de titularis (al dan niet eigenaar) die verantwoordelijk is voor de officina.

Art. 14.In toepassing van het sectoraal protocolakkoord van 21 december 2007, zijn de maandelijkse minimumlonen op 1 januari 2009 de volgende :

Apothekers - anciënniteit in de sector/ Pharmaciens - ancienneté dans le secteur

Adjuncten/ Adjoints

Provisoren/ Gérants

EUR

EUR

Zonder ervaring/sans expérience

2330,88

2584,64

6 maanden/mois

2443,66

2725,63

1 jaar/an

2584,64

2866,61

3 jaar/ans

2655,14

2937,10

5 jaar/ans

2725,63

3007,60

7 jaar/ans

2796,13

3078,08

10 jaar/ans

2866,61

3148,57


Art. 15.De maandelijkse minimumlonen worden als volgt vastgesteld op 1 maart 2009 (overschrijding van spilindexcijfers 111,32 = indexering met 2 pct.) :

Apothekers - anciënniteit in de sector/ Pharmaciens - ancienneté dans le secteur

Adjuncten/ Adjoints

Provisoren/ Gérants

EUR

EUR

Zonder ervaring/sans expérience

2377,50

2636,33

6 maanden/mois

2492,53

2780,14

1 jaar/an

2636,33

2923,94

3 jaar/ans

2708,24

2995,84

5 jaar/ans

2780,14

3067,75

7 jaar/ans

2852,05

3139,64

10 jaar/ans

2923,94

3211,54


Art. 16.Overeenkomstig de bepalingen van de sectoriële collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2001 betreffende de aanpassing van de lonen aan de index en de overgang tot de euro, geregistreerd onder het nummer 60530/CO/313.

De maandelijkse minimumlonen worden gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks, voor het Rijk, door de Federale Overheidsdienst Economie vastgesteld en in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

De maandelijkse minimumlonen worden gestabiliseerd per schijf van het referte-indexcijfer, zodanig dat de hoogste of laagste grens van elke stabilisatieschijf gelijk is aan het spilindexcijfer vermenigvuldigd met of gedeeld door de constante coëfficiënt 1,02.

Indien het rekenkundig gemiddelde van de laatste vier maanden van de gezondheidsindexcijfers door de Federale Overheidsdienst Economie elke maand vastgesteld en gepubliceerd de grens van een stabilisatieschijf overschrijdt, wordt deze grens de spil van een nieuwe stabilisatieschijf.

Het overschrijden van de grens van een stabilisatieschijf heeft de aanpassing tot gevolg van de laatste maandelijkse minimumlonen.

Deze aanpassing gebeurt bij stijging door ze te vermenigvuldigen met de coëfficiënt 1,02; bij daling door ze te delen door de coëfficiënt 1,02.

Bij toepassing van de bepalingen wordt de volgende tabel opgemaakt vanaf 1 januari 2010 :

Stabilisatieschijven/Tranches de stabilisation

Laagste grens/ Limite inférieure

Spil/ Pivot

Hoogste grens/ Limite supérieure

102,80

104,90

107,00

104,90

107,00

109,14

107,00

109,14

111,32

109,14

111,32

113,55

111,32

113,55

115,82

111,32

115,82

118,13

115,82

118,13

120,49


Art. 17.Anciënniteit Voor toepassing van artikelen 13 tot 16 is de in aanmerking te nemen anciënniteit die welke geldt in de sector, zowel in de hoedanigheid van tewerkgestelde in dienst van één of meerdere werkgevers, als in de hoedanigheid van zelfstandige in de officina waarvan de werknemer eigenaar of beheerder was.

Het bewijs van tewerkstelling moet door de werknemer worden voorgelegd.

Occasionele werkzaamheden van minder dan één maand, alsook iedere activiteit in de hoedanigheid van student of gedurende de dienstplicht, komen hiervoor niet in aanmerking.

Art. 18.Om te bepalen of het maandelijks minimumloon dat tussen de partijen werd overeengekomen, beantwoordt aan het in artikelen 13 tot 16 voorziene minimum, moet men rekening houden met alle elementen die in artikel 2 van de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten betreffende de bescherming van het loon der werknemers worden vermeld, met inbegrip van de voordelen toegekend op een andere dan de maandelijkse basis.

Art. 19.Voor de apotheker die krachtens een overeenkomst voor deeltijdse arbeid is tewerkgesteld, zijn de bepalingen toepasselijk van de collectieve overeenkomst nr. 35 van 27 februari 1981, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, en voornamelijk artikel 10.

ONDERTITEL IV. - Vervanger van de farmaceutisch technische assistent

Art. 20.Wordt als vervanger van de farmaceutisch technische assistent beschouwd, de bediende die beantwoordt aan de maatstaven van de derde categorie categorie van de farmaceutisch technisch assistenten en die bij gelegenheid door verschillende werkgevers wordt tewerkgesteld.

Art. 21.Het dagelijks minimumloon van de vervanger van de farmaceutisch technische assistent wordt bepaald op basis van het maandelijks minimumloon van categorie 3, vanaf 26 jaar in functie van zijn ervaring, zoals voorzien in artikel 10 van deze overeenkomst.

De verplaatsingskosten zijn ten laste van de werkgever.

Ingeval er voordelen in natura worden toegekend, mag de waarde van de voeding worden afgetrokken volgens het bedrag vastgesteld voor de berekening van de bijdragen voor de sociale zekerheid.

ONDERTITEL V. - Klein verlet

Art. 22.Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van de werklieden, de dienstboden, de bedienden en werknemers aangeworven voor de dienst op binnenschepen, voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten wordt een derde werkdag verlof met behoud van de normale wedde toegekend ter gelegenheid van het huwelijk van de werknemer of de geboorte van een kind van de werknemer indien dit kind erkend wordt door zijn vader.

Art. 23.Wanneer, wegens volgende gebeurtenissen, het verlof niet opgenomen werd, volgens de voorwaarden voorzien bij voornoemd koninklijk besluit van 28 augustus 1963, kunnen werknemers er nochtans aanspraak op maken bij : - huwelijk van de werknemer; - huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer of een zuster van de werknemer; - overlijden van de echtgenoot of echtgenote, van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van de vader, de moeder, de grootvader, de grootmoeder, een broer, een zuster, een kleinkind, een schoonzoon, een schoondochter van de werknemer.

Art. 24.Daar waar gunstigere voorwaarden inzake vakantie en verlof in gebruik zijn, moet de verworven toestand behouden blijven in het voordeel van de werknemers.

TITEL II. - Arbeidsduur HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Art. 25.Titel II van deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers, met uitzondering van de apothekers houders van een wettelijk diploma, en op de werkgevers die hen tewerkstellen.

Voor deze laatste, wordt de arbeidsduur door een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst vastgesteld. HOOFDSTUK II. - Arbeidsduur

Art. 26.De wekelijkse arbeidsduur wordt vastgesteld op 38 uur.

Art. 27.De tewerkstelling van werknemers na 20 uur is slechts toegelaten wanneer de werkgever deelneemt aan de wachtdienst ingericht voor zijn regio. De totale duur van de nachtarbeid tussen 20 uur en 6 uur mag de 20 uur per jaar niet overschrijden.

Art. 28.Wanneer de werknemers buiten de bij artikelen 26 en 27 vastgestelde grenzen worden tewerkgesteld krachtens artikel 25 van de wet op de arbeid van 16 maart 1971 laat de werkgever dit zo spoedig mogelijk aan de arbeidsinspectie weten.

Art. 29.De arbeidsduur mag met 20 uur per jaar de wekelijkse grens overschrijden die in artikel 26 van deze titel is vastgesteld, op voorwaarde dat hij niet de bij of krachtens de wet vastgestelde grenzen overschrijdt.

De werkgever mag van deze mogelijkheid slechts gebruik maken voor zover de werknemers of, wanneer zij bestaat, de syndicale afvaardiging van de onderneming minstens zeven dagen vooraf ervan verwittigd worden.

Art. 30.In de apotheken gevestigd in badplaatsen en luchtkuuroorden, alsook in toeristische centra, mogen de door of krachtens de wet vastgestelde grenzen worden overschreden gedurende dertien weken per kalenderjaar, teneinde het hoofd te kunnen bieden aan een uitzonderlijke toename van het werk.

De in artikel 26 van deze titel beoogde wekelijkse grens mag niet meer dan vijf uur worden overschreden.

TITEL III. - Gebruiksmodaliteiten van het educatief verlof HOOFDSTUK I. - Spreiding en gebruik van het educatief verlof

Art. 31.In uitvoering van artikel 4 van de wet van 10 april 1973 waarbij aan de werknemers educatief verlof wordt toegekend met het oog op hun sociale promotie, wordt dit verlof op volgende wijze gebruikt : - de helft wordt voorbehouden aan de voorbereiding en het afleggen van examens op het einde van het schooljaar; - de andere helft wordt verspreid over het schooljaar, onder de vorm van verlof, gespreid per maand of per week. HOOFDSTUK II. - Afwijkingsstelsel

Art. 32.Mits éénparig akkoord van de ondernemingsraad, of bij ontstentenis na overeenkomst tussen het ondernemingshoofd en de syndicale afvaardiging, of bij ontstentenis na overeenkomst tussen het ondernemingshoofd en de betrokken werknemers, kan worden afgeweken van de in artikel 31 voorziene spreidingswijze.

Art. 33.In dit geval wordt het totaal aantal uren over het gehele schooljaar gespreid in de vorm van verlof gespreid per maand of per week.

Art. 34.Op uitdrukkelijk verzoek van de werknemer kan maximum één vierde van het educatief verlof bedoeld in artikel 33, worden besteed aan de voorbereiding en het afleggen van de examens. Dit verzoek moet worden ingediend bij het ondernemingshoofd of zijn aangestelde, bij aanvang van het schooljaar en ten laatste op 31 december van het lopende jaar.

TITEL IV. - Vervanging van wettelijke feestdagen die samenvallen met een dag van de week waarop normaal niet wordt gepresteerd en jaarlijks verlof

Art. 35.In het kader van voltijdse betrekkingen geven de wettelijke feestdagen die samenvallen met de dag van de week waarop normaal niet gepresteerd wordt, aanleiding tot een dag compensatieverlof.

Art. 36.Deze titel heeft een aanvullend karakter. Hij is niet van toepassing op ondernemingen met een ondernemingsraad en/of een comité voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de de werkplaatsen en/of een syndicale delegatie.

Hij is evenmin van toepassing op ondernemingen waar een binnen de onderneming afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst de modaliteiten inzake de jaarlijkse vakantie vastlegt.

Art. 37.De partijen zullen overeenkomstig de wetgeving op de feestdagen, gezamenlijk de feestdagen en de vervangingsdagen vastleggen vóór 15 december van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de feestdagen zullen worden toegekend.

Art. 38.In overeenstemming met de bepalingen van de wetgeving inzake de jaarlijkse vakantie, leggen de partijen de periode van de hoofdvakantie vast vóór 1 april van het kalenderjaar.

Het akkoord zal het voorwerp uitmaken van een overeenkomst waarin moet worden vermeld : - de naam van de ondertekenende partijen; - de datum van het hoofdverlof; - de datum van ondertekening.

Iedere partij zal een exemplaar van de overeenkomst ontvangen.

Art. 39.Indien geen akkoord werd bereikt op 1 april van het kalenderjaar, kan de werknemer binnen de veertien kalenderdagen een schriftelijk voorstel overmaken aan de werkgever. De werkgever tekent een duplicaat van dit voorstel. Deze handtekening geldt enkel voor ontvangst van het voorstel. Het voorstel kan ook per aangetekende brief worden overgemaakt.

Art. 40.Indien op 1 mei van het kalenderjaar geen akkoord is bereikt, of geen schriftelijk voorstel werd overgemaakt, of indien het schriftelijk voorstel niet werd aanvaard, kan de meest gerede partij een aanvraag tot verzoening richten aan de voorzitter van het paritair comité, via één van de vertegenwoordigde organisaties in het paritair comité.

De voorzitter van het paritair comité zal een verzoeningsvergadering samenroepen vóór 15 mei van elk jaar, om alle aanvragen te behandelen.

Art. 41.In laatste instantie blijven de arbeidsrechtbanken bevoegd om het geschil te beslechten.

Art. 42.Werkgever en werknemer zullen op ondernemingsniveau afspraken maken over een systeem om de vakantiedagen in rekening te brengen.

TITEL V. - Slotbepalingen

Art. 43.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009, met uitzondering van artikelen 6, 8 en 16 die treden in werking op 1 januari 2010.

Zij is gesloten voor onbepaalde tijd behoudens opzegging met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden, bij ter post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten en aan de daarin vertegenwoordigde organisaties.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2008 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden die verplicht wordt door koninklijk besluit van 13 november 2008 (Belgisch Staatsblad van 15 december 2008).

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

Bijlage 2 Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2010 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2009 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden en tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2008 (Overeenkomst geregistreerd op 23 juni 2010 onder het nummer 99970/CO/313) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten.

Voor de toepassing van deze overeenkomst, wordt onder "werknemers" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werknemers. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aangebracht in de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2009

Art. 2.In de tekst van artikel 10, § 1, A., wordt de vermelding tussen aanhalingstekens "minimum halftijds" geschrapt.

Art. 3.In de tekst van artikel 10, § 1, B., wordt de vermelding tussen aanhalingstekens "minimum halftijds" geschrapt.

Art. 4.In artikel 17 wordt het laatste lid (Occasionele werkzaamheden van minder dan een maand, alsook iedere activiteit in de hoedaningheid van student of gedurende de dienstplicht, komen hiervoor niet in aanmerking) geschrapt. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009.

Zij heeft dezelfde geldigheidsduur en dezelfde opzeggingsmodaliteiten en -termijnen als de collectieve arbeidsovereenkomst die zij wijzigt.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^