Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 september 2010
gepubliceerd op 14 oktober 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2008, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de verbetering van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de personeelsleden van de netbedrijven op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010012252
pub.
14/10/2010
prom.
10/09/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 SEPTEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2008, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de verbetering van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de personeelsleden van de netbedrijven op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2008, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de verbetering van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de personeelsleden van de netbedrijven op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 september 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2008 Verbetering van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de personeelsleden van de netbedrijven op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is (Overeenkomst geregistreerd op 9 december 2008 onder het nummer 89823/CO/326) Inleiding en context Deze collectieve arbeidsovereenkomst beoogt de verbetering van de loonvoorwaarden, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003, voor de gereguleerde bedrijven. In respect voor de hiërarchie van de rechtsbronnen vult zij deze sectorale collectieve arbeidsovereenkomst aan en dit meer bepaald voor wat betreft artikel 4 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst. Zij beoogt zowel de verbetering van het evaluatiesysteem door dit op jaarbasis te brengen, het transparanter en duidelijker te maken voor de werknemer, als de invoering van financiële verbeteringen. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de gebaremiseerde personeelsleden, op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van toepassing is, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 september 2004 en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2004 en verbonden door een arbeidsovereenkomst met één van de gereguleerde ondernemingen.

Art. 2.Voor de werknemers van Netmanagement Wallonië is deze collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing tenzij expliciet andersluidende bepalingen.

De werknemers van Indexis die naar Netmanagement Wallonië zijn overgeplaatst kunnen, voor 2008, individueel kiezen tussen de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van de BU Netten Wallonië van 30 april 2008 en de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK II. - Begrippen en definities

Art. 3.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder : "werknemer", de gebaremiseerde werknemer aangeworven vanaf 1 januari 2002 bij de gereguleerde ondernemingen ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf. "onderneming" : de juridische entiteit. "gereguleerde ondernemingen" of "netbedrijven" : de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf en die zich bezig houden met het transport of distributie van gas en elektriciteit en de activiteiten van metering. HOOFDSTUK III. - Jaar 2008 Barema

Art. 4.Vanaf 1 juli 2008 en voor onbepaalde duur, wordt het maandbarema als volgt vastgelegd :

Positie Position

Plage (Basis 2004/Base 2004 = 100)

HA (14-13)

HB (12-11)

G (10)

F (9)

E (8)

D (7)

C (6-5)

B (4-3)

A (2-1)

Pt 130

2 445,35

2 494,26

2 594,52

2 752,78

2 941,62

3 168,13

3 428,23

3 744,31

4 141,57

Pt 120

2 257,25

2 302,40

2 394,95

2 541,03

2 715,35

2 924,43

3 164,52

3 456,29

3 822,99

Pt 110

2 069,14

2 110,53

2 195,37

2 329,28

2 489,07

2 680,73

2 900,81

3 168,26

3 504,41

Pt 100

1 881,04

1 918,66

1 995,79

2 117,53

2 262,79

2 437,03

2 637,10

2 880,24

3 185,83

Pt 90

1 692,93

1 726,80

1 796,21

1 905,77

2 036,51

2 193,32

2 373,39

2 592,21

2 867,24

Pt 80

1 504,83

1 534,93

1 596,63

1 694,02

1 810,23

1 949,62

2 109,68

2 304,19

2 548,66


Eenmalige premie

Art. 5.Een eenmalige bruto premie van 350,00 EUR wordt in december 2008 betaald aan alle werknemers die in dienst zijn op 1 juli 2008 of op datum van ondertekening van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 6.Voor de werknemers van Netmanagement Wallonië wordt de premie van 350,00 EUR als volgt uitbetaald : 200,00 EUR met de weddebetaling van januari 2009 en 150,00 euro met de weddebetaling van juli 2009.

De werknemers van Indexis die naar Netmanagement Wallonië zijn overgeplaatst kunnen, voor 2008, individueel kiezen tussen de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van de BU Netten Wallonië van 30 april 2008 aangevuld met de bepalingen van alinea 1 van dit artikel en de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst

Art. 7.Voor de deeltijds tewerkgestelde werknemers, wordt deze premie pro rata toegekend.

Recurrente verhoging

Art. 8.Aan de werknemers wordt met terugwerkende kracht op 1 juli 2008 of datum van indiensttreding een recurrente verhoging toegekend.

Deze verhoging wordt toegekend aan de werknemers in dienst op 1 juli 2008 of op 31 december 2008 op basis van punt P op 1 juli 2008.

Art. 9.Deze verhoging is als volgt samengesteld : - 80 <= P* < 91 : +2,00 pct.; - 91 <= P < 101 : +1,50 pct.; - 101 <= P < 120 : +1,00 pct.. * P stelt de positie voor van het loon van de werknemer ten opzichte van het punt 100 in de schijf die hem toegekend is.

P is het resultaat van de volgende berekening : Maandloon (basis2004=100) X 100 Pt 100 van de toegekende plage (art 4)

Art. 10.Voor de werknemers van Netmanagement Wallonië is artikel 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst niet van toepassing.

De werknemers van Indexis die naar Netmanagement Wallonië zijn overgeplaatst kunnen, voor 2008, individueel kiezen tussen de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van de BU Netten Wallonië van 30 april 2008 aangevuld met de bepalingen van artikel 6 alinea 1 en de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK IV. - Jaar 2009 Recurrente verhoging

Art. 11.Aan de werknemers wordt op 1 januari 2009 een recurrente verhoging van de werkelijke weddes toegekend in funktie van de positie (P) van de werknemer binnen de schijf.

Deze verhoging dekt de Norm voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003.

Art. 12.Deze verhoging is als volgt samengesteld : - 80 <= P < 91 : + 2,50 pct. - 91 <= P < 101 : + 2,00 pct. - 101 <= P < 111 : + 1,00 pct. - 111 <= P < 121 : + 0,50 pct. - 121 <= P < 130 : + 0,25 pct. HOOFDSTUK V. - Jaren 2009-2010 Recurrente verhoging

Art. 13.De recurrente verhogingen toegekend op 1 januari 2010 en op 1 januari 2011 zullen het resultaat zijn van het evaluatieproces van de individuele prestaties van respectievelijk 2009 en 2010, zoals hierna beschreven.

Art. 14.Deze verhogingen dekken de Norm en Norm+ voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003. HOOFDSTUK VI. - Jaarlijks evaluatieproces van de prestaties Principes

Art. 15.Vanaf 1 januari 2009 wordt een jaarlijks evaluatieproces opgezet.

Art. 16.Door middel van dit proces, worden de prestaties van het jaar N geëvalueerd op het einde van dat jaar en omgezet naar een loonsverhoging van kracht op 1 januari van het jaar N+1 conform artikelen 24 en 28.

De periode die overeenkomt met het jaar N is een periode van 12 maanden die kan beginnen tussen 1 november van het jaar N-1 en 30 april van het jaar N.

Art. 17.Het proces wordt opgebouwd rond de volgende stappen : - de vastlegging van de doelstellingen; - een functioneringsgesprek in de loop van de periode; - de evaluatie van de prestaties.

Art. 18.De vastlegging van de doelstellingen en de evaluatie van de prestaties gebeuren tussen de werknemer en de eerste hogerliggende hiërarchie, van het niveau meesterschap of kader.

Formulier voor de vastlegging van de doelstellingen en de evaluatie

Art. 19.Het geheel van het proces wordt geformaliseerd door het gebruik van documenten waarop het volgende vermeld wordt : - de doelstellingen voor de periode; - eventueel het gewicht dat aan elk van de doelstellingen gegeven wordt; - eventueel de behaalde score voor elke doelstelling tijdens de evaluatie; - de globale score van de evaluatie; - eventueel opmerkingen die de werknemer en/of zijn hiërarchie willen vermelden als gevolg van het onderhoud dat ze gehad hebben.

Deze documenten worden ondertekend door beide partijen die elk een exemplaar ontvangen.

De vastlegging van de doelstellingen

Art. 20.De jaarlijkse doelstellingen moeten duidelijk en meetbaar zijn.

Eindevaluatie van de periode

Art. 21.Tijdens het evaluatiegesprek op het einde van de periode, zal de hiërarchie aan de werknemer de evaluatie van de doelstellingen toelichten en dit op basis van het document dat is opgesteld aan het begin van de periode (eventueel aangepast naar aanleiding van het functioneringsgesprek).

Art. 22.De globale score wordt door de hiërarchie aan de werknemer schriftelijk meegedeeld op het einde van het evaluatiegesprek.

Art. 23.In geval van onenigheid tussen de werknemer en zijn hiërarchie over de toegekende score, kan de werknemer beroep doen op het hogere hiërarchische niveau (minimaal kader) om de evaluatie opnieuw te bespreken. De werknemer dient zijn eventuele beroepsaanvraag in te dienen binnen de acht werkdagen na de mededeling van de score en het beroepsgesprek vindt plaats binnen de twee weken na de aanvraag.

Tijdens het "beroep"-gesprek kan de werknemer, indien hij het verlangt, zich laten bijstaan door een persoon naar zijn keuze : - Door een vakbondsafgevaardigde conform aan het artikel 15 van het vakbondsstatuut; - Door een andere actief personeelslid van de onderneming.

Toekenning van de niveaus van de loonsverhoging Minimale loonsverhoging

Art. 24.De onderstaande tabel herneemt de percentages die toegepast worden als minimale loonsverhoging.

Minimale verhoging

Positie / Position (p)

Verhoging / Augmentation

80 <= p < 91

2,00 pct. / p.c.

91 <= p < 101

1,00 pct. / p.c.

101 <= p < 111

0,50 pct. / p.c.

111 <= p < 121

0,25 pct. / p.c.

121 <= p < 130

0,00 pct. / p.c.

Loonsverhogingen gelinkt aan evaluatie

Art. 25.Er bestaan verschillende niveaus van loonsverhoging.

Bij het bepalen van het aantal werknemers in elk niveau van loonsverhoging, wordt de volgende verdeelsleutel gerespecteerd : - 10 pct. tot 15 pct. zal het niveau IV behalen; - 20 pct. tot 30 pct. zal het niveau III behalen; - 50 pct. tot 65 pct. zal het niveau II behalen.

Bepaling van het individueel percentage van de loonsverhoging

Art. 26.Met elk verhogingsniveau komt een reeks percentages van loonsverhogingen overeen, rekening houdend met de positie (P) van de werknemer in de loonschijf.

Art. 27.Het individueel percentage van de verhoging wordt bepaald door : - de positie in de schijf; - het resultaat van de rangschikking.

Art. 28.De onderstaande tabel herneemt de percentages die toegepast worden op de verschillende verhogingsniveaus.

Verhoging na evaluatie (inclusif minimale verhoging van artikel 24)

Positie/Position (p)

Verhogingsniveau/Niveau d'augmentation

II

III

IV

80 <= p < 91

2,50 pct. / p.c.

3,00 pct. / p.c.

4,00 pct. / p.c.

91 <= p < 101

2,00 pct. / p.c.

3,00 pct. / p.c.

4,00 pct. / p.c.

101 <= p < 111

1,00 pct. / p.c.

2,00 pct. / p.c.

3,00 pct. / p.c.

111 <= p < 121

0,50 pct. / p.c.

1,00 pct. / p.c.

1,50 pct. / p.c.

121 <= p < 130

0,25 pct. / p.c.

0,50 pct. / p.c.

1,00 pct. / p.c.

Om het niveau II te bekomen is het noodzakelijk en voldoende dat er een correcte uitoefening van de funktie is volgens de gestelde doelstellingen.

Rangschikking van de evaluatie

Art. 29.Om de loonsverhogingen toe te kennen, worden de globale scores van alle werknemers geconsolideerd door het departement HR. De consolidatie bestaat er in om de werknemers te rangschikken in dalende volgorde van de bekomen globale scores (= ranking).

Elke onderneming bepaalt vóór de evaluatiefase van de prestaties of deze rangschikking gebeurt op het niveau van de onderneming, van een directie of een departement en deelt deze informatie mee aan het gepaste paritaire orgaan.

Art. 30.De toepassing van de percentages van de verhoging kan in geen enkel geval resulteren in het overschrijden van het maximum (Pt 130) van het loon van de betreffende schijf.

Art. 31.§ 1. Teneinde de transparantie en de objectiviteit van het evaluatieproces te waarborgen, of zelfs te verbeteren, zullen de verschillende stappen hiervan, te weten de vastlegging van de objectieven, het functioneringsgesprek en het evaluatiegesprek, opeenvolgend - telkens na deze fases - onderwerp uitmaken van een uitwisseling van ervaringen binnen de ondernemingsraad of in paritair platform. § 2. De werkgevers informeren de ondernemingsraad of een andere overlegorgaan van de verdeling van de werknemers over de verschillende verhogingsniveaus. HOOFDSTUK VII. - Promoties Principe

Art. 32.Een promotie van één of meer klasse volgens de sectorale kwalificatiemethode toegekend tussen 1 november 2008 en 1 december 2010 geeft aanleiding tot een verhoging van het loon van de werknemer.

Gemeenschappelijke basis

Art. 33.Voor een promotie van klasse 14 tot 11 naar klasse 13 tot 10, wordt minimum 1,00 pct. verhoging toegekend.

Voor een promotie van klasse 10 tot 6 naar klasse 9 tot 5, wordt minimum 1,50 pct. verhoging toegekend.

Voor een promotie van klasse 5 tot 2 naar klasse 4 tot 1, wordt minimum 2,00 pct. verhoging toegekend.

Art. 34.De verhogingspercentages zijn cumuleerbaar in geval van promoties van meerdere klassen.

Art. 35.Indien het loon door de toepassing van de hierboven vermelde verhogingen de basis van de schijf verbonden aan de klasse van de uitgeoefende functie, niet bereikt - en dit rekening gehouden met de norm van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 of gewijzigd door latere collectieve arbeidsovereenkomsten deze inbegrepen - wordt deze basis toegekend rekeninghoudend met de baremische anciënniteit.

Indien de toepassing van de hierboven vermelde verhogingen het overschrijden van punt 130 van de schijf (zie artikel 4) tot gevolg heeft, wordt de verhoging beperkt tot dit plafond. HOOFDSTUK VIII. - Minimale anciënnitieit bij aanwerving

Art. 36.Er wordt aan de werknemers aangeworven met een contract van onbepaalde duur vanaf 20 november 2008 volgende valorisatie toegekend : - de valorisatie van de eventuele periode van een contract van bepaalde duur; - de valorisatie van de relevante professionele loopbaan ten belope van 1/3; - de valorisatie van de relevante professionele loopbaan ten belope van 1/2 in geval van bijzondere technische ervaring.

Er wordt een minimum anciënniteit van 1 jaar en een maximum anciënniteit van 10 jaar toegepast op boven vermelde gevallen. HOOFDSTUK IX. - Anticipatie op de sociale programmatie 2009-2010

Art. 37.Wetende dat het hier gaat om een verbetering van de loonsvoorwaarden, tussen 2 sociale programmaties in, engageren de sociale partners zich om met deze verhogingen/verbeteringen toegekend vanaf 1 januari 2009, rekening te houden bij de sociale programmatie 2009-2010. HOOFDSTUK X. - Geldigheidsduur

Art. 38.Tenzij andersluidende bepalingen, wordt deze collectieve arbeidsovereenkomst gesloten voor een bepaalde duur, van 1 juli 2008 tot 31 december 2010.

De recurrente verhoging, voorzien in het evaluatieproces van de prestaties van het jaar 2010, zal toegepast worden in maart 2011 met uitwerking op 1 januari 2011.

Art. 39.Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan, mits het naleven van een opzegtermijn van 6 maanden door één van de ondertekenende partijen, geheel of gedeeltelijk, bij aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, opgezegd worden. HOOFDSTUK XI. - Sociale vrede

Art. 40.Tijdens de duur van de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, verbinden de partijen zich ertoe om de sociale vrede te respecteren.

Art. 41.De ondertekenende partijen bevestigen dat alle bestaande voordelen die niet gewijzigd worden door deze collectieve arbeidsovereenkomst onverminderd van toepassing blijven.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 september 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2008, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de verbetering van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de personeelsleden van de netbedrijven op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is Paritaire toelichting Positie "P" van de werknemer De positie Het niveau "P" van de werknemer zal hem jaarlijks megedeeld worden.

Berekeningsvoorbeeld : Een werknemer die een funktie gekwalificeerd plage HB uitoefent verdient een maandloon van 2.000 EUR aan de index (basis 2004) van bijvoorbeeld 1,11.

Zijn positie P werd berekend zoals volgt : - Omzetting loon naar basis 100 : 2.000,00 EUR / 1,11 = 1.801,80 EUR. - Pt 100 van plage HB (basis 2004=100) : 1.918,66 EUR (zie tabel artikel 4) - Positie P = (1) / (2) : 1.801,80 EUR / 1.918,66 EUR = 93,90.

Evaluatieperiode van 12 maanden De bedrijven kiezen een periode van 12 maanden die begint tussen 1 november en 30 april.

Zodoende zal met een evaluatieperiode van 12 maanden, lopende van 1 november 2009 tot 31 oktober 2010, de verhoging van kracht zijn op 1 januari 2011.

Met een evaluatieperiode van 12 maanden lopende van 1 februari 2010 tot 31 januari 2011, zal de verhoging van kracht zijn op 1 januari 2011 Voorbeeld van de beoordelingsschaal Vertrekkende van de hypothese dat de evaluatiescores in de onderneming zich situeren in de vork van 30 tot 75 : - 30 is de score, toegekend aan een doelstelling die niet bereikt wordt; - 50 is de score, toegekend aan een doelstelling die correct bereikt wordt; - 75 is de score, toegekend aan een doelstelling die de werknemer boven de verwachtingen realiseert.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 september 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^