Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 september 2010
gepubliceerd op 18 oktober 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 2010, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de economische werkloosheid

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010204476
pub.
18/10/2010
prom.
10/09/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 SEPTEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 2010, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de economische werkloosheid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapcommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 2010, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapcommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de economische werkloosheid.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 september 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapcommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 2010 Economische werkloosheid (Overeenkomst geregistreerd op 6 mei 2010 onder het nummer 99284/CO/327.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de sociale werkplaatsen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en die erkend zijn door het "Vlaams subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie".

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendenpersoneel, tewerkgesteld in de sociale werkplaatsen. HOOFDSTUK II. - Vaststelling van de aanvullende fiannciele bijdrage van de werkgever bij economische werkloosheid

Art. 2.§ 1. De werkgever zal bij invoering in de werkplaats van een systeem van economische werkloosheid, een aanvullende vergoeding betalen. § 2. De aanvullende vergoeding bedraagt : - Alleenstaanden en samenwonenden : van 1e tot en met 60e dag per kalenderjaar een toeslag van 3 EUR bruto per werkdag die omwille van de werkloosheid om economische redenen niet werd gepresteerd. - Gezinshoofden mits aflevering aan de werkgever van een officieel attest van de uitbetalingsinstelling/RVA met betrekking tot de gezinstoestand : van 1e tot en met 60e dag per kalenderjaar een toeslag van 6 euro bruto per werkdag die omwille van de werkloosheid om economische redenen niet werd gepresteerd. - De hierboven vermelde categorieën worden bepaald op basis van de vigerende RVA-reglementering. - De hierboven vermelde dagbedragen worden omgerekend naar een uurbedrag volgens de volgende formule Aanvullende vergoeding (3 EUR of 6 EUR naargelang het geval) x 5 dagen/week Gemiddelde voltijdse arbeidsduur op het vlak van de onderneming.

Deze bedragen worden uitbetaald gedurende maximaal 456 uren per kalenderjaar.

Voor de arbeiders die geen voltijds uurrooster hebben gebaseerd op de werkelijke arbeidsduur omgerekend per week (38 u) wordt het maximaal aantal uren geproratiseerd. § 3. De betaling van de aanvullende vergoeding gebeurt samen met de uitbetaling van het loon van de maand waarin de economische werkloosheid voorkwam.

Voor de eerste 3 maanden van 2010 gebeurt dit uiterlijk met de uitbetaling van het loon van maart 2010.

Art. 3.§ 1. De werkgevers bekomen bij het sectorale fonds voor bestaanszekerheid de terugbetaling van de aanvullende vergoeding, beperkt tot 114 u per persoon per jaar. De praktische modaliteiten van deze terugbetaling worden vastgelegd door de raad van beheer van het sectorale fonds. § 2. Jaarlijks gebeurt er een verslaggeving aan de ondernemingsraad of aan het comité voor preventie en bescherming of aan de syndicale delegatie. Deze informatie geeft een overzicht van de economische werkloosheid en het aantal werknemers die een aanvullende vergoedingen bij economische werkloosheid ontvingen, en voor welk bedrag (geglobaliseerd per sociale werkplaats). Deze informatie wordt jaarlijks ook besproken in het fonds voor bestaanszekerheid van de sector. HOOFDSTUK III. - Gelijkstelling economische werkloosheid voor de eindejaarspremie

Art. 4.Voor de berekening van de eindejaarspremie wordt het aantal gelijkgestelde uren (uren geproratiseerd in functie van de werkelijke wekelijkse arbeidsduur) in geval van economische werkloosheid op 152 uren gebracht. De eindejaarspremie wordt als volgt berekend : - voor de doelgroepwerknemer : 75 pct. x uurloon [1] x betaalde uren, inclusief de opgenomen uren wettelijke vakantie en de uren economische werkloosheid met een maximum van 152 uren, van december jaar n-1 tot en met november jaar n/12. - voor het omkaderingspersoneel : in het veranderlijk gedeelte worden de uren economische werkloosheid met een maximum van 152 uren toegevoegd aan het benaderd bruto jaarloon. HOOFDSTUK IV. - Aanvullende afspraken

Art. 5.Aanbeveling op ondernemingsniveau om instrumenten die door de federale en Vlaamse overheid werden uitgewerkt maximaal te implementeren (tijdkrediet, collectieve arbeidsduurvermindering,...).

Art. 6.De invoering van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst doet geen afbreuk aan, en heft niet op, en cumuleert niet met het bestaan van individuele systemen van aanvullende vergoeding bij economische werkloosheid of gelijkstellingen van de economische werkloosheid bij de berekening van de eindejaarspremie op het niveau van de individuele werkplaats. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van onbepaalde duur, en heeft uitwerking vanaf 1 januari 2010. Elk jaar wordt deze collectieve arbeidsovereenkomst geëvalueerd met het oog op het behoud van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan mits opzeg van 6 maanden door één van de sociale partners worden opgezegd bij aangetekend schrijven aan de voorzitter van het paritair comité.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 september 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Het uurloon is dat van juli van jaar n.Voor werknemers die voor juli uit dienst gaan geldt het uurloon van de laatst gewerkte dag.

^