Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 april 1999
gepubliceerd op 27 april 1999

Koninklijk besluit houdende samenstelling van de jury belast met het afnemen van de examens over de kennis van het Nederlands voor de kandidaat-referendarissen bij het Hof van Cassatie

bron
ministerie van justitie
numac
1999009451
pub.
27/04/1999
prom.
11/04/1999
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 APRIL 1999. - Koninklijk besluit houdende samenstelling van de jury belast met het afnemen van de examens over de kennis van het Nederlands voor de kandidaat-referendarissen bij het Hof van Cassatie


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, inzonderheid op artikel 43sexies, ingevoegd bij de wet van 6 mei 1997 strekkende tot de bespoediging van de procedure voor het Hof van Cassatie;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot regeling van de examens waarbij aan doctors en licentiaten in de rechten de mogelijkheid wordt geboden te voldoen aan de bepalingen van artikel 43sexies, tweede en derde lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De jury belast met het afnemen van de examens over de kennis van het Nederlands voor de kandidaat-referendarissen bij het Hof van Cassatie, bedoeld bij artikel 43sexies van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken is als volgt samengesteld : Voorzitter : De heer E. Forrier, afdelingsvoorzitter in het Hof van Cassatie.

Plaatsvervangend voorzitter : De heer I. Verougstraete, afdelingsvoorzitter in het Hof van Cassatie.

Leden : De heer Y. Debrauwere, substituut-procureur-generaal bij het hof van beroep te Brussel;

De heer J. Taeldeman, professor aan de Rijksuniversiteit Gent;

Mevr. K. Van de Poel, professor aan de Universitaire Instelling Antwerpen;

De heer W. Smedts, hoofddocent aan de Katholieke Universiteit Leuven;

De heer R. Geeraerts, professor aan de Katholieke Universiteit Brussel;

De heer R. Willemyns, professor aan de Vrije Universiteit Brussel;

De heer L. De Leebeeck, adviseur bij het Ministerie van Justitie.

Plaatsvervangende leden : De heer R. Ruys, advocaat-generaal bij het hof van beroep te Brussel;

Mevr. M. Devos, professor aan de Rijksuniversiteit Gent;

De heer J. De Caluwe, wetenschappelijk medewerker aan de Rijksuniversiteit Gent;

De heer G. De Schutter, professor aan de Universitaire Instelling Antwerpen;

De heer W. Van Belle, professor aan de Katholieke Universiteit Leuven;

De heer D. Geeraerts, professor aan de Katholieke Universiteit Leuven;

De heer P. Van De Craen, professor aan de Vrije Universiteit Brussel;

De heer H. Van Oers, adviseur-generaal bij het Ministerie van Justitie.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 1999.

Art. 3.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 april 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie T. VAN PARYS

^