Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 april 1999
gepubliceerd op 19 mei 1999

Koninklijk besluit houdende bepaling van de vermeldingen die op het bewijsstuk, voorzien door de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, moeten voorkomen bij de verkoop van diensten

bron
ministerie van economische zaken
numac
1999011131
pub.
19/05/1999
prom.
11/04/1999
ELI
eli/besluit/1999/04/11/1999011131/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 APRIL 1999. - Koninklijk besluit houdende bepaling van de vermeldingen die op het bewijsstuk, voorzien door de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, moeten voorkomen bij de verkoop van diensten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, inzonderheid op het artikel 37, § 2, eerste streepje;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De vermeldingen die, met toepassing van artikel 37, § 2, eerste streepje, van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument op het bewijsstuk moeten voorkomen bij de verkoop van diensten in het algemeen zijn de volgende : 1° de naam en/of de maatschappelijke benaming, het adres en in voorkomend geval het inschrijvingsnummer van de verkoper in het handelsregister of in het ambachtsregister;2° de opsomming en de aard van de verleende diensten en eventuele leveringen;3° de prijs bepaald door verwijzing naar criteria die een direct verband houden met de aard van dienst;4° de datum van het document.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de vierde maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren en Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Middenstand behoort zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 april 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, E. DI RUPO De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

^