Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 april 1999
gepubliceerd op 25 december 1999

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, betreffende de procedures inzake invoering en onderhoud van de sectorale functieclassificatie

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012165
pub.
25/12/1999
prom.
11/04/1999
ELI
eli/besluit/1999/04/11/1999012165/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 APRIL 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, betreffende de procedures inzake invoering en onderhoud van de sectorale functieclassificatie (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, betreffende de procedures inzake invoering en onderhoud van de sectorale functieclassificatie.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 april 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998 Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998 betreffende de procedures inzake invoering en onderhoud van de sectorale functieclassificatie (Overeenkomst geregistreerd op 3 april 1998, onder het nummer 47667/CO/226)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken.

Art. 2.§ 1. Met het oog op de invoering en het onderhoud van de functieclassificatie worden op het vlak van de sector drie commissies opgericht, namelijk : de sectorale functieclassificatiecommissie, de sectorale graderingscommissie en de sectorale beroepscommissie.

De samenstelling en de werking van die commissies worden geregeld in de bijlage van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. De procedures die moeten gevolgd worden bij de invoering en het onderhoud van de functieclassificatie zijn deze die beschreven zijn in de bijlage van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze procedures gelden eveneens bij de aanwerving van bedienden nadat de nieuwe functieclassificatie in de onderneming werd ingevoerd.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking vanaf 1 januari 1998 behalve voor de ondernemingen en hun bedienden die tot 31 december 1997 ressorteerden onder het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de dedienden; voor deze laatste ondernemingen en hun bedienden heeft deze collectieve arbeidsovereenkomst uitwerking vanaf 1 januari 1999.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een onbepaalde tijd. Zij kan door elk van de partijen geheel of gedeeltelijk worden opgezegd mits een opzegging van drie maand, betekend aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken en aan de daarin vertegenwoordigde organisaties. Deze opzegging kan ten vroegste ingaan op 1 januari 2000.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 april 1999.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998 betreffende de procedures inzake invoering en onderhoud van de sectorale functieclassificatie Procedures betreffende de invoering en het onderhoud van de functieclassificatie I. Commissies 1. Sectorale functieclassificatiecommissie De paritaire werkgroep Algemene Zaken, opgericht in de schoot van het Paritair Comité, vervult de opdrachten toebedeeld aan de sectorale functieclassificatiecommissie.De werkgroep zal ten minste éénmaal per jaar over deze opdracht overleg plegen.

De commissie kan indien nodig aangevuld worden door : a) maximum drie ad hoc aangeduide experten zowel aan werkgevers- als aan werknemerszijde;b) de leden van de sectorale graderingscommissie;c) afgevaardigden van de systeemhouder van het classificatiesysteem voor de bedienden hierna genoemd « CSB ».2. Sectorale graderingscommissie Samenstelling : 4 deskundigen-werkgevers; 4 deskundigen-werknemers.

Het voorzitterschap wordt waargenomen door een afgevaardigde van de CSB-systeemhouder of alternerend door een werkgevers- en een werknemersdeskundige. 3. Sectorale beroepscommissie Samenstelling : 3 deskundigen-werkgevers lid van de sectorale graderingscommissie; 3 deskundigen-werknemers lid van de sectorale graderingscommissie.

Het voorzitterschap wordt alternerend waargenomen door een werkgevers- en een werknemersdeskundige.

II. Procedures A. Invoering van de sectorale functieclassificatie 1. Informatie van de werkgevers en bedienden Met het oog op de invoering van de sectorale functieclassificatie in de ondernemingen stelt het Paritair Comité een brochure samen met alle nuttige informatie terzake (o.m. betreffende de basisprincipes van de CSB-classificatie, de te volgen procedures, enz.).

Zodra de werkgever deze brochure ontvangen heeft is hij ertoe gehouden op gepaste wijze de betrokken bedienden van de inhoud ervan op de hoogte te brengen via de ondernemingsraad, bij ontstentenis via de syndicale afvaardiging, bij ontstentenis, het Comité voor preventie en bescherming op het werk, evenals door aanplakking in alle bedrijfszetels van een bericht dat de plaats vermeldt waar de brochure kan bekomen worden.

De werkgever is verantwoordelijk voor de organisatie van de informatieprocedure en de invoering van de nieuwe functieclassificatie in de onderneming. Hij pleegt hierover voorafgaandelijk overleg met de werknemersvertegenwoordigers van de overlegorganen in de onderneming, met name de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, de syndicale afvaardiging, of, bij ontstentenis, het Comité voor preventie en bescherming op het werk.

Indien er een geschil ontstaat in een onderneming zonder gestructureerde overlegorganen, heeft de voorzitter van het Paritair Comité, naar aanleiding van een collectieve of individuele klacht, het recht alle nodige bescheiden i.v.m. de functieclassificatie op te vragen. 2. Effectieve toepassing van de nieuwe functieclassificatie De werkgever beschikt over een termijn van 6 maanden, te rekenen vanaf 1 januari 1998, om de nieuwe functieclassificatie effectief toe te passen in de onderneming. De ondernemingen die tot 31 december 1997 ressorteerden onder het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden dienen de nieuwe functieclassificatie effectief toe te passen in hun onderneming vanaf 1 januari 1999.

In dat verband is de werkgever ertoe gehouden elke gebaremiseerde bediende schriftelijk mee te delen in welke klasse zijn functie werd ondergebracht en hem een exemplaar van de beschrijving van zijn voorbeeldfunctie(s) te overhandigen. 3. Inschaling van de concrete functies De sectorale functieclassificatie is gebaseerd op voorbeeldfuncties waarbij de benaming van de functie slechts geldt als indicatie. Elke functie dient beoordeeld te worden op basis van de concrete functie-inhoud in de onderneming in vergelijking met de functie-inhoud van de voorbeeldfunctie.

Bij de vergelijking van de functie-inhoud zijn verschillende hypothesen mogelijk : a) De functie in de onderneming stemt volledig overeen met de voorbeeldfunctie : indeling in de sectoraal voorziene klasse.b) De functie in de onderneming wijkt minimaal af van de voorbeeldfunctie : indeling in de sectoraal voorziene klasse. Het gaat hier om volgende gevallen : de uitoefening van de functie in de onderneming omvat minder of meer activiteiten zonder dat daardoor de algemene doelstelling van de functie, zoals beschreven in de voorbeeldfunctie, wordt aangetast; de afwijkingen bij één of meerdere beoordelingscriteria (kennis, verantwoordelijkheid enz.) zijn op zichzelf niet niveau-bepalend voor de functie, zoals uiteengezet in de toelichtende brochure. c) De functie in de onderneming wijkt in ernstige mate af van de voorbeeldfunctie : de essentie ervan wordt aangetast en de doelstelling, opgenomen in de voorbeeldfunctie, stemt niet met de werkelijkheid overeen.In dit geval moet de werkgever de intrinsieke waarde van de functie zoals uitgeoefend in de onderneming vergelijken respectievelijk met een andere voorbeeldfunctie van dezelfde klasse, van een lagere klasse en van een hogere klasse. Het resultaat van deze vergelijking geldt als inschaling voor de afwijkende functie. d) De functie in de onderneming werd niet opgenomen in de sectorale functieclassificatie.In dit geval moet de werkgever in de bestaande sectorale functiebeschrijvingen een functie zoeken waarvan de intrinsieke waarde overeenstemt met de niet opgenomen functie. Bestaat een dergelijke functie dan wordt de nieuwe functie in dezelfde klasse ondergebracht. Bestaat een dergelijke functie niet, dan wordt deze nieuwe functie overgemaakt aan de sectorale functieclassificatiecommissie en de sectorale graderingscommissie. 4. Verantwoordelijkheid De werkgever draagt de verantwoordelijkheid voor de indeling in klassen van de functies op basis van hun reële functie-inhoud in de onderneming. B. Beheer en onderhoud van de sectorale functieclassificatie 1. Sectorale functieclassificatiecommissie Er wordt een sectorale functieclassificatiecommissie samengesteld zoals bepaald in punt I.1.

Deze commissie is belast met het beheer en onderhoud van het functiehandboek en de procedures, inzonderheid : het uitschrijven van nieuwe voorbeeldfuncties; het indelen van de nieuwe voorbeeldfuncties in de klassen, na advies van de sectorale graderingscommissie; het aanpassen of schrappen van bestaande voorbeeldfuncties; het opstellen van voorstellen tot wijziging van de bestaande procedures aan het Paritair Comité; het bespreken van de activiteiten van de sectorale beroepscommissie. 2. Sectorale graderingscommissie Er wordt een sectorale graderingscommissie samengesteld zoals bepaald in punt I.2.

De commissie is belast met de gradering volgens het CSB-systeem van de nieuwe of gewijzigde voorbeeldfuncties, aangebracht door de sectorale functieclassificatiecommissie. 3. Sectorale beroepscommissie Er wordt een sectorale beroepscommissie samengesteld zoals bepaald in punt I.3.

De commissie is belast met het onderzoek van de klachten die via de werkgevers- of werknemersorganisaties bij de commissie aanhangig werden gemaakt en brengt hierover éénmaal per jaar verslag uit bij de sectorale functieclassificatiecommissie.

De commissie kan een reglement van interne orde opstellen.

C. Beroepsprocedure Elke bediende die van oordeel is dat de werkgever zijn functie verkeerd heeft ingeschaald kan tegen de inschaling beroep aantekenen.

De beroepsprocedure verloopt als volgt : Fase A De bediende maakt zijn bezwaar schriftelijk kenbaar bij de hiërarchische leiding, de personeelsverantwoordelijke of de directie, naargelang de geplogenheden in de onderneming.

Het bezwaar is slechts ontvankelijk indien het voldoende toegelicht is.

De werkgever is ertoe gehouden de bezwaren die geldig kenbaar werden gemaakt te bespreken binnen een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de indiening van de klacht.

De bediende kan zich desgewenst laten bijstaan door één lid van de syndicale afvaardiging.

In geval van akkoord tussen werkgever en bediende wordt de beroepsprocedure stopgezet.

Fase B In geval geen akkoord tot stand kwam tijdens fase A kan de bediende een nieuw onderhoud vragen. Dit onderhoud moet plaatsvinden binnen de 30 dagen na het indienen van de aanvraag op basis van een gemotiveerd dossier.

Zowel de bediende als de werkgever kunnen zich bij de bespreking desgewenst laten bijstaan door één syndicaal afgevaardigde en/of één vertegenwoordiger van de representatieve werkgevers- of werknemersorganisatie waarbij hij aangesloten is.

In geval van akkoord tussen werkgever en bediende wordt de beroepsprocedure stopgezet.

Fase C Indien geen akkoord tot stand kwam tijdens fase B heeft de bediende de mogelijkheid om via zijn werkgever in hoger beroep te gaan bij de beroepscommissie. In dat geval moet de bediende zijn beroep schriftelijk kenbaar maken aan zijn werkgever.

De werkgever beschikt over een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf voormelde schriftelijke mededeling om het hoger beroep kenbaar te maken bij de sectorale beroepscommissie.

Indien de werkgever nalaat de commissie te informeren binnen de gestelde termijn kan de bediende zelf via een vertegenwoordiger van zijn vakorganisatie het beroep aanhangig maken bij de beroepscommissie.

De beroepscommissie onderzoekt de klacht op basis van het dossier.

Binnen de 6 maanden nadat de klacht aanhangig werd gemaakt bij de beroepscommissie doet deze commissie een voor alle partijen bindende uitspraak.

De betrokken werkgever en werknemer worden schriftelijk ingelicht over die uitspraak. Indien de functie in een andere klasse wordt ingedeeld geldt die andere indeling vanaf de eerste van de maand die volgt op de schriftelijke indiening van de klacht, zoals voorzien in fase A. III. Relatie met de CSB-systeemhouder De sectorale functieclassificatiecommissie is ertoe gehouden de systeemhouder te informeren over elke wijziging aan het functiehandboek.

Graderingen van nieuwe en gewijzigde functies zullen steeds voorafgaandelijk ter goedkeuring worden voorgelegd aan de systeemhouder.

^