Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 februari 2019
gepubliceerd op 21 februari 2019

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2019010935
pub.
21/02/2019
prom.
11/02/2019
ELI
eli/besluit/2019/02/11/2019010935/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 FEBRUARI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/07/2002 pub. 23/08/2002 numac 2002011314 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen sluiten betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, artikelen 6/2, ingevoegd bij de wet van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017030611 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, met het oog op het instellen van een wettelijk kader voor het Modular Offshore Grid sluiten, en 7, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/07/2002 pub. 23/08/2002 numac 2002011314 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen sluiten betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen;

Gelet op de voorstellen 1697 en 1801 van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas van 9 november 2017 en 19 juli 2018;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 oktober 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting, gegeven op 10 oktober 2018;

Gelet op de regelgevingsimpactanalyse uitgevoerd op 9 oktober 2018 overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies 64.445/3 van de Raad van State, van 30 november 2018 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de diensten van de Europese Commissie in het kader van besprekingen voorafgaand aan een aanmelding bij de Europese Commissie van de financieringsmechanismen en schadevergoedingsregeling van het Modular Offshore Grid (hierna `MOG') in geval van onbeschikbaarheid van het MOG, het standpunt hebben uiteengezet dat er geen aanmelding nodig was;

Overwegende dat de in het ontworpen artikel 14septiesdecies, § 4, vervatte beperking van het regresrecht van de netbeheerder tot de gevallen van zware of opzettelijke fout van de houder van een domeinconcessie die de onbeschikbaarheid van het MOG heeft veroorzaakt, wordt verantwoord als volgt;

Overwegende dat indien de vertraging of de onbeschikbaarheid van het MOG te wijten is aan een concessiehouder, heeft de netbeheerder een regresrecht op die concessiehouder, met het oog op het terugvorderen van de bedragen van de schadevergoeding die hij zal hebben moeten betalen aan de andere concessiehouders;

Overwegende echter dat de wettelijk verplichte aansluiting van verschillende windmolenparken op het MOG, opgelegd door de elektriciteitswet, een situatie van technische verwevenheid offshore creëert tussen de netbeheerder en de verschillende betrokken windmolenparken, hetgeen een verhoogd risico met zich meebrengt voor de aangesloten windmolenparken, om in het geval van een fout een technische storing en eventuele onbeschikbaarheid van het MOG te veroorzaken;

Overwegende dat, rekening houdend met dat verhoogde risico voor de concessiehouders aangesloten op het MOG, is ervoor geopteerd om het regresrecht van de netbeheerder tegenover de concessiehouders te beperken tot de gevallen van zware of opzettelijke fout van de concessiehouder, met een plafond van schadevergoeding in geval van zware fout;

Overwegende dat de netbeheerder, in deze gevallen, een doorrekening via de nettarieven kan verrichten wat betreft de kosten van de schadevergoedingen die het op grond van dit besluit verschuldigd is en die het niet zal hebben kunnen terugvorderen van de verantwoordelijke concessiehouder, zodoende zodat dit besluit niet onevenredig van invloed is op het eigendomsrecht of de vrijheid van onderneming van de netbeheerder;

Op de voordracht van de Minister van Energie en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De titel van het koninklijk besluit van 16 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/07/2002 pub. 23/08/2002 numac 2002011314 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen sluiten betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen, wordt aangevuld door de woorden "en de vergoeding van de houders van een offshore domeinconcessie in geval van onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid".

Art. 2.Artikel 1, § 2, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 februari 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/02/2017 pub. 22/02/2017 numac 2017010769 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen sluiten, wordt aangevuld door een 14° luidende: "14° "mechanische afwerking": staat van afwerking van een installatie voor de productie van elektriciteit met inbegrip van de instrumenten, de bekabeling en alle elektrische en mechanische onderdelen, krachtens dewelke de installatie fysiek volledig is en gecertificeerd is door een geaccrediteerd certificeringsorganisme in overeenstemming met de in België geldende wettelijke en reglementaire bepalingen, alle nodige inspecties voor de indienststelling ervan werden uitgevoerd, met uitzondering van de inspecties over punten die vooraf de aansluiting van de installaties op het Modular Offshore Grid vereisen.".

Art. 3.In artikel 14 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 augustus 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/08/2018 pub. 27/08/2018 numac 2018031746 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen sluiten worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1, derde lid, 3°, van hetzelfde besluit, wordt aangevuld door de volgende zin: "Noch de vertraging bij de indienststellling van de installaties van het Modular Offshore Grid, noch de volledige of gedeeltelijke onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid, die de commissie heeft vastgesteld met toepassing van artikel 14noviesdecies leiden tot een verlenging van de hiervoor bepaalde periode."; 2° paragraaf 1ter/1, eerste lid wordt aangevuld door de volgende zin: "Om dit te doen baseert ze zich voornamelijk op de verkoopprijs van de geproduceerde elektriciteit die voortvloeit uit de offerte die de titularis van de domeinconcessie bedoeld in artikel 6 van de wet in aanmerking neemt met toepassing van de geldende wetgeving betreffende de overheidsopdrachten of, op het contract voor de aankoop van de geproduceerde elektriciteit nadat het werd gesloten".3° dezelfde paragraaf 1ter/1 wordt aangevuld met een lid, luidende: "Om de vergoeding te kunnen bepalen die verschuldigd is in overeenstemming met hoofdstuk IIIbis ingeval van onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid na afloop van de ondersteuningsperiode bedoeld in paragraaf 1, 3e lid, 2° en 3°, blijft de commissie jaarlijks de correctiefactor aanpassen voor de installaties bedoeld in paragraaf 1, 2e lid, 1° ter en 1° quater die op het Modular Offshore Grid zijn aangesloten.Hiervoor is de in de vorige leden bepaalde procedure van toepassing. "; 4° artikel 14 wordt aangevuld met een paragraaf 1novies, luidende: " § 1novies.Elke beslissing, berekening, afrekening en verslag waarmee de commissie is belast met toepassing van paragraaf 1septies en 1octies worden onverwijld bekendgemaakt aan de betrokken houders van een domeinconcessie en de netbeheerder.".

Art. 4.In hetzelfde koninklijk besluit wordt een hoofdstuk IIIbis ingevoegd, bestaande uit de artikelen 14quaterdecies tot 14viciessemel, luidende: "Hoofdstuk IIIbis. - Modular Offshore Grid

Art. 14quaterdecies.§ 1. De installaties die deel uitmaken van het Modular Offshore Grid worden ten laatste op de volgende data in dienst gesteld: 1° de installaties voor de transmissie van elektriciteit binnen de volgende coördinaten-perimeter: WGS84: Breedte: 51° 35.537042' N;

Lengte: 002° 55.131361' E: 30 september 2019; 2° de installatie voor de transmissie van elektriciteit, "offshore switch yard" genoemd, en de uitrustingen ervan: 30 september 2019;3° de kabels die de offshore switch yard verbinden met de installaties bedoeld in 1° : 30 september 2019;4° de kabels die de installaties bedoeld in 1° verbinden met de overeenstemmende kabelaanlanding op het strand van Zeebrugge: 30 september 2019;5° de kabels die de offshore switch yard verbinden met de overeenstemmende kabel-aanlandingen op het strand van Zeebrugge: 30 september 2019. Vanaf de datum van inwerkingtreding van het besluit van 17 augustus 2018 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/07/2002 pub. 23/08/2002 numac 2002011314 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen sluiten betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen en tot de indienststelling van de installaties, maakt de netbeheerder, de eerste werkdag van elk kwartaal, aan de commissie en de betrokken houders van een domeinconcessie bedoeld in artikel 6 van de wet, een geactualiseerde stand van zaken over de realisatie van de installaties opgesomd in het eerste lid over. De betrokken houders maken de commissie en de netbeheerder de eerste werkdag van elk kwartaal een geactualiseerde stand van zaken over van de realisatie van de installaties voor de productie van elektriciteit bedoeld in artikel 6 van de wet en, in voorkomend geval, van de installatie die deel uitmaakt van het Modular Offshore Grid die ze mochten bouwen met toepassing van artikel 7, § 3, van de wet. Deze stand van zaken bevat in voorkomend geval informatie over elke voorziene of opgelopen vertraging en over de genomen corrigerende maatregelen. § 2. Wanneer elke installatie opgesomd in paragraaf 1, eerste lid, in dienst wordt gesteld, meldt de netbeheerder deze indienststelling aan de commissie en de betrokken houders van een domeinconcessie bedoeld in artikel 6 van de wet. § 3. Indien een van de installaties in paragraaf 1 niet door de netbeheerder is gebouwd, maar wel door een derde die ze vervolgens aan de netbeheerder overdraagt, wordt ervan uitgegaan dat de datum uit paragraaf 1 de datum is waarop deze installatie in het Modular Offshore Grid wordt geïntegreerd. Deze wordt beschouwd als gerealiseerd op het ogenblik waarop de eigendom van de installatie aan de netbeheerder wordt overgedragen.

De netbeheerder meldt deze overdracht aan de commissie en de betrokken beheerders van een domeinconcessie bedoeld in artikel 6 van de wet.

Art. 14quinquiesdecies.§ 1. In geval van vertraging bij de indienststelling van de installaties van het Modular Offshore Grid, waardoor de installaties voor de productie van elektriciteit uit wind in de zeegebieden waarin België zijn rechtsmacht kan uitoefenen overeenkomstig het internationaal zeerecht die op het Modular Offshore Grid moeten aangesloten worden met toepassing van de wet, geen geproduceerde elektriciteit of elektriciteit die kan geproduceerd worden, kunnen injecteren, hebben de houders van een domeinconcessie bedoeld in artikel 6 van de wet recht op een vergoeding, berekend overeenkomstig artikel 14octiesdecies, voor het volume elektriciteit dat niet op het net kon worden geïnjecteerd.

De vergoeding komt per MWh die niet in het net kon worden geïnjecteerd overeen met 90 % van de LCOE zoals bepaald door of krachtens artikel 14, § 1, in voorkomend geval verhoogd met het bedrag dat door de commissie werd bepaald met toepassing van artikel 7, § 2, tweede en vierde lid, van de wet. Ze is verschuldigd vanaf de eerste dag vertraging tot de negentigste kalenderdag na de ontvangst van de melding van de indienststelling van de installaties die voorwerp van de vertraging uitmaakten. Het aantal dagen waarvoor een vergoeding verschuldigd is, wordt afgetrokken van de duur van de verplichting om de groenestroomcertificaten aan te kopen, vastgelegd in artikel 14, § 1, derde lid.

In afwijking van het tweede lid komt de vergoeding, wanneer de vertraging van de indienststelling van de installaties van het Modular Offshore Grid wordt veroorzaakt door een opzettelijke fout van de netbeheerder overeen met 100 % van de LCOE per MWh die niet in het net kon worden geïnjecteerd, in voor-komend geval verhoogd met het door de com-missie vastgelegde bedrag met toepassing van artikel 7, § 2, tweede en vierde lid, van de wet.

De vergoeding is verschuldigd door de netbeheerder. § 2. De vergoeding bedoeld in paragraaf 1 is niet verschuldigd: 1° ten gunste van de houder van een domeinconcessie bedoeld in artikel 6 van de wet indien deze houder de installatie van het Modular Offshore Grid heeft gebouwd en de vertraging bij de indienststelling van deze installatie het gevolg is van een fout van deze houder;2° voor de installaties voor de productie van elektriciteit van de betrokken houder van een domeinconcessie bedoeld in artikel 6 van de wet die hun mechanische afwerking niet hebben gerealiseerd.Indien er uit de driemaandelijkse stand van zaken van de realisatie van de installaties opgesomd in artikel 14quaterdecies, § 1, eerste lid, die de netbeheerder moet opstellen krachtens artikel 14quaterdecies, § 1, tweede lid, blijkt dat er meer dan zes maanden voor de voorziene datum van indienststelling van deze installaties een waarschijnlijke vertraging van meer dan drie maanden ten opzichte van deze datum zal zijn, dan worden de installaties voor de productie van elektriciteit van de betrokken houders van een domeinconcessie bedoeld in artikel 6 van de wet verondersteld hun mechanische afwerking te hebben gerealiseerd wanneer hun funderingen klaar zijn; elke houder van een domeinconcessie bewijst via alle mogelijke rechtsmiddelen dat de funderingen klaar zijn. § 3. Indien de vertraging betrekking heeft op een installatie die de in artikel 6 van de wet bedoelde houder van een domeinconcessie heeft gebouwd om aan de netbeheerder over te dragen en het gevolg is van een zware of opzettelijke fout van deze houder, dient deze houder aan de netbeheerder een bedrag van 1 miljoen euro per maand achterstand als schadevergoeding en forfaitaire interesten voor de bedragen die de beheerder diende te betalen als schadevergoeding aan de andere houders. Ingeval van een gewone fout is deze terugvordering uitgesloten. § 4. In geval van vertraging van meer dan twaalf maanden bij de indienststelling van de installaties van het Modular Offshore Grid, kan een houder van een domeinconcessie bedoeld in artikel 6 van de wet bij de commissie een verzoek om aanvullende vergoeding indienen indien hij kan aanvoeren dat deze vertraging hem buitengewone schade toebrengt die zijn financiële stabiliteit in gevaar brengt, ondanks alle redelijke maatregelen die hij heeft genomen om zijn schade te beperken. De commissie beoordeelt de buitengewone aard van de door de houder van de domeinconcessie geleden schade op basis van het financiële plan, de resultatenrekening en alle andere informatie die bij de commissie is ingediend op het moment van de financial close.

De vergoeding is verschuldigd door de netbeheerder.

Art. 14sexiesdecies.Indien de vertraging van de indienststelling van de installaties van het Modular Offshore Grid het gevolg is van de, door de minister vastgestelde, absolute en bewezen onmogelijkheid om de bouw van het hele Modular Offshore Grid of een deel ervan aan te vatten of te beëindigen, legt de minister, ten laatste zestig dagen na deze vaststelling, op voorstel van de commissie na overleg met de betrokken houders van een in artikel 6 van de wet bedoelde domeinconcessie, de datum vast waarop er redelijkerwijze kan worden verwacht dat de rechtstreekse aansluiting of aansluitingen op de bestaande vervoersinstallaties in dienst kunnen worden gesteld.

Indien de veronderstelde datum van indienststelling van de rechtstreekse aansluiting of aansluitingen die de minister heeft vastgelegd na de door artikel 14quaterdecies vastgelegde datum van indienststelling van de betrokken installaties van het Modular Offshore Grid valt, is de vergoeding voorzien in artikel 14quinquiesdecies, § 1, van toepassing. Voor de berekening van het bedrag van de vergoeding wordt er rekening gehouden met de installaties voor de productie van elektriciteit waarvan de mechanische afwerking is gerealiseerd. Indien de onmogelijkheid om de bouw van het hele Modular Offshore Grid of een deel ervan aan te vatten of te beëindigen echter wordt vastgesteld meer dan zes maanden voor de voorziene datum van indienststelling, dan worden de installaties voor de productie van elektriciteit van de betrokken houders van een in artikel 6 van de wet bedoelde domeinconcessie geacht hun mechanische afwerking te hebben gerealiseerd wanneer de funderingen klaar zijn; elke houder van een domeinconcessie bewijst via alle mogelijke rechtsmiddelen dat deze funderingen klaar zijn.

Voor elke in artikel 6 van de wet bedoelde houder van een domeinconcessie is de vergoeding verschuldigd vanaf de eerste dag na de datum van indienststelling van het Modular Offshore Grid vastgelegd in artikel 14quaterdecies, § 1, tot de veronderstelde datum van indienststelling van de rechtstreekse aansluiting, vastgelegd door de minister.

Indien ze dit gerechtvaardigd acht, kan de commissie ook beslissen dat een aanvullende vergoeding verschuldigd is voor de verloren kosten die, in voorkomend geval, het gevolg zijn van het afstappen van de aansluiting op het Modular Offshore Grid. Elke houder van een domeinconcessie levert via alle mogelijke rechtsmiddelen het bewijs van deze kosten.

Indien de onmogelijkheid om de bouw van het hele Modular Offshore Grid of een deel aan te vatten of te beëindigen het gevolg is van de fout van een in artikel 6 van de wet bedoelde houder van een domeinconcessie die, met toepassing van artikel 7, § 3, van de wet, de vergunning heeft gekregen om een of meerdere installaties die het Modular Offshore Grid uitmaken, te bouwen [of met de bouw ervan is begonnen voor de inwerkingtreding van de wet van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017030611 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, met het oog op het instellen van een wettelijk kader voor het Modular Offshore Grid sluiten tot wijziging van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, met het oog op het instellen van een wettelijk kader voor het Modular Offshore Grid], is er geen enkele vergoeding aan deze houder verschuldigd.

Art. 14septiesdecies.§ 1. In geval van onbeschikbaarheid van alle in artikel 14quaterdecies bedoelde installaties of een deel ervan opgetreden na hun indienststelling, veroorzaakt door deze installaties en die de installaties voor de productie van elektriciteit die op het Modular Offshore Grid zijn aangesloten verhindert om alle geproduceerde elek-triciteit of een deel ervan of alle elektriciteit die kan worden geproduceerd of een deel ervan te injecteren, hebben de betrokken houders van een in artikel 6 van de wet bedoelde domein-concessie recht op een vergoeding, berekend overeenkomstig artikel 14octiesdecies, voor het volume elektriciteit dat niet in het net kon geïnjecteerd worden.

Indien de onbeschikbaarheid voorkomt tijdens de ondersteuningsperiode bepaald in artikel 14, § 1, derde lid dan komt de vergoeding per MWh die niet in het net kon worden geïnjecteerd overeen met 90 % van de LCOE zoals bepaald door of krachtens artikel 14, § 1, in voorkomend geval verhoogd met het bedrag dat door de commissie werd bepaald met toepassing van artikel 7, § 2, tweede en vierde lid van de wet.

Indien de onbeschikbaarheid voorkomt na de ondersteuningsperiode bepaald in artikel 14, § 1, derde lid, komt de vergoeding per MWh die niet in het net kon worden geïnjecteerd overeen met 90 % van de referentieprijs voor elektriciteit verminderd met de correctiefactor, bedoeld in artikel 14, § 1, tweede lid, 1° ter of 1° quater.

In afwijking van het tweede lid komt de vergoeding, wanneer de onbeschikbaarheid van de installaties van het Modular Offshore Grid wordt veroorzaakt door een opzettelijke fout van de netbeheerder overeen met 100 % van de LCOE per MWh die niet in het net kon worden geïnjecteerd, in voorkomend geval verhoogd met het door de commissie vastgelegde bedrag met toepassing van artikel 7, § 2, tweede en vierde lid, van de wet.

De vergoeding is verschuldigd door de netbeheerder.

In geval van een gedeeltelijke onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid wordt de residuele capaciteit toegekend aan de verschillende houders van een domeinconcessie in verhouding tot de geïnstalleerde capaciteit van elke concessie, rekening houdend met de technische beperkingen van het net. § 2. In afwijking van paragraaf 1, tweede en vierde lid wordt de vergoeding beperkt tot de referentieprijs voor elektriciteit wanneer de onbeschikbaarheid voorkomt: 1° op een ogenblik waarop het onevenwichtstarief van toepassing op een positief onevenwicht gelijk is aan of lager is dan 20 euro/MWh;of 2° wanneer voor de volledig beschouwde periode de day ahead-prijs van een Nemo gedurende minimum zes opeenvolgende uren lager is dan 0 euro/MWh. De beperking van de vergoeding als gevolg van de toepassing van het eerste lid, 1° is slechts van toepassing gedurende de eerste 288 kwarturen, in hetzelfde kalenderjaar, tijdens dewelke het onevenwichtstarief voor een positief onevenwicht gelijk is aan of lager is dan 20 euro/MWh en waarvan de periodes worden afgetrokken waarin, in hetzelfde kalenderjaar, de beperking van de vergoeding het gevolg is van de toepassing van het eerste lid, 2°. § 3. De vergoeding bedoeld in paragraaf 1 is niet verschuldigd: 1° voor de installaties voor de productie van elektriciteit van de betrokken houder van een domeinconcessie bedoeld in artikel 6 van de wet die niet in dienst worden gesteld;2° wanneer de onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid gepland is in overeenstemming met de procedures voorzien door de netbeheerder en dit voor de eerste zestig gecumuleerde vollasturen van onbeschikbaarheid tijdens een kalenderjaar;3° ten voordele van een houder van een domeinconcessie bedoeld in artikel 6 van de wet door wiens fout het Modular Offshore Grid onbeschikbaar was;indien installaties van het Modular Offshore Grid zich echter bevinden in de perimeter van de domeinconcessie van de houder die de schade heeft veroorzaakt, dan wordt de vergoeding enkel uitgesloten in geval van een zware of opzettelijke fout van deze houder; ingeval van een gewone fout, is de vergoeding verschuldigd na afloop van een onbeschikbaarheidsperiode van vijf al dan niet opeenvolgende dagen per jaar. § 4. Indien de onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid het gevolg is van een zware of opzettelijke fout van de houder van een domeinconcessie, dan vordert de netbeheerder bij deze houder de bedragen terug die hij als vergoeding aan de andere houders moest betalen, met toepassing van een plafond van 2,5 miljoen euro ingeval van een zware fout per feit dat de onbeschikbaarheid heeft veroorzaakt en 5 miljoen euro per jaar. Ingeval van een gewone fout is deze terugvordering uitgesloten.

Art. 14octiesdecies.Voor de toepassing van de artikelen 14quinquiesdecies en 14septiesdecies wordt de hoeveelheid elektriciteit die niet in het net kon worden geïnjecteerd berekend met toepassing van de volgende formule: Ecomp= max (0; Ep - max(Elim;Er)) waarin: "Er" de werkelijke productie is; "Elim" de nettoproductie is die overeenstemt met de toelaatbare injectie in het Modular Offshore Grid in geval van een gedeeltelijke onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid, rekening houdend met de verliezen tussen het punt van toekenning van groenestroomcertificaten en het Modular Offshore Grid; "Ep" de mogelijke productie is die overeenstemt met P *0.25h Avec P = Pref * Pmax/Pmax ref * X en correctiefactor X = U/Uref,behalve tijdens de periode lopend tot de 12de maand volgend op de indienststelling van de laatste installatie van de betrokken houder van de domeinconcessie, waar de correctiefactor X gelijk aan 1 is, waarin: Pref de gemiddelde productie is, uitgedrukt in megawatt, tijdens het de betrokken kwartier, door de referentieparken (namelijk de domeinconcessies die niet op het Modular Offshore Grid zijn aangesloten);

Pmax het beschikbare vermogen van de domeinconcessie tijdens het kwartier vóór de onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid is;

Pmax ref het beschikbare vermogen van de referentieparken is (namelijk de domeinconcessies die niet op het Modular Offshore Grid zijn aangesloten) tijdens het kwartier vóór de onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid;

In geval van een significante en bewezen wijziging in het beschikbare vermogen van de domeinconcessie en/of de referentieparken tijdens de periode van onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid, worden de parameters Pmax en/of Pmax ref door de commissie aangepast in overeenstemming met deze wijziging. Daartoe is de houder van de domeinconcessie verplicht om de commissie op de hoogte te brengen van elke belangrijke wijziging in het beschikbare vermogen van de domeinconcessie.

U het aantal vollasturen van de domein-concessie berekend op basis van de gegevens van de laatste twaalf maanden is;

Uref het aantal vollasturen van de referentieparken (namelijk de domeinconcessies die niet op het Modular Offshore Grid zijn aangesloten) berekend op basis van de gegevens van de laatste twaalf maanden is.

Art. 14noviesdecies.Elke vergoedingsaanvraag met toepassing van de artikelen 14quinquiesdecies tot 14octiesdecies maakt het voorwerp uit van een beslissing van de commissie.

Op voorstel van de commissie geformuleerd na overleg met de netbeheerder en de in artikel 6 van de wet bedoelde beheerders van een domeinconcessie kan de minister de procedure voor de indiening van vergoedingsaanvragen en de verwerking ervan door de commissie vastleggen, evenals de modaliteiten om de eventueel verschuldigde vergoedingen te betalen.

Ingeval van een onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid met een voorzienbare duur van minstens drie maanden kan de commissie maatregelen nemen om de verwerking van de aanvragen met het oog op een regelmatige storting van de vergoedingen te vergemakkelijken; ze kan, in voorkomend geval, ook beslissen dat een bepaald deel van het in artikel 14, § 1septies, derde lid bijkomende voorschot voor het einde van het lopende exploitatiejaar moet gestort worden volgens de modaliteiten die zij bepaalt.

Art. 14vicies.§ 1. In afwijking van artikel 14septiesdecies, § 1 wordt, indien de installaties voor de productie van elektriciteit bedoeld in artikel 14, § 1, tweede lid, 1° quater door de onbeschikbaarheid van het hele Modular Offshore Grid of een deel ervan alle geproduceerde elektriciteit of alle elektriciteit die kan geproduceerd worden of een deel ervan niet kunnen injecteren, de vergoeding van de betrokken houders van een domeinconcessie bedoeld in artikel 6 van de wet geregeld in overeenstemming met de volgende paragrafen. § 2. Indien de onbeschikbaarheid voorkomt tijdens de eerste vijf exploitatiejaren van de installatie voor de productie van elektriciteit is de vergoeding niet verschuldigd. In een dergelijk geval maken de netbeheerder en de in artikel 6 van de wet betrokken houder(s) van een domeinconcessie de commissie alle informatie over de voorgekomen onbeschikbaarheid over om die toe te laten de onbeschikbaarheid vast te stellen en het elektriciteitsvolume te berekenen dat niet in het net geïnjecteerd kon worden en dit met het oog op de opmaak van de afrekeningen bedoeld in artikel 14, § 1octies, derde lid; in voorkomend geval, indien de betrokken houder van de domeinconcessie de in artikel 14viciessemel bedoelde verklaring heeft opgesteld, spreekt de commissie zich ook uit over het eventuele bestaan van een fout.

Indien de onbeschikbaarheid voorkomt na de eerste vijf exploitatiejaren maar voor het einde van de in artikel 14, § 1, derde lid, 3° vastgelegde ondersteuningsperiode, zijn artikelen 14septiesdecies en 14octiesdecies van toepassing, maar trekt de commissie van het verschuldigde bedrag van de vergoeding, in voorkomend geval, de minimumprijs af van de groenestroomcertificaten die niet konden worden toegekend voor het elektriciteitsvolume dat omwille van de onbeschikbaarheid niet kon worden geïnjecteerd.

Indien de onbeschikbaarheid voorkomt na afloop van de ondersteuningsperiode bepaald in artikel 14, § 1, derde lid, 3°, is artikel 14septiesdecies, § 1, derde lid van toepassing. § 3. De hoeveelheid elektriciteit die niet geïnjecteerd kon worden door de onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid wordt verondersteld geproduceerd te zijn voor: 1° de berekening van het maximale elektriciteitsvolume waarvoor de minimumprijs voor de aankoop van de groenestroomcertificaten van toepassing is, vastgelegd krachtens artikel 14, § 1bis, eerste lid;2° de bepaling van het jaarlijkse gemiddelde van de jaarlijkse productie tijdens de vijf voorbije exploitatiejaren, die dient voor de vastlegging van het jaarlijkse voorschot met toepassing van artikel 14, § 1septies, vierde lid;3° de afrekening betreffende de volumes en de prijs zoals bedoeld in artikel 14, § 1octies, eerste lid;4° de eenmalige afrekening betreffende de volumes en de eenmalige afrekening betreffende de prijs zoals bedoeld in artikel 14, § 1octies, derde lid, met aftrek van 10 % van dat niet geïnjecteerde volume, tenzij de betrokken houder van de domeinconcessie de in artikel 14viciessemel bedoelde verklaring heeft opgemaakt, in dat geval gebeurt deze aftrek niet als de fout is bewezen. Voor de afrekeningen betreffende de prijzen zoals bedoeld in artikel 14, § 1octies, eerste en derde lid, wordt er voor de hoeveelheid elektriciteit die niet geïnjecteerd kon worden door de onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid rekening gehouden met het verschil tussen enerzijds de minimumprijs toegepast voor de berekening van de maandelijkse voorschotten voor de bestudeerde periode en anderzijds met de definitieve minimumprijs voor deze periode.

Art. 14viciessemel.In afwijking van de artikelen 14quinquiesdecies, eerste paragraaf, tweede lid, en 14septiesdecies, eerste paragraaf, tweede lid, kan elke in artikel 6 van de wet bedoelde houder van een domeinconcessie, door een eenmalige en onherroepelijke verklaring, ten laatste zes maanden na de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 11 februari 2019 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/07/2002 pub. 23/08/2002 numac 2002011314 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen sluiten betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen, de commissie en de netbeheerder meedelen dat hij ervoor kiest om, in de gevallen waarbij het Modular Offshore Grid onbeschikbaar is, een vergoedingsstelsel op basis van de fout te laten toepassen waarbij elke MWh die niet in het net kon worden geïnjecteerd wordt gecompenseerd aan 100 % van de LCOE zoals bepaald door of krachtens artikel 14, § 1, in voorkomend geval verhoogd met het door de commissie bepaalde bedrag met toepassing van artikel 7, § 2, tweede en vierde lid, van de wet. In dit geval is de vergoeding, buiten de in artikel 14quinquiesdecies, § 2 en 14septiesdecies, § 3 vermelde hypothesen, niet verschuldigd als de vertraging in de indienststelling van de elementen van het Modular Offshore Grid of de volledige of gedeeltelijke onbeschikbaarheid ervan na de indienststelling ervan het gevolg zijn van overmacht.".

Art. 5.In artikel 14ter, § 2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 31 oktober 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/10/2008 pub. 14/11/2008 numac 2008011495 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de definitie van de factor "Kj" wordt aangevuld door de woorden "in voorkomend geval via een voorschot gestort in overeenstemming met artikel 14, § 1septies";2° de definitie van de factor "j" wordt aangevuld door de woorden "of het equivalent aan geproduceerde energie die in rekening genomen werd voor de bepaling van het voorschot voorzien in artikel 14, § 1septies" ;3° in de definitie van de factor "Ct" worden de woorden "en met betrekking tot de voorschotten voorzien in artikel 14, § 1septies" ingevoegd tussen de woorden "aankoop- en/of verkooptransacties van groenestroomcertificaten" en de woorden "deze kosten worden geraamd".

Art. 6.In artikel 14quater van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 31 oktober 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/10/2008 pub. 14/11/2008 numac 2008011495 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen sluiten, wordt de eerste zin aangevuld door "en, in voorkomend geval, een raming van het bedrag van de maandelijkse voorschotten en de verschuldigde bijkomende voorschotten voor dat jaar, met toepassing van artikel 14, § 1septies".

Art. 7.Voor installaties die onderworpen zijn aan een domeinconcessie bedoeld in artikel 6 van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, die vanaf 1 juli 2018 hun financial close realiseren en waarvan de houder vóór de inwerkingtreding van dit besluit aan de commissie de gegevens heeft verstrekt die nodig zijn voor de aanpassing van de correctiefactor, wordt de correctiefactor bepaald door de commissie overeenkomstig artikel 14, § 1ter/1, van het koninklijk besluit van 16 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/07/2002 pub. 23/08/2002 numac 2002011314 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen sluiten betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen, zoals van kracht op het ogenblik van de overdracht van deze gegevens.

Art. 8.De minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 februari 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Energie, M. C. MARGHEM

^