Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 januari 2019
gepubliceerd op 23 januari 2019

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2019030004
pub.
23/01/2019
prom.
11/01/2019
ELI
eli/besluit/2019/01/11/2019030004/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 JANUARI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, artikel 12, § 2, vierde lid, vervangen bij de wet van 12 juli 1972 en gewijzigd bij de wet van 13 juni 1985;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 november 2017;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 25 mei 2018;

Gelet op het advies nr. 64.243/1 van de Raad van State, gegeven op 8 oktober 2018 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Zelfstandigen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 37, § 1, van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid worden de woorden "en b)" opgeheven;2° het vierde lid wordt vervangen als volgt : "De gelijkstelling voor een bepaald bijdragejaar kan enkel tot gevolg hebben dat bijdragen verschuldigd in het raam van het koninklijk besluit nr.38 die op de dag van de aanvraag zijn betaald, worden terugbetaald, als zij nog niet werden geregulariseerd overeenkomstig artikel 11, § 5, eerste lid, van hetzelfde besluit. De eventuele terugbetaling kan enkel gebeuren op voorwaarde dat op grond van de reeds gedane bijdragebetalingen niet reeds sociale rechten werden genoten en zal ten vroegste gebeuren naar aanleiding van de regularisatie bedoeld in artikel 11, § 5, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 38." 3° het vijfde lid wordt vervangen als volgt : "De aanvraag ingediend met het oog op het genot van de bepalingen van deze paragraaf blijft, in voorkomend geval, geldig voor de volgende jaren, zolang zij niet uitdrukkelijk wordt verzaakt.Behoudens de toepassing van het volgende lid, heeft de verzaking slechts uitwerking vanaf de eerste dag van het jaar dat volgt op dat waarin de verzaking is gedaan." 4° tussen het vijfde en het zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende : "De aanvrager wordt geacht te hebben verzaakt aan zijn aanvraag vanaf een bepaald bijdragejaar wanneer zijn beroepsinkomsten, die in toepassing van artikel 11, § 3, van het koninklijk besluit nr.38 als basis dienen voor de berekening van de voorlopige bijdragen, voor het bedoelde bijdragejaar minstens het in het tweede lid vermelde toepasselijke bedrag bereiken en hij ten laatste op 31 december van het bijdragejaar geen aanvraag tot vermindering, zoals bedoeld in artikel 33, heeft ingediend, die door het sociaal verzekeringsfonds werd goedgekeurd en die ertoe leidt dat hij een voorlopige bijdrage kan betalen op basis van een inkomensbedrag van 1.920,48 euro, voor de personen bedoeld in het eerste lid, a), of 405,60 euro, voor de personen bedoeld in het eerste lid, a) en c). Deze verzaking heeft uitwerking met ingang van 1 januari van het betreffende bijdragenjaar.

Een nieuwe aanvraag met het oog op het genot van deze paragraaf, kan ten vroegste uitwerking hebben op de eerste dag van het jaar dat volgt op het bijdragejaar, bedoeld in dit lid".

Art. 2.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing voor de berekening van de sociale bijdragen voor de bijdragejaren vanaf 2018.

Art. 3.De minister bevoegd voor het sociaal statuut der zelfstandigen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 januari 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, M. DE BLOCK De Minister van Zelfstandigen, D. DUCARME

^