Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 juli 2003
gepubliceerd op 29 september 2003

Koninklijk besluit houdende de besteding van de bedragen gestort bij het terugvorderingsfonds bedoeld in artikel 71, 3°, van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg, federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2003012801
pub.
29/09/2003
prom.
11/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/11/2003012801/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 JULI 2003. - Koninklijk besluit houdende de besteding van de bedragen gestort bij het terugvorderingsfonds bedoeld in artikel 71, 3°, van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 71, 3°, gewijzigd bij de wetten van 30 december 2001 en 24 december 2002;

Gelet op het advies van het beheerscomité van het Fonds Sociale Maribel bedoeld in artikel 71, 1° en 2°, van de voormelde wet van 26 maart 1999, gewijzigd bij de wetten van 24 december 1999 en 30 december 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 december 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 19 december 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat onderhavig besluit moet toelaten om de openbare ziekenhuizen en openbare psychiatrische inrichtingen aangesloten bij de RSZ te vergoeden voor de kost die zij hebben gedragen in het kader van het opleidingsproject voorzien in protocolakkoord nr. 120/2 van 28 november 2000 van het Gemeenschappelijk Comité voor alle overheidsdiensten; dat bedoeld opleidingsproject opgestart werd vanaf het schooljaar 2000-2001 en dat het derhalve aangewezen is om zonder verwijl de nodige middelen die nodig zijn voor de vergoeding van vermelde werkgevers, te mobiliseren;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Sociale zaken en van Onze Minister van Volksgezondheid, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bedragen van de verminderingen van de werkgeversbijdragen gestort bij het terugvorderingsfonds bedoeld in artikel 71, 3°, van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, zijn bestemd voor opleidingsprojecten of projecten ter bevordering van de werkgelegenheid ten voordele van de werkgevers en werknemers die vallen onder de toepassing van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector.

Art. 2.Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten, komen in aanmerking voor financiering : 1° opleidingsprojecten goedgekeurd door de Minister van Werkgelegenheid, de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Volksgezondheid;2° projecten ter bevordering van de werkgelegenheid ingediend door één van de werkgevers bedoeld in artikel 1, eerste lid, 3°, van het voormelde koninklijk besluit van 18 juli 2002. De projecten bedoeld in het eerste lid, 2°, worden per aangetekende brief gericht aan het beheerscomité van het terugvorderingsfonds. Zij bevatten het unaniem advies van het bevoegde overlegcomité, ingesteld overeenkomstig de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.

Art. 3.Behoudens wat de projecten bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1°, betreft, die ambtshalve worden uitgevoerd, doet het beheercomité van het terugvorderingsfonds een uitspraak over de ingediende projecten in de volgorde waarin zij werden ingediend.

Het beheerscomité motiveert de beslissing en geeft hiervan uiterlijk binnen de 3 maanden volgend op de indiening van het project per aangetekende brief kennis aan de indiener.

Tegen de beslissing van het beheerscomité kan de indiener van het project bij aangetekende brief beroep aantekenen bij de Minister van Werkgelegenheid, de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Volksgezondheid. Om geldig te zijn moet het beroep worden ingesteld binnen een termijn van 30 dagen die ingaat de dag volgend op de verzending van de beslissing van het beheerscomité.

De Minister van Werkgelegenheid, de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Volksgezondheid spreken zich in gemeenschappelijk overleg uit over de ingestelde beroepen binnen een termijn van 30 dagen die ingaat de dag volgend op de verzending van het beroep.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.

Art. 5.Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Sociale zaken en Onze Minister van Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 juli 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE De Minister van Volksgezondheid, J. TAVERNIER

^