Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 juli 2003
gepubliceerd op 06 november 2003

Koninklijk besluit tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde instelling bij de openbare instellingen van sociale zekerheid

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003201463
pub.
06/11/2003
prom.
11/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/11/2003201463/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 JULI 2003. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde instelling bij de openbare instellingen van sociale zekerheid


Verslag aan de Koning Sire, Het besluit dat wij de eer hebben aan uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft als hoofddoel een aantal bepalingen uit te voeren van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, dat in de sociale zekerheid het concept van bestuursovereenkomsten invoert.

Sinds de jaren '80 is de responsabilisering van de actoren van de sociale zekerheid een belangrijke politieke bekommernis. Het gaat om het bewaren van de verworvenheden van de sociale zekerheid, terwijl een duurzame financiering verzekerd blijft. In 2002 werden de eerste bestuursovereenkomsten gesloten tussen de Belgische Staat en de sociale parastatalen. In 2003 worden bestuursovereenkomsten afgesloten met een nieuwe groep van sociale parastatalen. De doelstelling is de sociale zekerheid uit te rusten met een nieuw werkkader, dat dankzij een responsabilisering van het administratief beheer zal toelaten de doeltreffendheid van de aangeboden diensten te verhogen.

Algemene beginselen van de bestuurovereenkomsten In het verslag aan de Koning van het voornoemde besluit van 3 april 1997 wordt een bestuursovereenkomst bepaald als zijnde "een contract tussen het orgaan dat delegeert (de Staat) en het orgaan dat de taak uitvoert (de instelling van sociale zekerheid : het beheerscomité en persoon belast met het dagelijks bestuur), waarbij deze laatste een bepaalde output (d.i. dienstverlening) moet leveren en daartoe over voldoende ruimte beschikt in de inrichting van de interne organisatie en in de aanwending van het hem toegemeten budget" . Er wordt ook gepreciseerd dat "de bestuursovereenkomsten met instellingen van sociale zekerheid enkel betrekking hebben op het beheer van de instellingen en niet op de inhoud van de sociale programma's. De algemene veranderingen t.o.v. de vroegere bestuurlijke situatie behelzen hierbij : - uitdrukkelijk omschrijven van producten en diensten (output); - daaraan gekoppeld toekennen van middelen (input); - toekennen van grotere bevoegdheden inzake het gebruik van middelen; - afspraken over bewaking van voortgang en verantwoording; - één en ander vastgelegd in expliciete contracten.

De belangrijkste voordelen van dit soort overeenkomst zijn : een efficiëntere bedrijfsvoering door de instelling, een grotere mate van kostenbewustheid, met als gevolg besparingen, een betere arbeidsvoldoening en snellere besluitvormingsprocedures" .

De politieke overheid blijft dus bevoegd voor het bepalen van het sociaal beleid, met eerbiediging van de overlegprocedures met de sociale partners en om opdrachten toe te kennen aan de parastatale instellingen. Zodra deze opdrachten bepaald zijn, zullen deze instellingen verantwoordelijk worden gehouden voor hun uitvoering en de graad van doeltreffendheid van deze uitvoering in het kader van de bestuursautonomie die hen zal worden toegekend. Het doel van de bestuursovereenkomsten is de openbare instellingen van sociale zekerheid te responsabiliseren inzake administratieve efficiëntie.

De relatie van toezicht die heden bestaat tussen een Minister en een instelling zal worden vervangen door een contractuele relatie die ieders verplichtingen bepaalt. Dit betekent concreet dat de bestuursovereenkomst de opdrachten van de instelling bepaalt, de doelstellingen inzake administratieve efficiëntie vaststelt, evenals een beheersbegroting die haar in staat moet stellen deze doelstellingen te bereiken. Bovendien zorgt een nieuw wettelijk en reglementair kader ervoor dat de instelling over een grotere autonomie beschikt inzake begroting en personeel.

De bestuursovereenkomst regelt de volgende aangelegenheden (artikel 5, § 2 van het koninklijk besluit van 7 april 1997) : "1o de taken die de instelling op zich neemt ter vervulling van de opdrachten die haar door of krachtens de wet, of bij Regeringsbeslissing zijn toevertrouwd; 2o de gekwantificeerde doelstellingen inzake efficiëntie en kwaliteit met betrekking tot deze taken; 3o in de mate dat de instellingen rechtstreeks contact hebben met het publiek, de gedragsregels ten aanzien van het publiek; 4o de methodes voor het meten en het opvolgen van de mate waarin de doelstellingen en gedragsregels worden nageleefd; 5o de berekeningswijze en de vaststelling van de beheerskredieten die voor de uitvoering van deze taken ter beschikking worden gesteld; 6o de berekeningswijze en de vaststelling van het maximaal bedrag aan personeelskredieten dat betrekking heeft op statutaire ambtenaren; 7o binnen het kader bepaald door de Koning bij in Ministerraad overlegd besluit, de positieve sancties voor de instelling bij naleving van de verbintenissen uit de bestuursovereenkomst; 8o binnen het kader bepaald door de Koning bij in Ministerraad overlegd besluit, de oplossende maatregelen of sancties bij niet-naleving door één der partijen van haar verbintenissen uit hoofde van de bestuursovereenkomst. § 2, 7o en 8o treden in werking op een door de Koning te bepalen datum. » De eerste bestuursovereenkomsten zullen voor een duur van drie jaar worden afgesloten.

De graad van verwezenlijking van de doelstellingen zal worden bepaald op basis van indicatoren die periodiek zullen gemeten worden en die opgenomen zullen worden in de boordtabellen Hiernaast zullen de openbare instellingen van sociale zekerheid een begrotingsplan opmaken waarin de wijze wordt uiteengezet waarop de toegekende taken zullen worden uitgevoerd met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen die zijn bepaald in de bestuursovereenkomst.

De begroting van de openbare instellingen van sociale zekerheid die een overeenkomst hebben afgesloten zal bestaan uit twee delen : - een opdrachtenbegroting, die de ontvangsten en de uitgaven bevat betreffende de wettelijke opdrachten van de instelling; - een beheersbegroting, die de ontvangsten en de uitgaven bevat betreffende het beheer van de instelling.

In de beheersbegroting wordt een onderscheid gemaakt tussen : - de personeelsuitgaven; - de werkingsuitgaven; - de investeringsuitgaven.

De beheersbegroting kan slechts limitatieve kredieten bevatten, met uitzondering van de kredieten betreffende belastingen, verschuldigde bijdragen krachtens fiscale bepalingen of uitgaven ingevolge gerechtelijke procedures of beslissingen. Het beheersorgaan kan echter beslissen kredieten in de beheersbegroting van eenzelfde boekjaar over te dragen mits het gunstig advies van de regeringscommissaris die de Minister van Begroting vertegenwoordigt. De kredieten die voorzien zijn voor de investeringsuitgaven of voor de met het investeringsprogramma verbonden werkingsuitgaven, die niet tijdens het begrotingsjaar zullen opgebruikt zijn, zullen opnieuw worden ingeschreven in de beheersbegroting van het volgende begrotingsjaar, voor zover dit nodig is voor de uitvoering van het investeringsprogramma. De opdrachtenbegroting, daarentegen, zal niet-limitatieve kredieten mogen bevatten.

Inzake personeel zal het beheersorgaan zelfstandig het organieke kader mogen vaststellen. Hierin zal het geheel worden beschreven van de betrekkingen die bekleed worden of bekleed kunnen worden door het statutair of het contractueel personeel. Een verhouding zal worden vastgesteld tussen het organieke kader en het functionele organigram van de instelling, wat zodoende de basis vormt voor een echt beleid inzake personeel.

De controle zal zoals daarvoor worden uitgeoefend door middel van twee regeringscommissarissen : een die de toezichthoudende Minister vertegenwoordigt en een ander die de Minister van Begroting vertegenwoordigt. De rol van deze commissarissen is echter belangrijker geworden : "Ze moeten voornamelijk gezien worden als de vertegenwoordigers van een andere partij in een contractuele relatie, waarbij beide partijen gezamenlijk streven naar het bereiken van de vooropgestelde doelstellingen op de meest efficiënte manier. Dit impliceert een grotere betrokkenheid van de regeringscommissarissen bij de werking van de instelling en het opnemen, door deze laatsten, van een aantal verantwoordelijkheden inzake het tijdig aangeven van risico's tot niet-naleving van de bestuursovereenkomst" (commentaar bij de artikelen van het K.B. van 3 april 1997). Jaarlijks zal er een overleg moeten plaatsvinden tussen de regeringscommissarissen, het beheersorgaan en de administrateur-generaal van de instelling, ten einde de goede uitvoering van de bestuursovereenkomst te evalueren.

De bestuursovereenkomst van de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW) De Instelling vertegenwoordigd door de stemgerechtigde beheerders en door de leidend ambtenaar en zijn adjunct heeft in overleg met de voogdijminister de taken en opdrachten bepaald waarvoor in de bestuursovereenkomst doelstellingen en gedragsregels zijn opgenomen.

In het sociale zekerheidssysteem hebben de uitbetalinginstellingen tot taak een inkomen te betalen aan de onvrijwillige werklozen en aan de andere gelijkgestelde categorieën, op basis van de richtlijnen verstrekt door de RVA en met de middelen die ter beschikking gesteld en gecontroleerd worden door de RVA. De HVW betaalt, als openbare uitbetalinginstelling, gemiddeld 125.000 sociaal verzekerden per maand.

De opdrachten van de uitbetalingsinstellingen worden opgesomd in artikel 24 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, evenals in artikel 4 van het ministerieel besluit van 26 november 1991.

Zij hebben tot taak : het dossier van de sociaal gerechtigde in te dienen bij het werkloosheidsbureau van de RVA overeenkomstig de reglementaire bepalingen; aan de sociaal gerechtigde zijn uitkeringen en andere vergoedingen die hem toekomen te betalen overeenkomstig de vermeldingen van de uitkeringskaart. aan de sociaal verzekerde of aan de bevoegde dienst of instelling de documenten of de gegevens voorgeschreven door de wettelijke en reglementaire bepalingen af te leveren.

Het betreft hier ondermeer de gegevens die via elektronische weg worden overgemaakt aan de Kruispuntbank voor de sociale zekerheid teneinde de afgeleide rechten te waarborgen van de sociaal verzekerden in de andere sectoren van de sociale zekerheid zoals kinderbijlagen, de verzekering tegen ziekte en invaliditeit enz.

De HVW verbindt er zich toe om, gespreid over de duur van de overeenkomst, 16 verbeteringsprojecten te ontwikkelen teneinde de dienstverlening te verbeteren voor de sociaal verzekerden die op hun diensten een beroep doen In het domein van de samenstelling van het dossier, dat nodig is om na te gaan of de betrokkene recht heeft op een uitkering, zullen 3 verbeteringsprojecten ontwikkeld worden met de bedoeling de samenstelling van het dossier te versnellen en de kwaliteit van het dossier te verhogen teneinde vlugger te kunnen overgaan tot de betaling van de eerste uitkering.

Voor wat de uitbetaling van de vergoedingen aangaat zullen 5 verbeteringsprojecten ontwikkeld worden teneinde de betaalkwaliteit te optimaliseren door het aantal bijbetalingen en het aantal foutieve betalingen te beperken.

Met betrekking tot de gedragsregels ten aanzien van het publiek verbindt de HVW zich er toe de volgende projecten uit te voeren ter verbetering van : - de toegang tot de algemene informatie door een website te ontwikkelen die zal worden omgevormd tot een interactieve site waarlangs de sociaal gerechtigden rechtstreeks met de instelling zullen kunnen communiceren en door een centrale informatiedienst op te richten die alle communicatiekanalen zal gebruiken; - de leesbaarheid van de documenten; - het onthaal door de materiële structuur van de plaatselijke kantoren te optimaliseren, de mogelijkheid om persoonlijk te worden ontvangen en de vermindering van de wachttijden per bezoeker in alle kantoren.

Tenslotte zullen een aantal verbeteringprojecten ontwikkeld worden die betrekking hebben op de centrale diensten van de instelling en die er zullen toe bijdragen de dienstverlening te moderniseren en gebruiksvriendelijker te maken voor de sociaal gerechtigden. Deze verbeteringsprojecten hebben evengoed betrekking op de aanwending van moderne management technieken in de opleiding en in het HRM, als op het gebruik van aangepaste elektronische communicatiemiddelen tussen de uitbetalingsbureaus van de instelling zelf en met de andere instellingen van de sociale zekerheid.

Het opvolgen van de doelstellingen en de gedragsregels zal gebeuren met enerzijds de statistieken waarover de HVW reeds beschikt, en anderzijds door het ontwerpen van nieuwe statistieken ter ondersteuning van de gepaste Balanced Score Cards.

Er werden een veertigtal "Kritieke Prestatie Indicator"-fiches ontwikkeld voor de buitendiensten van de HVW. Ze omvatten resultaat-, kwaliteit-, proces- en innovatie-indicatoren.

Er zullen nieuwe meetinstrumenten worden ontwikkeld met name om de evolutie en de aard van de C51-en te kunnen opvolgen evenals voor de afwerkingtermijn van de eerste betalingen.

De betaalkwaliteit zal worden gemeten aan de hand van Balanced Score Cards over de verificatie van de uitgaven, BSC's over de terugvordering van de onverschuldigde bedragen en BSC's over de snelheid van de betalingen.

Voor de afdelingen van het hoofdbestuur zullen indicatoren worden ontworpen om de tevredenheidgraad van de klanten en van het personeel te meten.

Teneinde deze verbintenissen te kunnen nakomen moet de Rijksdienst kunnen beschikken over de nodige middelen.

De verbintenissen van de Staat, gemeenschappelijk aan alle bestuursovereenkomsten, houden in : - Het in rekening brengen, tijdens de evaluatie van de overeenkomst, van gebeurtenissen van overmacht of van politieke beslissingen die gevolgen zouden kunnen hebben op de verwezenlijking van de overeenkomst; - De verzekering van een doeltreffende samenwerking van de federale ministeries in de opdrachten waar een samenwerking met een instelling noodzakelijk is.

Het besluit werd aangepast aan de bemerkingen geformuleerd door de Raad van State in zijn advies.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

11 JULI 2003. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde instelling bij de openbare instellingen van sociale zekerheid ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, gewijzigd bij de wetten van 13 februari 1998, 22 februari 1998, 22 maart 1999, 12 augustus 2000, 2 januari 2001, 19 juli 2001, 30 december 2001 en 24 december 2002 en bij de koninklijke besluiten van 8 april 2002, 23 april 2002, 29 april 2002 en 10 december 2002;

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 1, zoals gewijzigd tot op heden;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 1, § 1, II, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 november 1993, 29 april 2002;

Gelet op de eerste bestuursovereenkomst die werd gesloten tussen enerzijds de Belgische Staat en anderzijds de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 december 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 19 december 2002;

Gelet op het besluit van de Ministerraad, over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op advies nr. 34.676/1 van de Raad van State, gegeven op 30 januari 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1o, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, bijgestaan door Onze Minister van Begroting, voor de bepalingen met budgettaire of financiële draagwijdte, en door Onze Minister van Ambtenarenzaken en modernisering van de openbare besturen, voor de bepalingen die betrekking hebben op de materies die, wat betreft de openbare instellingen van sociale zekerheid, onverminderd andersluidende wets- of reglementsbepalingen, tot zijn bevoegdheid behoren, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde bestuursovereenkomst wordt goedgekeurd.

Art. 2.Artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 april 2002, 23 april 2002, 29 april 2002 en 10 december 2002, wordt aangevuld als volgt : "Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen"

Art. 3.In artikel 1, littera D, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, zoals gewijzigd tot op heden, vervallen de woorden "Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen".

Art. 4.In artikel 1, § 1, II, 1o, van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut vervallen de woorden "Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen".

Art. 5.Dit besluit en de bijgevoegde bestuursovereenkomst hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2003

Art. 6.Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Ambtenarenzaken en modernisering van de openbare besturen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 juli 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Ambtenarenzaken en modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

Bijlage bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003 BESTUURSOVEREENKOMST VOOR DE PERIODE 2003 - 2005 TUSSEN DE BELGISCHE STAAT EN DE HULPKAS VOOR WERKLOOSHEIDSUITKERINGEN INHOUDSOPGAVE INLEIDING . . . . . 1 TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN . . . . . 8 Artikel 1 - Voorwerp van de overeenkomst . . . . . 8 Artikel 2 - Definities . . . . . 8 Artikel 3 - De opdrachtenverklaring van de HVW . . . . . 9 TITEL II OPDRACHTEN EN DOELSTELLINGEN VAN DE HVW . . . . . 10 Hoofdstuk I Het opstellen van de uitkeringsaanvraag . . . . . 10 Artikel 4 - Regelgeving . . . . . 10 Artikel 5 - Huidige toestand . . . . . 10 Verbeteringsprojecten toelaatbaarheid . . . . . 11 Artikel 6 - Verbeteringsproject 1 (2003) De integratie van DMFA in het dossierbeheer . . . . . 11 Artikel 7 - Verbeteringsproject 2 (2004) Het verbeteren van de werkwijze inzake het opstellen van een dossier . . . . . 12 Artikel 8 - Verbeteringsproject 3 (2004) Creaties zonder betaling . . . . . 13 Hoofdstuk II De betaling van de uitkeringen . . . . . 14 Artikel 9 - Regelgeving . . . . . 14 Artikel 10 - Kwaliteit van de betalingen . . . . . 14 Artikel 11 - Snelheid van de betalingen . . . . . 15 Artikel 12 - Aflevering van attesten . . . . . 15 Verbeteringsprojecten betalingen . . . . . 15 Artikel 13 - Verbeteringsproject 4 (2005) Bepalen van de "goede praktijken" op vlak van betaling . . . . . 15 Artikel 14 - Verbeteringsproject 5 (2005) Optimaliseren van de betaalkwaliteit . . . . . 16 Artikel 15 - Verbeteringsproject 6 (2003) Betaling op basis van een elektronische aangifte van een sociaal risico . . . . . 17 Artikel 16 - Verbeteringsproject 7 (2003) Organisatie van de betalingen via elektronische bestaandsoverdracht . . . . . 17 Artikel 17 - Verbeteringsproject 8 (2003) Het afleveren van attesten . . . . . 18 Hoofdstuk III Het intern beheer . . . . . 19 Afdeling 1 HRM . . . . . 19

Artikel 18 - Copernicushervorming : Huidige toestand . . . . . 19 Artikel 19 - Verbeteringsproject 9 (2003) Organogram/Copernicus . . . . . 19 Artikel 20 - Arbeidstijdregeling en Huidige toestand goede dienstverlening . . . . . 19 Artikel 21 - Verbeteringsproject 10 (2004) Arbeidstijdregeling en goede dienstverlening . . . . . 20 Afdeling 2 Opleiding . . . . . 20

Artikel 22 - Opleiding versus arbeidstijdregeling Huidige toestand . . . . . 20 Artikel 23 - Verbeteringsproject 11 (2005) Opleiding en deeltijds werken . . . . . 20 Afdeling 3 Informatica . . . . . 21

Artikel 24 - Informatica infrastructuur Huidige toestand . . . . . 21 Artikel 25 - Verbeteringsproject 12 (2003) Aanpassing van de informatica-infrastructuur . . . . . 21 Afdeling 4 Gebouwen . . . . . 22

Artikel 26 - Huidige toestand . . . . . 22 Artikel 27 - Verbeteringsproject 13 (2003) Actieve gebouwenpolitiek . . . . . 22 TITEL III GEDRAGSREGELS TEN AANZIEN VAN HET PUBLIEK . . . . . 23 Hoofdstuk I Informatieverstrekking . . . . . 23 Artikel 28 - Regelgeving . . . . . 23 Artikel 29 - Huidige toestand . . . . . 24 Artikel 30 - Verbeteringsproject 14 (2003) Verbetering van de informatie . . . . . 25 Hoofdstuk II Onthaal . . . . . 26 Artikel 31 - Regelgeving . . . . . 26 Artikel 32 - Huidige toestand . . . . . 26 Artikel 33 - Verbeteringsproject 15 (2003) Optimalisering van het onthaal . . . . . 27 TITEL IV MEETINSTRUMENTEN VOOR DE OPVOLGING VAN DOELSTELLINGEN EN GEDRAGSREGELS . . . . . 28 Artikel 34 - Boordtabellen . . . . . 28 Artikel 35 - Verbeteringsproject 16 (2003) Herziening van de statistieken . . . . . 29 Artikel 36 - Balanced Score Cards voor de U.B.'s en de H.B.-afdelingen . . . . . 29 TITEL V VERBINTENISSEN VAN DE STAAT . . . . . 32 Artikel 37 tot Artikel 39 TITEL VI BEREKENINGSWIJZE EN VASTSTELLING VAN DE BEHEERSKREDIETEN EN VAN HET MAXIMAAL BEDRAG VAN DE PERSONEELSKREDIETEN DAT BETREKKING HEEFT OP DE STATUTAIRE AMBTENAREN . . . . . 33 Artikel 40 tot Artikel 47 TITEL VII POSITIEVE EN NEGATIEVE SANCTIES . . . . . 36 Artikel 48 TITEL VIII SLOTBEPALINGEN . . . . . 37 Artikel 49, 50 - Herziening van de overeenkomst . . . . . 37 Artikel 51 - Niet respecteren van de verbintenissen . . . . . 37 Artikel 52, 53 - Duurtijd en van kracht worden van de bestuursovereenkomst . . . . . 37 BIJLAGEN INLEIDING De HVW is een uitbetalinginstelling voor werkloosheidsuitkeringen In het sociale zekerheidssysteem hebben de uitbetalinginstellingen tot taak een inkomen te betalen aan de onvrijwillige werklozen en aan de andere gelijkgestelde categorieën, op basis van de richtlijnen verstrekt door de RVA en met de middelen die ter beschikking gesteld en gecontroleerd worden door de RVA. De HVW betaalt, als openbare uitbetalinginstelling, gemiddeld 125.000 sociaal verzekerden per maand.

Deze basistaak impliceert talrijke andere taken, meer bepaald op het vlak van de informatie en op het gebied van de samenstelling van de dossiers.

De opdrachtenverklaring In de fase voorafgaand aan de opstelling van de bestuursovereenkomst werd diepgaand nagedacht over de hoofdtaken van de instelling en over de wijze waarop zij zich ertoe verbindt om deze te vervullen. Een en ander gebeurde door vertegenwoordigers van de buitendiensten en van het hoofdbestuur en mondde uit in een "opdrachtenverklaring".

De "opdrachtenverklaring" werd voorgelegd aan het Basisoverlegcomité van 19 maart 2002 en goedgekeurd door de Raad van Beheer van de HVW op 28 maart 2002. De "opdrachtenverklaring" werd voorgesteld aan alle personeelsleden van de HVW teneinde hen hiervoor te sensibiliseren.

Wij hernemen de tekst en de verklarende commentaar hierna.

Wij verbinden er ons toe : als openbare dienst, aan allen die op ons een beroep doen, in het kader van de betreffende wetgeving, hen bij te staan in de uitoefening van hun rechten en afgeleide rechten in de werkloosheids- en aanverwante sectoren, en hun werkloosheids- en andere uitkeringen betalen.

Wij, de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen, zijn een sociale parastatale instelling die onze werking baseren op al de principes van de openbare diensten zoals o.a. : de beschikbaarheid, de gelijke behandeling voor iedereen, de rechtszekerheid, enz.

Wij willen wie zich tot ons wendt, actief begeleiden doorheen de facetten van het werkloosheidsstelsel en ruimer, doorheen de aspecten van het stelsel van de sociale zekerheid waar dit een raakvlak heeft met de uitkeringen door ons betaald (zoals kinderbijslagen, ziekteverzekering).

Wij doen dit door : |B6 juiste en bevattelijke informatie te geven over rechten en plichten, Wij wensen volledige, juiste en bevattelijke informatie aan te bieden zodat het voor de betrokkenen duidelijk is hoe zij hun rechten kunnen laten gelden en wat hun situatie is.

In deze context streven wij naar een grote beschikbaarheid naar onze rechthebbenden toe, en naar kwalitatief goed onthaal. |B6 de dossiers zorgvuldig samen te stellen en te beheren, Wij hebben de ambitie de dossiers zo samen te stellen en te beheren dat wij de betrokkenen snel de gewenste informatie kunnen bezorgen en de rechtmatige uitkeringen uitbetalen.

Hiervoor dienen wij in alle stadia van de dossieropvolging blijk te geven van grote nauwkeurigheid en oplettendheid. |B6 de uitkeringen correct en snel te betalen.

Wij hebben enerzijds de plicht de aan ons toevertrouwde openbare gelden te besteden conform de geldende reglementering. Onze rechthebbenden dienen anderzijds de bedragen te ontvangen waarop zij wettelijk recht hebben.

Vermits de door ons verrichte betalingen grotendeels vervangingsinkomens betreffen, engageren wij er ons toe de uitbetalingen snel te doen.

Wij kiezen voor : |B6 persoonsgerichte dienstverlening, In de dagelijkse omgang met onze rechthebbenden willen wij de nadruk leggen op de beschikbaarheid en op een tegemoetkomend onthaal aangepast aan ieders behoeften.

Ons doel is iedereen zo goed mogelijk te helpen en dit in de beste omstandigheden.

Hiervoor betonen wij hulpvaardigheid en probleemoplossend gedrag. |B6 rechtszekerheid en gelijke behandeling, Wie beroep op ons doet moet overal op dezelfde manier behandeld worden. Wie zich in dezelfde situatie bevindt moet dezelfde rechten en plichten hebben. Wij wijzen elke discriminatie af. Wij stellen ons hier borg voor en nemen alle nodige maatregelen hiervoor. |B6 aandacht voor het welzijn van het personeel dat opgeleid, gemotiveerd en ondersteund, actief participeert in de verwezenlijking van de doelstellingen, Om onze identiteitsverklaring te kunnen verwezenlijken is het onontbeerlijk dat wij beschikken over bekwame en gemotiveerde medewerkers.

Hiertoe dienen wij als organisatie te investeren in ons personeel. Wij dienen veel aandacht te besteden aan opleiden en informeren van het personeel. Wij moeten er voor zorgen dat onze medewerkers hun taken kunnen uitvoeren in een functionele en gezonde omgeving waarin men zich goed voelt en dat zij de nodige werkingsmiddelen ter beschikking hebben.

Wij dienen ons in te spannen om op de werkvloer een zo goed mogelijk sociaal klimaat te creëren. Om dat te bereiken moet er een klimaat zijn van openheid, communicatie, luisterbereidheid en participatie.

In het bijzonder moet er oog zijn voor een goede interne dienstverlening die streeft naar dezelfde tijdige en correcte toekenning van rechten aan alle personeelsleden. |B6 teamwerk, Wij hechten er belang aan dat onze personeelsleden in een aangenaam en doelgericht samenwerkingsverband hun taken uitvoeren.

Teamwerking verhoogt de kwaliteit en efficiëntie en staat borg voor ondersteuning. |B6 efficiënt beheer van de middelen, Enerzijds dienen alle menselijke en materiële middelen voor een degelijke taakuitvoering aanwezig te zijn en op een effectieve manier verdeeld te worden over de diverse terreinen. Anderzijds verbinden wij er ons toe die middelen doeltreffend en zuinig te beheren. |B6 openstaan voor veranderingen, Wij hebben de ambitie een organisatie te zijn die veranderingsbereid is. Maar wij willen de veranderingen niet enkel passief aanvaarden maar integendeel erop anticiperen in de zin van tijdige voorbereiding van nieuwe ontwikkelingen, preventieve acties,.... |B6 doeltreffende interne en externe communicatie, Goede communicatie vereist bereidwilligheid van alle personeelsleden.

Goede communicatiekanalen aangepast aan de verschillende bestemmelingen zijn eveneens onontbeerlijk.

Zowel naar onze rechthebbenden en externe partners toe als naar de eigen personeelsleden moet alle informatie vlot circuleren. |B6 transparantie in onze structuren en procedures, De toe te passen reglementering is een complex geheel. Wij willen ijveren voor zo weinig mogelijk en zo eenvoudig mogelijke procedurestappen. Wij streven naar een heldere structuur en begrijpelijke regels.

Wij opteren ook voor doorzichtigheid van onze structuur en acties naar de interne rechthebbende toe. |B6 samenwerking met alle betrokken partijen.

In de uitoefening van onze taken hebben wij een constante interactie met andere instellingen die eveneens op het terrein van de sociale zekerheid actief zijn. Enkel door een goede samenwerking met deze partners kunnen wij de eigen doelstellingen optimaal bereiken.

De HVW is een instelling in beweging De HVW tracht haar doelen te bereiken door een zo adequaat mogelijk gebruik van de middelen die zij ter beschikking krijgt. Zoals de meeste administraties heeft zij de laatste 15 jaren een steeds verder doorgedreven informatisering gekend.

De manuele en mechanische taken, hoofdzakelijk m.b.t. de berekening van de betalingen, de boekhouding en het schuldbeheer werden geleidelijk geïntegreerd in een steeds meer geperfectioneerd informaticaprogramma.

Doorheen dit informatiseringproces heeft de HVW grote inspanningen geleverd op het vlak van de productiviteitsstijging waardoor : - het personeelseffectief verminderde van 663 budgettaire eenheden (equivalent voltijdse) in 1990 tot 495 in 2001 zonder een beroep te moeten doen op ontslagen, - de snelheid van de betaling aan de sociaal gerechtigden sterk werd verhoogd, - de kwaliteit van de betalingen betekenisvol werd verbeterd.

Dezelfde evolutie vond plaats op het vlak van het beheer en de betaling van ons personeel.

Bovendien kwamen er in de loop der tijd steeds meer categorieën sociaal gerechtigden bij. Bij de "traditionele" volledige werklozen, de tijdelijke werklozen en de bruggepensioneerden voegden zich de onvrijwillige deeltijdse werknemers, de werklozen tewerkgesteld in een plaatselijk werkgelegenheidsagentschap, de deeltijdse werknemers met behoud van rechten, de werknemers tewerkgesteld in het kader van een activeringsprogramma, de grensarbeiders (in Nederland en Frankrijk), de jonge werknemers in het kader van een begeleidingsplan, de jonge werknemers die vakantie nemen in het jaar volgend op het einde van hun studies en de werknemers die een anciënniteittoeslag genieten en het werk hervatten.

Talrijke andere wijzigingen werden eveneens aangebracht aan de werkloosheidsreglementering - een buitengewoon ingewikkelde materie, op het kruispunt van het arbeidsrecht en de sociale zekerheid - die daarenboven dikwijls de weerspiegeling is van een maatschappij in verandering. Het blijft een voortdurende uitdaging om enerzijds de vele wijzigingen te verwerken, hoofdzakelijk door een analyse van de reglementering en de vorming van het personeel, en anderzijds onze werkmethodes evenals ons informaticasysteem, aan te passen.

Naast haar taak om de sociaal verzekerden uit te betalen heeft de HVW ook tot taak aan de andere instellingen van de sociale zekerheid de gegevens mee te delen die de sociaal verzekerden toelaten hun rechten afgeleid van de ontvangst van een vervangingsinkomen te laten gelden, te weten het recht op kinderbijslag (in voorkomend geval), en op een ziekte- en invaliditeitsuitkering. Deze gegevens worden reeds meerdere jaren langs elektronische weg overgemaakt via de Kruispuntbank.

In het kader van het e-governement is de HVW ook nauw betrokken in het project van de multifunctionele aangifte en de aangifte sociaal risico. Enerzijds zal dit project een snelle overdracht mogelijk maken van de loon- en arbeidsduurgegevens, van de gegevens betreffende de sociale risico's, evenals van de gegevens van andere sociale zekerheidsinstellingen, teneinde binnen de kortste tijdspanne aan de sociaal verzekerden het inkomen te bezorgen waarop zij recht hebben.

Anderzijds zal dit project de administratieve last die de sociale wetgeving betekent voor de werkgevers en voor de sociaal verzekerden aanzienlijk verminderen.

Vanaf 01 januari 2003 zullen de projecten multifunctionele aangifte en aangifte sociaal risico steeds verder op punt gesteld worden en zullen zij, vanaf hun voorbereidende fase, een nieuwe uitdaging zijn voor de HVW om haar taak naar behoren te vervullen.

De HVW is een instelling onderworpen aan het paritair beheer Het paritair beheer vormt één van de basispijlers van het Belgische sociale zekerheidssysteem. Dit betekent dat het algemeen beheer van de HVW wordt uitgeoefend door een beheerscomité, samengesteld uit een voorzitter, zeven vertegenwoordigers van de representatieve interprofessionele werkgeversorganisaties en zeven vertegenwoordigers van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties.

Een afgevaardigde van de Minister van Tewerkstelling en Arbeid en een afgevaardigde van de Minister van Financiën nemen ook deel aan de vergaderingen. Zij hebben beiden een raadgevende stem en kunnen beroep instellen tegen elke beslissing die zij, binnen het bevoegdheidsdomein van de minister die hen heeft voorgedragen, strijdig achten met de wet, met de statuten, met de bestuursovereenkomst of met het algemeen belang.

Het dagelijks beheer van de HVW wordt uitgeoefend door de leidend ambtenaar, bijgestaan door de adjunct-leidend ambtenaar.

In het kader van de responsabilisering van de openbare instellingen van de sociale zekerheid, wordt het paritair beheer versterkt, rekening houdend met de autonomie en de grotere verantwoordelijkheid die wordt toegekend aan de HVW. BESTUURSOVEREENKOMST TUSSEN DE BELGISCHE STAAT EN DE HULPKAS VOOR WERKLOOSHEIDSUITKERINGEN VOOR DE PERIODE 2003-2005 Overwegende, |b) dat de bestuursovereenkomst geen betrekking heeft op de inhoudelijke aspecten van de sociale zekerheid, noch op de vastlegging van het bedrag van de ontvangsten en uitgaven van de sociale prestaties; |b) dat de bestuursovereenkomst de optimalisering beoogt van de dagelijkse werking en het bestuur van de openbare instellingen van sociale zekerheid en daartoe aan die instellingen een grotere beleidsmarge toekent inzake het personeelsbeleid en het financieel beleid; |b) dat de overeenkomstsluitende partijen zichzelf beschouwen als partners die de opdrachten die aan de HVW zijn opgelegd uitvoeren en dit slechts kunnen doen in samenwerking met andere partners; |b) dat de andere openbare instellingen van sociale zekerheid en de andere instellingen van sociale zekerheid bevoegd en verantwoordelijk blijven voor de opdrachten die hen werden toevertrouwd op grond van de wetgeving inzake de sociale zekerheid; |b) dat de overeenkomstsluitende partijen zich ertoe verbinden te streven naar een optimale omgeving die geschikt is voor de realisatie van de wederzijdse verbintenissen; |b) dat de overeenkomstsluitende partijen zich ertoe verbinden de bepalingen na te leven inzake het paritair beheer dat wordt versterkt ten gevolge van de toegenomen verantwoordelijkheden en autonomie die aan de HVW worden toegekend in het kader van de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid; |b) dat - tenzij andersluidende bepalingen - de verbintenissen geldig blijven zolang het beleid niet wijzigt en dat de beoordeling van de naleving van de verbintenissen zal gebeuren rekening houdende met beleidsbeslissingen die genomen worden na de datum van de ondertekening van deze overeenkomst en die de verwezenlijking van de doelstellingen van de overeenkomst hebben beïnvloed; |b) dat in het bestuursplan de generieke strategieën verder zullen worden uitgediept die tot dynamischere operationele doelstellingen zullen leiden. Deze voorbereiding bestaat uit het realiseren van de randvoorwaarden om tot een meer gedynamiseerde aanpak te komen; gelet op het akkoord van het college van Openbare Instellingen van de Sociale Zekerheid, gegeven op 13 december 2002 inzake de onderlinge coördinatie en consistentie van de ontwerpen van bestuursovereenkomst van de onderscheiden instellingen van sociale zekerheid; gelet op het advies van het Basisoverlegcomité gegeven in zijn zitting van 19 november 2002, wordt, ter uitvoering van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en de vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, tussen : de Belgische Staat , vertegenwoordigd door de Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid, Mevr. Laurette ONKELINX en de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen , vertegenwoordigd door : - de stemgerechtigde beheerders, aangeduid door het beheersorgaan : Mevrouw Maddie GEERTS, de heren Rudy DE LEEUW en Luk DE VOS als vertegenwoordigers van de werknemers en de heren Arnout DE KOSTER en Gianni DUVILLIER als vertegenwoordigers van de werkgevers, - de Leidend ambtenaar, de heer Sylvain WOLF en de Adjunct leidend ambtenaar, de heer Florent BLEUX, overeengekomen hetgeen volgt : TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Voorwerp van de overeenkomst Deze overeenkomst beoogt de beschrijving van de opdrachten toevertrouwd aan de instelling, van de verbeteringen die moeten aangebracht worden aan de uitvoering van deze opdrachten en van de middelen om de verwezenlijking van beiden te meten.

Deze overeenkomst kadert in de bepalingen van het koninklijk besluit van 3 april 1997 ter optimalisering van de dagelijkse werking en het beheer van de instelling waarbij een ruimere administratieve autonomie wordt toegekend inzake personeelsbeleid en financieel beheer.

Deze overeenkomst stelt de respectievelijke engagementen van de Staat en van de HVW vast en verduidelijkt de voorwaarden, noodzakelijk voor de verwezenlijking van de opdrachten die door of krachtens de wet aan de HVW zijn toevertrouwd.

De Staat en de HVW verbinden zich ertoe om de beginselen van het paritair beheer na te leven; het Beheerscomité en de personen belast met het dagelijks bestuur zullen als ware partners samenwerken.

Artikel 2 Definities In deze bestuursovereenkomst verstaat men onder : "de HVW" (Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen) : <

Artikel 3 De opdrachten van de HVW De opdrachten van de HVW worden opgesomd in artikel 24 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, evenals door artikel 4 van het ministerieel besluit van 26 november 1991. De bepalingen van deze artikelen worden hieronder samengevat : De uitbetalingsinstellingen hebben tot taak : |b) Het dossier van de sociaal gerechtigde in te dienen bij het werkloosheidsbureau van de RVA overeenkomstig de reglementaire bepalingen; |b) Aan de sociaal gerechtigde zijn uitkeringen en andere vergoedingen die hem toekomen te betalen overeenkomstig de vermeldingen van de uitkeringskaart (de toelating tot betalen van de RVA) bedoeld in artikel 146 van het K.B. van 25.11.1991, dit alles overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen; |b) Aan de sociaal verzekerde of aan de bevoegde dienst of instelling de documenten of de gegevens voorgeschreven door de wettelijke en reglementaire bepalingen af te leveren (het betreft hier de gegevens die aan de andere sociale zekerheidsinstellingen worden overgemaakt via de Kruispuntbank) De uitbetalingsinstellingen hebben eveneens de volgende algemene taken : |b) De formulieren waarvan het gebruik door de RVA is voorgeschreven ter beschikking van de werknemer houden. De sociaal gerechtigde moet inderdaad de uitkeringsaanvraag doen via een uitbetalingsinstelling en deze moet de documenten die hiertoe nodig zijn, de controlekaarten, de formulieren om vrijstelling aan te vragen, enz. overhandigen. |b) Aan de werknemer alle door de RVA voorgeschreven mededelingen verstrekken en documenten overmaken. Het betreft hier meer bepaald de inlichtingenbladen met de rechten en plichten van de werkloze en de briefwisseling die de sociaal verzekerde inlicht over de positieve beslissingen die de RVA nam. |b) De werknemer kosteloos raad geven en alle dienstige inlichtingen verstrekken betreffende zijn rechten en plichten met betrekking tot de werkloosheidsverzekering. |b) Optreden als informatiedienst waarbij de sociaal gerechtigde aanvullende inlichtingen kan ontvangen omtrent zijn rechten en plichten en omtrent de beslissingen die hem betreffen.

TITEL II OPDRACHTEN EN DOELSTELLINGEN VAN DE HVW Hoofdstuk I Het opstellen van de uitkeringsaanvraag Artikel 4 Regelgeving Op grond van het artikel 133 van het K.B. van 25/11/1991 houdende de werkloosheidsreglementering dient de werknemer/werkloze zijn uitkeringsaanvraag in te dienen door bemiddeling van een uitbetalinginstelling, die het dossier dient over te maken aan het werkloosheidsbureau van de RVA. Het dossier dient al de nodige documenten te bevatten die de RVA de mogelijkheid bieden om een beslissing te nemen over het recht op uitkeringen en om er het bedrag van te bepalen.

De voorwaarden waaronder iemand kan worden toegelaten tot het recht op werkloosheidsuitkeringen zijn opgenomen in het hoofdstuk II van het K.B. van 25/11/1991, en in de daarop toepasselijke artikelen van het M.B. van 26/11/1991.

De procedureregels zijn vervat in het hoofdstuk V van het K.B. van 25/11/1991 en in de hierop betrekking hebbende artikelen van het M.B. van 26/11/1991.

Artikel 5 Huidige toestand § 1. Samenstelling van het dossier De HVW stelt maandelijks gemiddeld 5000 uitkeringsdossiers op. Het gaat hier over werklozen die zich voor de eerste keer tot de HVW richten, die van een andere uitbetalinginstelling overkomen, of die hun uitkeringsaanvraag moeten hernieuwen tengevolge van verscheidene gebeurtenissen (werk, ziekte, verhuizing naar het ambtsgebied van een ander uitbetalingbureau).

Het samenstellen van een dossier vereist verscheidene stappen door de HVW en door andere instanties : opvragen, controleren en samenbrengen van de nodige documenten en gegevens, en overmaken aan de RVA voor goedkeuring.

De periode die verstrijkt tussen het ogenblik van de uitkeringsaanvraag en de eerste betaling is dus niet alleen afhankelijk van de HVW maar ook van de werkloze zelf, zijn werkgever, de RVA enz.

Een niet onbelangrijk aantal sociaal verzekerden is daarenboven wettelijk verplicht om zich tot een uitbetalingsinstelling te wenden voor het opmaken van een uitkeringsdossier zonder dat dit leidt tot een betaling in de sector werkloosheid. Deze aanvraag dient in dit geval om zijn rechten te openen of te vrijwaren in andere sociale sectoren (leefloon, kinderbijslagen enz.).

De HVW beschikt over boordtabellen over de tijdspanne die verloopt tussen het opstellen van het dossier (de creatie) en de eerste betaling die er op volgt voor gans de hiervoor vermelde groep.

Over de periode 8/2001-7/2002 werden de eerste betalingen gemiddeld uitgevoerd binnen de dertig dagen in 28,6 % van de dossiers, binnen de 30 tot 45 dagen voor 20,6 % van de dossiers en binnen de 45 tot 90 dagen voor 30,1 % van de dossiers.

Teneinde het opstellen van het dossier te versnellen, de tijdspanne tussen het opstellen en de eerste betaling te verkleinen, en de mogelijkheden tot pro-actief optreden van de HVW te vergroten, worden er twee verbeteringsprojecten op het getouw gezet : - In 2003 : de integratie van de multifunctionele aangifte in het dossierbeheer (PROJECT 1) - In 2004 : het verbeteren van de werkwijzen inzake het opstellen van een dossier (PROJECT 2) § 2. Dossiers die niet leiden tot een betaling.

Gemiddeld over diezelfde periode, werd in 11,7 % van de gecreëerde dossiers waarvoor de HVW een toelating tot betaling heeft ontvangen, na 90 dagen nog steeds geen betaling uitgevoerd. Voor 9 % van de dossiers werd er geen recht op werkloosheidsuitkeringen toegekend (0-code). - In 2004 zal hieromtrent een verbeteringsproject "Creaties zonder betaling" worden uitgevoerd. (PROJECT 3) De verbeteringsprojecten inzake toelaatbaarheid Artikel 6 Verbeteringsproject 1 : De integratie van de multifunctionele aangifte in het dossierbeheer (2003) § 1. Doelstellingen van het project Vanaf 1 januari 2003 zullen in meerdere fasen (1 januari 2003, 1 april 2003, 1 oktober 2003 en 1 januari 2005), in het kader van "de Multifunctionele Aangifte" (DMFA) en de Aangifte van het Sociaal Risico (ASR), geleidelijk aan een aantal papieren documenten voor de uitkeringsaanvraag van de sociaal verzekerden vervangen worden door elektronische berichten van de werkgever die via het Extranet van de sociale zekerheid en de INTER-OP beschikbaar zullen zijn voor de uitbetalingsinstellingen.

De HVW zal een aantal informaticatoepassingen ontwikkelen om deze elektronische berichten eventueel samen met papieren formulieren te integreren in het dossier van betrokken om het in te dienen bij de RVA. Ter ondersteuning van iedere stap in het invoeringsproces van de DMFA zal opleiding georganiseerd worden en zullen handleidingen geschreven of herwerkt worden. § 2. Te verwachten eindresultaat De HVW zal het voor het geheel van de sociale zekerheidssector opgelegde ritme van invoering kunnen volgen en zal in staat zijn om vanaf het begin van iedere fase de elektronische documenten te integreren in zijn bestaande informaticatoepassingen.

Artikel 7 Verbeteringsproject 2 : Het verbeteren van de werkwijzen inzake het opstellen van een dossier (2004) § 1. Doelstelling van het project : Door middel van een selectie van de meest succesvolle onderdelen uit de bestaande werkwijzen in de diverse uitbetalingsbureaus, zullen de "goede praktijken" voor het samenstellen van het dossier vastgelegd worden waarbij de diverse uitzichten aan bod zullen komen : loketwerk, telefoon, postbehandeling en informaticaverwerking. Deze nieuwe werkmethoden moeten leiden tot een kwaliteitsverbetering (vermindering van het aantal C51 en geweigerde dossiers enz.) en een snellere verwerkingsduur (tijd nodig tot een dossier aanvaard of geweigerd wordt).

Naast de interne verwerkingsmethode zullen in de "goede praktijken" ook de noodzakelijke tussenkomsten van de sociaal verzekerden bij de samenstelling van het dossier onderzocht worden. De nieuwe werkmethoden moeten leiden tot minder verplaatsingen van de werklozen, een directere begeleiding en actieve hulp bij de samenstelling van het dossier, mogelijkheid om een dossier op te laten maken zonder zich aan het loket te moeten aanmelden, enz.

De samenstelling van het dossier zal ook pro-actief moeten evolueren naar een optimale termijn in verhouding tot de wettelijke termijnen.

Vele sociaal gerechtigden, die dikwijls behoren tot de minst weerbaren in de samenleving hebben niet alleen nood aan begrijpelijke informatieverstrekking maar ook aan actieve begeleiding bij de samenstelling van het dossier. Hiervoor zullen de contacten met sociale secretariaten, werkgevers en andere sociale zekerheidsinstellingen beter moeten georganiseerd en uitgebreid worden, zonder hen hiervoor bijkomende administratieve taken op te leggen. § 2. Te bereiken eindresultaten : De duur voor de samenstelling van het dossier, het indienen bij de RVA en het bekomen van een betalingstoelating van deze laatste dient geoptimaliseerd te worden teneinde de eerste betaling van de sociaal gerechtigden sneller te kunnen realiseren.

Er zal in 2003 een studie uitgevoerd worden om te bepalen hoe de kwaliteit van de opgemaakte dossiers verbeterd kan worden, om het aantal C51, te wijten aan een fout van de HVW, te verminderen en om de termijn tussen de creatie van een dossier en de eerste betaling te verkorten.

In het bestuursplan van 2004 zullen concrete cijfers worden vooropgesteld.

Er zullen nieuwe meetinstrumenten worden ontwikkeld om de evolutie en de aard van de C51's op te volgen, door middel van aangepaste Balanced Score Cards zal de evolutie van de afwerkingtermijnen van de eerste betalingen opgevolgd worden.

Artikel 8 Verbeteringsproject 3 : Creaties zonder betaling (2004) § 1. Doelstellingen van het project Een belangrijk aantal werkloosheidsdossiers (creaties) monden, zoals omschreven in artikel 5, om allerlei redenen niet uit in een uiteindelijke uitbetaling van werkloosheids- of aanverwante uitkeringen.

Hierbij ontstaat er een werklast die onvermijdbaar is maar die de goede uitvoering van de andere opdrachten van de HVW niet in het gedrang mag brengen en waarvan een gedeelte uiteindelijk als onnuttig kan worden beschouwd.

De redenen voor deze "onnuttige" creaties dienen te worden onderzocht en er moet worden nagegaan of de ermee samenhangende werklast kan worden verminderd. Hierbij moet men het onderscheid maken tussen dossiers waarvoor de HVW over een toelating tot betalen beschikt en de dossiers waarvoor de RVA geen recht op uitkeringen heeft toegekend (0-code). § 2. Te verwachten eindresultaat Een meer verantwoorde werkwijze voor de verwerking van deze creaties.

Dit project zal voor het einde van 2004 leiden tot een verduidelijking van de bestaande toestand en tot een vermindering van het aantal niet-vergoede dossiers indien de oorzaak hiervoor bij de HVW ligt.

Hoofdstuk II De betaling van de uitkeringen Artikel 9 Regelgeving Bij toepassing van het artikel 160 van het K.B. van 25/11/1991 houdende de werkloosheidsreglementering mag de uitbetalinginstelling enkel uitkeringen betalen op grond van een door de RVA afgeleverde uitkeringskaart (ook C2 genoemd) en mits zich te richten naar de wettelijke en regelgevende voorschriften.

De toekenningvoorschriften zijn vervat in het hoofdstuk III van het K.B. van 25/11/1991 en de er op betrekking hebbende artikelen van het M.B. van 26/11/1991.

De berekeningsregels zijn vervat in het hoofdstuk IV van het K.B. van 25/11/1991 en der er op betrekking hebbende artikelen van het M.B. van 26/11/1991.

De specifieke uitbetalingvoorschriften zijn vervat in het hoofdstuk V van het K.B. van 25/11/1991.

De voorschriften inzake het indienen en het verifiëren van de uitkeringen zijn vervat in het hoofdstuk VI van het K.B. van 25/11/1991.

Artikel 10 Kwaliteit van de betalingen De HVW verricht gemiddeld (gemeten in de periode van 09/2001 tot 08/2002) 124.000 betalingen per maand alle categorieën inclusief (werkloosheiduitkeringen, brugpensioenen, jeugdvakantie-uitkeringen, activeringuitkeringen, wisselkoerstoeslagen, grensarbeidertoeslagen, werklozen met P.W.A.-uitkeringen, andere uitkeringen en bijpassingen) en dit voor een totaal bedrag van gemiddeld 64.330.000 euro per maand.

Bij de verificatie door de RVA kunnen deze uitkeringen worden goedgekeurd, verworpen (het betaalde bedrag is te hoog) of uitgeschakeld (het volledige bedrag wordt niet aanvaard), of er kan een voorstel tot bijpassing worden betekend (het betaalde bedrag is te laag).

De verworpen en sommige van de uitgeschakelde bedragen kunnen, vergezeld van de nodige nieuwe bewijsstukken, worden heringediend binnen de voorgeschreven termijn en dan worden goedgekeurd, of definitief verworpen of uitgeschakeld.

Tijdens de periode van 09/2000 tot 8/2001 (zijnde de twaalf maanden waarvoor de volledige verificatiecyclus afgesloten was in augustus 2002), werden er van de door de HVW verrichte uitkeringen : 0,459 % niet definitieve verwerpingen, en 0,139 % niet definitieve uitschakelingen betekend.

Na de volledige cyclus (waarin er twee herindieningen mogelijk zijn), bedroegen de definitieve verwerpingen 0,136 % van de betaalde bedragen, en de definitieve uitschakelingen 0,018 % van de betaalde bedragen.

De regularisatie van de verworpen en uitgeschakelde bedragen, de betaling van de bijpassingen en de terugvordering van onterechte bedragen behoren tot de wettelijke opdracht van de HVW in het kader van het goed beheer van de haar toevertrouwde overheidsgelden. Zij vormen daarenboven een bijkomende werklast voor de HVW en schaden het imago van de instelling bij het publiek.

Teneinde hieraan te verhelpen zullen er in 2005 twee verbeteringsprojecten worden gerealiseerd : |b) het opsporen en toepassen van "goede praktijken" op het vlak van de betaling; (PROJECT 4) |b) het optimaliseren van de betaalkwaliteit.(PROJECT 5) Artikel 11 Snelheid van de betalingen Elke maand brengen de gerechtigden de nodige documenten binnen teneinde vergoed te worden : controlekaart, prestatiestaat bij de werkgever, P.W.A.-cheques, of sturen ze per post naar onze kantoren.

Hierbij is de snelheid van de postaflevering een factor waarop de HVW geen invloed heeft.

Indien zij een prestatiestaat van hun werkgever moeten overmaken, hangt het tijdstip van betaling ook af van het ogenblik waarop de werkgever het vereiste document aflevert.

Teneinde sneller van de werkgever afkomstige document te kunnen ontvangen en dus in een kortere tijdspanne de uitkeringen te kunnen betalen, zal het project "multifunctionele aangifte" in 2003 worden toegepast op vijf betaalcategorieën.(PROJECT 6) De betaalopdrachten worden op dit ogenblik overgemaakt aan de financiële instelling op een magnetische informatiedrager.

Teneinde een grotere uitvoeringszekerheid te hebben van de gegeven betaalopdrachten en de tijd die nodig is om de gegevens over te maken, in te perken zal in 2003 het project "betaling per elektronische bestandsoverdracht" worden uitgevoerd.(PROJECT 7) Artikel 12 Afleveren van attesten De uitbetalingbureaus moeten aan de gerechtigden op aanvraag een attest overmaken waarin wordt bevestigd dat zij uitkeringsgerechtigde werklozen zijn en waarin de op hen betrekking hebbende betaalgegevens worden vermeld.

Teneinde de kwaliteit van de afgeleverde attesten te verhogen, en de afleveringsprocedure te vereenvoudigen, wordt in 2003 een project uitgewerkt.(PROJECT 8) Verbeteringsprojecten inzake betalingen Artikel 13 Verbeteringsproject 4 : Bepalen van de "goede praktijken" inzake betaling (2005) § 1. Doelstelling van het project : Ondanks een ver doorgedreven informatisering van de betalingen, blijven tussen de U.B.'s grote onderlinge prestatieverschillen bestaan in zowel de snelheid als de kwaliteit van betaling.

Zo werden er tijdens de periode van september 2000 tot augustus 2001 van de door de HVW verrichte uitkeringen 0,022 % van de niet definitieve verwerpingen betekend voor het beste kantoor en 0,380 % voor het minst goede U.B. Van de niet definitieve uitschakelingen werden er 0,256 % betekend voor het beste en 0,905 % voor het minste goede uitbetalingbureau.

De verdere informatisering die in de eerstvolgende jaren, o.a. door de invoering van de DMFA nog zal doorgevoerd worden, zou deze verschillen nog kunnen accentueren.

Meerdere elementen kunnen dit verklaren zoals de bekwaamheid van de betalers (kennis van de regelgeving en kennis van de informaticatoepassingen), hun functioneren (concentratievermogen) de materiële organisatie van de dienst betalingen (indeling, wijze van overmaken, verdeling van het werk,) enz.

Ook de algemene organisatie van het kantoor kan aanleiding geven tot grote kwaliteitsverschillen.

De resultaten van het noodzakelijk vooronderzoek rond de directe oorzaken van de kwaliteitsverschillen tussen de U.B.'s zullen een inzicht geven in welke richting de veralgemening van de "goede praktijken" kan uitgaan. Het einddoel is een verbetering van de kwaliteit van de betaling. § 2. Te verwachten eindresultaten Door een doelgerichte aanpak zullen de resultaten van de minst goed presterende U.B.'s verbeterd worden, zowel op het vlak van de kwaliteit als voor de snelheid van betaling.

In 2004 zal een voorstudie uitgevoerd worden om te bepalen hoe de resultaten van de minst goede U.B.'s verbeterd kunnen worden.

In het bestuursplan van 2005 zullen concrete doelstellingen worden bepaald.

Met behulp van de regionale coördinatoren, een functie die in het laatste kwartaal van 2002 in het leven werd geroepen, zal gewaakt worden op de invoering van deze "goede praktijken".

De kwaliteit van de betalingen wordt gemeten met de Balanced Score Cards over de verificatie van de uitgaven, met de BSC over de recuperaties van onterechte betalingen en de BSC over de snelheid van betaling.

Artikel 14 Verbeteringsproject 5 : Optimaliseren van de betaalkwaliteit (2005) § 1. Doelstellingen van het project De betalingen die de HVW verricht, moeten niet enkel op een vlotte wijze worden verricht, maar moeten tevens correct zijn. Zoniet dienen er bijpassingen of terugvorderingen te gebeuren ten opzichte van de sociaal gerechtigden en dient er tevens een ganse procedure ten opzichte van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening te worden doorlopen. Dit veroorzaakt een bijkomende werklast die bovendien nog gebonden is aan strikte termijnen en dus het verloop van de andere werkzaamheden in de uitbetalingbureaus in het gedrang brengt, en tevens het imago van de instelling bij het publiek schaadt.

De in artikel 9 geciteerde percentages verwerpingen en uitschakelingen liggen, ingevolge de intensieve en volgehouden inspanningen van de instelling in de voorbije jaren, reeds ruim beneden de gemiddelde percentages voor de vier uitbetalingsinstellingen samen. Niettemin blijft er een relatief groot kwaliteitsverschil tussen de uitbetalingsbureaus van de HVW onderling Door een strikte lokale en federale opvolging van de kwaliteit die wordt geboden bij het verrichten van de betaalopdrachten moet het mogelijk zijn om tot een groter aantal juiste betalingen te komen.

De toch nog fout gelopen betalingen moeten op de meest publiekvriendelijke wijze worden rechtgezet. § 2. Te verwachten eindresultaat - Door een goede kwaliteitsbewaking van betalingen en recuperaties zal het gemiddeld percentage van verwerpingen en uitschakelingen van de HVW lager blijven dan het gemiddelde van de 4 uitbetalinginstellingen samen. - De percentages verwerpingen en uitkeringen voor de uitbetalingbureaus met de minst goede resultaten zullen voor het einde van deze overeenkomst met minstens 15 % verbeteren. - De rechtzetting van de foute betalingen zal snel en publiekvriendelijk gebeuren.

Artikel 15 Verbeteringsproject 6 : Betaling op basis van de elektronische aangifte van een sociaal risico (2003) § 1. Doelstellingen van het project Net zoals voor de toelaatbaarheid zal door de stapsgewijze invoering vanaf 2003 van "de Multifunctionele Aangifte" (DMFA) geleidelijk aan een aantal papieren documenten voor de betaling vervangen worden door elektronische berichten van de werkgever.

De HVW zal een aantal informaticatoepassingen moeten ontwikkelen om op basis van deze elektronische berichten te kunnen betalen en deze betalingen in te dienen bij de RVA. Ter ondersteuning van iedere stap in het invoeringsproces van de DMFA moet opleiding georganiseerd worden en moeten handleidingen geschreven of herwerkt worden. § 2. Te verwachten eindresultaat De HVW zal het voor het geheel van de sociale zekerheidssector opgelegde ritme van invoering volgen en zal in staat zijn om vanaf het begin van iedere fase op basis van elektronische aangiften te betalen.

Artikel 16 Verbeteringsproject 7 : Organisatie van betalingen via elektronische bestandsoverdracht (2003) § 1. Doelstellingen van het project Alle betaalopdrachten, die vanuit het hoofdbestuur vertrekken, laten verlopen via een informaticalijn, in plaats van ze per drager naar de financiële instelling te brengen.

De betaalopdrachten, die beoogd worden slaan zowel op de sociale uitkeringen, momenteel opgeslagen op een cassette, als op de wedden, momenteel opgeslagen op een diskette, als op de facturen en andere diverse uitgaven, die nu in betaling worden gegeven aan de hand van papieren documenten, meestal collectieve overschrijvingsformulieren.

Door de invoering van de betalingen via bestandsoverdracht moeten storingen omwille van foutieve manuele uitvoeringen vermeden worden en mag er in geen enkel geval een bijkomende vertraging ontstaan in de uitvoering van de betalingen.

Ook de vereiste boekhoudbescheiden moeten beschikbaar blijven. § 2. Te verwachten eindresultaat De organisatie van de financiële uitvoering zal aanzienlijk versoepeld worden doordat de verwerking van de gegevens elektronisch zal kunnen gebeuren.

Bovendien zullen een aantal vertragingen (bvb. door laattijdige aankomst) en occasionele misverstanden met de financiële instelling vermeden kunnen worden.

Dit project zal gerealiseerd worden voor het einde van het jaar 2003.

Artikel 17 Verbeteringsproject 8 : Afleveren van attesten (2003) § 1. Doelstellingen van het project Alle uitbetalingsbureaus leveren op vraag van de sociaal gerechtigde diverse attesten af waarop wordt bevestigd dat de betrokkene uitkeringsgerechtigd is en waarop de gewenste betaalgegevens worden vermeld.

Deze attesten met de volgens de persoonlijke situatie van de sociaal gerechtigde gewenste nuttige en correcte gegevens moeten op een publiekvriendelijke wijze worden opgesteld en afgeleverd. § 2. Te verwachten eindresultaat Door het ontwikkelen van de nodige informaticatoepassingen en de uitrusting van de kantoren met de nodige printers, zullen attesten afgeleverd worden die aan volgende voorwaarden zullen voldoen : - aangepast aan de persoonlijke situatie van de sociaal gerechtigde - afgeleverd op vraag van de sociaal gerechtigde, of op initiatief van het uitbetalingbureau - met enkel nuttige en correcte gegevens Deze attesten moeten op een leesbare en publiekvriendelijke wijze voorgesteld worden.

Alle attesten die aan het loket worden gevraagd worden onmiddellijk afgeleverd.

De telefonisch of per post of elektronische post gevraagde attesten worden binnen de 14 dagen afgeleverd.

Dit project zal voor het einde van 2003 gerealiseerd zijn en zal door middel van aangepaste BSC's worden gemeten.

Hoofdstuk III Intern beheer Afdeling 1 HRM

Artikel 18 De Copernicus-hervorming - Huidige toestand De hervorming van de loopbanen, gekend onder de naam " Copernicus ", zal van kracht zijn voor de graden van de gewezen niveaus 4, 3, 2 en 2+ vanaf het einde van 2002. In 2003 wordt deze hervorming voortgezet voor het niveau 1 dat overgaat in het niveau A. Deze omschakeling zal slechts kunnen doorgevoerd worden nadat de instelling haar organigram heeft aangepast en voor iedere ambtenaar van niveau A een duidelijke taakomschrijving heeft opgesteld.

Hiertoe wordt in 2003 een verbeteringsproject "Organogram Copernicus" opgestart.(PROJECT 9) Artikel 19 Verbeteringsproject 9 : "Organogram / Copernicus" (2003) § 1. Doelstelling van het project De vervanging van de huidige graden van niveau 1 door graden van het nieuwe niveau A in het kader van de Copernicushervorming, vergt een aantal voorafgaande stappen zoals : - de aanduiding van een systeembeheerder en de oprichting van een comité dat instaat voor de weging van de diverse functies van niveau A, - het opstellen van een business process reengeneering (BPR), het opstellen van de functiebeschrijvingen van alle kader- en staffuncties, evenals de aanduiding van de agenten die gehouden zijn deze functies uit te oefenen. § 2. Te verwachten eindresultaat De HVW verbindt er zicht toe om alle onderdelen van het proces tijdig uit te voeren zodat de graden van niveau A vanaf 1 januari 2004 in voege kunnen treden.

Artikel 20 Arbeidstijdregeling en goede dienstverlening - Huidige toestand Ingevolge de daling van de werkloosheid en de productiviteitsverhoging dankzij een doorgedreven informatisering en een actief opleidingsbeleid, daalde de personeelsbezetting van de HVW van 663 Budgettair eenheden (equivalent voltijdse) in 1990 naar 495 in 2001.

Deze vermindering is het gevolg van een vrij grote natuurlijke afvloeiing, maar ook van de toenemende vraag van het personeel naar diverse vormen van deeltijds werken. Vooral vrouwelijke personeelsleden, die bij de HVW zeer ver in de meerderheid zijn, maken veelvuldig gebruik van deze wettelijke mogelijkheden van verminderde arbeidsduur.

Er wordt in 2004 een verbeteringsproject ontwikkeld om de voornoemde situatie te verbeteren. (PROJECT 10) Artikel 21 Verbeteringsproject 10 : Arbeidstijdregeling en goede dienstverlening (2004). § 1. Doelstelling van het project De afdeling HRM zal, in overleg met de andere afdelingen van het hoofdbestuur, nagaan hoe de toenemende deeltijds arbeid en de toenemende onvoorziene afwezigheden van personeelsleden in overeenstemming te brengen zijn met de vereisten van een goede dienstverlening. Ook de vakbonden zullen nauw bij dit overleg betrokken worden. § 2. Te verwachten eindresultaat De HVW verbindt er zich toe om dit overleg op te starten en voor het einde van 2004 de nodige maatregelen in te voeren teneinde deeltijds werken maximaal in overeenstemming te brengen met de vereisten van een goede dienstverlening. Afdeling 2 Opleiding

Artikel 22 Opleiding en arbeidstijdregeling - Huidige toestand De in artikel 20 beschreven problematiek van de veelvuldige gewettigde afwezigheden brengt ook de goede organisatie van de opleidingsinitiatieven in het gedrang. Het aantal personeelsleden dat de opleidingsinitiatieven onvolledig volgt neemt toe, waardoor bijkomende opleidingsdagen moeten georganiseerd worden.

Opleidingen die eventueel op die dagen georganiseerd worden dat er minder afwezigen zijn ingevolge deeltijds werken, verstoren dan nog erger de goede dienstverlening aan het publiek.

Deze bijzonder moeilijke situatie zal worden geanalyseerd in een project voor 2005. (PROJECT 11) Artikel 23 Verbeteringsproject 11 : Opleiding en deeltijds werken (2005) § 1. Doelstellingen van het project De opleiding afstemmen op de realiteit van een groot deel deeltijds werkenden binnen de HVW. § 2. Te verwachten eindresultaat Voor deze categorie personeelsleden zullen gerichte cursussen geconcipieerd worden waardoor zij zich binnen hun werktijd kunnen ontplooien en voor de organisatie optimaal kunnen renderen.

Daarenboven zullen nieuwe werkmethoden uitgewerkt worden om de beschikbare opleiders en medewerkers anders in te zetten. Zij zullen hierbij maximaal gebruik moeten maken van nieuwe pedagogische werkwijzen (ondersteunde zelfstudie) en technische hulpmiddelen (intranet, digitale cursussen enz.) De voorstudie voor dit project zal uiterlijk tegen het einde van 2004 voltooid zijn.

Concrete doelstellingen zullen in het bestuursplan van 2005 worden opgenomen. Afdeling 3 Informatica

Artikel 24 Informatica-infrastructuur - De huidige toestand De informatica-infrastructuur van de uitbetalingsbureaus stamt nog grotendeels uit het jaar 1993, en vertoont de volgende kenmerken. - Zowel het inbrengen van de signaletiekgegevens als van de betalingen gebeurt nog met toepassingen die gegrond zijn op een gestructureerde communicatie met strikt vastgelegde richtlijnen. - De infrastructuur biedt geen mogelijkheid voor niet-gestructureerde communicatie zoals mail en intranet. - De lokale printtoepassingen (attesten, lijsten,...) zijn erg beperkt.

De evolutie in de informaticaomgeving (met name het toepassen van de projecten in het kader van het e-government) en een betere beheersing van de bestaande technologieën vereisen de modernisering van de informatica-infrastructuur vooral inzake het landelijk netwerk (WAN) en inzake werkposten.

Dit verbeteringsproject zal in 2003 worden uitgevoerd. (PROJECT 12) Artikel 25 Verbeteringsproject 12 : Aanpassing van de informatica-infrastructuur (2003) § 1. Doelstellingen van het project Vernieuwing van de informatica-infrastructuur in de uitbetalingsbureaus en moderniseren van het landelijk telecommunicatienetwerk. § 2. Te verwachten eindresultaat De gebruikers zullen beschikken over een performantere informatica-uitrusting, voornamelijk op vlak van : - gebruiksgemak (grafische werkomgeving) - niet-gestructureerde communicatie (intranet, mail) - printfuncties in de lokale kantoren Deze verbetering weerspiegelt de steeds grotere impact van de informatisering op het dagelijks werk in de kantoren, en wordt noodzakelijk om de snelle vernieuwingen te kunnen volgen die de invoering van de "aangifte van een sociaal risico" met zich meebrengt.

De nieuwe informatica-infrastructuur zal voor het einde van 2003 volledig geïnstalleerd zijn. Voor de aanvang van iedere fase in het DMFA project zullen de, voor die fase noodzakelijke componenten, geïnstalleerd en operationeel zijn. Afdeling 4 Gebouwen

Artikel 26 Gebouwen Als openbare instelling van de Sociale Zekerheid moet de HVW haar dienstverlening verzekeren in de nabijheid van de gebruiker.

De HVW beschikt daarvoor over een patrimonium van 34 gebouwen voor het ganse land.

Het onderhoud van deze gebouwen, aangekocht tussen 1980 en 1990, heeft de weerslag gevoeld van de budgettaire beperkingen die gedurende de laatste 15 jaar aan de instelling werden opgelegd.

De grootte van deze gebouwen werd niet altijd aangepast in functie van het aantal gebruikers.

Artikel 27 Verbeteringsproject 13 : Actieve gebouwenpolitiek (2003) § 1. Doelstelling van het project.

Maatregelen nemen tegen de huidige verslechtering van de toestand van de gebouwen. Op budgettair vlak zullen er aanpassingen moeten gebeuren om het onderhoud op middellange termijn te kunnen verzekeren.

De financiële inkomsten die door de HVW werden ontvangen door de verkoop of verhuur van overtollige (delen van) gebouwen, moeten gebruikt worden voor het onderhoud van de resterende gebouwen.

Om de lasten te verlagen moet het gebouwenpatrimonium aan de werkelijke behoeften van het organisme aangepast worden.

Het onthaal van de gebruikers gevoelig verbeteren door een modernisering van de materiële structuur van de contactpunten. § 2. Te verwachten resultaat.

Het onderhoud waarborgen van de gebouwen van de instelling tegen een aanvaardbare budgettaire kostprijs.

Aanpassing van de grootte van de gebouwen aan het aantal gebruikers.

In 2003 zal er hiervoor concreet een nauwkeurige inventaris van de prioriteiten opgesteld worden voor de volgende domeinen : - De gebouwen die de HVW wenst te kopen en te verkopen om de hiervoor geschetste doelstellingen te bereiken - De vereiste herstellingswerken - De verbouwingswerken.

TITEL III GEDRAGSREGELS TEN AANZIEN VAN HET PUBLIEK Hoofdstuk I Informatieverstrekking Artikel 28 Regelgeving De voorschriften inzake de informatieplicht van de uitbetalinginstellingen zijn vervat in het artikel 24 van het K.B. van 25/11/1991 houdende de werkloosheidsreglementering en in het artikel 4 van het M.B. van 26/11/1991. Op te merken valt dat beide artikelen aangepast werden met een K.B. van 30/04/1999 en een M.B. van 30/04/1999 teneinde overeen te stemmen met de bepalingen van het handvest van de sociaal verzekerde.

Bovendien moet de HVW de verscheidene wet- en regelgevende teksten respecteren. In deze voorschriften zitten algemene richtlijnen die werden opgelegd aan de sociale zekerheidsinstellingen op het ogenblik dat deze een beslissing nemen over het recht op uitkeringen en in het algemeen met betrekking tot de relaties met de sociaal gerechtigden.

Het gaat hier over de volgende teksten. |b) Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen |b) Handvest van de gebruiker van de openbare diensten (4 december 1992) |b) Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens |b) Wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur |b) Wet van 11 april 1995 tot invoering van het handvest van de sociaal verzekerde Artikel 29 Huidige toestand § 1 Algemene informatieverstrekking De HVW is een instelling met een beperkte omvang. De instelling is vaak weinig bekend bij het publiek, noch bij de andere administraties.

Heel wat sociale gerechtigden weten zodanig niet dat zij zich ook tot de HVW kunnen wenden teneinde een uitkeringsaanvraag op te stellen en vergoed te worden. § 2 Gerichte informatieverstrekking Bij het opstellen van een dossier overhandigt de HVW aan de sociaal verzekerde een informatieblad dat overeenstemt met de aard van de uitkeringsaanvraag (naargelang de gebruikte controlekaart). Deze infobladen werden gezamenlijk met de RVA en de andere uitbetalinginstellingen ontworpen. Ze geven de nodige inlichtingen over de voorwaarden die moeten worden vervuld om te worden toegelaten tot het verkrijgen van werkloosheidsuitkeringen, over de voorwaarden om correct te kunnen worden uitbetaald, de daartoe te vervullen formaliteiten en de wijze waarop het bedrag van de uitkering wordt berekend.

Op vraag van de sociaal verzekerde overhandigt de HVW hem of haar tevens een door de RVA uitgegeven infofiche waarin uitvoerig de rechten en plichten worden beschreven in zeer specifieke situaties en in het bijzonder gericht op de eigen situatie van de aanvrager.

Tevens heeft de HVW omwille van de zeer complexe regelgeving, eigen infobladen ontworpen voor het tijdelijk onderwijzend personeel en voor het recht op jaarlijkse vakantie in het kader van de werkloosheidsreglementering. § 3 Persoonsgerichte informatieverstrekking Bij het opstellen van een dossier verstrekken de HVW personeelsleden mondelinge informatie aan de sociaal verzekerde. Dankzij deze inlichtingen kan hij/zij optimaal zijn/haar rechten laten gelden en zijn/haar verplichtingen nakomen (over te leggen documenten, te verrichten formaliteiten).

De HVW herinnert schriftelijk de sociaal verzekerde aan de ontbrekende documenten die nodig zijn om de uitkeringsaanvraag te vervolledigen of hem/haar de voorziene uitkeringen te bezorgen.

De HVW deelt de door de RVA genomen beslissingen mee aan de sociaal verzekerde. Het gaat hier om diens recht op uitkeringen, de zogenaamde positieve beslissingen. Dit gebeurt door middel van een geautomatiseerde, persoonsgerichte brief die de nuttige inlichtingen bevat omtrent de uitkeringen waarop de sociaal verzekerde recht heeft.

De HVW deelt aan de sociaal verzekerde de reden en het bedrag van de door de RVA niet goedgekeurde uitkeringen mee in die gevallen waarin het terugvorderen toegelaten is. Dit gebeurt door middel van een geautomatiseerde brief.

Teneinde de bestaande informatie te verbeteren zal in 2003 een verbeteringsproject ontwikkeld worden in de drie in dit artikel vermelde domeinen. ( PROJECT 14) Artikel 30 Verbeteringsproject 14 : Verbetering van de informatie (2003) § 1 Doelstelling van het project.

De HVW beschikt reeds over een zeer uitgebreide keuze van informatie fiches of brochures die hetzij door de RVA hetzij door de HVW zelf werden opgesteld en waarvan de actualisering wordt verzekerd.

Bijkomende inspanningen zullen moeten geleverd worden om een aantal lacunes in de informatieverstrekking aan te vullen zoals : - de algemene naambekendheid van de instelling verhogen ten einde een betere dienstverlening te kunnen verzekeren - de leesbaarheid en de kwaliteit van de reeds bestaande algemene folders en brochures te verhogen - de informatie maximaal aan te passen aan de persoonlijke situatie van de sociaal gerechtigden. § 2 Te bereiken eindresultaat.

Om de in de vorige alinea opgesomde objectieven, te bereiken zal voor eind 2003 een coherent communicatieplan opgesteld worden waarin initiatieven voor volgende aspecten uitgewerkt worden : - Aanwezigheid op het Internet. |b) Voor eind 2003 zal een algemene informatieve internet-website ontwikkeld worden. |b) Voor eind 2004 zal deze algemene informatieve website omgevormd worden tot een interactieve site waarlangs de sociaal gerechtigden rechtstreeks met de instelling zullen kunnen communiceren. - De algemene leesbaarheid van de documenten zal verbeterd worden door het uitbreiden, voor einde 2004, van de cel leesbaarheid der documenten zodanig dat alle nieuwe documenten voorafgaandelijk op hun gebruiksvriendelijkheid kunnen onderzocht worden. - Teneinde vlotte en adequate individuele informatie te kunnen verstrekken aan de sociaal gerechtigden die hierom verzoeken zal de oprichting bestudeerd worden van een centrale informatiedienst die via alle informatiekanalen zal kunnen antwoorden op de vragen van de betrokkenen die steeds vaker rechtstreeks op het hoofdbestuur toekomen. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van alle bestaande communicatiemiddelen : post, telefoon, fax, mail en interactieve internet website.

Hoofdstuk II Onthaal Artikel 31 Regelgeving De territoriale structuur van de HVW wordt bepaald door de artikelen 3 en 4 van het M.B. van 26/11/1991, ter uitvoering van het artikel 18 van het K.B. van 25/11/1991 in verband met het aantal uitbetalingbureaus en hun ambtsgebieden.

Bovendien moet de HVW natuurlijk het algemeen rechtsbeginsel van de continuïteit van de openbare dienst en de verscheidene wet- en regelgevende teksten respecteren. In deze voorschriften zitten de richtlijnen vervat die opgelegd werden aan alle federale openbare diensten en aan de sociale zekerheidsinstellingen met het oog op een kwalitatief onthaal van de sociaal gerechtigden. Het gaat hier over de volgende teksten. |b) Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen |b) Omzendbrief nummer 360 van 28 april 1992 betreffende een grotere doorzichtigheid en toegankelijkheid van de administratie |b) Handvest van de gebruiker van de openbare diensten (4 december 1992) |b) Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens |b) Wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur |b) Wet van 11 april 1995 tot invoering van het handvest van de sociaal verzekerde |b) Omzendbrief nummer 443 van 17 december 1996 betreffende "De federale administraties dichter bij de burger - Uitbreiding van de openingstijden van de kantoren - Afspraken op aanvraag" Artikel 32 De vierendertig uitbetalingbureaus zijn allen gemiddeld tweeëntwintig uren per week geopend, zowel wat het loketonthaal als het telefoononthaal betreft. Per werkdag zijn de bureaus tenminste drie uren open voor het publiek. Alle bureaus beschikken over een wachtzaal die qua grootte overeenstemt met de belangrijkheid van het bureau. De meeste bureaus ontvangen de sociaal gerechtigden aan door ruiten van de wachtzaal afgescheiden loketten (de zogenaamde 'gesloten' loketten). Sommige bureaus ontvangen het publiek aan een bureel ('open' loketten) wat een meer klantvriendelijk onthaal inhoudt. Het onthaal gebeurt naargelang de toeloop van de sociale gerechtigden door een wisselend aantal personeelsleden.

Hierbij werd de mogelijkheid ontwikkeld dat sociaal gerechtigden om zich buiten de openingstijden (bijvoorbeeld wanneer ze terug aan het werk zijn) op afspraak aan te melden.

Het optimaliseren van alle deelgebieden van het onthaal zal met het oog op een kwalitatieve dienstverlening aan de sociaal verzekerden verder worden ontwikkeld en zullen worden vervat in een in 2003 uit te voeren project. (PROJECT 15) Artikel 33 Verbeteringsproject 15 : Optimaliseren van het onthaal (2003) § 1. Doelstellingen van het project Het onthaal moet zodanig worden geoptimaliseerd dat de klanten zoveel als mogelijk terecht kunnen bij de HVW, hetzij door een persoonlijk, hetzij door een telefonisch onthaal. Hierbij moet ook het onthaal op afspraak verder worden uitgebouwd. Deze verscheidene facetten van het onthaal moeten op een klantvriendelijk wijze worden georganiseerd.

Er moet verder naar gestreefd worden om de wachttijden gevoelig te verminderen aangezien deze vaak aanleiding geven tot ontevredenheid. § 2. Te verwachten eindresultaat - Door een verbetering van de materiële structuur van de plaatselijke kantoren zal het onthaal reeds in een derde van de kantoren aangepast zijn aan de verscheidene categorieën klanten en zal er tevens de mogelijkheid bestaan om persoonlijk te worden ontvangen - De openingstijden van alle kantoren worden aangepast aan de lokale omstandigheden zowel wat de sociologische structuur van het publiek betreft als met betrekking tot de mogelijkheden van het uitbetalingbureau. - Het onthaal buiten de openingstijden en het telefoononthaal wordt in alle kantoren op een degelijke wijze georganiseerd. - De gemiddelde wachttijd per bezoeker zal voor alle kantoren met 10 percent dalen. Dit zal worden gemeten.

TITEL IV MEETINSTRUMENTEN VOOR DE OPVOLGING VAN DOELSTELLINGEN EN GEDRAGSREGELS Artikel 34 Boordtabellen § 1. Regelgeving Artikel 10 van hoofdstuk IV van het Koninklijk besluit van 3 april 1997 (B.S. van 30.4.1997) houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels voorziet dat de mate waarin de openbare instelling van sociale zekerheid bij haar taakuitvoering de overeengekomen doelstellingen bereikt bepaald wordt op basis van periodieke indicatoren uit de boordtabellen. § 2. Huidige toestand De HVW beschikt op dit ogenblik over een aantal statistieken die op basis van hun karakteristieken kunnen onderverdeeld worden in 5 categorieën : 1. Statistieken om de kwantiteit van de activiteiten van de HVW te meten.Het betreft de statistieken die per maand het aantal door de HVW betaalde personen weergeven per categorie : werkloosheid, brugpensioen, jeugdvakantie-uitkeringen, activeringsuitkeringen, wisselkoerstoeslagen voor grensarbeiders in Frankrijk, compensatievergoedingen voor grensarbeiders in Nederland en in Frankrijk, werklozen met P.W.A.-cheques, en het aantal P.W.A.-cheques, nevenactiviteiten en bijpassingen. Voor dezelfde categorieën worden ook maandelijks de betaalde bedragen weergegeven. Daarnaast worden maandelijks het aantal creaties weergegeven, het aantal modificaties aan de dossiers, het aantal effectief aanwezige personeelsleden per U.B. en per dienst van het hoofdbestuur en het aantal budgettaire eenheden (equivalent voltijdse). 2. Statistieken om de kwaliteit van de activiteiten van de HVW te meten Het betreft de maandelijkse statistieken met de resultaten van de verificatie der uitgaven door de RVA en de jaarlijkse statistieken over de recuperatie van ten onrechte uitgekeerde bedragen.Daarnaast zijn er statistieken over het tijdstip van de eerste betaling nadat de sociaal gerechtigde zich heeft aangeboden om zijn steunaanvraag te doen. 3. Statistieken met beschrijvende aspecten van de activiteiten van de HVW.Het betreft hoofdzakelijk sociologische elementen die de werklast beïnvloeden. 4. Statistieken ter bepaling van de werklast per uitbetalingbureau.In het kader van de bepaling van de werklast per uitbetalingbureau wordt een weging toegepast voor de verschillende activiteiten betaling, creaties en modificaties. 5. Statistieken in het kader van de administratiekosten. Het betreft de jaarlijkse statistieken die als basis dienen voor de berekening van de administratiekosten zoals bedoeld in artikel 41.1.

In het kader van zijn bestuursovereenkomst heeft de HVW gekozen voor de methodologie van de Balanced Score Cards (BSC), als meetinstrument voor het opvolgen van de wijze van realiseren van zijn doelstellingen en gedragsregels.

Teneinde de nodige statistieken te kunnen aanleveren voor de in het artikel 36 vermelde BSC dienen een aantal van de bestaande statistieken geëvalueerd te worden, een aantal onder hen dienen aangepast te worden en in een beperkt aantal domeinen dienen nieuwe statistieken ontworpen te worden.

Artikel 35 Verbeteringsproject 16 : Aanpassing van de bestaande statistieken (2003) § 1 Doelstellingen van het project.

De evaluatie en de eventuele herziening van bestaande statistieken evenals de creatie van nieuwe statistieken ter ondersteuning van de BSC zoals vermeld in artikel 36. § 2 Te verwachten eindresultaat 1. Herziening van de statistieken inzake creaties teneinde een betere opvolging te kunnen verzekeren van het aantal nieuwe sociaal gerechtigden dat zich bij de HVW aanmeldt 2.Herziening van de statistieken inzake modificatie teneinde op een meer correcte wijze rekening te kunnen houden met de werklast veroorzaakt door wijzigingen aan het dossier. 3. Herziening van de statistieken inzake verificatie van de uitgaven (aantal gevallen) teneinde een betere opvolging van de kwaliteit van de betaling te kunnen verzekeren.4. Het ontwerpen van een nieuwe maandelijkse statistiek over de evolutie van de terug te vorderen bedragen, over het aantal bijpassingen, over de spreiding van de betalingen en over het aantal budgettaire eenheden per uitbetalingbureau.5. De evaluatie van de cardex als werkinstrument voor de verdeling van de aanwezige personeelsleden over de uitbetalingsbureaus in functie van de werklast. Al de hiervoor vermelde statistieken moeten in de loop van 2003 in productie gezet worden.

Artikel 36 Balanced Score Cards voor de uitbetalingbureaus en de afdelingen van het hoofdbestuur § 1. Regelgeving Artikel 10 van hoofdstuk IV van het Koninklijk besluit van 3 april 1997 (B.S. van 30.4.1997) houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels voorziet dat de mate waarin de openbare instelling van sociale zekerheid bij haar taakuitvoering de overeengekomen doelstellingen bereikt bepaald wordt op basis van periodieke indicatoren uit de boordtabellen. § 2 Huidige toestand In het kader van de strategische planning die bij de HVW wordt ontwikkeld is het nodig om te kunnen beschikken over een ruim pakket informatie. De informatie voor de strategische planning komt daarbij uit diverse hoeken, en niet in het minst uit de boordtabellen, maar het opzet is ruimer. Zo is het voor een strategisch planningsproces belangrijk en nodig om te kunnen beschikken over een samenvattend rapport over de mate waarin de diverse afdelingen van de instelling er in slagen om hun doelstellingen te verwezenlijken en dit zowel op het vlak van de te bereiken normen en standaarden als op het vlak van de projectmatige aanpak van de verbeteringsinspanningen. Ook de kwaliteit van de eventuele gedecentraliseerde beleidsvorming moet geëvalueerd kunnen worden.

Veel van de basisinformatie voor de operationele resultaten is reeds aanwezig in de bestaande boordtabellen. Daarnaast is het nodig om vanuit andere bronnen, zoals het personeelssysteem en het financieel beheer gegevens te putten die vaak manueel zullen moeten worden ingebracht zoals bepaalde kwaliteitsgegevens of de stand van zaken in zake projectwerking.

Via een gebalanceerde set van meetpunten wordt het strategisch planningsproces vereenvoudigd en wordt de mogelijkheid geboden om nauwer aan te sluiten bij de realiteit van de effectieve werking van de instelling. § 3 De krachtlijnen van de Balanced score cards Bij het ontwikkelen van het pakket balanced score cards (verder BSC's genoemd) is de HVW uitgegaan van de volgende krachtlijnen : - Het meetsysteem wordt geïnstalleerd bij diegenen die verantwoordelijk zijn voor het behalen van de resultaten en van wie een sturende actie wordt verwacht, namelijk de rechtstreekse gebruikers : de chefs van de uitbetalingbureaus en de afdelingschefs op het hoofdbestuur. - De onrechtstreekse gebruikers zullen de geconsolideerde sturingsresultaten bekijken en de bijsturing beoordelen. - Het meetsysteem moet worden geïnstalleerd met een minimum aan administratieve werklast, wat een voeding inhoudt die zoveel als mogelijk gebeurt zonder menselijke tussenkomst. - Het systeem moet zoveel als mogelijk worden ondersteund door het informaticasysteem. - Het meetsysteem overkoepelt en synthetiseert alle bestaande informaties. - Het concept van de BSC's moet eenvormig zijn, wat de transparantie en de leesbaarheid ten goede komt. - De BSC's moeten snel aan te passen zijn aan wijzigende sturinggegevens. - De vier traditionele "velden" van BSC's werden voor de HVW "vertaald" in : - resultaatindicatoren : "wordt er goed gewerkt?" - kwaliteitsindicatoren : "zijn de doelgroepen tevreden?" - procesindicatoren : "hoe verlopen de processen zodat de resultaten en de kwaliteit in orde zijn?" - innovatie-indicatoren : "verlopen de projecten naar behoren en is er creativiteit?" - Bij elke indicator hoort een alarmdrempel die in combinatie met de aangebrachte specifieke commentaar de mogelijkheid tot de interpretatie van de K.P.I.-fiche moet bieden. Zonodig kunnen de gepaste maatregelen worden genomen. § 4 De ontwikkelde BSC's voor de buitendiensten Er werden een veertigtal "Kritieke Prestatie Indicator"-fiches opgesteld voor wat de buitendiensten van de HVW aangaat.

Van de ruim dertig K.P.I.-fiches voor de uitbetalingbureaus bevinden er zich : |b) vier in de resultaatindicatoren, |b) vier in de kwaliteitsindicatoren, |b) vijfentwintig in de procesindicatoren, |b) en een nog onbekend aantal in de innovatie-indicatoren. § 4.1 De resultaatsindicatoren - De afwerkinggraad van het beantwoorden van de gestelde vragen De meting zal gebeuren door middel van een afpuntlijst. - De stand van zaken betreffende de niet ten laste genomen schuldvorderingen Gemeten wordt wat de evolutie is van het percentage van de teruggevorderde bedragen tijdens de drie voorziene referentieperiodes. § 4.2 De kwaliteitsindicatoren - De snelheid van de betalingen aan de klanten. Worden gemeten : |b) de evolutie van het percentage van de betalingen van de lopende werkloosheidsmaand tot en met de vijfde werkdag, en |b) de evolutie van het percentage van de betalingen van de maand M-1 tot en met de vijfde werkdag. - Het respecteren van de voorgeschreven termijnen voor de dossierbehandeling De meting zal geïnformatiseerd of manueel gebeuren en er zal worden nagegaan of het aantal dossiers dat buiten termijn gaat stijgt of daalt ten opzichte van de vorige maanden. - De afwerkingtermijn van de dossiers Gemeten wordt het percentage van de eerste betaling 60 dagen na de maand van creatie. § 4.3 De procesindicatoren - De afwerkinggraad van de dossiers Wordt gemeten : de evolutie van het percentage dossiers die nog niet zijn betaald na 90 dagen na de maand van de creatie. - Het klantenverloop Vergeleken wordt het aantal klanten dat vertrekt naar een andere uitbetalinginstelling met het aantal klanten dat overkomt van een andere uitbetalinginstelling. - De behandeling van de ingekomen stukken Gemeten wordt het aantal dagen dat nodig is om zowel de uitkeringskaarten als de gewone briefwisseling te behandelen. - Het aantal teruggezonden dossiers Vergeleken wordt het aantal door de RVA teruggezonden dossiers en het aantal dossiers waarvoor een bijkomende behandelingtermijn wordt gevraagd met het aantal ingediende dossiers. - De wachttijden aan de loketten De tijdspanne van de geopende loketten zal door middel van een maandelijkse steekproef worden vergeleken met het aantal klanten dat zich aanmeldt. Zo wordt de gemiddelde wachttijd per bezoeker bekomen. - De behandeling van de uitschakelingen, de verwerpingen en de bijpassingen Door middel van 18 indicatoren, waarvan er telkens drie slaan op het aantal gevallen en drie op de bedragen, wordt nagegaan binnen welke termijnen de behandeling gebeurt van de door de RVA betekende uitschakelingen, verwerpingen en bijpassingen. - De aanwezigheidgraad van het personeel Vergeleken wordt de reële aanwezigheidgraad van de personeelsleden met de theoretisch voorziene aanwezigheidgraad. § 4.4 De innovatie-indicatoren Per innovatieproject dat wordt opgestart in een uitbetalingbureau zal een innovatie-indicatorfiche worden opgesteld. § 5 De ontwikkelde BSC's voor het hoofdbestuur Voor de afdelingen van het hoofdbestuur worden de indicatoren ontwikkeld in 2003.

Twee indicatoren die oorspronkelijk bedoeld waren voor de buitendiensten zullen evenwel al op het niveau van het hoofdbestuur worden gerealiseerd - De tevredenheidgraad van de klanten Er zal op een professionele en regelmatige basis een meting worden georganiseerd van de tevredenheidgraad van de klanten over de dienstverlening. De resultaten van de indicator zullen leiden tot initiatieven om de klanttevredenheid te verbeteren. - De tevredenheidgraad van het personeel Via enquêtering wordt het aantal klachten van de personeelsleden gemeten.

TITEL V VERBINTENISSEN VAN DE STAAT Artikel 37 Na voorafgaandelijk overleg met de instellingen en met respect voor het begrotingsbeleid van de staat en voor het stabiliteitspact verbindt de staat er zicht toe het thesaurieplan na te leven dat jaarlijks opgesteld wordt voor de storting van de subsidies aan het Globaal Beheer en voor de alternatieve financiering voorzien in de begroting; het Globaal Beheer zal dan deze middelen moeten verdelen tussen de verschillende instellingen in functie van hun behoeften zodat ze de continuïteit van hun opdrachten kunnen waarborgen.

Artikel 38 Tijdens de eindevaluatie van de overeenkomst en in de mate de staat tijdig verwittigd is geweest verbindt de Staat er zich toe rekening te houden met gebeurtenissen van overmacht die eventueel de verwezenlijking van de overeenkomst hebben belemmerd evenals met de besluiten van de regering, genomen na afsluiting van de overeenkomst en die zouden hebben geleid tot een merkelijke verzwaring van de taken of van zekere uitgaven.

Artikel 39 Indien de HVW, in het kader van een wettelijke opdracht, moet samenwerken met een federale openbare dienst zal deze laatste er over waken van doeltreffend samen te werken.

Zowel de HVW als de federale overheidsdienst zullen pro-actief reageren met name wanneer de samenwerking de overdracht van informatie vereist.

Dit laatste impliceert een voortdurend overleg tussen de federale overheid en de Hulpkas.

Dit overleg zal plaats vinden op initiatief van de HVW. TITEL VI BEREKENINGSWIJZE EN VASTSTELLING VAN DE BEHEERSKREDIETEN EN VAN HET MAXIMAAL BEDRAG AAN PERSONEELSKREDIETEN DAT BETREKKING HEEFT OP DE STATUTAIRE AMBTENAREN. Artikel 40 De beheerskredieten Het beheerskrediet dat aan de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen wordt toegekend omvat alle kredieten inzake personeel, werking en investeringen zoals ze deel uitmaken van de beheersbegroting en houdt rekening met de doelstelling om voldoende personeelskredieten te voorzien voor de statutaire ambtenaren.

Het globale beheerskrediet en het maximaal bedrag aan personeelskredieten dat betrekking heeft op statutaire ambtenaren, en dat deel uitmaakt van dit globale beheerskrediet, bedragen voor de drie jaren van de bestuursovereenkomst : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In de vergadering van de Raad van Beheer van de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen van 7 november 2002 werden de beheerskredieten voor 2003 vastgesteld. In de besprekingen met de FOD Budget en Beheerscontrole werden zij vervolgens aangepast zoals zij in bovenstaande tabel werden opgenomen De beheerskredieten voor 2003 zijn definitief.

Voor de meerjarenraming 2004-2005 zijn de kredieten eveneens vastgelegd voor de werkingskredieten en investeringen (met uitzondering van de informatica-investeringen) Voor wat de genormeerde uitgaven betreft, d.w.z. de personeelsuitgaven, de werkingsuitgaven (andere dan informatica-uitgaven) en de werkingskosten verbonden aan de opdracht, evolueren deze beheerskredieten in principe in functie van de evolutie van de gezondheidsindex en de door de Regering weerhouden groei in het stabiliteitspact. Zie bijlage 1.

Artikel 41 De jaarlijkse beheerskredieten waarover de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen kan beschikken worden gefinancierd door : 1. De vergoedingen voor administratiekosten zoals zij worden bepaald in de artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 16 september 1991 tot vaststelling van de vergoedingen voor administratiekosten van de uitbetalingsinstellingen belast met de uitbetaling van de werkloosheidsuitkeringen.2. De vergoedingen voor administratiekosten zoals zij worden bepaald in het artikel 4 van het voornoemde koninklijk besluit.3. De vergoedingen voor administratiekosten die ontvangen worden voor het uitbetalen van andere sociale uitkeringen.4. De terugstorting van voor het beheer gedane uitgaven, voorschotten, ristorno's en lonen van de gedetacheerden.5. De van het vorig jaar over te dragen beheerskredieten (conform het artikel 14, § 2 van het koninklijk besluit van 3 april 1997).6. De tijdens het vorig jaar gegenereerde eigen beheersontvangsten, ingevolge verkoop en verhuur van roerende en onroerende goederen, overeenkomstig artikel 48. Artikel 42 Activiteiten waarvoor geen administratiekosten zijn voorzien In het onder artikel 41, 2 voorziene gedeelte van de administratiekosten wordt een vergoeding voorzien voor het uitbetalen van deze sociale uitkeringen die door de overheid werden of worden opgelegd aan de Hulpkas, en waarvoor geen specifieke administratie vergoeding is voorzien.

Artikel 43 Ten onrechte uitgevoerde betalingen Naar analogie met de voor de private uitbetalingsinstellingen in het art 168bis van het koninklijk besluit van 25.11.1991 betreffende de werkloosheidsreglementering voorziene regeling inzake de te laste legging van sommen die ten onrechte werden uitbetaald door de Hulpkas, wordt jaarlijks een voorziening ingeschreven in de beheerskredieten voorzien in het artikel 41, 2.

Artikel 44 Analytische boekhouding De Hulpkas zal, in fasen, een analytische boekhouding implementeren, die bij het afsluiten van de volgende bestuursovereenkomst als basis kan dienen voor een nauwkeuriger berekening van de beheerskredieten.

Artikel 45 Onroerend en roerend goed Binnen de grenzen van zijn doel kan de Hulpkas beslissen over de verwerving, de aanwending en de vervreemding van zijn roerende en onroerende goederen en de vestiging of de opheffing van zakelijke rechten op deze goederen, alsmede over de uitvoering van dergelijke beslissingen.

In afwijking van het eerste lid is elke beslissing tot verwerving, oprichting, renovatie of vervreemding van een onroerend goed of recht, waarvan het bedrag 5 miljoen euro overschrijdt onderworpen aan het voorafgaande akkoord van de voogdijminister en van de minister tot wiens bevoegdheid de begroting behoort. Om zich uit te spreken beschikt de minister van begroting over een termijn van een maand vanaf de ontvangst van het gegeven akkoord van de voogdijminister.

De reglementering inzake overheidsopdrachten is in voorkomend geval van toepassing inzonderheid bij renovatie van gebouwen.

Artikel 46 Affectatie opbrengsten roerende/onroerende goederen Inzake de bepaling van de beheersontvangsten vereist de affectatie van de opbrengst van een vervreemding van onroerende goederen of de verkoop van roerende goederen het voorafgaand akkoord van de voogdijminister en van de minister van begroting. Om zich uit te spreken beschikt de minister van begroting over een termijn van één maand vanaf de ontvangst van het gegeven akkoord van de voogdijminister.

Teneinde uitvoering te geven aan het bepaalde in de eerste alinea van dit artikel, kan, mits het akkoord van de voogdijminister en van de minister van begroting, deze opbrengst aangewend worden om aangepaste gebouwen te verwerven, gebouwen te renoveren of de territoriale spreiding te optimaliseren. Het maximum bedrag dat hiervoor aangewend kan worden is bepaald in de jaarlijkse begroting. De inkomsten die dit bedrag overschrijden dienen, in mindering van de dotatie, aangewend te worden voor het lopende jaar of dienen een specifieke bestemming te krijgen.

Artikel 47 Boekhoudplan De Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen verbindt er zicht toe over te gaan tot de ontwikkeling en implementatie van een boekhoudplan gebaseerd op het nieuw genormaliseerd boekhoudplan voor de openbare instellingen van sociale zekerheid.

Dit nieuw boekhoudplan zal in voege zijn het jaar volgend op het koninklijk besluit houdende de goedkeuring van het nieuw genormaliseerd boekhoudplan voorgesteld door de Commissie voor de Normalisatie van de boekhouding van de Openbare Instellingen van Sociale Zekerheid.

TITEL VII POSITIEVE EN NEGATIEVE SANCTIES Artikel 48 Inzake de in het koninklijk besluit van 3 april 1997, houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en de vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, voorziene positieve en negatieve sancties, wordt een nieuw koninklijk besluit genomen.

TITEL VIII SLOTBEPALINGEN Afdeling 1 Herziening van de overeenkomst

Artikel 49 Elke partij heeft het recht om een herziening van de overeenkomst voor te stellen voor zijn vervaldatum. Dit voorstel is onderworpen aan dezelfde procedure als deze van de totstandkoming van het contract. De medecontractanten zullen erover waken deze mogelijkheid slechts te gebruiken indien er een voldoende ernstige reden voor is. Ze zullen dit voorstel onderzoeken op een snelle en constructieve manier.

Elke wettelijke of reglementaire wijziging die het budget van de opdrachten of van het beheer verzwaart wordt beschouwd als een voldoende ernstige reden tot herziening van de overeenkomst.

Artikel 50 Enkel de bepalingen die verder gaan dan de reglementaire verbintenissen, die de sociaal verzekerden betere waarborgen bieden worden als verbintenissen beschouwd.

De verplichtingen van deze overeenkomst doen geen afbreuk aan de verplichting van de HVW om op een efficiënte wijze haar overige wettelijke taken te vervullen die niet het voorwerp zijn van een specifieke doelstelling. Afdeling 2 Het niet respecteren van de verbintenissen

Artikel 51 Indien een van de partijen haar verbintenissen niet nakomt, zal de andere partij zich onmiddellijk tot de eerste wenden om maatregelen overeen te komen om hieraan te verhelpen.

Indien er een geschil bestaat over het al dan niet respecteren van de gehele overeenkomst of van een gedeelte ervan of bij niet-akkoord over de te nemen maatregelen bij een contractuele tekortkoming komen de partijen indien mogelijk overeen om het geschil te laten beslechten door een derde persoon of orgaan.

Bij gebrek aan overeenstemming of indien geen gevolg wordt gegeven aan het akkoord, zal de Ministerraad beslissen, na advies van het College van de instellingen van de sociale zekerheid. Afdeling 3 Duur en inwerkingtreding van de bestuursovereenkomst

Artikel 52 Huidige bestuursovereenkomst wordt gesloten voor een periode van drie jaar.

Artikel 53 Deze bestuursovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003.

De Belgische Staat, vertegenwoordigd door : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen, vertegenwoordigd door : - de stemgerechtigde beheerders aangeduid door het Beheerscomité Maddy GEERTS, Rudy DE LEEUW, Luk DE VOS, Arnout DE KOSTER, Gianni DUVILLIER, - de leidend ambtenaren Sylvain WOLF Florent BLEUX Bestuursovereenkomst van de HVW 2003-2005 Bijlage 1 Berekeningswijze en vaststelling van de beheerskredieten en van het maximaal bedrag aan personeelskredieten dat betrekking heeft op de statutaire ambtenaren. (Art 40) 1) Vaststelling van de globale beheerskredieten voor de duur van de overeenkomst. Zoals in artikel 40 van de bestuursovereenkomst wordt omschreven, omvatten de globale beheerskredieten van de HVW de kredieten inzake personeel, werking en investering.

De begrotingsvoorstellen voor 2003 werden door het beheerscomité van 7/11/2002 goedgekeurd en aangepast ingevolge de onderhandelingen met de FOD Budget en Beheerscontrole op 10 december 2002, en omvatten de kredieten zoals zij worden weergegeven in de tabel aan het einde van deze bijlage. a) Uitgangspunten van de begroting 2003 a1) Werklast. De begrotingsvoorstellen voor 2003 gaan uit van een stijging met 8 % van het gemiddeld aantal betaalde personen werkloosheid, brugpensioen, activeringsuitkering en jeugdvakantie- uitkering (dit zijn de dossiers waarvoor administratiekosten worden betaald in toepassing van de artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 16 september 1991 inzake de toekenning van administratiekosten aan de uitbetalingsinstellingen).

De begrotingsvooruitzichten van de RVA voorzien van 2001 naar 2002 een stijging van het aantal gevallen met 5.43 % en van 2002 naar 2003 een stijging van 0.48 % .

Uit de eigen boordtabellen van de HVW blijkt dat deze stijging voor de HVW, ondermeer omwille van de jeugdvakantie uitkeringen, meer dan 8 % zal bedragen tussen 2001 en 2003.

Deze vier activiteiten betekenen meer dan 98 % van de werklast van de hulpkas.

Voor de overige activiteiten wordt een stijging van 3 % op jaarbasis vastgesteld van het aantal te betalen P.W.A.- cheques, een lichte daling van het aantal te betalen wisselkoerstoeslagen en een status-quo voor de overige activiteiten. a2) Personeelsbezetting. Ingevolge de hiervoor voorziene stijging van de werklast werd in de begrotingsvoorstellen voor 2003 uitgegaan van de tewerkstelling van 510 budgettaire eenheden (voltijdse eenheden).

Bij een hogere stijging van de werkloosheid kan, na goedkeuring door het Beheerscomité en mits het akkoord van de afgevaardigde van de minister van financiën beroep gedaan worden op een bijkomende personeelsenveloppe die maximaal de kostprijs bedraagt van de tewerkstelling op jaarbasis van 5 (vijf) ambtenaren van het niveau B. In 2001 werden 500 budgettaire eenheden in de begroting voorzien maar werden slechts 494 budgettaire eenheden benut.

De voorziene personeelsstijging tussen de reële benutting in 2001 en de begrotingsvoorstellen voor 2003 bedraagt 16 budgettaire eenheden of een stijging met 3.3 % tegenover een stijging van de werklast met 8 % wat de stijging van de personeelskredieten in de begrotingsvoorstellen van 2003 grotendeels verklaart. a3) Behoud van het aantal uitbetalingbureaus De begrotingsvoorstellen voor 2003 gaan uit van het behoud van de huidige 34 uitbetalingbureaus als contactpunt met het publiek, teneinde de dienstverlening niet te verminderen.Hierbij dient aangestipt dat het personeelsbestand over de periode van 1992 tot 2001 reeds werd afgebouwd van 642 budgettaire eenheden tot 494 zonder dit aantal contactpunten voor het publiek te verminderen. a4) Voltooiing van het driejarenplan inzake informatisering In 2000 werden de twee centrale mainframes van de HVW vernieuwd (investering 2.000.000 EURO).

In 2001 werden een 100tal PC's en printers vervangen evenals enkele servers (investering 240.000 EURO).

In de begrotingsvoorstellen van 2002 was 600.000 EURO ingeschreven voor de vernieuwing van het landelijk datanetwerk (WAN) en de aankoop van 250 nieuwe werkposten en 50 netwerkprinters ter voltooiing van het driejarenplan inzake informatisering. Dit laatste hoofdzakelijk in voorbereiding van de invoering van de multifunctionele aangifte van de Sociale Zekerheid (DMFA).

Omwille van de vertraging bij de openbare aanbesteding van dit dossier zal het slechts gedeeltelijk kunnen gerealiseerd worden in 2002 en werd 500.000 EURO van het hiervoor vermelde bedrag, die niet in 2002 zullen besteed worden, doorgeschoven naar de begroting van 2003.

Deze investering is noodzakelijk voor de uitvoering van de DMFA. b) Te verwachten evolutie van de uitgaven in 2004 en 2005 b1) Uitgaven waarvan de aangroei genormeerd is. De stijging van de personeelskredieten, de werkingsuitgaven andere dan de informatica-uitgaven en de werkingskosten verbonden aan de opdracht zijn beperkt tot de jaarlijkse evolutie van de gezondheidsindex vermeerderd met het percentage dat bepaald wordt door de Regering in het Stabiliteitsprogramma. Voor de periode 2002 tot 2005 is dit jaarlijkse percentage bepaald op 1,5 % . b2) Werkingskredieten inzake informatica. Het overgrote deel der werkingskosten inzake informatica zijn weerkerende uitgaven. De evolutie van de posten uit deze rubriek is meestal contractueel vastgelegd. - Onderhoudscontracten inzake hard- en software : De modernisering van het netwerk en de vervanging van 250 werkposten en printers zal een nieuw onderhoudscontract met zich meebrengen waarvan de kostprijs op dit ogenblik niet gekend is. Deze vernieuwing van de materialen zal anderzijds ook de stopzetting van de lopende onderhoudscontracten met zich meebrengen.

De lopende uitgaven voor onderhoudscontracten op hard- en software zullen daardoor op het peil blijven van 2003 (270.000 EURO). Deze bedragen moeten jaarlijks verhoogd worden met de index "Agoria". - De uitgaven voor "werken van derden" betreffen de uitgaven voor personeelsleden ter beschikking gesteld door de Smals-MVM. Er zijn in 2004 en 2005 geen bijkomende aanwerving gepland. De uitgaven van 2003 (315.000 EURO) zullen bijgevolg jaarlijks moeten aangepast worden aan de index en de loonevolutie van de Smals-MVM. - De uitgaven voor beveiligingskopieën (Back-up recovery) liggen contractueel vast tot op het einde van de bestuursovereenkomst. Het bedrag van 2003 (99.000 EURO) dient jaarlijks aangepast aan het Franse equivalent van de "Agoria-index" - De jaarlijkse uitgaven voor de Inter-U.I. (51.000 EURO) zijn eveneens gebonden aan de "Agoria-index". - De creatie van een passieve internet website in 2003 en een actieve website in 2004 zal een bijkomende uitgave vergen van 25.000 EURO in 2004. - Op basis van de gegevens van de voorbije jaren kan de jaarlijkse stijging van de "Agoria-index" geraamd worden op 3,5 % per jaar. De loonsevolutie Smals MVM kan geraamd worden op 4 % per jaar. b3) De informatica-investeringen Voor 2003 is een bedrag van 500.000 Euro ingeschreven ter voltooiing van het informaticaplan. Dit bedrag dient niet hernomen te worden in 2004 en 2005. Het bedrag voor sporadische aankopen van PC's, printers, werkposten, hubs en switches, en software-vernieuwing of uitbreiding dient daarentegen verhoogd te worden tot 75.000 EURO per jaar. b4) Investeringsuitgaven De investeringsuitgaven voor gebouwen betreffen op dit ogenblik de afbetaling van een lening voor de aankoop van het uitbetalingbureau in Nijvel.Dit bedrag moet ook in 2004 en 2005 voorzien worden.

Ten einde uitvoering te geven aan de bepalingen van artikel 46 wordt een krediet ingeschreven in de begroting van de jaren 2003-2004 en 2005 voor het in stand houden en renoveren van de gebouwen van de HVW. Dit krediet zal jaarlijks 55.000 EURO bedragen en wordt gevoegd bij de reeds voorziene kredieten voor de afbetaling van de lopende lening in Nijvel.

Dit bijkomend krediet zal gecompenseerd worden door te verwerven inkomsten uit de vervreemding van gebouwen of delen van gebouwen van de HVW. c) Analyse van de inkomsten van de begroting 2003 en perspectieven voor 2004/2005. De inkomsten voor het begrotingsjaar 2003 zijn samengesteld uit volgende elementen : c1) Inkomsten uit de begrotingsboekhouding.(239.000 EURO voor 2003) Het betreft enerzijds de terugbetaling van gedane uitgaven (terugbetaling gedetacheerden, restorno's, creditnota's, terugbetaling voorschotten van de sociale dienst enz.) Bij het wegvallen van de uitgaven vallen ook de overeenstemmende inkomsten weg.

Het betreft anderzijds enkele inkomsten die niet gebonden zijn aan de opdracht van de HVW (opbrengst van verhuurde delen van lokalen, intresten en diverse ontvangsten.) Een lichte verhoging van de inkomsten uit de verhuring van delen van te grote lokalen is mogelijk op voorwaarde dat deze lokalen met beperkte aanpassingswerken verhuurklaar gemaakt worden. c2) Inkomsten verbonden aan de opdrachtenbegroting. De inkomsten uit de opdrachtenbegroting bestaan uit administratievergoedingen die toegekend worden voor het betalen van de sociaal gerechtigden. Het bedrag van de toegekende administratiekosten is recht evenredig met het aantal verwerkte dossiers, met uitzondering van de administratiekosten die toegekend worden op basis van het artikel 4 van het koninklijk besluit van 16 september 1991 tot toekenning van administratiekosten aan de uitbetalingsinstellingen.

Deze laatste zijn bestemd als compensatie voor het schaalnadeel van een kleine uitbetalingsinstelling (12 % van de betalingen werkloosheid en brugpensioen) en teneinde de continuïteit van de openbare dienst te verzekeren over het hele grondgebied en binnen voor de sociaal verzekerden aanvaardbare afstanden. c3) Inkomsten uit eigen middelen (boni van voorbije dienstjaren) In de begroting van 2002 werd een bedrag van 600.000 EURO in geschreven uit de eigen middelen van de HVW (boni van vorige dienstjaren) voor de vernieuwing van het informaticapark zoals onder punt a4) hiervoor werd omschreven. Hiervan zal een bedrag van 500.000 EURO niet in 2002 besteed worden maar werd opnieuw ingeschreven in de begroting van 2003.

Om deze reden werden de begrotingsvoorstellen 2003 ingediend met een tekort van 500.000 EURO. Door deze inbreng zullen de eigen middelen van de HVW volledig uitgeput zijn en ontstaat er een liquiditeitsprobleem in het kader van de nog terug te vorderen of niet recupereerbare sociale uitkeringen die ten onrechte werden betaald. 2) Werkmethode voor het berekenen van : "het maximaal bedrag van de personeelskredieten dat betrekking heeft op de statutaire ambtenaren. » Het art. 5 § 1, 6o van het KB van 3/4/1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, voorziet dat in de bestuursovereenkomst : "...de berekeningswijze en de vaststelling van het maximaal bedrag aan personeelskredieten dat betrekking heeft op statutaire ambtenaren..." moeten vermeld worden a) Onverdeelde personeelskredieten In de tabel aan het einde van deze bijlage worden de personeelskredieten voor 2003 opgedeeld op basis van het personeelsstatuut. Aan de voorziene kredieten voor statutaire ambtenaren dient een gedeelte van de onverdeelde kosten te worden toegevoegd. Het betreft niet uitgesplitste facturen zoals de premies voor de arbeidsongevallenverzekering, abonnementen voor het personeel en het werkgeversaandeel in de abonnementen voor het personeel.

De juiste bepaling van het deel van deze uitgaven dat bij de uitgaven voor statutaire personeelsleden behoort zal kunnen bepaald worden na de invoering van de analytische boekhouding.

In afwachting hiervan dient maximaal 70 % van deze onverdeelde uitgaven voorbehouden te worden voor de statutaire personeelsleden. b) Inschakeling van het aanvullend kader en afhandeling van lopende wervingen. Het aanvullend kader van de HVW bevat 28 betrekkingen van het vroegere niveau 3 en 8 betrekkingen van het vroegere niveau 4. De personeelskredieten voor deze 36 personeelsleden zijn nog voorzien in de begrotingskredieten voor contractuele personeelsleden. Ingevolge wettelijke bepalingen is de overgang van deze tijdelijke personeelsleden naar het statutair kader voorzien. De voor hen voorziene personeelskredieten moeten reeds vanaf 2003 overgeheveld worden van de rubriek contractuele personeelsleden naar statutaire personeelsleden.

Daarenboven kampt de HVW, zoals de meeste openbare instellingen, waarvan de personeelsleden in Brussel in contact staan met het publiek, met een schrijnend tekort aan tweetalige personeelsleden.

Teneinde een zo groot mogelijke personeelsstabiliteit na te streven worden hiertoe voortdurende contacten onderhouden met Selor voor de aanwerving van statutaire tweetalige personeelsleden voor het uitbetalingbureau Brussel, telkens de gelegenheid zich voordoet, en binnen de grenzen van de huidige personeelsformatie.

Deze statutaire personeelsleden komen altijd in vervanging van contractuele personeelsleden.

Op dit ogenblik zijn er 15 betrekkingen voor tweetalige statutaire personeelsleden te begeven op basis van de actuele personeelsformatie.

Het is aangewezen dat ook voor hen personeelskredieten als statutairen worden voorzien.

Rekening houdend met de drie hiervoor beschreven uitgavencategorieën waarvoor in de begrotingsvoorstellen voor 2003 telkens kredieten ingeschreven staan onder de rubriek contractuele personeelsleden (aanvullend kader en openstaande betrekkingen voor tweetalige personeelsleden) of onder de rubriek "onverdeelde uitgaven" werd in het artikel 40 van deze bestuursovereenkomst, binnen het totaal bedrag aan personeelskredieten dat 19.347.000 EURO bedraagt een bedrag van 15.457.000 EURO ingeschreven als zijnde het MAXIMAAL bedrag dat voor statutaire personeelsleden wordt voorbehouden.

Ontwerp Bestuursovereenkomst HVW 2003-2005.

Bijlage 2 : De verbeteringsprojecten Artikel 6- Verbeteringsproject 1 De integratie van de DMFA in het dossierbeheer (2003) Artikel 7 - Verbeteringsproject 2 Het verbeteren van de werkwijze inzake het opstellen van een dossier (2004) Artikel 8 - Verbeteringsproject 3 Creaties zonder betaling (2004) Artikel 13 - Verbeteringsproject 4 Bepalen van de "goede praktijken" van betaling (2005) Artikel 14 - Verbeteringsproject 5 Optimaliseren van de betaalkwaliteit (2005) Artikel 15 - Verbeteringsproject 6 Betaling van de elektronische aangifte van een Sociaal Risico (2003) Artikel 16 - Verbeteringsproject 7 Organisatie van de betalingen via elektronische bestandsoverdracht (2003) Artikel 17 - Verbeteringsproject 8 Het afleveren van attesten (2003) Artikel 19 - Verbeteringsproject 9 Organigram/Copernicus (2003) Artikel 21 - Verbeteringsproject 10 Arbeidstijdregeling en dienstverlening (2004) Artikel 23 - Verbeteringsproject 11 Opleiding en deeltijds werken (2005) Artikel 25 - Verbeteringsproject 12 Aanpassing van de informatica infrastructuur (2003) Artikel 27 - Verbeteringsproject 13 Actieve gebouwenpolitiek (2003) Artikel 30 - Verbeteringsproject 14 Verbetering van de informatie (2003) Artikel 33 - Verbeteringsproject 15 Optimalisering van het onthaal (2003) Artikel 35 - Verbeteringsproject 16 Herziening van de statistieken (2003) Gezien om gevoegd te worden bij Ons Besluit van 11 juli 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

^