Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 juni 2015
gepubliceerd op 17 juni 2015

Koninklijk besluit houdende vaststelling van de voorwaarden en de nadere regels voor het beheer van het volgrecht bepaald in de artikelen XI.177 en XI.178 van het Wetboek van economisch recht

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2015011234
pub.
17/06/2015
prom.
11/06/2015
ELI
eli/besluit/2015/06/11/2015011234/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 JUNI 2015. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de voorwaarden en de nadere regels voor het beheer van het volgrecht bepaald in de artikelen XI.177 en XI.178 van het Wetboek van economisch recht


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van economisch recht, artikelen XI.177 en XI.178;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 augustus 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/08/2007 pub. 10/09/2007 numac 2007011423 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 4 december 2006 houdende de omzetting in Belgisch recht van de richtlijn 2001/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk sluiten tot uitvoering van de wet van 4 december 2006 houdende de omzetting in Belgisch recht van de richtlijn 2001/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 24 september 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 16 februari 2015;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies 57.355/2 van de Raad van State, gegeven op 27 april 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat artikel XI.178, § 1, eerste en tweede lid, van het Wetboek van economisch recht, bepaalt: "Voor de doorverkopen die plaatsvinden in het kader van een openbare veiling zijn de actoren uit de professionele kunsthandel die bij de doorverkoop betrokken zijn als verkoper, koper, of tussenpersoon, de openbare ambtenaar, en de verkoper hoofdelijk verplicht, het uniek platform binnen een maand na de verkoop in kennis te stellen van die verkoop. Zij zijn tevens hoofdelijk verplicht de verschuldigde rechten binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving te betalen via het uniek platform.

Voor de doorverkopen die niet plaatsvinden in het kader van een openbare veiling, met inbegrip van de verkopen die aanleiding hebben gegeven tot de toepassing van artikel XI.175, § 2, zijn de actoren uit de professionele kunsthandel die bij de doorverkoop betrokken zijn als verkoper, koper, of tussenpersoon, en de verkoper hoofdelijk verplicht het uniek platform binnen de termijn en op de wijze bepaald door de Koning in kennis te stellen van die verkoop. Zij zijn tevens hoofdelijk verplicht de verschuldigde rechten binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving te betalen via het uniek platform.";

Overwegende dat de artikelen XI.177 en XI.178 van het Wetboek van economisch recht voorzien in het oprichten van een uniek platform voor het beheer van het volgrecht;

Overwegende dat de beheersvennootschappen die het uniek platform beheren het geldende wetgevende en reglementaire kader, en in het bijzonder boek XI van het Wetboek van economisch recht moeten naleven; dat de handelingen van het uniek platform toerekenbaar zijn aan de beheersvennootschappen die het uniek platform oprichten en beheren; dat derhalve bij wijze van voorbeeld de inning van de volgrechten door het uniek platform moet gelijkgesteld worden met de inning door de beheersvennootschappen die voormeld uniek platform beheren voor wat betreft de verdelingstermijn bepaald in artikel XI.252, § 2;

Op de voordracht van de Minister van Economie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het beheer van het uniek platform voor het volgrecht door de beheersvennootschappen overeenkomstig artikel XI.177, § 2, eerste lid, van het Wetboek van economisch recht omvat onder meer het organisatorische, boekhoudkundige en administratieve beheer van dit uniek platform.

Het beheer en de organisatie van het uniek platform voor het volgrecht waarborgen dat dit platform voortdurend in staat is om te ontvangen: 1° de kennisgevingen van de doorverkopen bepaald in artikel XI.178, § 1, van het Wetboek van economisch recht, en met name deze die op elektronische wijze zijn gedaan, bedoeld in artikel XI.178, § 1, derde lid; 2° de betalingen van het volgrecht.

Art. 2.Het uniek platform is representatief voor alle houders van het volgrecht en waarborgt een billijk en niet-discriminatoir beheer van het volgrecht zowel ten aanzien van de rechthebbenden die het beheer van hun volgrecht contractueel hebben overgedragen aan de beheersvennootschappen die het uniek platform beheren, als ten aanzien van diegenen die hen hun beheer niet contractueel hebben overgedragen.

Het uniek platform neemt de nodige maatregelen om de rechthebbenden op zorgvuldige wijze te informeren over de voor hun rekening beheerde volgrechten.

Het uniek platform verdeelt op billijke en niet-discriminatoire wijze het volgrecht tussen de rechthebbenden die het beheer van hun volgrecht contractueel hebben overgedragen aan de beheersvennootschappen die het uniek platform beheren en diegenen die hen hun beheer niet contractueel hebben overgedragen.

Art. 3.§ 1. De actoren uit de professionele kunsthandel doen om de drie maanden, uiterlijk de twintigste dag na ieder kalenderkwartaal, kennisgeving van de in artikel XI.178, § 1, tweede lid, van het Wetboek van economisch recht bedoelde doorverkopen. § 2. De in § 1 bepaalde kennisgeving, alsook de in artikel XI.178, § 1, eerste lid, van het Wetboek van economisch recht bepaalde kennisgeving geschiedt aan het uniek platform, bedoeld in artikel 1, door middel van een aangifte met volgende gegevens : 1° de identificatiegegevens van de actor uit de professionele kunsthandel, zoals de naam, het adres en het ondernemingsnummer, alsook de naam en de hoedanigheid van de persoon die belast is met de mededeling van de inlichtingen;2° de titel van het kunstwerk;3° de naam van de auteur of zijn pseudoniem, en indien mogelijk zijn nationaliteit;4° de datum van de doorverkoop; 5° in voorkomend geval de vermelding of het een verkoop bedoeld in artikel XI.175, § 2, van het Wetboek van economisch recht betreft, en in dit geval de datum van aankoop van het werk en de identiteit van de verkoper ervan; 6° de verkoopprijs exclusief btw. De minister bevoegd voor het auteursrecht kan in bijkomende vermeldingen voorzien, of vermeldingen aanpassen of schrappen, ingeval dat nuttig is voor de inning en verdeling van het volgrecht.

Het uniek platform biedt een makkelijke toegang tot formulieren of andere kennisgevingsmiddelen, zonder oneredelijke kosten teweeg te brengen voor de personen bedoeld in artikel XI.178, § 1, eerste en tweede lid van het Wetboek van economisch recht. § 3. De in artikel XI.178, § 1, van het Wetboek van economisch recht, bedoelde elektronische kennisgevingen worden gedaan via een systeem door het uniek platform uitgewerkt dat de integriteit van de meegedeelde gegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zowel van de gebruikers als van de rechthebbenden, waarborgt.

Art. 4.§ 1. De beheersvennootschappen die het uniek platform beheren openen een gemeenschappelijke rekening bij een financiële instelling, waarop de bedragen bepaald in artikel XI.178, § 1, eerste en tweede lid, van het Wetboek van economisch recht worden gestort. § 2. Ten laatste drie maanden na elke in artikel 3, § 2, bedoelde kennisgeving maakt het in artikel 1 bedoelde uniek platform op zijn website de lijst bekend van de werken die aanleiding hebben gegeven tot een kennisgeving van een doorverkoop, evenals de datum van de doorverkoop en de datum van de kennisgeving van de doorverkoop aan het uniek platform. § 3. Bij het verstrijken van de verjaringstermijn bepaald in artikel XI.178, § 2, van het Wetboek van economisch recht, verdelen de beheersvennootschappen die het uniek platform beheren de op de gemeenschappelijke rekening gestorte bedragen onder elkaar in verhouding tot het bedrag aan volgrechten dat elk van hen heeft ontvangen van het uniek platform tijdens het vijfde boekjaar voorafgaand aan het boekjaar waarin de verjaringstermijn verstreken is.

Na de verdeling bepaald in het vorige lid worden de bedragen overeenkomstig de regels bepaald in artikel XI.264 van het Wetboek van economisch recht, onder de rechthebbenden herverdeeld.

Art. 5.§ 1. Indien de auteur het beheer van zijn rechten niet aan een beheersvennootschap heeft opgedragen, wordt het in artikel 1 bedoelde uniek platform geacht te zijn belast met het beheer van het in artikel XI.178, § 4, van het Wetboek van economisch recht bedoelde recht op inlichtingen.

Dezelfde rechten en plichten met betrekking tot het recht op inlichtingen gelden voor de rechthebbenden die het beheer van hun volgrecht contractueel aan de beheersvennootschappen die het uniek platform beheren, hebben toevertrouwd als voor diegenen die hen hun beheer niet contractueel hebben toevertrouwd. § 2. Het uniek platform oefent het in artikel XI.178, § 4, eerste lid, bedoelde recht op inlichtingen ten aanzien van de actoren uit de professionele kunsthandel uit door middel van een verzoek om inlichtingen, dat het volgende vermeldt : 1° de rechtsgrond van het verzoek;2° de gevraagde gegevens;3° de redenen en het doel van het verzoek;4° de termijn binnen dewelke de gegevens moeten worden meegedeeld, die minimum twintig werkdagen bedraagt te rekenen van de ontvangst van het verzoek zonder een redelijke termijn te overschrijden. De rechthebbenden oefenen het in artikel XI.178, § 4, tweede lid, bedoelde recht op inlichtingen ten aanzien van het uniek platform uit door middel van een verzoek om inlichtingen, dat de in het eerste lid, 1° tot 4° bepaalde gegevens vermeldt, onverminderd gunstigere bepalingen in de statuten of regels van de beheersvennootschappen die het uniek platform beheren. § 3. De minister bevoegd voor het auteursrecht kan het aantal en de frequentie van de verzoeken op zodanige wijze bepalen dat zij de activiteiten van de ondervraagde personen niet meer dan nodig hinderen. § 4. De gegevens verkregen als antwoord op een verzoek mogen niet voor andere doeleinden of om andere redenen worden aangewend dan voor de inning en verdeling van het volgrecht.

Art. 6.Het koninklijk besluit van 2 augustus 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/08/2007 pub. 10/09/2007 numac 2007011423 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 4 december 2006 houdende de omzetting in Belgisch recht van de richtlijn 2001/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk sluiten tot uitvoering van de wet van 4 december 2006 houdende de omzetting in Belgisch recht van de richtlijn 2001/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk, wordt opgeheven.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2015.

Art. 8.De minister bevoegd voor het auteursrecht is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 juni 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, K. PEETERS

^