Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 maart 2013
gepubliceerd op 29 maart 2013

Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 13, 24 en 25 van de wet van 1 juli 2011 betreffende de beveiliging en bescherming van de kritieke infrastructuren voor de sector Energie

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2013011083
pub.
29/03/2013
prom.
11/03/2013
ELI
eli/besluit/2013/03/11/2013011083/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 MAART 2013. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 13, 24 en 25 van de wet van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2011 pub. 15/07/2011 numac 2011000399 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren type wet prom. 01/07/2011 pub. 31/10/2011 numac 2011000679 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de beveiliging en de bescherming van kritieke infrastructuren. - Duitse vertaling sluiten betreffende de beveiliging en bescherming van de kritieke infrastructuren voor de sector Energie


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2011 pub. 15/07/2011 numac 2011000399 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren type wet prom. 01/07/2011 pub. 31/10/2011 numac 2011000679 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de beveiliging en de bescherming van kritieke infrastructuren. - Duitse vertaling sluiten betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren, de artikelen 13, § 6, eerste en tweede lid, 24, §§ 2 en 3, en 25, § 2;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 mei 2012;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 20 juli 2012;

Gelet op het advies 52.237/3 van de Raad van State, gegeven op 6 november 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en de Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en van de Staatssecretaris voor Energie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.§ 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2008/114/EG van de Raad van 8 december 2008 inzake de identificatie van Europese kritieke infrastructuren, de aanmerking van infrastructuren als Europese kritieke infrastructuren en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuren te verbeteren. § 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « de wet » : de wet van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2011 pub. 15/07/2011 numac 2011000399 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren type wet prom. 01/07/2011 pub. 31/10/2011 numac 2011000679 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de beveiliging en de bescherming van kritieke infrastructuren. - Duitse vertaling sluiten betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren; 2° « B.P.E. » : het beveiligingsplan van de exploitant bedoeld in artikel 13 van de wet. HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de bescherming en de beveiliging van de nationale en de Europese kritieke infrastructuren voor de sector Energie, zoals bedoeld in artikel 4, § 2, eerste lid, 1° tot 3°, van de wet. Krachtens artikel 30 van de wet is het echter niet van toepassing op de nucleaire installaties bedoeld bij de wet van 15 april 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/04/1994 pub. 14/10/2011 numac 2011000621 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/04/1994 pub. 19/03/2013 numac 2013000145 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Duitse vertaling. - Erratum type wet prom. 15/04/1994 pub. 25/08/2017 numac 2017031028 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuse coördinatie in het Duits. - Erratum sluiten betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. HOOFDSTUK 3. - Informatie-uitwisseling en oefeningen

Art. 3.De exploitant van een kritieke infrastructuur maakt de contactgegevens van haar beveiligingscontactpunt over aan de inspectiedienst.

Bij een wijziging of aanvulling van de gegevens van het beveiligingscontactpunt brengt de exploitant binnen 30 dagen na wijziging de inspectiedienst op de hoogte.

Art. 4.§ 1. Het B.P.E. wordt met passende tussenpozen van niet meer dan drie jaar uitgetest door middel van oefeningen. § 2. Zonder dat deze noodzakelijk betrekking hebben op elke locatie waar een kritieke infrastructuur gelegen is, worden de oefeningen bedoeld in paragraaf 1 op zodanige wijze georganiseerd dat de beveiliging van de kritieke infrastructuur wordt getest. § 3. De vitale functies bedoeld in paragraaf 2 zijn : a) voor de deelsector elektriciteit : elektriciteitsproductie en -transmissie;b) voor de deelsector aardgas : behandeling, opslag, transmissie en terminals voor vloeibaar aardgas (LNG);c) voor de deelsector aardolie : raffinage, behandeling, opslag en transport. § 4. De oefeningen kunnen plaatsvinden onder de vorm van « table-top » oefeningen of als realistische simulatieoefeningen al dan niet in samenwerking met de hulpdiensten en de politiediensten.

De oefeningen worden gebaseerd op geloofwaardige scenario's en worden gradueel opgebouwd op basis van de resultaten die eruit voortvloeien. § 5. De exploitant informeert de inspectiedienst over het tijdstip en de aard van de oefening. § 6. De inspectiedienst kan vrijblijvend deelnemen als waarnemer bij de oefeningen. § 7. Het B.P.E wordt, indien nodig, herzien in functie van de conclusies van de oefeningen. § 8. De exploitant maakt een controleverslag van de oefening en stuurt een kopie naar de inspectiedienst. HOOFDSTUK 4. - Inspecties

Art. 5.Jaarlijks werkt de inspectiedienst van de Algemene Directie Energie van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie een inspectieplanning uit.

Art. 6.Om toegang te krijgen tot de te controleren site, identificeert de inspecteur van de inspectiedienst zich aan de hand van : 1° zijn identiteitskaart; 2° zijn persoonlijke legitimatiekaart conform het model vastgesteld krachtens het ministerieel besluit van 17 maart 2009Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 17/03/2009 pub. 02/04/2009 numac 2009011131 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot vaststelling van het model van de legitimatiekaart van de personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie sluiten tot vaststelling van het model van de legitimatiekaart van de personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.

Jaarlijks stuurt de inspectiedienst naar alle exploitanten een lijst op met de namen en voornamen van de inspecteurs die bevoegd zijn om controles op de kritieke infrastructuur uit te voeren en die houder zijn van een legitimatiekaart, bedoeld in het eerste lid.

De inspectiedienst communiceert aan alle exploitanten een centraal telefoonnummer van de inspectiedienst zodat de exploitant indien nodig de identiteit van de aanwezige inspecteur kan verifiëren.

Wanneer de in het tweede lid bedoelde lijst of het in het derde lid bedoelde centraal telefoonnummer gewijzigd wordt, brengt de inspectiedienst de exploitanten hiervan onmiddellijk op de hoogte.

Art. 7.§ 1. Na identificatie, krijgt de inspecteur inzage in het B.P.E., alsook toegang tot alle informatie en plaatsen van de kritieke infrastructuur die aan hun controle onderworpen zijn en die noodzakelijk om zijn functie naar behoren uit te voeren overeenkomstig artikel 25, § 1, van de wet. De exploitant verleent zijn volledige medewerking aan de inspecteur om deze zo goed mogelijk te informeren over alle bestaande beveiligingsmaatregelen.

De exploitant stelt indien nodig het veiligheidsmateriaal ter beschikking opdat de inspecteur voldoet aan de veiligheidsvoorschriften die gelden in de te controleren infrastructuur. § 2. De inspectiedienst is ermee belast na te gaan : 1° of het B.P.E. voldoet aan de minimale inhoud opgelegd door en krachtens de wet; 2° of de interne beveiligingsmaatregelen zoals beschreven in het B.P.E. effectief worden uitgevoerd; 3° of de oefeningen uitgevoerd worden binnen de voorziene termijnen zoals bepaald in artikel 4, § 1;4° of de exploitant een beveiligingscontactpunt heeft aangesteld en of de aan de inspectiedienst meegedeelde contactgegevens actueel zijn;5° of de exploitant elke andere verplichting naleeft die hem, in voorkomend geval, krachtens de wet wordt opgelegd.

Art. 8.Na elke inspectie stelt de inspectiedienst een proces-verbaal op en maakt een kopie van het rapport over aan de exploitant van de geïnspecteerde kritieke infrastructuur.

Art. 9.De minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 maart 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET De Staatssecretaris voor Energie, M. WATHELET

^