Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 november 2002
gepubliceerd op 15 januari 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de syndicale premie en andere sociale voordelen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002013268
pub.
15/01/2003
prom.
11/11/2002
ELI
eli/besluit/2002/11/11/2002013268/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 NOVEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de syndicale premie en andere sociale voordelen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de syndicale premie en andere sociale voordelen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 november 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 2001 Syndicale premie en andere sociale voordelen (Overeenkomst geregistreerd op 11 maart 2002 onder het nummer 61387/CO/136) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters die tewerkgesteld zijn in de ondernemingen welke onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking ressorteren. HOOFDSTUK II. - Sociale voordelen

Art. 2.In uitvoering van de bepalingen van artikel 2 van de statuten, vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 1988, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking betreffende de coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de papier- en kartonbewerking", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 mei 1989, worden aan de in artikel 1 van voormelde statuten bedoelde arbeiders en arbeidsters, sociale voordelen toegekend ten laste van voormeld fonds.

De sociale voordelen zijn de volgende : 1. een syndicale premie;2. een eenmalige premie bij oppensioenstelling, overlijden of huwelijk. HOOFDSTUK III. - Syndicale premie

Art. 3.Het totaal jaarlijks bedrag van de syndicale premie wordt toegekend aan de rechthebbenden die op 30 juni 2001 van de referteperiode gaande van 1 juli 2000 tot 30 juni 2001 terzelfdertijd, en dit gedurende ten minste 12 maanden : a) lid zijn van één van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties;b) krachtens een arbeidsovereenkomst voor arbeiders of door uitbetaling van brugpensioen verbonden zijn met een in artikel 1 bedoelde onderneming. Tijdens de overbruggingsperiode van 6 maanden, lopende van 1 juli 2001 tot 31 december 2001, zal aan de rechthebbenden die per 31 december 2001 voldoen aan de dubbele voorwaarde voorzien in dit artikel, een halve jaarlijkse premie worden toegekend ten bedrage van 58,25 EUR.

Art. 4.Aan de rechthebbenden die in de referteperiode gedurende minder dan 12 maanden voldoen aan de in artikel 3, a) en b) vermelde voorwaarden, wordt de jaarlijkse premie verleend op basis van 1/12de van het totaal jaarlijks bedrag, voor iedere maand of breuk van een maand tijdens de welke zij voldoen aan de bedoelde voorwaarden.

De tijdens de referteperiode gepensioneerde rechthebbenden, alsmede de echtgenoot of echtgenote van een, tijdens de referteperiode overleden rechthebbende genieten de jaarlijkse premie onder dezelfde voorwaarden.

Art. 5.Het bedrag van de jaarlijkse premie wordt als volgt vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 6.Gedurende de referteperiode, lopende van 1 juli 2000 tot 30 juni 2001, stelt het Fonds voor bestaanszekerheid voor de papier- en kartonbewerking de in artikel 1 bedoelde werkgevers, uiterlijk op 1 oktober 2001 in het bezit van de nodige attesten van tewerkstelling.

Deze attesten worden door de werkgevers ingevuld op naam van elk lid van hun arbeiderspersoneel dat tijdens de referteperiode in het personeelsregister werd ingeschreven. Uiterlijk op 15 november 2001 worden de attesten door de werkgevers individueel aan hun arbeiders en arbeidsters uitgereikt.

Tijdens de overbruggingsreferteperiode, lopende van 1 juli 2001 tot 31 december 2001 zullen de in artikel 1 bedoelde werkgevers uiterlijk op 31 maart 2002 in het bezit gesteld worden van de nodige attesten van tewerkstelling. De overmaking van de ingevulde attesten aan het arbeiderspersoneel zal uiterlijk op 30 april 2002 geschieden. HOOFDSTUK IV. - Eenmalige premie

Art. 7.De arbeiders en arbeidsters, tewerkgesteld in een in artikel 1 bedoelde onderneming hebben recht op een eenmalige premie, wanneer zij met pensioen gaan.

Deze premie bedraagt : a) 8,92 EUR (3) in 1999 en 10,66 EUR (4) vanaf 1 januari 2000 per jaar aansluiting bij één van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties, met dien verstande dat de aansluiting tussen 1 januari en 30 juni van een jaar wordt gerekend vanaf 1 januari van hetzelfde jaar en de aansluiting tussen 1 juli en 31 december van een jaar wordt gerekend vanaf 1 januari van het daaropvolgende jaar;b) 1,86 EUR (5) in 1999 en 2,23 EUR (6) vanaf 1 januari 2000 per jaar tewerkstelling in een onderneming bedoeld in artikel 1, met dien verstande dat de aanwerving tussen 1 januari en 30 juni van een jaar wordt gerekend vanaf 1 januari van hetzelfde jaar en de aanwerving tussen 1 juli en 31 december van een jaar wordt gerekend vanaf 1 januari van het daaropvolgend jaar;c) het jaar van oppensioenstelling wordt als een volledig jaar aangezien;d) deze eenmalige premie bedraagt maximum 247,89 EUR (7) in 1999 en 297,47 EUR (8) vanaf 1 januari 2000.

Art. 8.In geval van overlijden wordt de in artikel 7 bedoelde éénmalige premie uitbetaald aan de persoon die de begrafeniskosten heeft gedragen.

Art. 9.De arbeiders en arbeidsters die tenminste sedert zes maanden zijn tewerkgesteld in een in artikel 1 bedoelde onderneming hebben bij huwelijk, recht op een éénmalige premie van 7,44 EUR (9) in 1999 en van 8,92 EUR (10) vanaf 1 januari 2000 per jaar aansluiting bij één van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties. Deze premie bedraagt maximum 37,18 EUR (11) in 1999 en 44,62 EUR (12) vanaf 2000.

Art. 10.De eenmalige premies bedoeld in de artikelen 7 tot en met 9 worden uitbetaald mits indienen van een volledig dossier waaruit de rechten van de rechthebbende of zijn erfgenamen blijken.

De dossiers moeten worden gevalideerd door een vertegenwoordiger van tenminste 2 werknemersorganisaties welke zetelen in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 11.De bruggepensioneerden die recht hebben op een vergoeding brugpensioen ten laste van een in artikel 1 bedoelde werkgever worden voor de toekenning van de sociale voordelen voorzien in artikel 2 met de arbeiders en arbeidsters bedoeld in artikel 1 gelijkgesteld.

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en treedt buiten werking op 31 december 2001, met uitzondering van artikel 6, 2e alinea, dat van toepassing blijft tot 30 april 2002.

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vernietigt en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 2000 betreffende de sociale voordelen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 november 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Voor de periode lopende tot 31 december 2001 zal het bedrag van 4 000 BEF worden toegepast in plaats van 99,16 EUR (2) Voor de periode lopende tot 31 december 2001 zal het bedrag van 335 BEF worden toegepast in plaats van 8,30 EUR.(3) Voor de periode tot 31 december 2001 wordt het bedrag van 360 BEF toegepast in plaats van 8,92 EUR.(4) Voor de periode tot 31 december 2001 wordt het bedrag van 430 BEF toegepast in plaats van 10,66 EUR.(5) Voor de periode tot 31 december 2001 wordt het bedrag van 75 BEF toegepast in plaats van 1,86 EUR.(6) Voor de periode tot 31 december 2001 wordt het bedrag van 90 BEF toegepast in plaats van 2,23 EUR.(7) Voor de periode tot 31 december 2001 wordt het bedrag van 10 000 BEF toegepast in plaats van 247,89 EUR.(8) Voor de periode tot 31 december 2001 wordt het bedrag van 12 000 BEF toegepast in plaats van 297,47 EUR.(9) Voor de periode tot 31 december 2001 wordt het bedrag van 300 BEF toegepast in plaats van 7,44 EUR.(10) Voor de periode tot 31 december 2001 wordt het bedrag van 360 BEF toegepast in plaats van 8,92 EUR.(11) Voor de periode tot 31 december 2001 wordt het bedrag van 1 500 BEF toegepast in plaats van 37,18 EUR. (12) Voor de periode tot 31 december 2001 wordt het bedrag van 1 800 BEF toegepast in plaats van 44,62 EUR.

^